In deze docentenhandleiding is informatie te vinden over vier verschillende lichamelijke en/of chronische ziekten zoals
- ziekte van Duchenne
- spina bifida
- de ziekte Parkinson
- Multiple Sclerose.
Zoals bij de lesdoelen beschreven is deze docentenhandleiding en de daarbij behorende lessenreeks te gebruiken voor de drie kwalificatiedossiers (SBB).Te weten;
Maatschappelijk werk met de profielen:
P1 Begeleider gehandicaptenzorg, niveau 3
P2 Begeleider specifieke doelgroepen, niveau 3
P3 Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg, niveau 4
P4 Agogisch medewerker GGZ, niveau 4
P5 Thuisbegeleider, niveau 4
P6 Persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen, niveau 4
De beroepsbeoefenaar maatschappelijke zorg werkt met een diverse doelgroep. De doelgroep bestaat onder andere uit: - cliënten van allerlei leeftijden met een verstandelijke, lichamelijke of zintuigelijke beperking; - cliënten van alle leeftijden met een of meerdere (chronische) ziekten en/of problemen, zoals een ouderdomsziekte, psychiatrische ziekte en/of stoornis, een verslaving, dak- of thuisloos zijn, een psychosociaal of gedragsprobleem
Sociaal Werk met het profiel:
P1 Sociaal werker, niveau 4
De beroepsbeoefenaar Sociaal Werk richt zich op het vergroten van de eigen regie en het versterken van de netwerken van mensen met een lichamelijke en/of chronische ziekte. Mensen met een lichamelijke- en chronische ziekte zijn in staat om - zo optimaal mogelijk te functioneren in hun eigen leefomgeving en te participeren in de maatschappij.
Pedagogisch Werk met de verschillende profieldelen:
P1 Pedagogisch medewerker kinderopvang, niveau 3
P2 Gespecialiseerd pedagogisch medewerker, niveau 4
P3 Onderwijsassistent, niveau 4
De medewerker Pedagogisch Werk biedt een kind met een lichamelijke of chronische ziekte (of een groep) op een kinderdagverblijf, peuterspeelzaal, buitenschoolse opvang of in het onderwijs in een veilige (leer)omgeving waarin de eigenheid gewaarborgd en het kind gestimuleerd wordt zodat hij/zijn optimaal kan ontwikkelen.
Om deze lessenserie voor alle kwalificatiedossiers toepasbaar en bruikbaar te maken is gekozen om niet gebruik te maken van een specifieke methode, maar de theorie, de werkvormen en de toetsen zelf te ontwikkelen of gebruik te maken van lesbrieven. Het is dus een totaal lespakket, gekoppeld aan drie kwalificatiedossiers. Het differentiëren in niveau van de opdracht en theorie wordt aangegeven in de rubric door middel van het benoemen van de minimale doelen (Geerts&Kralingen, 2018). De differentiatie wordt vormgegeven door middel van het aanbieden van een klassikale lessen en het zelfstandig werken en uitvoeren van de eindopdracht.
De lessenreeks bestaat uit 6 weken. De eerste bijeenkomst bestaat uit uitleg over de eindopdracht en inhoudelijk kennis met de eerste doelgroep. De drie daaropvolgende lessen wordt ingegaan op de kenmerken van de lichamelijke en/of chronische ziektes. De vijfde les staat in het teken van het zelfstandig werken aan de eindopdracht. De laatste les staat geheel in het teken van de formatieve toets.