Janine Darneviel M9VS4F

Janine Darneviel M9VS4F

SLB

Filizofie

Vragen SLB 30 sep.

 

· Wat is doorzettingsvermogen?

In een situatie ‘vast’ komen te zitten, en door je doorzettingsvermogen er weer ‘uit’ te komen.

 

· Hoe kun je doorzettingsvermogen ontwikkelen?

Je doorzettingsvermogen is niet perfect, als je verneemt waar dat zit kan je dat verbeteren door er de volgende keer er beter op te letten.      

· Waarom is doorzettingsvermogen nodig om je doel te behalen?

        Anders blijf je er in hangen en kan je het niet afronden.

 

· Waarom is het belangrijk om kleine stapjes te maken als je je doelen wilt bereiken?

Als je te grote stappen zet kan je dingen overslaan, iets niet goed zien. Daarom doe je alles duidelijk en overzichtelijk.

 

· Heb jij doorzettingsvermogen? Leg uit

Ja zeker, als ik een schoolopdracht moet maken die ik niet begrijp loop ik vast. Dan vraag ik mijn medestudenten om hulp, om hulp te vragen ben ik doorzettingsvermogen nodig.

 

· Heb jij goede vrienden die je steunen bij het bereiken van je doelen?

        Ja, als ik iets nodig ben staan ze altijd voor mij klaar.

 

· Geloof je in jezelf?

        Niet altijd, maar wanneer dat zo te sprake komt bij mijn vrienden vertellen ze allemaal een peptalk en kom ik er weer boven op.

 

· Wat heb je nodig om in jezelf te geloven?

        Zelfvertrouwen, dat krijg ik dan weer van familie en vrienden.

Voortgang studie P7

Voortgang studie P7

 

ZIT Behaald
Project Romijn Voldoende
Rekenen 7,7

 

Voortgang studie P8

Voortgang studie P8

 

Stage jaar -> positief afgerond 

Engels examen -> gem. 8

Rekenen examen -> 5

Nederlands -> ??

Praktijdexamens -? 8 v/d 15 behaald

 

Project Sociale problematiek & crisisinterventies:

       Tijdschrift: 7,5

       Toets: 

Intervisie P6

7 okt (week 6)

Shadi loopt stage in AZC, man was boos, ging dreigen bij Shadi, hij kom hem alleen verstaan. Meneer zei dat wilt weg maar dat gaat niet zo maar. Hij werd deze week boos en sprak niet vriendelijk. Later die dag ging hij nog een keer dreigen. Politie gebeld, maar hij heeft geen strafbaar feit gepleegd dus de politie konden niks doen maar hij mag nu niet meer blijven in dit AZC. In de middag heeft ie dat nog een keer gezegd "kom hier!". Uit eindelijk is die meneer naar een speciale AZC verplaats omdat hij zo agressief was.

 

Shadi heeft goed gehandeld, hij heeft duidelijk gezegd wat wel en niet meer wilt. Maar het was voor de veiligheid verstandig om het gesprek even ergens anders te voeren met een werknemer, stel dat er wat gebeurt dan is die gene erbij.

 

Hoe herkenbaar was dit voor jezelf?

  • Eigenlijk niet zoveel, ik heb zelf nog nooit in zo’n situatie gezeten.

 

Hoe was het om het hierover te hebben?

  • Best wel indrukwekkend, het had namelijk wel anders kunnen aflopen. Maar het was ook zeker leerzaam, nu weet ik namelijk zelf hoe ik het beste kan reageren als zoiets mij overkomt.  

 

Wat kan jij er voor jezelf van leren?

  • Hoe ik moet handelen in zo’n situatie. Je moet nooit een boze/agressief man in je eentje benaderen als je slecht nieuws gaat vertellen.

 

Zet het je aan het denken?

  • Ja dit zet me zeker aan het denken, het is achteraf gezien ook mijn meest bij gebleven casus.

Wat heb je geleerd naar aanleiding van dit gesprek ten aanzien van:

Je werk (uitvoering of organisatie)

  • Ik heb er van geleerd dat mijn stage lang niet zo indrukwekkend is als die van Shadi.

Jezelf

  • Hoe ik nu kan het beste kan handelen in zo’n situatie.

 

Waar wil je de volgende keer extra opletten en of bij stilstaan.

  • Dat weet ik niet precies.

 

Camille

Vorige stageplek

Syndroom van down, in de 30 in heeft moeite met nieuwe personen. Later konden ze goed overweg, ranja laten slingeren maar een keer rustig gevraagd als die dit wou opruimen. Maar kregen een weer woord, begeleider kreeg er lucht van. En ze voelde zich aangevallen. Omdat ze boos werd. Werd aan het einde van de dag een welles en nietes verhaal.

 

Hoe herkenbaar was dit voor jezelf?

  • Dit komt redelijk over heen met wat ik zelf ooit een keer heb mee gemaakt op stage

 

Hoe was het om het hierover te hebben?

  • Best prettig, nu weet ik namelijk dat ik niet de enige ben geweest die ooit een keertje in zo’n situatie is beland.

 

Wat kan jij er voor jezelf van leren?

  • Om rustig te blijven en om het gesprek aan te gaan, zodat je de discussie kan uitpraten.

 

Zet het je aan het denken?

  • Nee bij deze casus niet echt.

 

Wat heb je geleerd naar aanleiding van dit gesprek ten aanzien van:

Je werk (uitvoering of organisatie)

  • Dat het normaal is dat je een discussie kan krijgen op je werkvloer en dat je het natijd moet bijleggen met elkaar.

 

Jezelf

  • Hoe ik nu beste kan antwoorden nu in een discussie

 

Waar wil je de volgende keer extra opletten en of bij stilstaan

Als ik ooit weer in een discussie kom, rustig blijven en het gesprek aan gaan en kijken hoe dat verder verloopt.

Intervisie P7

Intervisie 10 feb

 

Lars

Lars ging vorige week naar de supermarkt met zijn auto, aangezien het ontzettend druk was en hij een parkeerplekje zocht ging het allemaal een beetje raar en kreeg hij woorden met een andere man. 

 

De man was een oudere man (+/- 60 jaar) en die werd boos op Lars omdat hij 'zijn' parkeerplekje had ingepikt. Eerst begon de man zijn middelvinger op te steken, daarna schreeuwde de man dat Lars uit zijn auto moest stappen, zodat hij kon gaan slaan. 

 

Later is Lars uitgestapt zo dat hij de winkel in kon gaan, de man was nog steeds wat verdacht aan het rond lopen. Daardoor heeft Lars het kenteken genoteerd van de auto van de andere man. 

 

Hoe herkenbaar was dit voor jezelf?

  • Ik heb nog nooit in zo'n soort situatie gezeten, wel is het me een keer over komen tijdens werk dat een klant erg bijzonder gedrag vertoonde 

 

Hoe was het om het hierover te hebben?

  •  Ik vond het erg interessant omdat ik met werk wel eens in aanraking kom met mensen die bijzonder gedrag vertronen. 

 

Wat kan jij er voor jezelf van leren?

  • Om rustig te blijven in situaties

 

Zet het je aan het denken?

  • Omdat ik het 'gewend' ben op werk, zet het me nu niet meer aan het denken, in het begin toen dit soort gedrag nieuw voor me was wel. 

 

Wat heb je geleerd naar aanleiding van dit gesprek ten aanzien van:

Je werk (uitvoering of organisatie)

  • Ik heb er van geleerd dat rusitg blijven de beste optie is. 

Jezelf

  • Hoe ik nu kan het beste kan handelen in zo’n situatie.

 

Waar wil je de volgende keer extra opletten en of bij stilstaan.

  • Dat even rustig na denken en rustig oplossen de allerbeste oplossing is. 

Intervisie P8

Intervisie P8

 

Ik ben deze periode niet aanwezig geweest bij de les met intervisie, op dat moment had ik een Engels mondeling examen. 

Intervisie P9

Intervisie P9

 

Donderdag 23-9

Inbrenger-> Jeffrey

Gesprek leider -> Loulou

 

Situatie:

Jeffrey loopt stage bij een woongroep voor jongeren die verslaafd zijn en daardoor niet zelfstandig kunnen wonen.

Na het eten vertrekt iedereen rond 20u naar de eigen kamer. Dan verveeld Jeffrey zich, maar tijdens die moment kijkt hij naar verslagen van de cliënten.

Maar eigenlijk wilt hij graag wat doen met de cliënten, iets zoals spelletjes, kopje koffie drinken, filmpjes kijken ect. Maar Jeffrey twijfelt om te storen wanneer ze op hun kamer zitten.

 

Aanpak:

Dit bespreekbaar maken met de stagebegeleider, die aanpak meenemen in je besluit van handelen. Verder moet je de cliënten rustig leren kennen, dat kan je doen door middel van samen te roken, koekjes uit te delen ect. En dan ondertussen een gesprek starten. Wanneer je een band hebt opgebouwd met een client, en de client staat er voor open, dan kan je aankloppen wanneer ze op de kamer zitten.

 

Vragen:

Hoe herkenbaar was dit voor jezelf?

Best wel, ik loop sinds kort ook op een woongroep. En daar gebeurt bijna exact het zelfde.

Hoe was het om het hierover te hebben?

Prettig, dan weet ik dat ik niet de enige ben die dit zo kan ervaren.

Wat kan jij er voor jezelf van leren?

Kan ik zelf deze aanpak op mijn stage ook toepassen.

Zet het je aan het denken?

Wat de reden is waarom de cliënten NOG niet willen komen naar de gezamenlijke ruimte

 

 

Wat heb je geleerd naar aanleiding van dit gesprek ten aanzien van:

  1. Je werk

Het komt vaker voor, dat geeft een rustgevend gevoel

  1. Jezelf

Ik weet voor mezelf dat ik deze aanpak ook kan gebruiken op mijn stage.

 

Waar wil je de volgende keer extra opletten en of bij stilstaan

Als ik de volgende keer een gelijk soort situatie is, weet ik wat ik moet doen.

Lijst gewenst gedrag

Inventarisatie “Gewenst gedrag”

Naam student + inschrijfnummer: Janine Darneviel, 0232182

Basis leervoorwaarden (recept voor een succesvolle schoolloopbaan)

3-11-20

18-1-21

21-4-21

30-6-21

Ik ben alle lessen aanwezig.

G

G

G

G

Ik meld mij volgens de afspraken ziek.

A

G

G

G

Ik houd contact met mijn slb-er als ik niet aanwezig ben over hoe het met mij gaat.

G

G

G

G

Ik ben op tijd in de les aanwezig.

G

G

G

G

Ik ben gedurende de les in het lokaal aanwezig.

G

G

G

G

Ik heb laptop (pen, papier) en boeken bij me.

G

G

G

G

Ik houd mijn huiswerk en andere afspraken bij in een agenda, die ik elke school- en stagedag bij me heb.

G

G

G

G

Ik maak huiswerk en opdrachten op tijd.

A/G

G

G

G

Ik ga naar school voor mezelf, neem er tijd voor en zorg dat ik wakker ben.

G

G

A

G

Ik vraag om hulp als ik iets niet weet of kan.

G

G

G

G

Ik overleg met mijn slb-er, bpv-docent e.a. zodat ik begeleid baar ben.

G

G

G

G

Als ik een beperking heb zorg ik dat ik daar zo min mogelijk last van heb (b.v. medicijnen goed gebruiken),dat anderen daar zo min mogelijk last van hebben en dat ik de hulpvraag die ik heb stel.

A

G

G

G

 

Verantwoordelijkheid in de klas tijdens de les

3-11-20

18-1-21

21-4-21

30-6-21

Ik luister, ben stil als de docent of een ander aan het woord is.

G

G

G

G

Ik doe actief mee aan de lesactiviteiten.

G

G

G

G

Ik heb me goed voorbereid op de les zodat deze goed kan verlopen

G

G

G

G

Ik zorg voor rust, zodat ik zelf goed mee kan doen in de les en anderen niet worden afgeleid.

