Ik was een Nederlandse zakenman en leefde in de Gouden Eeuw waarin de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden een bloeiperiode doormaakte van handel, wetenschap en kunsten.
In Delft werkte in als lakenhandelaar en was ik geïnteresseerd in het maken van lenzen. Eenvoudige lenzen werden toen als vergrootglas gebruikt bij de controle van stoffen. Het lukte mij om lenzen te maken die veel sterker vergrootten. Zo sterk zelfs dat ik allerlei dingen ontdekte zoals bloedlichaampjes, haarvaten en spermatozoïden.
Dingen die nog nooit eerder een mens had gezien.
En dit door lichtstralen te manipuleren met een lens.
Wat ga je leren?
Leerdoelen
Aan het eind van deze opdracht kun je:
een voorbeeld geven van een directe lichtbron en een voorbeeld van een indirecte lichtbron.
een voorbeeld geven van diffuse terugkaatsing en een voorbeeld van spiegelende terugkaatsing.
met een tekening laten zien hoe schaduw ontstaat als licht op een niet-doorschijnend voorwerp valt.
construeren hoe een lichtstraal wordt gereflecteerd door gebruik te maken van de spiegelwet 'hoek van inval = hoek van terugkaatsing'.
construeren hoe een bolle lens een lichtstraal convergeert en kunt dit vergelijken met de werking van een accomoderend oog.
Wat ga je doen?
Activiteiten
Aan de slag
Activiteit
Waarnemen
Ja maakt een telescoop en kijkt naar het vergroten en scherp stellen.
Verklaren
Je verklaart de werking van een telescoop.
Theorie
Je bestudeert de theorieblokken over 'Licht', 'Spiegels', 'Lenzen' en het 'Oog'.
Verwerken
Je beantwoordt de verwerkingsvragen.
Terugkijken
Je kijkt terug op de opdracht.
Tijd
Voor deze opdracht staat ongeveer 5 uur.
Aan de slag
Stap 1: Waarnemen
De Nederlander Antoni van Leeuwenhoek wordt vaak genoemd als uitvinder van de microscoop.
Met deze microscoop opende hij een wereld die voorheen verborgen was.
Een microscoop maakt gebruik van lenzen.
Lenzen worden ook gebruikt in telescopen.
Dit keer niet om kleine voorwerpen te kunnen zien, maar juist om heel ver weg te kunnen kijken.
Opdracht
Maak een telescoop.
Zie opdracht “maak_telescoop.pdf” van Ruimtevaartindeklas.
Je hebt twee lenzen nodig.
Deze zijn van het merk Astromedia te verkrijgen bij Ipacity.
Je hebt lens nummer 2 nodig (met een diameter van 16,5 millimeter en een sterkte van +66,7).
En je hebt lens nummer 8a nodig (met een diameter van 40,0 millimeter en een sterkte van +5,6)
De eisen zijn:
met de telescoop moet je meer detail van een voorwerp kunnen zien (hij heeft één of meerdere lenzen nodig)
met de telescoop moet je scherp kunnen stellen (hij moet kunnen uitschuiven)
de telescoop moet stevig zijn
Je wordt als volgt beoordeeld:
Goed
Voldoende
Beginner
Vergroten en scherp stellen
Een voorwerp op grote afstand wordt haarscherp in beeld gebracht
Een voorwerp op afstand kan scherp in beeld gebracht worden
Een voorwerp op kleine afstand kan redelijk scherp in beeld gebracht worden
Stevigheid
De telescoop voelt erg stevig en kan intensief gebruikt worden
De telescoop is redelijk stevig en kan een aantal keer gebruikt worden
De telescoop is niet zo stevig
Afwerking
De telescoop is mooi afgewerkt
De telescoop is redelijk afgewerkt
De telescoop is rommelig afgewerkt
Het criterium “vergroten en scherp stellen” weegt het zwaarst.
Stap 2: Verklaren
Tip:
Maak gebruik van het volgende filmpje:
Stap 3: Theorie - Licht
Om iets te kunnen zien heb je licht nodig.
Licht komt van een lichtbron.
Een lichtbron straalt licht uit. Lichtbronnen die zelf licht uit stralen noem je directe lichtbronnen.
Een indirecte lichtbron is een lichtbron die het licht van een andere lichtbron weerkaatst.
Licht verspreidt zich van een lichtbron in alle richtingen.
