Programmeren met Flowgorithm

Programmeren met Flowgorithm

Introductie

 

In deze module leer je de basisconcepten van programmeren, zoals algoritmes, variabelen, loops, condities, functies. Je gebruikt geen programmeertaal, maar het programma Flowgorithm. Met dit (gratis te downloaden) programma (let op: dit is alleen beschikbaar voor Windows! Werk je op Mac dan kun je een executable downloaden er hiermee werken onder Wine) maak je flowcharts: schema´s waarmee je het verloop van een programma inzichtelijk maakt. Het mooie van Flowgorithm is, dat je de flowcharts kunt runnen, oftewel uitvoeren, en zo kun je zien of je het goed hebt aangepakt en het betreffende concept goed hebt toegepast. Omdat je geen programmeertaal leert, hoef je geen tijd te besteden aan het leren van de syntax van een specifieke taal. Die tijd kun je namelijk beter besteden aan het doorgronden van de basisconcepten van programmeren. Kennis van deze basisconcepten zijn namelijk voor iedere programmeertaal noodzakelijk.

In elk hoofdstuk wordt een volgend basisconcept behandeld. De stof wordt verduidelijkt met een aantal instructievideo´s en er zijn veel oefeningen in opklimmende moeilijkheidsgraad toegevoegd. Ook zijn van alle opdrachten uitwerkingen beschikbaar. In een aantal hoofdstukken wordt gewezen op fouten, die veel voorkomen.

Dit lesmateriaal is gemaakt in voorjaar 2020 en leerlingen uit 5VWO hebben het lesmateriaal kritisch bekeken, becommentarieerd en zelf oefeningen en video´s toegevoegd. Het lesmateriaal is zo veel duidelijker en uitgebreider geworden.

Maar het kan altijd beter of uitgebreider. Mocht je een goed idee hebben om toe te voegen of een fout tegenkomen, laat het me weten. Of als je wat aan de module gehad hebt, is het ook leuk om te horen!

Wat in ieder geval nog toegevoegd zou moeten worden is een hoofdstuk over recursie, met de Torens van Hanoi.

Veel plezier met dit materiaal!

Marjolein van Hooff

m.van.hooff@vlietlandcollege.nl

Algoritmes

Een algoritme is een stappenplan, een recept, een routine, een aantal stappen, die gezet worden om een bepaald doel te bereiken.

Een algoritme kan van alles zijn. Een recept om appeltaart te bakken is een algoritme. Een weg, die je moet fietsen om naar een eindpunt te gaan, is een stappenplan en dus een algoritme. Maar zomaar genieten van de zon is geen algoritme. Of zomaar wat rondfietsen zonder doel, is geen algoritme.

Maar een handleiding om lego in elkaar te zetten is wel een algoritme.

Een computerprogramma is niets anders dan een algoritme: Een stappenplan om een doel te bereiken en dat doel wordt bereikt door vanaf een beginpunt een eindig aantal instructies uit te voeren.

Als een computerprogramma gerund wordt, wordt er dus een algoritme uitgevoerd.

 


Programmeren: Een algoritme omzetten naar een computerprogramma

Als je gaat programmeren, maak je een programma wat van begin- naar eindpunt gaat. Je zet een algoritme om naar een programma.

Een computerprogramma voert een algoritme uit. In een eindig aantal stappen wordt vanaf een beginpunt het eindpunt bereikt.

Dit kun je visualiseren: Je maakt dan een schema welke stappen in het programma doorlopen worden.

Zo´n schema kan er zo uitzien:

Flowchart
Flowchart

Deze eerste afbeelding is een voorbeeld van een programma in Flowgorithm.

Het is een flowchart. Wat dat is leer je hierna.

Flowcharts

Flowcharts - Uitleg

Een computerprogramma is een opeenvolging van instructies om een computer een bepaalde taak uit te laten voeren. Om deze opeenvolging inzichtelijk te maken kan gebruik gemaakt worden van een flowchart, oftewel stroomdiagram. Dit is een schematische voorstelling van een proces. Door de flowchart wordt duidelijk welke invoer er gebruikt of vereist wordt, welke uitvoer er gegenereerd wordt en welke stappen in welke volgorde genomen worden. Met een flowchart kan de werking van een programma makkelijker getest worden en wordt de doorloop van een programma inzichtelijk gemaakt.

