Licht vmbo234

Licht vmbo234

Licht

Inleiding

Antoni van Leeuwenhoek (1632 – 1723)

Ik was een Nederlandse zakenman en leefde in de Gouden Eeuw waarin de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden een bloeiperiode doormaakte van handel, wetenschap en kunsten.

In Delft werkte in als lakenhandelaar en was ik geïnteresseerd in het maken van lenzen. Eenvoudige lenzen werden toen als vergrootglas gebruikt bij de controle van stoffen. Het lukte mij om lenzen te maken die veel sterker vergrootten. Zo sterk zelfs dat ik allerlei dingen ontdekte zoals bloedlichaampjes, haarvaten en spermatozoïden.

Dingen die nog nooit eerder een mens had gezien.
En dit door lichtstralen te manipuleren met een lens.

 

Wat ga je leren?

Leerdoelen

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • een voorbeeld geven van een directe lichtbron en een voorbeeld van een indirecte lichtbron.
  • een voorbeeld geven van diffuse terugkaatsing en een voorbeeld van spiegelende terugkaatsing.
  • met een tekening laten zien hoe schaduw ontstaat als licht op een niet-doorschijnend voorwerp valt.
  • construeren hoe een lichtstraal wordt gereflecteerd door gebruik te maken van de spiegelwet 'hoek van inval = hoek van terugkaatsing'.
  • construeren hoe een bolle lens een lichtstraal convergeert en kunt dit vergelijken met de werking van een accomoderend oog.

 

Wat ga je doen?

Activiteiten

Aan de slag
  Activiteit
Waarnemen Ja maakt een telescoop en kijkt naar het vergroten en scherp stellen. 
Verklaren Je verklaart de werking van een telescoop.
Theorie Je bestudeert de theorieblokken over 'Licht', 'Spiegels', 'Lenzen' en het 'Oog'.
Verwerken Je beantwoordt de verwerkingsvragen.
Terugkijken Je kijkt terug op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht staat ongeveer 5 uur.

Aan de slag

Stap 1: Waarnemen

De Nederlander Antoni van Leeuwenhoek wordt vaak genoemd als uitvinder van de microscoop.
Met deze microscoop opende hij een wereld die voorheen verborgen was.

Een microscoop maakt gebruik van lenzen.
Lenzen worden ook gebruikt in telescopen.
Dit keer niet om kleine voorwerpen te kunnen zien, maar juist om heel ver weg te kunnen kijken.

Opdracht

Maak een telescoop.
Zie opdracht “maak_telescoop.pdf” van Ruimtevaartindeklas.

Je hebt twee lenzen nodig.
Deze zijn van het merk Astromedia te verkrijgen bij Ipacity.

  • Je hebt lens nummer 2 nodig (met een diameter van 16,5 millimeter en een sterkte van +66,7).
  • En je hebt lens nummer 8a nodig (met een diameter van 40,0 millimeter en een sterkte van +5,6)

De eisen zijn:

  • met de telescoop moet je meer detail van een voorwerp kunnen zien (hij heeft één of meerdere lenzen nodig)
  • met de telescoop moet je scherp kunnen stellen (hij moet kunnen uitschuiven)
  • de telescoop moet stevig zijn

Je wordt als volgt beoordeeld:

  Goed Voldoende Beginner
Vergroten en scherp stellen Een voorwerp op grote afstand wordt haarscherp in beeld gebracht Een voorwerp op afstand kan scherp in beeld gebracht worden Een voorwerp op kleine afstand kan redelijk scherp in beeld gebracht worden
Stevigheid De telescoop voelt erg stevig en kan intensief gebruikt worden De telescoop is redelijk stevig en kan een aantal keer gebruikt worden De telescoop is niet zo stevig
Afwerking De telescoop is mooi afgewerkt De telescoop is redelijk afgewerkt De telescoop is rommelig afgewerkt

Het criterium “vergroten en scherp stellen” weegt het zwaarst.

Stap 2: Verklaren

Tip:
Maak gebruik van het volgende filmpje:

 

Stap 3: Theorie - Licht

Om iets te kunnen zien heb je licht nodig.
Licht komt van een lichtbron.

Een lichtbron straalt licht uit. Lichtbronnen die zelf licht uit stralen noem je directe lichtbronnen.
Een indirecte lichtbron is een lichtbron die het licht van een andere lichtbron weerkaatst.

Licht verspreidt zich van een lichtbron in alle richtingen.
Een kenmerk van lichtstralen is dat ze in principe rechtdoor gaan.
Een bundel lichtstralen noem je ook wel een lichtbundel.
Voorwerpen die door de lichtbron verlicht worden kun je zien, omdat ze het licht weerkaatsen.
Omdat lichtstralen rechtdoor gaan, kan het licht op sommige plekken niet komen.
Waar het licht niet kan komen, heb je schaduw.