G

G

G

G

Ik geef mijn mening in groepsdiscussies.

G

G

G

G

Ik ruim mijn rommel op voor ik het lokaal verlaat.

G

G

G

G

 

Samenwerken

3-11-20

18-1-21

21-4-21

30-6-21

Ik kan overleggen.

G

G

G

G

Ik kan initiatief nemen.

G

G

G

G

Ik kan me aan afspraken houden.

G

G

G

G

Ik kan een taak op me nemen.

G

G

G

G

Ik kan de leiding nemen.

G

G

G

G

Ik kan me verantwoordelijk gedragen.

G

G

G

G

Ik kan mijn grenzen aangeven.

A

G

G

G

Ik help mee om ons groepswerk product zo goed mogelijk te volbrengen.

G

G

G

G

Ik kan andere groepsleden aanspreken als ze zich niet aan afspraken houden of de groepssfeer nadelig beïnvloeden.

 

G

G

G

G

Aandeel in de groepssfeer

3-11-20

18-1-21

21-4-21

30-6-21

Ik ga respect vol met mijn klasgenoten om.

G

G

G

G

Ik ben tolerant.

G

G

G

G

Ik gaan omgaan met emoties.

A

G

G

G

Ik heb een positieve bijdrage aan de sfeer in de groep.

G

G

G

G

Ik voel me mee verantwoordelijk voor de sfeer in de groep.

G

G

G

G

Als me iets dwars zit maak ik het in de groep bespreekbaar.

G

G

G

G

Ik ben behulpzaam naar anderen als ze dat vragen.

G

G

G

G

Ik hou mij aan gemaakte groepsafspraken.

G

G

G

G

Ik zorg voor een opgeruimde werkomgeving.

G

G

G

G

 

Lerende houding op school en BPV

3-11-20

18-1-21

21-4-21

30-6-21

Ik stel vragen.

G

G

G

G

Ik toon initiatief.

G

G

G

G

Ik vraag hulp.

G

G

G

G

Ik houd me aan afspraken.

G

G

G

G

Ik stel me open op.

G

G

G

G

Ik overleg met mijn begeleiders.

G

G

G

G

Ik kan feedback ontvangen.

G

G

G

G

Ik kan feedback geven.

G

G

G

G

Ik reflecteer op mijn eigen gedrag.

G

G

G

G

Ik ben aanspreekbaar op gedragsverandering.

G

G

G

G

Ik kan samenwerken.

 

G

G

G

 

Beroepshouding (mz/sw ér)

3-11-20

18-1-21

21-4-21

30-6-21

Ik presenteer me acceptabel ( gedrag, taalgebruik, kleding, persoonlijke verzorging).

G

G

G

G

Ik gedraag me sociaal, communicatief, enthousiast.

G

G

G

G

Ik communiceert openhartig en direct, en ben oprecht.

G

G

G

G

Ik ben gemotiveerd en betrokken.

G

G

G

G

Ik houd me aan werkafspraken en werktijden.

G

G

G

G

Ik houd stage en privé gescheiden.

A

G

G

G

Ik ben collegiaal en toon interesse in collega’s.

G

G

G

G

Ik toon respect naar collega’s en draag bij aan een prettige samenwerking.

G

G

G

G

Ik kan feedback geven en ontvangen.

G

G

G

G

Ik respecteer hiërarchische verhoudingen, leiding en regels.

G

G

G

G

Ik toon respect voor de achtergrond van de cliënt.

G

G

G

G

Ik kan discreet, integer en ethisch handelen.

G

G

G

G

Ik ben empatisch naar de cliënt.

G

G

G

G

Ik ga op een goede manier om met machtsverschillen tussen cliënt-student.

G

G

G

G

Ik kan werken vanuit de visie van de instelling.

G

G

G

G

Ik toon interesse in het stage bedrijf en werkveld.

G

G

G

G

Ik ben loyaal aan het stage bedrijf.

G

G

G

G

Ik kan professioneel handelen verantwoorden.

G

G

G

G

Ik kan reflecteren en mijn eigen handelen bijstellen.

G

G

G

G

Ik toont initiatief en vraagt als nodig hulp bij het werken, in de communicatie, bij het maken en uitvoeren van planningen.

G

G

G

G

 

1e datum

3-11-20

 

2e datum

18-1-2021

 

3e datum

21-4-2021

 

4e datum 

30-6-21

 

Handtekening SLB

 

 

 

Handtekening SLB

 

Handtekening SLB

 

Handtekening SLB

 

Handtekening student

 

Handtekening student

 

Handtekening student

 

Handtekening student

 

360 graden feedbackformulieren

Stage

Orientatieverslag

Urenverantwoording

Datum

Van

Tot

05-10-20 (eerste keer)

11.00u

16.30u

09-10-20

8.30u

16.30u

12-10-20

8.30u

16.30u

19-10-20

8.30u

16.30u

20-10-20

8.30u

16.30u

26-10-20

8.30u

16.30u

27-10-20

8.30u

16.30u

02-11-20

8.30u

15.30u

03-11-20

8.30u

16.30u

09-11-20

8.30u

16.30u

10-11-20

8.30u

17.00u

16-11-20

Afwezig

Covid

17-11-20

Afwezig

Covid

23-11-20

8.30u

16.30u

24-11-20

8.30u

16.30u

30-11-20

8.30u

16.30u

31-11-20

8.30u

16.30u

1-12-20

8.30u

16.30u

2-12-20

8.30u

16.30u

7-12-20

8.30u

16.30u

8-12-20

8.30u

16.30u

14-12-20

8.30u

16.30u

15-12-20

8.30u

16.30u

21-12-20

8.30u

16.30u

22-12-20

8.30u

16.30u

 

Datum

Van

Tot

4-1-21

Afwezig

Covid

5-1-21

Afwezig

Covid

11-1-21

8.30u

16.30u

12-1-21

8.30u

16.30u

18-1-21

8.30u

16.30u

19-1-21

8.30u

16.30u

25-1-21

8.30u

16.30u

26-1-21

8.30u

16.30u

1-2-21

8.30u

16.30u

2-2-21

8.30u

16.30u

8-2-21

8.30u

16.30u

9-2-21

8.30u

16.30u

15-2-21

8.30u

16.30u

16-2-21

8.30u

16.30u

22-2-21

8.30u

16.30u

23-2-21

8.30u

16.30u

1-3-21

8.30u

16.30u

2-3-21

8.30u

16.30u

8-3-21

8.30u

16.30u

9-3-21

8.30u

16.30u

15-3-21

8.30u

16.30u

16-3-21

8.30u

16.30u

22-3-21

8.30u

16.30u

23-3-21

8.30u

16.30u

29-3-21

Vrij

Door Covid

30-3-21

8.30u

16.30u

5-4-21

Vrij

2de paasdag

6-4-21

8.30u

16.30u

12-4-21

8.30u

16.30u

13-4-21

Vrij

Examen

19-4-21

8.30u

16.30u

20-4-21

8.30u

16.30u

26-4-21

8.30u

17.30u

27-4-21

8.30u

17.30u

3-5-21

8.30u

17.30u

4-5-21

8.30u

17.30u

10-5-21

8.30u

17.30u

11-5-21

8.30u

17.30u

17-5-21

8.30u

17.30u

18-5-21

8.30u

17.30u

25-5-21

8.30u

17.30u

1-6-21

8.30u

17.30u

7-6-21

8.30u

17.30u

8-6-21

8.30u

17.30u

14-6-21

8.30u

17.30u

15-6-21

8.30u

17.30u

21-6-21

8.30u

17.30u

22-6-21

8.30u

17.30u

28-6-21

8.30u

17.30u

29-6-21

Ziek

Ziek

5-7-21 (laatste stagedag)

8.30u

17.30u

Totaal aantal uren 517 uren             
Missende uren 0 uren

 

Reflectie verslagen

Burgerschap

Economische dimensie

 

1. DUURZAME KEUZES 

Voetafdruk

Gevonden tips

  • Kleding niet meer in de droger stoppen
  • De trap nemen in plaats van de lift
  • Gebruik een broodtrommel dat scheelt veel plastic
  • Verlichting uit doen wanneer nodig
  • Overgebleven eten niet weg gooien maar opeten

 

De veranderingen

Eentje die best simpel is maar wat ik zelf altijd vergeet.

  • Verlichting uit doen wanneer je de kamer verlaat, of de verlichting niet meer nodig is.

Nog een dingetje, restjes bewaren van het eten. Dat doe ik goed, maar soms vergeet ik het en moet ik het als nog weg gooien…

  • Restjes gebruiken/ op eten.

 

Verslag

Ik heb voor de bovenstaande doelen gekozen. Dit verslag schrijf ik 4 dagen later zodat ik genoeg de tijd om aan me doelen te werken.

De verlichting ging best goed naar mijn idee, ik had me ouders en me broertje ook op de hoogte gesteld van deze opdracht zodat we dit gezamenlijk konden doen, en dus elkaar attenderen wanneer iemand het vergat.

 

En met de restjes had ik het deze keer goed opgelost, we hadden deze week pasta pesto gegeten en daar doe je een beetje rucola over heen. Dus ik had nog rucola over dus ik heb een recept opgezocht waar rucola bij kon gebruiken. Ik had gekozen voor een panini met appel, brie (die hadden we ook nog aangebroken in de koelkast liggen) en natuurlijk de rucola. Het smaakte echt heerlijk, ik ga dit zeker nog een keertje maken!

Ik ben helaas vergeten om een foto te maken van de panini, ik heb gelukkig wel foto’s van de ingrediënten.

 

Wat vond ik deze opdracht?

Ik vond dit een bijzondere opdracht, eerst dacht ik dat het een beetje bullshit is maar dat is het niet. En door kleine aanpassingen kan je je leven goed aanpassen, terwijl het goedkoper voor je zelf is, is het ook beter voor de wereld. Dus uiteindelijk was het een mooie opdracht

 

De pasta                      Zakje rucola                 Ingrediënten panini

 

2. CAO

Werktijden

Supermarkt:

  • Rooster moet minimaal 1 volle week van te voren worden aangeleverd
  • Gemiddeld 40 uur per week berekend per periode van vier aaneensluitende weken, waarbij deze perioden elkaar niet mogen overlappen
  • Ten hoogste negen uur per dag

 

Gehandicaptenzorg:

  • Gemiddeld 36 uur per week
  • Rooster moet minimaal 24 dagen van te voren worden aangeleverd

 

Vakantiedagen en verlofregelingen

Supermarkt:

  • 6. a.Voor aanspraak op extra vakantiedagen op grond van diensttijd of leeftijd van de werknemer is zijn situatie bij de aanvang van het vakantiejaar bepalend.

b. De diensttijdvakantie bedraagt bij:

- 25 tot 40 dienstjaren: drie extra vakantiedagen per vakantiejaar;

- 40 of meer dienstjaren: vijf extra vakantiedagen per vakantiejaar.

c. De leeftijdsvakantie bedraagt bij een leeftijd van:

- 50 tot 55 jaar: één extra vakantiedag per vakantiejaar;

- 55 tot 60 jaar: twee extra vakantiedagen per vakantiejaar;

- 60 jaar of meer: vier extra vakantiedagen per vakantiejaar.

d. De in b en c genoemde vakantiedagen worden niet bij elkaar opgeteld, het hoogste aantal geldt.

7. In de periode van vijf jaar voorafgaande aan zijn pensionering heeft een werknemer eenmaal recht op maximaal vijf dagen verlof met behoud van loon voor het bijwonen van een cursus ter voorbereiding op zijn pensionering.

 

Gehandicaptenzorg:

  • Indien vakantie-uren worden opgenomen op een dag waarop volgens individueel arbeids- en rusttijdenpatroon een bepaald aantal uren zou worden gewerkt, dan wordt dit aantal uren geregistreerd als vakantie.