Flowcharts in Flowgorithm

Onderdelen van een flowchart in Flowgorithm:

  1. Startpunt: Main
  2. Eindpunt: End
  3. Pijlen om van het ene onderdeel naar het andere onderdeel of terug te gaan
  4. Invoer: Input
  5. Uitvoer: Output
  6. Beslissingsmogelijkheden, oftewel keuzemomenten
  7. Herhalingsmogelijkheden

Eerste flowchart in Flowgorithm

De onderdelen van flowcharts in 3 puzzels

Flowgorithm

Flowgorithm is gratis en moet geïnstalleerd worden. Hier staat hoe dat gaat.

Systeemvereisten

Flowgorithm draait op Windows, nog niet op Macintosh of Linux. Het is ongeveer 6MB groot

Site

http://www.flowgorithm.org/

Installeren

Ga naar http://www.flowgorithm.org/download/index.htm en klik het juiste besturingssysteem aan. Kies waar je het Setup programma wilt opslaan en run het.

Bestandsnamen

In Flowgorithm maak je bestanden, die opgeslagen worden met de extensie .fprg: Dit betekent FlogorithmPRoGram.

De extensie van een bestand zijn de letters van een bestandsnaam na de punt. Aan de extensie kan jouw besturingssysteem zien met welk programma een bestand geopend moet worden. Bv. de extensie .docx betekent dat het bestand met Word geopend moet worden. De extensie .fprg betekent dat het met Flowgorithm geopend moet worden.

Documentatie

Als naslagwerk om te zien wat er mogelijk is, open je http://www.flowgorithm.org/documentation/index.htm

 

Korte rondleiding Flowgorithm

Korte rondleiding door Flowgorithm

Volg de video en maak " Hello World" in Flowgorithm

"Hello World" - Simpel

"Hello World" - iets ingewikkelder

Voordelen van Flowgorithm

  1. Met Flowgorithm maak je heel makkelijk flowcharts
  2. De flowcharts kunnen gerund worden
  3. Via het variable window en de stapsgewijze uitvoering kunnen de waarden van variabelen en ook array’s gevolgd worden. Dit geeft veel duidelijkheid en helpt bij het opsporen van fouten
  4. Flowgorithm is robuust. Het dwingt goede programmeergewoonten af, bv. het declareren van een variabele is verplicht voordat deze gebruikt kan worden
  5. Flowgorithm is programmeertaalonafhankelijk. Alle aandacht kan daarom gericht worden op het begrijpen en gebruiken van programmeerconcepten, zonder dat er tijd besteed moet worden aan het leren van een programmeertaal.
  6. Een plaatje zegt meer dan 1000 woorden: De doorloop van het programma wordt inzichtelijk
  7. Foutopsporing is minder tijdrovend
  8. De programmeerconcepten kunnen hier goed mee geleerd worden
  9. Er hoeft geen tijd besteed te worden aan foutopsporing van syntaxfouten. Komma´s, haakjes die verkeerd staan. Kleine foutjes kosten soms uren werk en dat kan heel demotiverend zijn
  10. Het is om te zetten naar allerlei programmeertalen, bv. C++, Java, PHP, Python

Variabelen

Waardes in een programma opslaan met variabelen

In een programma werk je vaak met waardes. Zoals de som van 2 getallen, de lengte van een tafel, de grootte van een doosje, de straal van een cirkel. Ook bv. pi heeft een waarde, nl 3,14……

Die waardes wil je gedurende het uitvoeren van het programma niet kwijtraken, je hebt ze misschien vaker nodig. Dat kan gelukkig, de waardes kunnen namelijk ergens opgeslagen worden. Dit opslaan gebeurt in het werkgeheugen van de computer. Het werkgeheugen heeft enorm veel opslagplekken en op elke plek kan precies 1 waarde opgeslagen worden. Waar die waarde precies opgeslagen wordt, dat bepaalt het programma. Vergelijk het met een magazijn. Jij weet niet waar jouw pakje ligt, maar de magazijnmeester weet het precies.