Omdat licht zich verplaatst in rechte lijnen, teken je lichtstralen ook als rechte lijnen.

Stap 3: Theorie - Spiegel

Als licht op een spiegel komt, wordt het licht teruggekaatst.

Bekijk de tekening. Komt een lichtstraal op een gladde spiegel dan is de hoek waaronder de lichtstraal op de spiegel komt dezelfde als de hoek waaronder de lichtstraal wordt teruggekaatst.

Daarbij geldt:

De hoek van inval (∠ i) is gelijk aan de hoek van terugkaatsing (∠ t). Dit staat bekend als de spiegelwet.
De normaal is de denkbeeldige lijn die loodrecht op de spiegel staat.

Als licht op een spiegelend voorwerp valt, wordt het weerkaatst. Licht kan spiegelend weerkaatst worden of diffuus weerkaatst. Bij diffuse weerkaatsing valt het licht op een ruw oppervlak en worden de lichtstralen in verschillende richtingen weerkaatst.

Stap 3: Theorie - Lenzen

Een lens is een doorzichtig voorwerp veelal van glas of plastic.
Lenzen worden gebruikt om lichtbundels te richten. Als je met een lamp op een lens schijnt, zie je dat het licht van richting verandert als het door de lens gaat.

Lenzen kom je bijvoorbeeld tegen in een beamer, in een fototoestel of in een bril. De lenzen zorgen er voor dat er van een voorwerp een beeld op de juiste scherpte wordt weergegeven.

Bolle lenzen zijn in het midden dikker dan aan de rand. Als er licht op een bolle lens valt, buigt het licht zo af dat de lichtstralen dichter naar elkaar toegaan.

Het punt waar alle lichtstralen samenvallen, noem je het brandpunt (F).
De afstand van het midden van de lens tot het brandpunt wordt de brandpuntsafstand (f).
Hoe boller de lens, hoe kleiner de brandpuntsafstand. Hoe boller de lens, hoe sterker de lens.

Stap 3: Theorie - Oog

In je oog zit een bolle lens. Alles wat je bekijkt wordt door de lens verkleind op het netvlies geprojecteerd.
De bolheid van je ooglens kan variëren. Als je naar iets kijkt wat dichtbij is, is je ooglens boller dan als je kijkt naar iets dat verder weg is. Het veranderen van de dikte van je ooglens wordt accommoderen genoemd.

Stap 4: Verwerken

Maak de volgende opdracht.

In het logboek staan ook nog twee verwerkingsopdrachten.
Maak deze.

Stap 5: Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Voor de opdracht staat ongeveer 5 uur.
    Ben je die tijd met de opdracht bezig geweest?
    Welk onderdeel heeft de meeste tijd in beslag genomen?
  • Waarnemen
    Is het gelukt een telescoop te bouwen?
    Vond je het leuk om door je eigen telescoop te kijken?
  • Theorie
    Veel theorie bij deze opdracht. Kun je uitleggen wat de verschillende theorieblokken met elkaar te maken hebben?
  • Verwerken
    Ging het beantwoorden van de vragen goed?
    Moest je af en toe nog spieken bij de theorie?
  • Het arrangement Licht vmbo234 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2021-02-01 14:18:10
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor NaSk voor vmbo leerjaar2/ 3/4. Dit is thema ’Licht en geluid'. Het onderwerp van deze les is: licht. Je leert een voorbeeld geven van een directe lichtbron en een voorbeeld van een indirecte lichtbron, een voorbeeld geven van diffuse terugkaatsing en een voorbeeld van spiegelende terugkaatsing, met een tekening laten zien hoe schaduw ontstaat als licht op een niet-doorschijnend voorwerp valt, construeren hoe een lichtstraal wordt gereflecteerd door gebruik te maken van de spiegelwet 'hoek van inval = hoek van terugkaatsing', construeren hoe een bolle lens een lichtstraal convergeert en kunt dit vergelijken met de werking van een accomoderend oog.
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 2; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 2; VMBO gemengde leerweg, 3; VMBO theoretische leerweg, 4; VMBO theoretische leerweg, 2; VMBO theoretische leerweg, 3; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO gemengde leerweg, 4; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    NaSk; Licht; Natuurkunde; Licht, geluid en straling;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    (in)directe lichtbron, accomoderen, arrangeerbaar, bolle lens, licht, nask, spiegelwet, stercollectie, terugkaatsing, vmbo 2/3/4