B1-K1-W1 |
Theoretisch |
Praktijk |
Hoe stel je een ondersteuningsvraag op (vanuit je observatie)? |
Je observeert de client vanuit daar merk je dat er een behoefte is, met een behoefte stel je een ondersteuningsvraag op. |
Je kijkt en luistert naar een client, je merkt aan houding en gedrag wat hij wilt, vanuit daar stel je een ondersteuningsvraag op. |
Hoe observeer je en verwerk je de observatie in een plan? |
Door concrete doelen te gebruiken, en je vermeld wat je daar voor nodig bent. |
Door concrete doelen te gebruiken, en je vermeld wat je daar voor nodig bent. |
Wat is een sociaal systeem? Wie hoort hierbij? En hoe breng je die in kaart? |
Een sociaal systeem zijn de personen om de client heen, zoals vrienden en familie. Door contact met ze op te nemen breng je ze in kaart. |
De vrienden, familie, zorggevers van een client is het sociaal systeem. Door verjaardagen ect spreek en zie je elkaar. |
Hoe scheid je hoofd- en bijzaken van de informatie vanuit je analyse? |
Door hoofdzaken als eerst te behandelen en uitgebreider te zijn worden die als hoofdzaken gezien, bijzaken woorden ook besproken maar niet uitgebreid. |
Door hoofdzaken als eerst te behandelen en uitgebreider te zijn worden die als hoofdzaken gezien, bijzaken woorden ook besproken maar niet uitgebreid. |
Hoe rapporteer je? |
Je kan intern en extern rapporteren, intern is voor verslag uitbrengen aan collega’s die voor deze zelfde organisatie werken. Extern rapporteren doe je naar mensen met wie je samen aan hetzelfde doel werkt. |
Door de gele hele dag te observeren, je schrijft de juiste/belangrijke informatie op. Dat doe je voor je mede collega’s. |
Met wie werk je samen? (verschillende disciplines) |
Je collega’s, hulpverleners en artsen, fysiotherapeuten en tandartsen |
Je collega’s, hulpverleners en artsen, fysiotherapeuten, tandartsen en vrijwilligers |
Hoe stem je af in het multidisciplinaire team? |
Door samen te werken met elkaar. |
Door te luisteren en kijken naar andere, je juiste input in te brengen wanneer dat nodig is. |