Sleep de woorden rechts naar de tekst links en bekijk of je het snapt:

 

Terug naar de magazijnmeester

Om jouw pakje te kunnen vinden, heeft de magazijnmeester wel een identificatie nodig. Op jouw pakje staat een barcode of andere identificatie, die aangeeft waar jouw pakje zich bevindt. Wat er verder in het pakje zit, weet de magazijnmeester niet en dat is ook niet belangrijk voor hem.

Variabele

In programmeren is deze identificatie de variabele, namelijk een plek in het geheugen.

Variabele declareren

De variabele in programmeren is dus eigenlijk een geheugenplek. Om die plek te vinden moet de variabele een naam krijgen.

De programmeur geeft de naam. Met het geven van een naam wordt aangegeven dat er

een geheugenplek gereserveerd moet worden. Dit reserveren wordt declareren genoemd.

De variabele declareren = De programmeur vertelt het programma dat er een plek gereserveerd

moet worden, met een bepaalde naam, om daar een waarde op te kunnen slaan.

Klik in onderstaande tekst de juiste woorden aan en controleer je antwoorden:

Een waarde aan een variabele toekennen

Hieronder een schematische voorstelling van een variabele: Een geheugenplek met een bepaalde waarde

De variabele  lengte heeft de waarde 42. Bekijk dit in de video hieronder.
De variabele lengte heeft de waarde 42. Bekijk dit in de video hieronder.

Een variabele declareren en een waarde geven en daarna het programma stapsgewijs runnen

Voorbeeld in Flowgorithm

Maak onderstaand programma na in Flowgorithm en run het

Variabele lengte declareren en een waarde aan toekennen
Variabele lengte declareren en een waarde aan toekennen

Variabele een andere waarde geven

Als nu de waarde 42 niet meer nodig is, maar een andere waarde opgeslagen moet worden, dan kan dezelfde geheugenplek voor een andere waarde gebruikt worden. De oude waarde verdwijnt dan: De oude waarde wordt overschreven

De oude waarde 42 wordt overschreven door de nieuwe waarde 147, 42 verdwijnt
De oude waarde 42 wordt overschreven door de nieuwe waarde 147, 42 verdwijnt

Toekenning: Het =-teken

Als op een bepaalde geheugenplek een waarde wordt opgeslagen, dan zeggen we: Aan de variabele wordt een waarde toegekend. In programmeren wordt hiervoor het =-teken gebruikt. Het =-teken wordt in programmeren ook gebruikt op de manier, die we in wiskunde zien:  3 + 5 = 8

Belangrijk: De toekenning gebeurt van rechts naar links: De variabele, die links van het =-teken staat, krijgt de waarde die rechts van het =-teken staat. Als er staat lengte = 42, dan lees je: de variabele lengte krijgt de waarde 42 toegekend.

Oefenen in Flowgorithm - Variabelen 1

Oefening 1
Oefening 1

In onderstaande oefeningen staan programmeerstatements tussen accolades: {statements} Er wordt gekeken welke waarden de variabelen lengte en hoogte krijgen als deze statements uitgevoerd worden. Statements worden uitgevoerd van boven naar beneden en van links naar rechts.

  • Bekijk de statements: Tussen de haakjes staat wat er gebeurt. Daarna wordt het resultaat van de statements gegeven
  • Kijk of je de statements kunt volgen en het resultaat snapt
  • Maak daarna deze programma´s zelf of open het bestand lengte42.fprg en gebruik dat als startpunt voor onderstaand oefeningen.
  • Volg eventueel de gegeven stappenplannen
  • Laat de waarden van de variabelen naar het console schrijven. Zo controleer je of het goed gaat
  • Open bij het runnen ook het Variable Watch Window en het Console en ga er stapsgewijs doorheen
  • In de video worden deze oefeningen 2-4 voorgedaan. Oefening 1 kun je hier terugkijken.