 

Veiligheid en gezondheid

Supermarkt:

  • Veiligheidsinstructie (jaarlijks controle)
  • Mededeling camera gebruik in winkel

Gehandicaptenzorg:

  • Psychische en fysieke belasting: actief preventiebeleid om te ver komen

Sociaal Maatschappelijk

1. Kerstkaartjes versturen

Burgerschap kerstkaartje

De opdracht luid als volgt, stuur een kerstkaartje via kaartje2go.

Deze kaartjes actie is er voor ouderen die eenzaam zijn in deze periode, nu helemaal door corona. De ouderen hebben weinig tot geen contact en dan is het erg prettig om een kaartje te ontvangen voor de feestdagen.

Ik denk dat de ouderen het fantastisch vinden om een kaartje te ontvangen.

Ik vind dit een mooie actie, heel goed bedacht en ik denk dat dit de ouderen ontzettend goed doet, zo’n kerstkaartje ontvangen.

Ik heb gekozen voor een rustige kaart, de voorkant is een foto van een boom met sneeuw, de binnenkant heeft de tekst: Liefde, Geluk, Vrede. Fijne feestdagen. De reden daarvan is omdat ik zo’n soort tekst voorbij zag komen op het internet, ik heb het een beetje aangepast en ik heb het daarna zo gelaten.

 

2. The voice

 

Tijdens deze les hebben we het gehad over The Voice Of Holland.

We moesten in tweetallen op zoek naar nieuwsberichten, de onderwerpen waren; Vermoedelijke daders, slachtoffers, omstanders, publieke opinie en de link met het werkveld.

We hebben deze nieuwsberichten klassikaal besproken, samen met onze meningen.

Politiek Juridisch

3. Jouw politieke nest…

 

Wordt/werd er bij jullie thuis over ‘de politiek’ gesproken?

  • Dat wordt alleen gedaan wanneer het speelt in het nieuws of er iemand vragen over heeft.

Wordt/werd er bij jullie thuis over maatschappelijke thema’s gesproken?

  • Ja redelijk vaak tijdens het avond eten, die onderwerpen komen vaar overeen wat er in het nieuws speelt.

Weet je of jouw ouders stemmen en zo ja waarop? Waar zou jijzelf op stemmen/heb je op gestemd?

  • Mijn ouders stemmen op het CDA, op de personen weet ik niet precies. Ik heb ook gestemd op het CDA, Agnes Mulder.

Denken jullie thuis hetzelfde in discussies of zijn er discussies?

  • Vaak denken we wel het zelfde over dingen. Als dat niet zo is ontstaat er een discussie, dan vertellen we de punten waar we het niet mee eens zijn.

Wordt/werd er bij jullie thuis de krant gelezen/het journaal gekeken?

  • De krant is vroeger gelezen, maar nu wordt vooral het NOS journaal gekeken, mijn ouders maken ook gebruik van de NOS app.

Zijn/waren er maatschappelijke/politieke taboes bij jullie thuis?

  • Nee totaal niet, alles kan gewoon besproken worden bij ons thuis. 

Vitaal

1. Elastiekjes opdracht

Wanneer ben jij onder prikkelt? 

Op werk wanneer er niks te doen is. En ik weet dat ik op een andere plek wel nuttig bezig kan zijn.

Wanneer ervaar jij stress?

Als ik weet dat er iets fout gaat maar ik er niks aan kan doen, maar het wel moet oplossen.

Tips:

  • Hulp vragen
  • Overleggen

Activiteit elastiekje

Loomen: met kleine elastiekjes mooie figuurtjes maken.

Daar zijn verschillende kleurtjes en patronen in, daardoor kan je van alles maken. Armbanden met verschillende patronen, poppetjes, noem het maar op.

Doelgroep: kinderen

Hoe zorg je ervoor dat de elastiekjes niet door de ruimte vliegen?

Niet gooien.

 

2. Digitaal balans

 

Ik ben het eens met wat hier boven staat, ik ben een online type en daar zou ik wel wat kan kunnen veranderen.

De tips die ik gekregen zijn soms handig maar bijvoorbeeld naar buiten staren vind ik niet perse een goed alternatief, er gebeurt namelijk voor mijn huis niet zoveel en dan ben ik eerder geneigd om weer mijn telefoon te pakken.

Een andere tip had kunnen wezen een boek lezen dan heb je namelijk afleiden en ben ik niet geneigd om mijn telefoon er bij te pakken.

 

 

3. Filozofie  

Wat is doorzettingsvermogen?

In een situatie ‘vast’ komen te zitten, en door je doorzettingsvermogen er weer ‘uit’ te komen.

 

· Hoe kun je doorzettingsvermogen ontwikkelen?

Je doorzettingsvermogen is niet perfect, als je verneemt waar dat zit kan je dat verbeteren door er de volgende keer er beter op te letten.      

· Waarom is doorzettingsvermogen nodig om je doel te behalen?

        Anders blijf je er in hangen en kan je het niet afronden.

 

· Waarom is het belangrijk om kleine stapjes te maken als je je doelen wilt bereiken?

Als je te grote stappen zet kan je dingen overslaan, iets niet goed zien. Daarom doe je alles duidelijk en overzichtelijk.

 

· Heb jij doorzettingsvermogen? Leg uit

Ja zeker, als ik een schoolopdracht moet maken die ik niet begrijp loop ik vast. Dan vraag ik mijn medestudenten om hulp, om hulp te vragen ben ik doorzettingsvermogen nodig.

 

· Heb jij goede vrienden die je steunen bij het bereiken van je doelen?

        Ja, als ik iets nodig ben staan ze altijd voor mij klaar.

 

· Geloof je in jezelf?

        Niet altijd, maar wanneer dat zo te sprake komt bij mijn vrienden vertellen ze allemaal een peptalk en kom ik er weer boven op.

 

· Wat heb je nodig om in jezelf te geloven?

        Zelfvertrouwen, dat krijg ik dan weer van familie en vrienden.

Burgerschap kerstkaartje

De opdracht luid als volgt, stuur een kerstkaartje via kaartje2go.

Deze kaartjes actie is er voor ouderen die eenzaam zijn in deze periode, nu helemaal door corona. De ouderen hebben weinig tot geen contact en dan is het erg prettig om een kaartje te ontvangen voor de feestdagen.

Ik denk dat de ouderen het fantastisch vinden om een kaartje te ontvangen.

Ik vind dit een mooie actie, heel goed bedacht en ik denk dat dit de ouderen ontzettend goed doet, zo’n kerstkaartje ontvangen.

Ik heb gekozen voor een rustige kaart, de voorkant is een foto van een boom met sneeuw, de binnenkant heeft de tekst: Liefde, Geluk, Vrede. Fijne feestdagen. De reden daarvan is omdat ik zo’n soort tekst voorbij zag komen op het internet, ik heb het een beetje aangepast en ik heb het daarna zo gelaten.

Voetafdruk

Gevonden tips

  • Kleding niet meer in de droger stoppen
  • De trap nemen in plaats van de lift
  • Gebruik een broodtrommel dat scheelt veel plastic
  • Verlichting uit doen wanneer nodig
  • Overgebleven eten niet weg gooien maar opeten

 

De veranderingen

Eentje die best simpel is maar wat ik zelf altijd vergeet.

  • Verlichting uit doen wanneer je de kamer verlaat, of de verlichting niet meer nodig is.

Nog een dingetje, restjes bewaren van het eten. Dat doe ik goed, maar soms vergeet ik het en moet ik het als nog weg gooien…

  • Restjes gebruiken/ op eten.

 

Verslag

Ik heb voor de bovenstaande doelen gekozen. Dit verslag schrijf ik 4 dagen later zodat ik genoeg de tijd om aan me doelen te werken.

De verlichting ging best goed naar mijn idee, ik had me ouders en me broertje ook op de hoogte gesteld van deze opdracht zodat we dit gezamenlijk konden doen, en dus elkaar attenderen wanneer iemand het vergat. 

 

En met de restjes had ik het deze keer goed opgelost, we hadden deze week pasta pesto gegeten en daar doe je een beetje rucola over heen. Dus ik had nog rucola over dus ik heb een recept opgezocht waar rucola bij kon gebruiken. Ik had gekozen voor een panini met appel, brie (die hadden we ook nog aangebroken in de koelkast liggen) en natuurlijk de rucola. Het smaakte echt heerlijk, ik ga dit zeker nog een keertje maken! 

Ik ben helaas vergeten om een foto te maken van de panini, ik heb gelukkig wel foto’s van de ingrediënten.

 

Wat vond ik deze opdracht?

Ik vond dit een bijzondere opdracht, eerst dacht ik dat het een beetje bullshit is maar dat is het niet. En door kleine aanpassingen kan je je leven goed aanpassen, terwijl het goedkoper voor je zelf is, is het ook beter voor de wereld. Dus uiteindelijk was het een mooie opdracht

 

De pasta                      Zakje rucola                 Ingrediënten panini

Burgerschap opdracht P8

 

Werktijden

Supermarkt:

  • Rooster moet minimaal 1 volle week van te voren worden aangeleverd
  • Gemiddeld 40 uur per week berekend per periode van vier aaneensluitende weken, waarbij deze perioden elkaar niet mogen overlappen
  • Ten hoogste negen uur per dag

 

Gehandicaptenzorg:

  • Gemiddeld 36 uur per week
  • Rooster moet minimaal 24 dagen van te voren worden aangeleverd

 

Vakantiedagen en verlofregelingen

Supermarkt:

  • 6. a.Voor aanspraak op extra vakantiedagen op grond van diensttijd of leeftijd van de werknemer is zijn situatie bij de aanvang van het vakantiejaar bepalend.

b. De diensttijdvakantie bedraagt bij:

- 25 tot 40 dienstjaren: drie extra vakantiedagen per vakantiejaar;

- 40 of meer dienstjaren: vijf extra vakantiedagen per vakantiejaar.

c. De leeftijdsvakantie bedraagt bij een leeftijd van:

- 50 tot 55 jaar: één extra vakantiedag per vakantiejaar;

- 55 tot 60 jaar: twee extra vakantiedagen per vakantiejaar;

- 60 jaar of meer: vier extra vakantiedagen per vakantiejaar.

d. De in b en c genoemde vakantiedagen worden niet bij elkaar opgeteld, het hoogste aantal geldt.

7. In de periode van vijf jaar voorafgaande aan zijn pensionering heeft een werknemer eenmaal recht op maximaal vijf dagen verlof met behoud van loon voor het bijwonen van een cursus ter voorbereiding op zijn pensionering.

 

Gehandicaptenzorg:

  • Indien vakantie-uren worden opgenomen op een dag waarop volgens individueel arbeids- en rusttijdenpatroon een bepaald aantal uren zou worden gewerkt, dan wordt dit aantal uren geregistreerd als vakantie.

 

Veiligheid en gezondheid

Supermarkt:

  • Veiligheidsinstructie (jaarlijks controle)
  • Mededeling camera gebruik in winkel

 

Gehandicaptenzorg:

  • Psychische en fysieke belasting: actief preventiebeleid om te ver komen 

Oefenopdracht 4

Oefenopdracht 6

B1-K1-W1 Inventariseert ondersteuningsvragen van de client

B1-K1-W1

Theoretisch

Praktijk

Hoe stel je een ondersteuningsvraag op (vanuit je observatie)?

Je observeert de client vanuit daar merk je dat er een behoefte is, met een behoefte stel je een ondersteuningsvraag op.

Je kijkt en luistert naar een client, je merkt aan houding en gedrag wat hij wilt, vanuit daar stel je een ondersteuningsvraag op.

Hoe observeer je en verwerk je de observatie in een plan?

Door concrete doelen te gebruiken, en je vermeld wat je daar voor nodig bent.

Door concrete doelen te gebruiken, en je vermeld wat je daar voor nodig bent.

Wat is een sociaal systeem? Wie hoort hierbij? En hoe breng je die in kaart?

Een sociaal systeem zijn de personen om de client heen, zoals vrienden en familie. Door contact met ze op te nemen breng je ze in kaart.

