Module Literatuurgeschiedenis - v456

Module Literatuurgeschiedenis - v456

Module Literatuurgeschiedenis

Inleiding

Het eindexamen Nederlands bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen.
Een van de onderdelen van het schoolexamen is het domein Literatuur.

In het examenprogramma staat dat domein als volgt omschreven:

Literaire ontwikkeling De kandidaat kan beargumenteerd verslag uitbrengen van zijn leeservaringen met een aantal door hem geselecteerde literaire werken.
* Minimumaantal vwo 12, waarvan minimaal 3 voor 1880.
* De werken zijn oorspronkelijk geschreven in de Nederlandse taal.
Literaire begrippen De kandidaat kan literaire tekstsoorten herkennen en onderscheiden, en literaire begrippen hanteren in de interpretatie van literaire teksten.
Literatuurgeschiedenis De kandidaat kan een overzicht geven van de hoofdlijnen van de literatuurgeschiedenis, en de gelezen literaire werken plaatsen in dit historisch perspectief.


In deze module maak je kennis met verschillende Nederlandse en Vlaamse schrijvers en dichters in verschillende tijdvakken. Je leert verschillende genres en literaire begrippen kennen.

De eerste opdracht gaat over literatuur in de middeleeuwen, in de laatste opdracht staan auteurs van na 1970 centraal.
Na afloop van de module kun je een overzicht geven van de hoofdlijnen van de literatuurgeschiedenis.
Hopelijk ben je goed voorbereid om verslag te doen van je leeservaringen met 12 door jezelf geselecteerde literaire werken.

Succes!

Wat kan ik straks?

De leerdoelen van de module Literatuurgeschiedenis zijn:

Middeleeuwen

Je kunt:

  • beschrijven wat kenmerkend is voor de literatuur in de middeleeuwen;
  • het verschil tussen voorhoofse en hoofse literatuur omschrijven;
  • omschrijven welke invloed de rederijkers hadden op de literatuur aan het eind van de middeleeuwen;
  • drie dichtvormen noemen die de rederijkers beoefenden;
  • twee genres noemen in de geestelijke literatuur, die aan het eind van de middeleeuwen opbloeide;
  • omschrijven wat abele spelen en sotternieën zijn;
  • aangeven welk soort toneelstukken en liederen in de middeleeuwen gespeeld en gezongen werden.

16e en 17e eeuw

Je kunt:

  • de begrippen renaissance, humanisme en reformatie omschrijven en (met behulp van voorbeelden) duidelijk maken wat de invloed van deze stromingen op de literatuur is geweest.
  • een aantal literaire genres herkennen uit zowel de zestiende als de zeventiende eeuw.
  • de invloed van de Tachtigjarige Oorlog en de daarop volgende Gouden Eeuw op de literatuur beschrijven.
  • drie dichters/schrijvers uit de zestiende of zeventiende eeuw noemen.
  • het belang van de boekdrukkunst voor de verspreiding van literatuur noemen.

18e eeuw

Je kunt:

  • de kunst en literatuur tijdens de volgende stromingen omschrijven:
    - Frans-classisisme
    - Verlichting - rationalisme
    - Sentimentalisme
  • van iedere stroming minimaal één schrijver noemen.

19e eeuw

Je kunt:

  • de romantiek omschrijven door enkele kenmerken van de stroming te noemen.
  • minimaal twee schrijvers noemen die gerekend kunnen worden tot de romantiek.

1880-1910

Je kunt:

  • het impressionisme en naturalisme omschrijven.
  • drie uitgangspunten van de 'Tachtigers' noemen.
  • de invloed van het socialisme op de literatuur omschrijven.
  • minimaal drie schrijvers uit de periode 1880-1910 noemen.

1910-1945

Je kunt:

  • kenmerken noemen van de stromingen neoromantiek, expressionisme en nieuwe zakelijkheid.
  • van iedere stroming minimaal één schrijver of dichter noemen.
  • het belang van Anne Frank voor de literatuur tijdens de Tweede Wereldoorlog omschrijven.