Een kenmerk van lichtstralen is dat ze in principe rechtdoor gaan.
Een bundel lichtstralen noem je ook wel een lichtbundel.
Voorwerpen die door de lichtbron verlicht worden kun je zien, omdat ze het licht weerkaatsen.
Omdat lichtstralen rechtdoor gaan, kan het licht op sommige plekken niet komen.
Waar het licht niet kan komen, heb je schaduw.
Omdat licht zich verplaatst in rechte lijnen, teken je lichtstralen ook als rechte lijnen.
Stap 3: Theorie - Spiegel
Als licht op een spiegel komt, wordt het licht teruggekaatst.
Bekijk de tekening. Komt een lichtstraal op een gladde spiegel dan is de hoek waaronder de lichtstraal op de spiegel komt dezelfde als de hoek waaronder de lichtstraal wordt teruggekaatst.
Daarbij geldt:
De hoek van inval (∠ i) is gelijk aan de hoek van terugkaatsing (∠ t). Dit staat bekend als de spiegelwet.
De normaal is de denkbeeldige lijn die loodrecht op de spiegel staat.
Als licht op een spiegelend voorwerp valt, wordt het weerkaatst. Licht kan spiegelend weerkaatst worden of diffuus weerkaatst. Bij diffuse weerkaatsing valt het licht op een ruw oppervlak en worden de lichtstralen in verschillende richtingen weerkaatst.
Stap 3: Theorie - Lenzen
Een lens is een doorzichtig voorwerp veelal van glas of plastic.
Lenzen worden gebruikt om lichtbundels te richten. Als je met een lamp op een lens schijnt, zie je dat het licht van richting verandert als het door de lens gaat.
Lenzen kom je bijvoorbeeld tegen in een beamer, in een fototoestel of in een bril. De lenzen zorgen er voor dat er van een voorwerp een beeld op de juiste scherpte wordt weergegeven.
Bolle lenzen zijn in het midden dikker dan aan de rand. Als er licht op een bolle lens valt, buigt het licht zo af dat de lichtstralen dichter naar elkaar toegaan.
Het punt waar alle lichtstralen samenvallen, noem je het brandpunt (F).
De afstand van het midden van de lens tot het brandpunt wordt de brandpuntsafstand (f).
Hoe boller de lens, hoe kleiner de brandpuntsafstand. Hoe boller de lens, hoe sterker de lens.
Stap 3: Theorie - Oog
In je oog zit een bolle lens. Alles wat je bekijkt wordt door de lens verkleind op het netvlies geprojecteerd.
De bolheid van je ooglens kan variëren. Als je naar iets kijkt wat dichtbij is, is je ooglens boller dan als je kijkt naar iets dat verder weg is. Het veranderen van de dikte van je ooglens wordt accommoderen genoemd.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor NaSk voor vmbo leerjaar2/ 3/4. Dit is thema ’Licht en geluid'. Het onderwerp van deze les is: licht.
Je leert een voorbeeld geven van een directe lichtbron en een voorbeeld van een indirecte lichtbron, een voorbeeld geven van diffuse terugkaatsing en een voorbeeld van spiegelende terugkaatsing, met een tekening laten zien hoe schaduw ontstaat als licht op een niet-doorschijnend voorwerp valt, construeren hoe een lichtstraal wordt gereflecteerd door gebruik te maken van de spiegelwet 'hoek van inval = hoek van terugkaatsing', construeren hoe een bolle lens een lichtstraal convergeert en kunt dit vergelijken met de werking van een accomoderend oog.
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor NaSk voor vmbo leerjaar2/ 3/4. Dit is thema ’Licht en geluid'. Het onderwerp van deze les is: licht.
Je leert een voorbeeld geven van een directe lichtbron en een voorbeeld van een indirecte lichtbron, een voorbeeld geven van diffuse terugkaatsing en een voorbeeld van spiegelende terugkaatsing, met een tekening laten zien hoe schaduw ontstaat als licht op een niet-doorschijnend voorwerp valt, construeren hoe een lichtstraal wordt gereflecteerd door gebruik te maken van de spiegelwet 'hoek van inval = hoek van terugkaatsing', construeren hoe een bolle lens een lichtstraal convergeert en kunt dit vergelijken met de werking van een accomoderend oog.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Verwerkingsvragen
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.