De vrienden, familie, zorggevers van een client is het sociaal systeem. Door verjaardagen ect spreek en zie je elkaar.

Hoe scheid je hoofd- en bijzaken van de informatie vanuit je analyse?

Door hoofdzaken als eerst te behandelen en uitgebreider te zijn worden die als hoofdzaken gezien, bijzaken woorden ook besproken maar niet uitgebreid.

Door hoofdzaken als eerst te behandelen en uitgebreider te zijn worden die als hoofdzaken gezien, bijzaken woorden ook besproken maar niet uitgebreid.

Hoe rapporteer je?

Je kan intern en extern rapporteren, intern is voor verslag uitbrengen aan collega’s die voor deze zelfde organisatie werken. Extern rapporteren doe je naar mensen met wie je samen aan hetzelfde doel werkt.

Door de gele hele dag te observeren, je schrijft de  juiste/belangrijke informatie op. Dat doe je voor je mede collega’s.

Met wie werk je samen? (verschillende disciplines)

Je collega’s, hulpverleners en artsen, fysiotherapeuten en tandartsen

Je collega’s, hulpverleners en artsen, fysiotherapeuten, tandartsen en vrijwilligers

Hoe stem je af in het multidisciplinaire team?

Door samen te werken met elkaar.

Door te luisteren en kijken naar andere, je juiste input in te brengen wanneer dat nodig is.

B1-K1-W2 Ondersteunt de client bij persoonlijke verzorging

B1-K1-W2

Theoretisch

Praktijk

Wat is ondersteunen?  En welke verschillende vormen van ondersteuning zijn er?

Ondersteunen is helpen bij activiteiten, je kan meteen helpen maar ook eerst vertellen wat er moet gebeuren en dan helpen.

Ondersteunen is helpen bij activiteiten, je kan meteen helpen maar ook eerst vertellen wat er moet gebeuren en dan helpen.

Wat is persoonlijke lichamelijke verzorging?

Dat is heel breed, dat kan handen wassen zijn maar ook douchen is lichamelijke verzorging

Dat is heel breed, dat kan handen wassen zijn maar ook douchen is lichamelijke verzorging

Hoe zorg je ervoor dat een cliënt zoveel mogelijk eigen regie behoud?

Door dingen zelf te laten beslissen, te regelen en te doen.

Door dingen zelf te laten beslissen, te regelen en te doen.

Hoe bouw je een vertrouwensband op?

Laat daden en woorden overeenkomen, houd beslissingen rechtvaardig en onpartijdig.

Door veel tijd met elkaar door te brengen, dan merk je vanzelf als er een klik

Hoe signaleer/observeer en interpreteer je gedragingen in relatie tot fysieke ongemakken?

Door te kijken naar het gedrag, dat kan je merken aan kleine dingen, zoals lip bijten als iemand stress heeft.

Door te kijken naar het gedrag, dat kan je merken aan kleine dingen, zoals lip bijten als iemand stress heeft.

Hoe leer je een cliënt (persoonlijke verzorging) vaardigheden aan?

Door gezamenlijk dingen te oefenen, eerst samen daarna steeds minder te helpen zodat de client dat zelfstandig doet

Door gezamenlijk dingen te oefenen, eerst samen daarna steeds minder te helpen zodat de client dat zelfstandig doet

Wat is regie op eigen leven?

Dingen zelf beslissen in je eigen leven, dat is het vermogen om jezelf te redden.

Dingen zelf beslissen in je eigen leven, dat is het vermogen om jezelf te redden.

Hoe – en wanneer gebruik je aangepaste materialen en ruimtes?

Als het materiaal geschikt is voor de ruimte en voor de client.

Als het materiaal geschikt is voor de ruimte en voor de client.

Hoe ga je om met intieme situaties?

De client zoveel mogelijk privacy te geven, door deuren en ramen te sluiten. Ook moet de client zoveel mogelijk alles zelf doen en de begeleider alleen helpen als dat moet.  

De client zoveel mogelijk privacy te geven, door deuren en ramen te sluiten. Ook moet de client zoveel mogelijk alles zelf doen en de begeleider alleen helpen als dat moet. 

Hoe maak je een intieme situatie bespreekbaar?

Door het gesprek te beginnen in een vertrouwde, veilige omgeving.

Door het gesprek te beginnen in een vertrouwde, veilige omgeving.

Hoe waarborg je de privacy van een client?

Door de gegevens van de client niet te delen met mensen die de gegevens niet nodig zijn, ook is het belangrijk om tijdens de ADL voldoende bescherming te geven zodat de client bloot staat.

Door in een verslag alleen de eerste letter te gebruiken in plaats van de hele naam. Ook moet je er voor zorgen dat client niet bloot is terwijl je bezig met de ADL.  

Hoe sluit je aan bij de mogelijkheden en de beleving van de cliënt?

Door te kijken naar de behoeften, daar kan je dan weer op aanpassen.

Door te kijken naar de behoeften, daar kan je dan weer op aanpassen.

B1-K1-W3 Ondersteunt de client bij wonen en huishouden

B1-K1-W3

Theoretisch

Praktijk

Hoe ga je in gesprek met de cliënt?

Met verbale en non-verbale communicatie

Door te praten en handbewegingen te maken

Vanuit welke methodiek ga je het gesprek voeren?

Samenvattend daardoor wordt er herhaalt wat voor activiteiten ze moeten doen.

Samenvattend daardoor wordt er herhaalt wat voor activiteiten ze moeten doen.

Hoe zet je de cliënt in de eigen kracht?

Door dingen zelf te laten beslissen, te regelen en te doen.

Door dingen zelf te laten beslissen, te regelen en te doen.

Wat is een optimaal (huishoudelijk) leefklimaat?

Een veilige omgeving waar mensen worden ondersteund en waar mogelijkheden zijn om te oefenen en kansen om te groeien.

Een veilige omgeving waar mensen worden ondersteund en waar mogelijkheden zijn om te oefenen en kansen om te groeien.

Welke vaardigheden heb je nodig om te kunnen wonen en het huishouden te kunnen doen?

Om te kunnen opruimen en schoon te maken, ook koken is belangrijk. De was doen en ophangen moet gebeuren.  

Om te kunnen opruimen en schoon te maken, ook koken is belangrijk. De was doen en ophangen moet gebeuren. 

 

Welke mogelijkheden zijn er om een cliënt te ondersteunen/begeleiden in gedrag?

Activeren, ondersteunen en motiveren

Activeren, ondersteunen en motiveren

Hoe realiseer/stimuleer je ander gedrag bij de cliënt?

Duidelijk vertellen wat je wilt zien en vergelijk het eventueel met gedrag van iemand anders.

Duidelijk vertellen wat je wilt zien en vergelijk het eventueel met gedrag van iemand anders.

Hoe geef je feedback?

Beschrijf concreet en specifiek gedrag dat je zelf hebt gezien of gehoord. Geef met duidelijke zinnen wat voor gedrag je had wille zien, Kijk samen naar een oplossing,

Bekijk de gene en vertel wat hij is zij anders kan doen de volgende de keer, geeft aan een voorbeeld.

B1-K1-W4 Ondersteunt de client bij dagbesteding

B1-K1-W4

Theoretisch

Praktijk

Hoe ondersteun je bij mogelijkheden, wensen en behoeften?

Door te observeren en te motiveren.

Door te kijken en te helpen.

Wat is regie ten aanzien van dagbesteding?

Weer deel nemen aan de samenleving, een stap op weg naar betaald werk, zich verder ontwikkelen, structuur hebben in de dag en werken aan herstel.

Weer deel nemen aan de samenleving, een stap op weg naar betaald werk, zich verder ontwikkelen, structuur hebben in de dag en werken aan herstel.

Hoe begeleidt en coach je bij het voeren van eigen regie?

Door te observeren en te kijken wat je voor een client kan betekenen.

Door te observeren en te kijken wat je voor een client kan betekenen.

Hoe maak je een plan van aanpak gericht op dagbesteding?

Door naar het belang te kijken van de client, kan je gezamenlijk doelen opstellen. Die doelen verwerk je in het plan van aanpak.

Door naar het belang te kijken van de client, kan je gezamenlijk doelen opstellen. Die doelen verwerk je in het plan van aanpak.

Welke activiteiten voeg je toe aan het plan van aanpak?

Activiteiten waar de client zijn of haar ontwikkeling van groeit.

Activiteiten wat leuk is te doen voor de client maar ook waar ze dingen van kunnen leren.

Hoe motiveer je een cliënt?

Door meerdere keuze te laten maken, kunnen ze zelf weten wat ze willen doen. Omdat ze zelf kiezen wordt de motivatie groter. Het voorbeeld geven is ook een mooie manier.

Door zelf dingen te kiezen, de leuke dingen maar ook minder leuke dingen. Voorbeeld laten zien is ook een manier.

Welke motivatietechnieken zijn er?

Autoritair, autoritatief en permissief.

Geeft veel instructies, beslist in overleg en geeft client veel ruimte.

Hoe ondersteun je een cliënt bij het omgaan met gevoelens en veranderingen?

Door erover te praten, en stapje voor stapje meer richting de werkelijkheid te gaan.

Door erover te praten, en stapje voor stapje meer richting de werkelijkheid te gaan.

Wat zijn ontwikkelingsgerichte activiteiten?

Door activiteiten te doen met een achterliggende gedachte van specifieke kennis en vaardigheden te bevorderen.

Bijvoorbeeld memorie, dat is een leuk spelletjes. Terwijl je dat speelt train je je geheugen.  

Hoe begeleid je een cliënt bij ontwikkelingsgerichte activiteiten –en leersituaties?

Activeren en ondersteunen.

Activeren en ondersteunen.

Welke methodiek kun je hiervoor toepassen?

Permissief.

Persmissief.

B1-K1-W5 Reageert op onvoorziene en crisissituaties

Hoe signaleer ik onvoorziene-en crisissituaties als gevolg van gedragsproblemen?

Hoe signaleer ik onvoorziene-en crisissituaties als gevolg van gedragsproblemen?

 

Dat kan je doen doormiddel van gedragsobservatie. Daardoor kan je zien als de spanning van de client ook opbouwt.

Voorbeeld van stage;

Client S, vaak snel geïrriteerd. En dat kan je zien aan z’n gezichtsuitdrukking.

Welke preventieve acties kan ik doen om crisissituaties en verdere escalatie te voorkomen?

Welke preventieve acties kan ik doen om crisissituaties en verdere escalatie te voorkomen?

 

Door een verandering te maken in het gedrag kan de stemming ook veranderen. Dat doen we op stage doormiddel van de situatie veranderen, dat kan door hem naar appartement te laten gaan of met hem een sigaretje te roken, als je dan niks zegt gaat hij uit zichzelf over dingen beginnen, om via die weg door te vragen weet je uiteindelijk wat er aan de hand is en kan de situatie oplossen ect.

Hoe schat ik gevaar in voor de cliënt, zichzelf en anderen zodat de veiligheid gewaarborgd wordt?

Hoe schat ik gevaar in voor de cliënt, zichzelf en anderen zodat de veiligheid gewaarborgd wordt?

 

Het gedrag van de client kan eventueel ontsporen dan kan die client een gevaar voor zichzelf worden maar ook voor de andere cliënten als die aanwezig zijn. Je moet er voorzorgen dat je voor die tijd ingrijpt, zie vraag 2 voor uitleg hoe je dat kan doen.

Voorbeeld stage; client S was boos geworden op de begeleiding, begeleiding negeert hem dan vaak helpt dat en wordt hij rustig, maar deze keer niet. Hij begon eerst met een kussen te gooien en daarna met de stoel.

Hoe blijf ik tijdens een crisissituatie in contact met mijn cliënt?

Hoe blijf ik tijdens een crisissituatie in contact met mijn cliënt?

 

Even iemand vast houden kan wonderen verrichten, als je de client even vast houd komt die gene even tot rust. Als de client agressief wordt kan dat niet, maar dan kan altijd nog doormiddel van praten nog in contact blijven.