1945-1970

Je kunt:

  • in het kort omschrijven welke invloed de periode na de Tweede Wereldoorlog op de literatuur had.
  • minimaal drie schrijvers uit de periode na de Tweede Wereldoorlog noemen.
  • aangeven wat de ideeën waren van de Cobragroep.
  • de stroming die ontstond in de jaren zestig kort omschrijven.
  • minimaal twee schrijvers uit die periode noemen.
  • in het kort omschrijven hoe de Vlaamse literatuur na de Tweede Wereldoorlog opleefde en minimaal één Vlaamse schrijver noemen.

1970-heden

Je kunt:

  • een kenmerk noemen van de periodes jaren 70, 80 en 90 en het nieuwe millennium.
  • minimaal drie schrijvers noemen die een boek hebben geschreven in de jaren 70.
  • omschrijven wat wordt bedoeld met de Generatie Nix en minimaal één schrijver noemen uit die periode.
  • een Vlaamse schrijver noemen die veel gelezen wordt in Nederland in de jaren 90.
  • een talentvolle jonge schrijver en dichter noemen uit het nieuwe millennium.

Wat ga ik doen?

De module 'Literatuurgeschiedenis' bestaat uit de volgende onderdelen:

Onderdeel

Tijd in SLU

Inleiding

0,5

Opdracht: Middeleeuwen

7,5

Opdracht: 16e en 17e eeuw

6,5

Opdracht: 18e eeuw

3,5

Opdracht: 19e eeuw

3,5

Opdracht: 1880 - 1910

5,5

Opdracht: 1910 - 1945

8,5

Opdracht: 1945 - 1970

9

Opdracht: 1970 - heden

9

Totaal

52 à 53

 

De tijd is een inschatting.

Literatuur: Opdrachten

Hier vind je alle opdrachten die samen de module Literatuurgeschiedenis vormen.
Maak je keuze.

Opdracht 1

Middeleeuwen

Opdracht 2

16e en 17e eeuw

Opdracht 3

18e eeuw

Opdracht 4

19e eeuw

Opdracht 5

1880 - 1910

Opdracht 6

1910 - 1945

Opdracht 7

1945 - 1970

Opdracht 8

1970 - heden

Literatuur: Schrijvers

16e en 17e eeuw

18e eeuw

19e eeuw

1880 - 1910

1910 - 1945

1945 - 1970

1970 - heden

Literatuur: Genres

In de opdrachten zijn de volgende dichtvormen en literaire genres besproken.

Middeleeuwen

Rondeel Een gedicht van acht, twaalf of dertien regels. Er worden twee rijmklanken gebruikt en één versregel wordt herhaald.
Acrostichon De eerste letters van elke strofe vormen de naam van degene aan wie het gedicht is opgedragen.
Kreeftdicht Een versvorm waarbij de regels van voor naar achteren en andersom gelezen kunnen worden zonder dat de betekenis verandert.
Legende Een religieus verhaal met een historische kern, maar berust verder op veel fantasie en wonderen komen regelmatig voor.
Exempel Een kort verhaal om het publiek te overtuigen van het geloof en om het gegeven voorbeeld na te laten volgen.
Mysteriespel Er worden gebeurtenissen uit de bijbel nagespeeld.
Mirakelspel Door tussenkomst Maria of een andere heilige gebeurt er een wonder.
Sinnespel Er wordt een levensles of geloofswaarheid verkondigd.

 

16e en 17e eeuw

Sonnet Gedicht van veertien regels met twee strofen van vier en twee van drie regels.
Emblemata Afbeelding met een moraliserend bijschrift (plaatje met een praatje).
Ode Lofdicht op iets of iemand.
Biografie Levensbeschrijving van een persoon.
Puntdicht Kort gedicht met een humoristische inhoud.
Geuzenlied Lied dat gaat over de strijd tegen de Spanjaarden (opstandsliteratuur).
Klassieke tragedie Toneelstuk in vijf bedrijven afgewisseld door reien (gedicht waarin de reactie van de ideale toeschouwer wordt gegeven).
Komedie of blijspel Toneelstuk waarin vaak mensen uit lagere klassen een hoofdrol spelen. Er wordt vooral spreektaal gesproken en de stukken lopen goed af. Veel voorkomende thema’s waren liefde, echtelijke trouw, hebzucht en gierigheid.
Klucht Toneelstuk dat korter is dan een blijspel en waarin personen uit lagere milieus (boeren, hoeren(lopers), dieven etc. zich in hun gedrag laten leiden door primitieve driften als vreten, zuipen en seks.
Hekeldichten Gedicht waarin wantoestanden op scherpe manier worden aangevallen (gehekeld).
Elegie Treur- of klaagdicht, weemoedig gedicht.
Gelegenheidsgedicht Gedicht bij een bepaalde gebeurtenis.
Sneldicht Gedicht waarin een grap wordt verteld.