 

Oefening 1

{lengte = 42}: Resultaat: de variabele lengte krijgt de waarde 42

Oefening 2

{hoogte = 215; lengte = hoogte}: Resultaat: de variabele hoogte krijgt de waarde 215, en daarna krijgt de variabele lengte de waarde van variabele hoogte, dus 215. Na deze 2 statements hebben de variabelen lengte en hoogte dan dezelfde waarde, namelijk 215

Stappenplan in Flowgorithm:

  1. Maak een nieuw programma in Flowgorithm
  2. Declareer 2 variabelen: lengte en hoogte
  3. Geef hoogte de waarde 215, geef lengte de waarde van hoogte
  4. Laat de waarden van lengte en hoogte naar het scherm schrijven

Wil je zien hoe het kan, kijk dan hier

Oefening 3

{lengte = 24; hoogte = 215; lengte = hoogte} Resultaat: De variabele lengte krijgt eerst de waarde 24. De variabele hoogte krijgt de waarde  215. Dan krijgt de variabele lengte de waarde van hoogte, dus 215. Na deze 3 statements hebben de variabelen lengte en hoogte dezelfde waarde, namelijk 215

Stappenplan in Flowgorithm

  1. Maak een nieuw programma in Flowgorithm
  2. Declareer 2 variabelen: lengte en hoogte
  3. Geef lengte de waarde 24, geef hoogte de waarde 215, geef lengte de waarde van hoogte
  4. Laat de waarden van lengte en hoogte naar het scherm schrijven

Wil je zien hoe het kan, kijk dan hier

Oefening 4

{lengte = 24; hoogte = 215; hoogte = lengte} Resultaat: De variabele lengte krijgt eerst de waarde 24. De variabele hoogte krijgt de waarde  215. Dan krijgt de variabele hoogte de waarde van variabele lengte, dus 24. Na deze 3 statements hebben de variabelen lengte en hoogte dezelfde waarde, namelijk 24

Stappenplan in Flowgorithm

  1. Maak een nieuw programma in Flowgorithm
  2. Declareer 2 variabelen: lengte en hoogte
  3. Geef lengte de waarde 24, geef hoogte de waarde 215, geef hoogte de waarde van lengte
  4. Laat de waarden van lengte en hoogte naar het scherm schrijven

Wil je zien hoe het kan, kijk dan hier

Oefenen in Flowgorithm - Variabelen 2

Berekening

Een variabele kan ook het resultaat van een berekening toegekend krijgen. Tijdens het uitvoeren van het programma wordt dan eerst de berekening uitgevoerd en daarna wordt het resultaat aan de variabele toegekend

Maak op dezelfde manier als de oefeningen van de vorige pagina de volgende programma´s in Flowgorithm

  • {hoogte = 678; lengte = hoogte/2} Resultaat: de variabele hoogte krijgt de waarde 678, de variabele lengte krijgt de waarde 339. Eerst wordt hiervoor hoogte/2 uitgerekend, dat geeft 339. Daarna wordt deze waarde aan de variabele lengte toegekend
  • {lengte = 45 * 32} Resultaat: Eerst wordt uitgerekend 45 * 32, 1440. Daarna wordt deze waarde aan de variabele lengte toegekend. Op de geheugenplek wordt dan 1440 opgeslagen. Níet 45*32!

Maak bovenstaande programma´s in Flowgorithm of bekijke ze in de bestanden:

oefenenvariabele_lengte1.fprg, oefenenvariabele_lengte2.fprg, oefenenvariabele_lengte3.fprg, oefenenvariabele_lengte4.fprg, oefenenvariabele_lengte5.fprg, 

Flowgorithm: Regels voor namen van variabelen

Als je een naam aan een variabele geeft, gelden er regels. In Flowgorithm gelden de volgende regels:

  1. De naam moet beginnen met een letter
  2. Na de 1e letter kunnen er meer letters of cijfers komen
  3. Er mogen geen spaties in de naam voorkomen
  4. Het lage streepje, de underscore, _, mag in Flowgorithm niet gebruikt worden in namen
  5. Hoofd- of kleine letters mogen allebei
  6. In Flowgorithm zijn bepaalde woorden gereserveerd, zoals pi, and, or. Die mogen niet gebruikt worden als namen van variabelen. Voor een lijst gereserveerde woorden, zie hier:

Zelf maken in Flowgorithm

Hoe oud ben je of word je in dit huidige jaar?