Hoe maak ik een risicoanalyse?

Hoe maak ik een risicoanalyse?

 

Dat kan je doen doormiddel van het invullen van een persoonlijke risico inventarisatie. Onderstaande schema wordt gebruikt bij mij op stage.

 

Persoonlijke risico inventarisatie

Personalia

 
naam  
adres
 
geboortedatum  
BSN nummer  
telefoonnummer  
Laatste herzieningsdatum  
Reden herziening  

                                                                                                                       

Deel A    ja/ nee Ruimte voor toelichting
Loopt DN risico door gebrek aan weerbaar gedrag?    
Loopt de DN risico door zijn/haar mate van beïnvloedbaarheid?    
Loopt de DN risico op het gebied van relatievorming/ intimiteit/ seksualiteit?    
Is eenzaamheid een risico factor?    
Loopt de DN risico door het niet kunnen uitstellen van de hulpvraag?    
Loopt de DN risico door niet op tijd/ niet zelfstandig om hulp te kunnen roepen?    
Loopt de DN risico op het gebied van verkeersveiligheid?    
Bestaat bij de AM valgevaar?    
Loopt de DN risico door het gebruik van hulpmiddelen?    
Loopt de DN risico in verband met epilepsie?    
Loopt de DN risico door wegloopgedrag/dwalen?    
Loopt de DN risico op het gebied van persoonlijke hygiëne?    
Loopt de DN risico op het gebied van medicatie?    
Heeft de DN continu toezicht nodig    


                                                                                               

Deel B ja/nee  Ruimte voor toelichting
Is de DN bekend met politie/justitie?    
Is de DN bekend met agressie (fysiek/verbaal)?    
Is de DN bekend met alcohol en drugs?    
Loopt de DN risico bij het omgaan met geld (schulden, gokken)?    
Is bij de DN sprake van suïcidegevaar?    
Is de DN bekend met seksueel overschrijdend gedrag?    
Is bij de DN sprake van een psychiatrisch ziektebeeld?    


Andere risico’s te weten

 


Welke afspraken gelden er i.v.m. de risico’s?
(laat alle hierboven genoemde risico's die met 'ja' beantwoord zijn hier terug komen)

 

Hoe hanteer ik mijn grenzen en gevoelens tijdens en na een crisissituatie?

Hoe hanteer ik mijn grenzen en gevoelens tijdens en na een crisissituatie?

 

Tijdens de situatie moet je zelf niet laten meeslepen in het moment, na het moment kan je er overpraten met je collega’s en eventuele anders mensen die er toe doen. Via die weg kan je duidelijk maken wat je liever wel en niet hebt.

Hoe geef ik tijdig mijn grenzen aan bij onredelijke reacties en/of ongewenst gedrag van de cliënt?

Hoe geef ik tijdig mijn grenzen aan bij onredelijke reacties en/of ongewenst gedrag van de cliënt?

 

Dat verschilt natuurlijk per client en per situatie. Maar duidelijk zijn wanneer iemand moet stoppen, dat doe je door duidelijk STOP te zeggen en niet te vragen zoals; zou je misschien even willen ophouden…’

Hoe signaleer ik tijdig of er sprake is van gevaar voor de cliënt, de groep, collega's en/of zichzelf?

Hoe signaleer ik tijdig of er sprake is van gevaar voor de cliënt, de groep, collega's en/of zichzelf?

 

Zie antwoord bij vraag 3.

Hoe pas ik op een respectvolle en duidelijke manier de uitgangspunten toe die horen bij het terugdringen van dwang en drang?

Hoe pas ik op een respectvolle en duidelijke manier de uitgangspunten toe die horen bij het terugdringen van dwang en drang?

 

Dwang en drang komt niet voor op mijn stage daarvoor ben ik de theorie aan het doornemen geweest en heb ik het volgende gevonden.

 

Drang (bijvoorbeeld bemoeizorg) is minder ingrijpend dan dwang. Bij drang behoudt de client keuze- vrijheid, maar sommige keuzeopties worden aantrekkelijk of juist onaantrekkelijk gemaakt, of aan bepaalde voorwaarden verbonden.

Voorbeelden dwang;

  • Fixatie
  • Separatie
  • Afzondering

 

Voorbeelden drang;

  • Client krijgt zijn sigaretten pas als hij zijn medicatie heeft ingenomen
  • Arts dreigt een hartpatiënt niet verder te behandelen als deze blijft roken

Hoe observeer ik mijn cliënt als er signalen zijn van dreigende agressie?

Hoe observeer ik mijn cliënt als er signalen zijn van dreigende agressie?

 

Zie antwoord bij vraag 1.

Hoe communiceer ik- ook in onduidelijke of stressvolle situaties, helder en eenduidig met anderen?

Hoe communiceer ik- ook in onduidelijke of stressvolle situaties, helder en eenduidig met anderen?

 

Doormiddel van een normale toon kan je iemand al uit de onduidelijke of stressvolle situatie halen. Wat verder helpt zijn duidelijke korte zinnen en je maakt tijdens het praten oog contact.

Dan kan je vaak al merken wat er aan de hand is met de client.

 

Als een keer voortkomt bij mij op stage zal ik op deze manier handelen.

Hoe handel ik in onvoorziene- en crisissituaties snel en adequaat volgens de voorgeschreven procedures, wettelijke richtlijnen en afspraken van de organisatie?

Hoe handel ik in onvoorziene- en crisissituaties snel en adequaat volgens de voorgeschreven procedures, wettelijke richtlijnen en afspraken van de organisatie?

 

Aangezien er heel veel verschillende voorbeelden en handelingen wijzen zijn kies voor dit, onderwerp brand.

 

Als er een brand is gaat het alarm af, dat is een hard geluid en daar raken de cliënten onder de indruk van. Zorg er voor als begeleider dat je iedereen maar ook je zelf rustig houd. Als begeleider moet je dan naar de meterkast, daar zit een paneel met informatie waar de brand is. (als er vals alarm is kan je via dat paneel het alarm uitschakelen en de brandweer afmelden). Later zorg je ervoor dat alle cliënten het gebouw verlaten. Voor op de parkeerplaats is een verzamelpunt voor dit soort situaties. Ondertussen word je gebeld door de brandweer als de brand echt is, als dat zo is komen ze er aan.

Hou ondertussen de cliënten rustig dat doe je doormiddel van gerust stellende dingen te vertellen.

 

Wanneer er een crisissituatie is geweest en een client is daar bij betrokken geweest moet je een FOBO (fouten, ongevallen en bijna-ongevallen) uitwerken. Zie schema hier onder wat je moet uitwerken.

 

FOBO-meldingsformulier (FOBO = fouten, ongevallen, bijna-ongevallen)
 

Gegevens melder en melding
(vul de gevraagde gegeven in)
Betrokkenheid melder
(kruis aan wat van toepassing is)
Naam melder     Direct betrokken of getuige
Datum incident   Tijd     Achteraf aangetroffen of gealarmeerd
Type melding (kruis aan wat van toepassing is) Betrokkenen (vul de namen in)
  Letsel
(psychische/ fysieke schade aan personen)
Deelnemer(s), naam(en):
 
  Schade aan materiaal Begeleider(s), naam (en):
 
  Risico op schade of letsel Anders, namelijk:
 
Soort incident (kruis aan wat van toepassing is) Oorzaak (kruis aan wat van toepassing is)
  Agressie (verbaal, bijv. schelden)   Gedrag van de deelnemer, bekend gedrag of ziektebeeld
  Agressie (non verbaal, bijv.  dreigende houding)   Gedrag van de deelnemer, onbekend gedrag
  Agressie (fysiek, bijv. slaan of met iets gooien)   Onjuiste of niet passende begeleidingshouding
  Ongewenst of ongepast gedrag   Gedrag van een dier
  Vallen, struikelen/ uitglijden   Technische gebreken
  Vallen, ergens uit/ af/ in/ naast vallen   Abnormaal gebruik apparatuur
  Vallen, op de grond aangetroffen   Gevaarlijke bouwkundige of technische voorziening
  Vallen, anders namelijk ….   Anders, namelijk ...
  Stoten/knellen/botsen/ zich anders verwonden  
  Verbranden/ brand
  Inname schadelijke stoffen Plaats van het incident (kruis aan wat van toepassing is)
  Vermissing deelnemer   Locatie Zuidvelde
  Medicatie, niet aanwezig (bijv. niet besteld)   Locatie Donderen
  Medicatie, niet ingenomen   Fleddervoort
  Medicatie, verkeerd medicijn   Brinkhof
  Medicatie, verkeerde dosis   Bij de deelnemer thuis
  Medicatie, verkeerd tijdstip   Winkel Bij Lokaal
  Medicatie, verkeerde toediening   Anders, namelijk …
  Medicatie, anders namelijk …  
  Anders, namelijk …
Beschrijving van het incident (beschrijf in de ruimte hieronder de gebeurtenis)







 
Hoe had het incident voorkomen kunnen worden?
(beschrijf in de ruimte hieronder hoe de gebeurtenis voorkomen had kunnen worden, benoem in het bijzonder de rol van de begeleiding en/of het beleid van Bij Prins)


 
Welke acties hebben n.a.v. het incident plaatsgevonden ter voorkoming van herhaling?
(beschrijf hieronder in de ruimte hieronder hoe er gehandeld is na het constateren van de gebeurtenis en welke maatregelen er zijn genomen om herhaling te voorkomen)


 

 

Hoe bespreek ik achteraf op een constructieve manier met de cliënt, collega's en andere betrokkenen de crisissituatie.

Hoe bespreek ik achteraf op een constructieve manier met de cliënt, collega's en andere betrokkenen de crisissituatie.

 

Door de situatie door te nemen en te vertellen wat ik voelde ik aan mijn collega’s eventueel vragen hoe zei hebben gehandeld en dan ook feedback ontvangen.

B1-K1-W6 Stemt de werkzaamheden af

Welke overlegvormen zijn er? Hoe stem ik informatie op adequate wijze af?

Welke overlegvormen zijn er? Hoe stem ik informatie op adequate wijze af?

 

In de zorg zijn er verschillinde vormen van overleg, elk overleg heeft zijn eigen doel. Hieronder staan de overleg soorten die bij mij op stage voorkomen.

-           Persoonlijk plan bespreking

-           Zorgevaluatie

-           Zo nodig extra overleg

-           Werkoverleg (1x p/m)

Wat is effectief communiceren?

Wat is effectief communiceren?

 

Communicatie is een belangrijk middel om medewerkers en cliënten te betrekken bij een verbetertraject. Communiceren op basis van de juiste voorwaarden legt een belangrijk fundament voor tevredenheid en succes.

 

Het is ook belangrijk dat je rekening met het gedrag van de cliënt mee houdt.

Bij effectief communiceren moet je een paar regels houden:

  • Stel concrete vragen
  • Motiveer de ander tot luisteren
  • Gebruik de ik vorm
  • Geef aan wat je voelt/vindt

 

Hoe streef ik doelbewust naar overeenstemming tussen verschillende partijen, rekening houdend met mogelijkheden, eisen, prioriteiten, wensen en behoeftes van betrokkenen?

Hoe streef ik doelbewust naar overeenstemming tussen verschillende partijen, rekening houdend met mogelijkheden, eisen, prioriteiten, wensen en behoeftes van betrokkenen?

 

Om samen te bekijken wat het eind doel is en wat de mogelijkheden zijn om de doelen te behalen. Op mijn stage overleg je dan gezamenlijk over alle punten die van belang zijn, dat gebeurt tijdens persoonlijk plan bespreking.

Hoe voer ik tijdig en regelmatig overleg met alle betrokkenen?

Hoe voer ik tijdig en regelmatig overleg met alle betrokkenen?