 

18e eeuw

Essay Beschouwing over een onderwerp uit de wetenschap of kunst.
Roman in briefvorm Een roman die bestaat uit brieven die verschillende personen naar elkaar schrijven.
Spectatoriale geschrift Tijdschrift waarin allerlei godsdienstige, politieke en literaire onderwerpen worden besproken.
Kindergedicht Gedicht speciaal geschreven voor kinderen met een opvoedkundige strekking.

 

19e eeuw

Historische roman Roman die speelt in het verleden en waarvan het verhaal gebaseerd is op (over het algemeen) waargebeurde historische gebeurtenissen. De personen kunnen echt bestaan hebben, maar ook door de schrijven zijn verzonnen.
Knittelvers Gedicht zonder vast metrum en rijm met als doel een grappig effect te bereiken.
Parodie Humoristische tekst waarin een persoon, boek of stijl belachelijk wordt gemaakt door een overdreven imitatie.

 

1880 - 1910

Psychologische roman Roman waarin het vooral de ontwikkeling van het innerlijk van de hoofdpersonen belangrijk is.
Familieroman​ Roman waarin gebeurtenissen in verschillende generaties binnen een familie worden beschreven.
Streekroman Roman waarin de landelijke omgeving grote invloed heeft op de ontwikkeling van de personages en de gebeurtenissen.

 

1910 - 1945

Vrije dynamische vers Gedicht dat niet aan regels is gebonden. Rijm, vers en strofe zijn vrij.
Toekomstroman Roman waarin de schrijver een (donkere) toekomst schetst.
Memoires Boek waarin de schrijver zaken bespreekt die hij heeft meegemaakt.

 

1945 - 1970

Bekentenisroman De ik-figuur in de roman geeft vooral de gevoelens en opvattingen van de schrijver weer.
Beeldverhaal Een verhaal dat bestaat uit plaatjes met tekst.
Readymade Een tekst die wordt losgemaakt uit de oorspronkelijk context en daardoor een gedicht wordt.
Column Een beschouwing van hooguit een krantenkolom.

 

  • Het arrangement Module Literatuurgeschiedenis - v456 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2021-07-01 08:33:44
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    De module Literatuur: middeleeuwen HV is ontwikkeld door Fred Marsman (CambiumNed) en medewerkers van StudioVO.

    Fair Use
    In de Stercollecties van StudioVO wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use.
    Meer informatie: Fair use .

    Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de
    helpdesk VO-content.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze module valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor v456. Deze module bestaat uit acht opdrachten. Je zal deze op chronologische volgorde afwerken. De eerste opdracht betreft 'Middeleeuwen'. De tweede opdracht gaat over de 16e en 17e eeuw. Vervolgens ga je aan de slag met de 18e en daarna de 19e eeuw. In de daaropvolgende opdrachten wordt de twintigste eeuw behandeld: van 1880 tot 1910, van 1910 tot 1945, van 1945 tot 1970 en van 1970 tot heden.
    Leerniveau
    VWO 6; VWO 4; VWO 5;
    Leerinhoud en doelen
    Nederlands; Literatuur;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    52 uur en 30 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, module literatuurgeschiedenis - v456, nederlands, opdracht: 16e en 17e eeuw, opdracht: 1880-1910, opdracht: 18e en 19e eeuw, opdracht: 1970-heden, opdracht: middeleeuwen, stercollectie, v456

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content Nederlands. (2020).

    Module Literatuurgeschiedenis

    https://maken.wikiwijs.nl/165359/Module_Literatuurgeschiedenis

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.