 

Door duidelijk te communiceren met de juiste collega’s en cliënten. Een hulpmiddel daarvoor is een plan van aanpak maken, dan heb je alles duidelijk staan op papier en weet je op tijd wanneer je nog iets vergeet ect. Ook weet de collega dan wat allemaal de bedoeling is.

 

Hoe sta ik open voor meningen, ideeën en feedback van anderen?

Hoe sta ik open voor meningen, ideeën en feedback van anderen?

 

Je hebt een professionele werkhouding, dat bestaat uit:

- Het tonen van respect voor de client/collega

- Het aangaan van een werk-/vertrouwensrelatie

- Omgaan met cliënt met een gepaste houding binnen de beroepssituatie.

 

VB: mijn eerste 360 graden feedbackformulier werd ingevuld op stage en na die tijd hadden we die besproken, en ik had volgens mijn stagebegeleider overal commentaar op. Ik wou de hele tijd mijn gedrag/keuzes goed praten. En dat hoort niet zo, daar heb ik van geleerd. Je neemt de feedback aan, je stelt vragen waar nodig, je doet wat je zegt en je zegt wat je doet. 

Hoe formuleer ik duidelijke en haalbare doelen?

Hoe formuleer ik duidelijke en haalbare doelen?

Eerst schrijf je een beginsituatie en een begeleidingsplan. Vanuit daar bekijk je wat je client nodig heeft en wat de client wil bereiken. Op die manier kan je samen met de client de doelen formuleren. De doelen moeten haalbaar zijn, bij het formuleren van doelen moet je aan de SMART methode denken.

 

S M A R T

S= specifiek.         ->        Wie, wat, hoe gaan we de doel bereiken

M= meetbaar.       ->        Wat wil ik zien als dit doel bereikt is

A= acceptabel      ->        Zijn de doelen acceptabel voor mijn doelgroep

R= realistisch.      ->         Is het doel van de cliënt haalbaar?

T= tijdgebonden.  ->        Wanneer moet het doel bereikt zijn (een tijd gebruiken)

 

Op stage ga ik deze methode gebruiken met verschillende examens.

Hoe hou ik rekening met de haalbaarheid van werkzaamheden in tijd en kwaliteit?

Hoe hou ik rekening met de haalbaarheid van werkzaamheden in tijd en kwaliteit?

 

Door te kijken naar de omstandigheden die er bij komen kijken. Ook door eventuele adviezen te vragen van anderen. En voordat je afspraken gaat maken eerst het smart methode gebruiken.

Hoe bouw ik professioneel aan de onderlinge band en een optimale samenwerking

Hoe bouw ik professioneel aan de onderlinge band en een optimale samenwerking

 

Door tijdens werk uren te vragen naar het privé leven van je collega, wel op een gepaste manier want je moet werk en privé deels gescheiden houden.

B1-K1-W7: Evalueert de geboden ondersteuning

Onderzoek verschillende methoden van evalueren?

Onderzoek verschillende methoden van evalueren?

 

Ik heb hiervoor op het internet wezen zoeken en heb het volgende gevonden.

  • Gebruik LSB; luisteren, samenvatten en doorvragen.
  • De tijd nemen; evalueer niet zomaar, maar ga er echt voor zitten. Dan voelt de client zich gehoord.

Wat is je evaluatiedoel als je kijkt naar dit werkproces?

Wat is je evaluatiedoel als je kijkt naar dit werkproces?

 

Je doel is behaald wanneer de ondersteuning positief is ervaren. Wanneer dat zo is kan je zien aan houding maar je kan ook vragen hoe de ondersteuning is ervaren.

Wat is een evaluatieverslag, wat staat daar in?

Wat is een evaluatieverslag, wat staat daar in?

 

Dat is een verslag met inhoud van een evaluatie. Een evaluatie kan van alles zijn zoals, achteraf terug denken na een activiteit maar het kan ook tijdens het uitvoeren van een plan.

Wat er in staat is;

  • Wat ga ik evalueren? (waarover moet er informatie worden verkregen?)
  • Hoe ga ik evalueren? (welke manier is passend?)
  • Met wie ga je evalueren? (wie kan de gewenste informatie geven?)

Hoe weet je dat de gegevens betrouwbaar zijn?

Hoe weet je dat de gegevens betrouwbaar zijn?

 

Doormiddel van verschillende factoren weet je dat de gegevens betrouwbaar zijn. Die factoren zijn;

  • Collega’s vragen
  • Client vragen
  • Rapportage lezen
  • Observeren
  • Maar ook de bron van de gegevens zegt veel.

Wat zijn relevante en wat zijn irrelevante gegevens?

Wat zijn relevante en wat zijn irrelevante gegevens?

 

Relevante gegevens zijn belangrijk, irrelevante gegevens zijn niet belangrijk.

Voorbeeld; kleren klaar leggen voor de volgende dag.

Dan is de informatie van dat de client morgen aan het werk moet reglevant want dan leg je werkkleding kaar en geen nette kleren.

Hoe structureer je de gegevens?

Hoe structureer je de gegevens?

 

Om de gegevens duidelijk en gestructureerd te houden werk je netjes en overzichtelijk. Dat kan je doen om met kopjes te werken in een verslag

Hoe schrijf je een conclusie vanuit de client?

Hoe schrijf je een conclusie vanuit de client?

 

Dat doe je door middel van te vragen aan de client, wat hij van de geboden zorg vind. En als er verbeter punten zijn.

Als de client niet kan praten moet je een gedragsobservatie doen, vanuit daar kan je vaak zien wat de client prettig vind en wat niet prettig is.

Hoe weet je dat de oplossingen die je hebt aangedragen haalbaar zijn?

Hoe weet je dat de oplossingen die je hebt aangedragen haalbaar zijn?

 

De oplossingen moeten aansluiten bij de client, kan de client zijn hele leven niet goed praten en je doel is nu tot 10 te tellen is dat niet realistisch.

Om dat wel haalbaar te maken kan je de geboden ondersteuning laten controleren door je collega’s, wat eventueel ook nog kan is het leerdoel smart maken via die weg weet je dan ook dat de ondersteuning niet passend zou zijn.

B1-K2-W1 Werkt aan de eigen deskundigheid

Ik heb kennisgenomen van de protocollen procedures en wettelijke richtlijnen en volg deze op.

Ik heb kennisgenomen van de protocollen procedures en wettelijke richtlijnen en volg deze op.

 

Een protocol is een document over een specifieke werksituatie binnen een organisatie. Op mijn stage heb ik alle protocollen doorgenomen en mondeling besproken.

 

Op stage er is een client en de jongeman heeft epilepsie, omdat ik het protocol heb door genomen met mijn stagbegeleider weet ik nu wat er moet gebeuren als hij een absence krijgt. Ook weet ik nu hoe ik het kan herkennen. 

Absence is te herkennen aan:

         - scheef hoofd (kijkend naar rechts)

         - afwezig, niet kunnen antwoorden op vragen

 

Wat te doen bij zijn absence:

         - de client komt er zelfstandig na korte duur weer uit de absence

         - daarna bellen we ouders, zodat die hem ophalen

 

 

Ik weet wat mijn vakgebied inhoud

Ik weet wat mijn vakgebied inhoud

 

Mijn vakgebied op stage is gehandicapten zorg, De voorkomende de ziektebeelden komen voor bij mij op stage.

          - Borderline

          - NAH

          - Mattig verstandelijk beperkt

          - Lichamelijk beperkt

          - Ernstig verstandelijk beperkt

          - LVB

 

De meest voorkomende ziektebeeld is lichtverstandig beperkt en dat houd in: cliënten met een licht verstandelijke beperking hebben aanzienlijke beperkingen in hun cognitieve ontwikkeling en in hun adaptieve vaardigheden 

Daarna veel voorkomend is niet aangeboren hersenletsel en dat houd in: NAH is een verzamelnaam voor voor alle letsels aan de hersenen die ontstaan zijn na de geboorte. 

Ik verdiep mij in de route van signaleren naar melden en informeren( Mim , Mip melding incident medewerker, melding incident patiënt.

Ik verdiep mij in de route van signaleren naar melden en informeren( Mim , Mip melding incident medewerker, melding incident patiënt.

 

Door duidelijk en helder te communiceren over de melding met client maar ook met collega.

Ik verdiep mij in de werkwijze van collegas m.b.t kwaliteitsverbetering

Ik verdiep mij in de werkwijze van collega’s m.b.t kwaliteitsverbetering

 

Ik verdiep mij in de stof voor het begeleiden van de cliënten ook observeer ik mijn collega’s hoe zij ten werk gaan met deze doelgroep en de situaties die daar ontstaan. Van het observeren leren ik het meest, dat verneem ik aan mezelf.

Ik durf knelpunten aan te geven

Ik durf knelpunten aan te geven

 

Een knelpunt is een situatie/regel/manier van werken ect. waar niet mee kan omgaan, dan loop je tegen een knelpunt aan. 

Door duidelijke te communiceren met mijn stagebegeleider en eventueel mijn collega kan ik deze punten aankaarten wanneer daar het juiste moment voor is. Dus cliënten zijn niet aanwezig, iedereen heeft tijd om het gesprek aan te gaan ect.

Ik ben op de hoogte van de ARBO en de daarbij behorende regels.

Ik ben op de hoogte van de ARBO en de daarbij behorende regels.

Arbo is een afkorting van het woord arbeidsomstandigheden. Dat zijn de omstandigheden waaronder medewerkers hun werk doen. Door te werken onder de juiste arbeidsomstandigheden kunnen werknemers goed functioneren.

Ik kan verbeterpunten overtuigend overbrengen.

Ik kan verbeterpunten overtuigend overbrengen.

 

Je moet duidelijk en helder communiceren over het verbeterpunt met de collega’s, ook vertel je je eigen voorstel over het verbeterpunt, daarna onderbouw je ook je voorstel. 

Ik zet eigen expertise in voor het verbeteren van de werkzaamheden

Ik zet eigen expertise in voor het verbeteren van de werkzaamheden

 

Door middel van mijn kennis die ik geleerd hebt door bezig te zijn met het examen kan ik ook vertellen tegen mijn collega’s hoe ik denk wat we kunnen doen in sommige situaties.

 

VB: op de 2 dagen dat ik er ben zijn er 2 clienten, client P en client C en om de dag hebben hun ‘koffie dienst’ dat betekent dat die gene dan de koffie/thee moet zetten wanneer we pauze hebben, maar laatst voelde client C zich niet op haar gemak en had dat aangegeven aan mijn collega waarop hij aan client P vraagt als hij haar taken overneemt.

(Client P vindt het soms erg lastig om veranderingen goed op te pakken en zijn manier van uiten is dan dat hij er de hele dag over door praat.) Dus client P neemt de taken over maar heeft de rest van de week over deze situatie, mijn stagebegeleider en ik nemen dit verhaal door en ik kwam op de conclusie dat het een beter idee was geweest dat mijn collega had gezegd dat iemand van de begeleiding die taken ging overnemen want dan was er niks veranderd voor client P, en dat vond mijn stagebegeleider een goeie opmerking.

Ik breng mijn eigen kwaliteit m.b.t mijn werkzaamheden in kaart

Ik breng mijn eigen kwaliteit m.b.t mijn werkzaamheden in kaart

 

Voor dit examen verdiep ik mij in het stof van timmershuigens theorie en die van Dosen, zodat ik het emotioneel ontwikkelingsniveau van de cliënten kan bepalen en daar de juiste bijbehorende begeleidingsstijl onderzoek. 

Ook wordt er elke periode een 360 graden feedback formmulier ingevuld, door mij en door mijn stagebegeleider/collega. 

Ik maak het bespreekbaar als collega’s niet werken volgens protocollen

Ik maak het bespreekbaar als collega’s niet werken volgens protocollen

 

Door dingen bespreekbaar te maken merk je dat iedereen een andere blik heeft op een situatie.

VB: een keer op stage moest me collega naar de supermarkt, toen was ik met 2 cliënten 15min alleen. En op dat moment realiseerde ik niet wat voor verantwoordelijkheden ik had en wat er niet kon gebeuren, later heb ik dat besproken met mijn stagebegeleider en toen kwam er op uit dat mijn collega en ik daar niet goed over hebben na gedacht.

B1-K2-W2 Werkt aan bevorderen en bewaken kwaliteitszorg

Wat is kwaliteitszorg?

Wat is kwaliteitszorg?

 

Kwaliteitszorg is het geheel aan maatregelen waarmee een organisatie aanstuurt op verbetering van, en aandacht voor, de kwaliteit van de geleverde diensten en/of producten.

 

Op stage wordt er naar de client gekeken en niet na het kostenplaatje, door die keuze zijn sommige activiteiten, zorgplannen ect wat aan de duurdere kant maar wordt de client wel geholpen door de beste mensen, hulpmiddelen ect.

Waarom is kwaliteitszorg belangrijk?

Waarom is kwaliteitszorg belangrijk?

 

Als kwaliteitszorg er niet wat geweest zag de zorg er ontzettend anders uit, er zouden dan geen regels en protocollen zijn voor de juist situaties. Daar leiden de clienten/het bedrijf maar ook het personeel onder.  

Hoe werk je met protocollen?

Hoe werk je met protocollen?

 

Een protocol is een document dat tot doel heeft, ondersteunen bij het uitvoeren van zorginhoudelijke handelingen, met andere woorden het geeft aan hoe een handeling uitgevoerd kan worden

 

Op stage is er een client die epilepsie heeft, daar volgen wij dagelijks een protocol voor.

  • Hij mag niet traplopen
  • Hij mag niet alleen beneden blijven

 

(De grote aanvallen heeft de client alleen in zijn slaap, dus medicatie is bij ons niet van belang. Wel kan het eens voorkomen dat hij een absence kan krijgen)

 

  • Wanneer hij uit de absence is ouders bellen zodat ze hem ophalen

Hoe spreek je collegas aan die zich niet aan de protocollen houden?

Hoe spreek je collega’s aan die zich niet aan de protocollen houden?

 

Je spreekt de collega aan op een adequate wijze aan, op een moment dat beide partijen goed in gesprek kunnen gaan over het protocol.

Ook zal ik er bij vertellen hoe het wel moet, of hoe ik het graag zou willen zien.

 

De bovenstaande wetten komen ook voor bij mij op stage, ik ben op dit moment zelf bezig met een zorgplan uitschrijven voor een client, wanneer die af is ga ik samen met mijn stage begeleider ook een gesprek aan met de ouders van de client.

Welke wettelijke richtlijnen zijn er rondom kwaliteitszorg voor je stage?

Welke wettelijke richtlijnen zijn er rondom kwaliteitszorg voor je stage?

 

Alle zorginstellingen moeten zorg leveren die voldoet aan bepaalde kwaliteitseisen. Ze moeten bijvoorbeeld het zorgplan met cliënten bespreken, medezeggenschap regelen en een klachtenregeling hebben

 

Op dit moment ben ik een zorgplan aan het opstellen voor een examen, die wordt dan besproken met de wettelijke vertegenwoordiger van de client. Dat is in dit geval allebei de ouders.

Als het zorgplan naar wens is gaan we van start met de doelen, zo niet wordt het zorgplan aangepast en hebben we weer een zorgplanbespreking.  

Hoe maak je een verbetervoorstel?

Hoe maak je een verbetervoorstel?

 

Een verbetervoorstel begint met het omschrijven van het probleem. Redeneer hierbij vanuit de grondoorzaken.

 

De basis van een verbetervoorstel

  • Wat is er gebeurd?
  • Wie was erbij betrokken?
  • Waar deed het probleem zich voor?
  • Wanneer is het gebeurd?
  • Waarom is het probleem ontstaan?
  • Hoe is het gebeurd?

 

Omdat mijn stage een kleinschalige instelling is hoeft het niet allemaal zo officieel, natuurlijk worden bovenstaande punten doorgenomen ect.

Vaak wordt dit meteen mondeling besproken.

Wat is de route om je verbetervoorstel binnen je instelling erdoor te krijgen?

Wat is de route om je verbetervoorstel binnen je instelling erdoor te krijgen?

 

Mijn stageplek is kleinschalige instelling dus het gaat een stuk makkelijker dan bij een grootschalige instelling.

  1. Maak verbetervoorstel
  2. Stel verbetervoorstel voor
  3. Werk verbetervoorstel uit

Wat zijn arbeidsrisico’s?

Wat zijn arbeidsrisico’s?

 

Dat zijn risico’s die op het werk kunnen voor komen. Arbo is een afkorting van het woord arbeidsomstandigheden. Dat zijn de omstandigheden waaronder medewerkers hun werk doen. Door te werken onder de juiste arbeidsomstandigheden kunnen werknemers goed functioneren. De arbeidsrisico's verschillen sterk per branche en werkplek. Maar een top 5 van arbeidsrisico's die het vaakst voorkomen, is er wel. De grootste risico's zijn: gevaarlijke stoffen, geluid, machineveiligheid, werkplekinrichting en psychosociale arbeidsbelasting.De arbeid risico’s die voor komen in de zorg zijn:

- psychosociale arbeidsbelasting

- fysieke belasting

- biologische agentia (bacteriën en virussen)

 

Op stage hebben wij bijvoorbeeld geen ADL taken dus fysieke belasting is er niet/nauwelijks

Psychosociale arbeidsbelasting kan aan de orde komen op stage als een client een erg persoonlijke opmerking maakt, dat kan eventueel dan verkeerd aankomen. De client is verder niet bewust van het maken van zo’n opmerking.

Biologische agentia dat komt natuurlijk overal voor dus ook bij ons op stage.

P6-K1-W1 Schrijft het ondersteuningsplan

Wat is een ondersteuningsplan?

Wat is een ondersteuningsplan?

 

Dat is het plan van de client, daar in staat alles over de client. Wie die gene is, wat voor hulpvraag er is, de geschiedenis, en de leerdoelen voor het aankomende half jaar.

Hoe zorg jij ervoor dat de belangrijkste informatie wordt geselecteerd uit de verzamelde informatie?

Hoe zorg jij ervoor dat de belangrijkste informatie wordt geselecteerd uit de verzamelde informatie?

 

Door al het informatie op je te nemen en het eventueel te bespreken met je collega, dan verneem je vanzelf wat wel en niet belangrijk is.

Wat is het nut van het opstellen van begeleidingsdoelen?

Wat is het nut van het opstellen van begeleidingsdoelen?

 

Dan ontwikkeld de client zich nog door, het hoeft niet veel te zijn maar toch iets. Dat is weer goed voor het vertrouwen van de client, het is namelijk belangrijk dat je client zelfvertrouwen heeft.

Wat is een beginsituatie?

 

De beginsituatie is het eerste stukje wat je leest in het plan, daarin staat alles over de client, wie die gene is, wat voor hulpvraag er is en de geschiedenis van deze client.

Wat is een beginsituatie?

Wat is een beginsituatie?

 

De beginsituatie is het eerste stukje wat je leest in het plan, daarin staat alles over de client, wie die gene is, wat voor hulpvraag er is en de geschiedenis van deze client.

Wat zijn de zeven levensgebieden?

Wat zijn de zeven levensgebieden?

 

Financiën.

Huisvesting.

Sociaal functioneren.

Psychisch functioneren.

Zingeving.

Lichamelijk functioneren.

Praktisch functioneren.

Dagbesteding.

Welke begeleidingsdoelen en bijpassende methodieken heb jij in overleg met een collega geformuleerd?

Welke begeleidingsdoelen en bijpassende methodieken heb jij in overleg met een collega geformuleerd?

 

Dat heb ik nog niet gedaan, ik heb het alvast door genomen wat ik wil vertellen tegen mijn client en mijn stagebegeleider.

Welke begeleidingsdoelen heb jij samen met de cliënt geformuleerd?

Welke begeleidingsdoelen heb jij samen met de cliënt geformuleerd?

 

Nog geen 1, maar het onderwerp is dat we van plan zijn om het boodschappen lijstje in picto’s te maken, ik hoop dat zoiets werkt voor deze client.

Hoe bouw je het ondersteuningsplan op?

Hoe bouw je het ondersteuningsplan op?

 

Er zijn verschillende formaten beschikbaar die je hier voor kunt gebruiken. Daar staan vragen in die je moet beantwoorden, wanneer je dat doet maak je een ondersteuningsplan.

Wat is de cyclus van een ondersteuningsplan?

Wat is de cyclus van een ondersteuningsplan?

 

Om het halfjaar wordt het plan herzien, aangepast en worden er gesprekken met de naasten gevoerd om een akkoord te geven.

P6-K1-W2 Begeleidt de cliënt bij het versterken van eigen kracht

Wat wordt er bedoeld met eigen kracht?

Wat wordt er bedoeld met eigen kracht?

 

Wat er wordt bedoeld met eigen kracht van de client is dat de client zoveel mogelijk zelfstandig kan zijn, ook wel zelfredzaamheid genoemd.

 

Op stage ben ik me al aan het voorbereiden op dit examen, ik doet dit met 1 client die best onzeker is over eigenlijk vrij wel alles. Dat is verre van nodig, dus dat benoemen we ook. Dat toen we door haar complimenten te geven als ze iets gedaan heeft als ze dat anders niet gedaan zou hebben.

Hoe kan jij als professional de cliënt motiveren?

Hoe kan jij als professional de cliënt motiveren?

 

Om eerst een motiverend gesprek te voeren met de client. Motivatie is afhankelijk van drie componenten:

                 Willen: het belang van verandering inzien.

                 Kunnen: het hebben van vertrouwen in verandering.

                 Klaar zijn: het stellen van prioriteiten

 

Op stage ben ik me al aan het voorbereiden op dit examen, ik doet dit met 1 client die best onzeker is over eigenlijk vrij wel alles. Dat is verre van nodig, dus dat benoemen we ook. Dat toen we door haar complimenten te geven als ze iets gedaan heeft als ze dat anders niet gedaan zou hebben.

Welke luistervaardigheden er zijn?

Welke luistervaardigheden er zijn?

 

  • Je maakt oogcontact
  • Je zit rustig en ontspannen, je frunnikt niet met pen of rits
  • Je knikt af en toe en maakt instemmende geluiden
  • Je lichaamstaal en gezichtsuitdrukking laat zien dat je geïnteresseerd bent
  • Je stelt doelgerichte vragen, je durft ook stiltes te laten vallen
  • Je herhaalt regelmatig (= parafraseren) en vat samen wat de ander vertelt

 

Op stage herken ik waarom deze bovenstaande punten belangrijk zijn, als je bijvoorbeeld 2 tellen een andere kant op kijkt is de client eigenlijk wel direct afgeleid omdat ik dan met iets anders bezig ben. De client probeert dan mee te doen/mee te kijken waar ik dan mee bezig ben. Dit geldt voor alle gespreken die er zijn.

Wat doe jij om een cliënt in zijn/haar eigen kracht te zetten?

Wat doe jij om een cliënt in zijn/haar eigen kracht te zetten?

 

Je zoekt eerst uit waar het probleem ligt, vanuit daar maak je een plan van aanpak. Die bespreek ik met mijn stagbeleider, als dat akkoord is kan je aan de slag.

Door het plan van aanpak te maken weet je wat die gene nodig heeft, dat verschilt namelijk per client.

Welke begeleidingstechnieken zijn passend bij dit werkproces?

Welke begeleidingstechnieken zijn passend bij dit werkproces?

 

Motiveren is erg belangrijk, door te motiveren krijg je de client weer aan het ‘bewegen’. Vanuit daar kan je door gaan met activeren voor een beter resultaat

Welke gesprekstechnieken zijn passend bij dit werkproces?

Welke gesprekstechnieken zijn passend bij dit werkproces?

 

Er zijn verschillende gesprekstechnieken, dat zijn:

  • Overtuigen
  • Informeren
  • Activeren/motiveren
  • Instrueren

 

Het gesprekstechniek die het beste past bij dit werkproces is activeren en motiveren. Omdat de client dan ervaart hoe de situatie is, als er niks zou gebeuren gaat de client ook niks ondernemen.

P6-K1-W3 Ondersteunt de cliënt bij maatschappelijke participatie

Hoe ondersteun je een client om ander gedrag te laten zien en vaardigheden te oefenen?

Hoe ondersteun je een client om ander gedrag te laten zien en vaardigheden te oefenen?

 

Om het gewenste gedrag vaak te bespreken en zichtbaar te maken. Dat kan je doen om het gedrag voor te doen of het te laten zien wat je wilt.

Op stage doen wat dat vaak met hulp van pictogrammen en verschillende kleuren, hoe donker rood de kleur hoe slechter het gedrag.

Wanneer de client het gedrag vertoont wat je wilt zien beloon je dat met complimenten.

Hoe motiveer je cliënten om juist die dingen te doen die ze spannend of eng vinden?

Hoe motiveer je cliënten om juist die dingen te doen die ze spannend of eng vinden?

 

Die activiteiten bespreek je eerst van te voren zodat de client weet wat er allemaal gaat gebeuren en dat ze dus niet voor verrassingen komen te staan. Bij het uitvoeren van de activiteit kan je dat eerst gezamenlijk doen, als dat goed uitpakt kan de client zelfstandig aan de slag.

Hoe ga je om met thema’s als rouw, naderende levenseinde en of verlies?

Hoe ga je om met thema’s als rouw, naderende levenseinde en of verlies?

 

Dat verschilt natuurlijk er per client, iedereen rouwt anders. Maar om het een bespreekbaar onderwerp te houden/maken kan je vaak in gesprek met de client. Vanuit daar hoor je ook wat je kan beteken voor de client.

Hoe begeleid je cliënten in het omgaan met sociale media?

Hoe begeleid je cliënten in het omgaan met sociale media?

 

Ik vind eerst dat je überhaupt eerst moet na gaan als het verstandig is als de client gebruik kan maken van sociale media. Dan is het ook verstandig om regels te maken over het gebruik hier voor.

Hoe activeer je cliënten om meer deel te nemen aan de maatschappij?

Hoe activeer je cliënten om meer deel te nemen aan de maatschappij?

 

Dat verschilt per onderwerp, ik neem even het voorbeeld boodschappen doen in de supermarkt. (dit onderwerp gebruik ik ook bij mijn examen)

Om het boodschappenlijstje duidelijk te maken, gebruiken we pictogrammen. Dan kan de client zelf zijn lijstje lezen en dus zelf ook de producten uit het schap pakken.

Welke ondersteuning biedt je cliënten bij het weer oppakken van het functioneren in de maatschappij?

Welke ondersteuning biedt je cliënten bij het weer oppakken van het functioneren in de maatschappij?

 

Beginnen met kleine stapje de goede richting in, daarna uitwerken tot het grote geheel.

Voorbeeld stage, client (56) ziek geweest, in quarantaine geweest en het beviel wel om de gehele dag niks te doen en bak hangen in plaats van dagbesteding. Afgesproken eerst halve dagen heen te gaan, plus 1 dag in de week mocht hij helemaal vrij.

Uiteindelijk gaat hij steeds langer naar dagbesteding en blijft hij uit hem zelf langer op dagbesteding.

Hoe onderzoek je samen met je cliënt de wensen en behoeften die de client heeft in het participeren in de maatschappij?

Hoe onderzoek je samen met je cliënt de wensen en behoeften die de client heeft in het participeren in de maatschappij?

 

Om het gesprek aan te gaan en dan te vernemen welke dingen de client bijvoorbeeld mist in zijn leven. Dat op te pakken en dat met de client (als het haalbaar is) uit te voeren.

Hoe herken je signalen van overbelasting bij de naasten en maak je deze bespreekbaar?

Hoe herken je signalen van overbelasting bij de naasten en maak je deze bespreekbaar?

 

Dat merk je aan de sfeer die er heerst rond verschillende onderwerpen, en dat kan je zien/horen aan de antwoorden die de naasten geven over deze onderwerpen.
Bijvoorbeeld, mensen willen niet over deze onderwerpen praten, geven geen duidelijke antwoorden.

P6-K1-W4 Betrekt en ondersteunt naastbetrokkenen

Hoe breng je samen met je cliënt de sociale omgeving in beeld?

Hoe breng je samen met je cliënt de sociale omgeving in beeld?

 

Dat kan je doen door het visueel te maken, dat zou eventueel kunnen met een mindmap, en die invullen met verschillende kopjes zoals; werk, familie, hobby’s ect.

Per onderwerp kan je dan een foto toevoegen als dat handig is voor de client.

Hoe ondersteun jij je client om het contact met de naasten te onderhouden?

Hoe ondersteun jij je client om het contact met de naasten te onderhouden?

 

Te vragen als de client ook gebeld heeft met de naasten in de afgelopen tijd. Zo niet, aanbieden omdat wel te doen.

Ook kan er gevraagd worden als de client weer een keertje op bezoek wilt naar vrienden ect. als begeleider kan je dan helpen om de eerste stap te zetten en dat regelen.

Hoe evalueer je samen met de cliënt en zijn naasten de samenwerking en voortgang?

Hoe evalueer je samen met de cliënt en zijn naasten de samenwerking en voortgang?

 

Dan gebeurt elk half jaar tijdens het zorgplan bespreking maar als er behoefte is van een bepaalde kant kan dat vaker.

Hoe onderhoudt je contact met de naasten en houd je daarnaast rekening met de privacy van je client?

Hoe onderhoudt je contact met de naasten en houd je daarnaast rekening met de privacy van je client?

 

Wanneer je contact hebt gehad met de naasten dat altijd terug koppelen aan de client, zo is die altijd op de hoogte.

Met betrekking tot de informatie wat je deelt van client aan naasten; je moet je echt afvragen wat relevante informatie is die de naasten nodig zijn om te weten.

Hoe geef je psycho-educatie aan de naasten van je client?

Hoe geef je psycho-educatie aan de naasten van je client?

 

Verschilt per client, maar dat doe je doormiddel van voorlichting. Dat kan je doen met een flyer, die kan je uitleggen en de flyer meegeven naar huis, dan kunnen ze er thuis over nadenken.

P6-K1-W5 Voert coördinerende taken uit

Hoe kan ik een activiteit opzetten, coördineren en uitvoeren?

Hoe kan ik een activiteit opzetten, coördineren en uitvoeren?

 

Doormiddel van organiseren kan je een activiteit uitvoeren.

Voor dat het zo ver is moet je een plan gaan uitwerken met wat je wilt gaan doen en wat je nodig bent. Via die manier weetje dan ook wie je als collega’s nodig bent en welke werkzaamheden moeten uitvoeren. Om te coördineren kan je altijd het plan er bij pakken en het samen doornemen.

Hoe stem ik af met collega’s over de inhoudelijke en praktische coördinatie?

Hoe stem ik af met collega’s over de inhoudelijke en praktische coördinatie?

 

Je kan het plan gebruiken, daar staat alles in vermeld.

Maar ook doormiddel van communiceren kan je elkaar op de hoogte brengen van de acties.

Hoe signaleer ik knelpunten in de zorg en maak ik deze bespreekbaar?

Hoe signaleer ik knelpunten in de zorg en maak ik deze bespreekbaar?

 

Doormiddel van observeren kan je de knelpunten vinden en deze door het bespreken met collega’s bespreekbaar maken.  

Hoe werk ik samen met andere disciplines binnen mijn instellingen en met betrokken instanties daarbuiten?

Hoe werk ik samen met andere disciplines binnen mijn instellingen en met betrokken instanties daarbuiten?

 

Communicatie gaat binnen de instelling vaak via rapportage of vergaderingen. Communicatie buiten de instantie kan via de mail en natuurlijk ook via vergaderingen.

Verder is het verschil qua formeel/informeel. Formeel gebruik je vaak met de instanties die niet goed kent, en informeel met je collega’s

Hoe pas ik mijn aanpak aan als de inhoudelijke zorg hier om vraagt

Hoe pas ik mijn aanpak aan als de inhoudelijke zorg hier om vraagt

 

Andere oplossingen zoeken door met collega’s te overleggen en te vragen wat die er van vinden. Dan je kan via die manier het plan aanpassen en vragen als de inhoudelijke zorg er dan mee eens is, zo niet kan je het weer aanpassen op de zelfde manier.

Hoe los ik problemen die ik tegen kom in de coördinatie van de zorg op

Hoe los ik problemen die ik tegen kom in de coördinatie van de zorg op

 

Weer doormiddel van de zelfde punten die bij de andere vragen staan vermeld. Duidelijke communicatie, observeren, plan er bij pakken ect.

P6-K1-W6 Begeleidt nieuwe collega's, stagiaires en/of vrijwilligers

Hoe ondersteun ik nieuwe collega’s in het inwerkproces

Hoe ondersteun ik nieuwe collega’s in het inwerkproces

 

Door eerst alles te laten zien, waar de werkzaamheden worden uitgevoerd. Daarna begin je met het specifieke uitleggen van de werkzaamheden, ook benoem je de zorgvraag van de cliënten, je kan dan ook laten weten waar de zorgplannen ect staan dan kan die gene dat rustig lezen en op zich laten bezinken.

Hoe kan ik nieuwe collega’s stimuleren tot een actieve participatie?

Hoe kan ik nieuwe collega’s stimuleren tot een actieve participatie?

Dat kan je doen om die gene gerust te stellen wanneer die ergens tegen aan loopt dat, en bij wie bij je dat dan kan vertellen.

Ook verwacht je een aantal dingen van de nieuwe persoon in kwestie, zoals;

  • Gepast taalgebruik
  • Duidelijke communicatie
  • Op tijd aanwezig
  • Taken netjes uitvoeren

Hoe kan ik aansluiten bij verschillende leer- en mensstijlen van nieuwe collega’s

Hoe kan ik aansluiten bij verschillende leer- en mensstijlen van nieuwe collega’s

 

Doormiddel van in elkaar leer en mensstijlen te verdiepen en niet meteen een oordeel scheppen als je er niet genoeg van af weet, verder kan het zijn dat je niet een goeie klik met iemand kan hebben maar blijf dan professioneel met elkaar om te gaan.

Hoe pas ik mijn begeleidingsstijl aan op wat de ander nodig heeft?

Hoe pas ik mijn begeleidingsstijl aan op wat de ander nodig heeft?

 

Om in gesprek te gaan en aan te horen wat je collega nodig heeft kan je dat uitwerken en die punten aandacht aan geven.

Hoe geef ik feedback aan nieuwe collega’s op leeractiviteiten, handelen en voortgang

Hoe geef ik feedback aan nieuwe collega’s op leeractiviteiten, handelen en voortgang

 

Aan te geven wat je opvalt en dat door middel van duidelijke communicatie aan te geven weet je collega wat die moet doen, als de collega dat dan niet weet kan je er een keertje voor gaan zitten en het onderwerp duidelijk uit te leggen.

Hoe breng ik de visie van de instelling duidelijk over?

Hoe breng ik de visie van de instelling duidelijk over?

 

Om mee te beginnen, vertellen wat de visie inhoud en melden hoe jullie daarna handelen. Als je ziet dat de nieuwe collega op een andere manier handelt kan je dat bespreekbaar maken en nog een keer uitleggen hoe de instelling handelt.

Hoe onderzoek je samen met je cliënt de wensen en behoeften die de client heeft in het participeren in de maatschappij?

 

Om het gesprek aan te gaan en dan te vernemen welke dingen de client bijvoorbeeld mist in zijn leven. Dat op te pakken en dat met de client (als het haalbaar is) uit te voeren.

  • Het arrangement Janine Darneviel M9VS4F is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Janine Darneviel
    Laatst gewijzigd
    2022-02-05 19:50:34
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur 0 minuten
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.