  • Maak een nieuw programma aan in Flowgorithm. Noem het oefenen_leeftijd.fprg. Declareer 2 integer variabelen, huidigjaar en geboortejaar. Geef de variabele huidigjaar de waarde van dit jaar en laat de gebruiker zijn geboortejaar invoeren. Welke berekening moet gemaakt worden om te bepalen hoe oud de gebruiker wordt in het huidige jaar? Heb je een 3e variabele nodig?
  • Voeg bij zoveel pijlen commentaar toe als je zelf nodig vindt, om uitleg bij het programma te geven, zodat een ander ook weet wat dit programma doet.
  • Bekijk dit filmpje om te zien hoe je dit doet
  • Het programma staat in: oefenen_leeftijd.fprg
  • Open zowel het console als het Variable Watch window
  • Run het programma stapsgewijs en volg de waarden van de variabelen in het Variable Watch window

 

Hoeveel geld kun je deze week nog besteden?

  • Maak een nieuw programma aan in Flowgorithm. Noem het oefenen_uitgaven.fprg. Declareer 2 integer variabelen, bedrag1 en bedrag2. Vraag met een Output de gebruiker om het bedrag in te geven wat aan het begin van de week in zijn portemonnee zat. Vraag daarna het bedrag in te geven wat nu in zijn portemonnee zit. Trek in de volgende output de bedragen van elkaar af en laat aan de gebruiker zien.
  • Zie oefenen_uitgaven.fprg voor een voorbeeld
  • Voeg bij 3 pijlen commentaar toe, zodat je weet wat dit programma doet.
  • Open zowel het console als het Variable Watch window
  • Run het programma stapsgewijs en volg de waarden van de variabelen in het Variable Watch window

Verdien je genoeg voor je uitgaven?

  • Maak een nieuw programma aan in Flowgorithm. Noem het oefenen_salaris.fprg. Declareer 2 integer variabelen, salaris en uitgaven. Laat de gebruiker zijn salaris ingeven in hele euro’s en daarna zijn uitgaven, ook in hele euro’s. Geef in de Output aan wat het verschil is. Als de uitgaven groter zijn dan het salaris, verschil is dan negatief, geef dan de tip om beter betaald werk te zoeken. (Je leert hoe je dit test in het hoofdstuk over Conditie. Voor nu geef je alleen Output, bv: “Als het verschil negatief is, zoek dan beter werk!”))
  • Zie oefenen_salaris.fprg voor een voorbeeld
  • Voeg bij zoveel pijlen commentaar toe, als je nodig vindt, om uitleg bij het programma te geven, zodat een ander ook weet wat dit programma doet.
  • Open zowel het console als het Variable Watch window
  • Run het programma stapsgewijs en volg de waarden van de variabelen in het Variable Watch window

Wat is je snelheid in meters per seconde?

Toevoeging van Yomna en Gaby

  • Maak een nieuw programma in Flowgorithm en noem het snelheid_berekenen.
  • Declareer 2 integer variabelen, de afgelegde afstand en de benodigde tijd.
  • Vraag de gebruiker om de afgelegde afstand in meters en de daarvoor benodigde tijd
  • Welke berekening moet er gedaan worden?
  • Voeg bij zoveel mogelijk pijlen commentaar toe. Dit laat mensen die niet veel van programmeren weten wat je allemaal aan het doen was, en wat de bedoeling is van je verhaal.
  • De uitwerking staat in: snelheid_berekenen.fprg
  • Open de console en het variable watch window
  • Run het programma stapsgewijs en volg de waarden van de variabelen in het variabele watch window.

Test je kennis over variabelen

Kijk hier (Quizlet) of hier (Socrative) of je voldoende weet van variabelen

Datatypes

Mogelijke datatypes

In het vorige hoofdstuk heb je kennis gemaakt met variabelen. De variabelen, die gebruikt werden, bevatten gehele getallen. Een geheel getal bij het programmeren wordt een integer genoemd.

Maar een variabele kan ook andere types gegevens bevatten zoals een stukje tekst of een reëel getal.  Die kun je niet in een integer opslaan. Daar heb je andere types voor nodig. Het type gegeven, dat wordt opgeslagen, wordt datatype genoemd.

Op het moment dat je de variabele maakt, dus declareert, moet je ook bepalen wat voor soort gegeven erin opgeslagen kan worden, dus van welk datatype de variabele moet zijn.

In onderstaande tabel zie je de mogelijke datatypen, die een variabele kan krijgen en welke waarden hij dan kan bevatten:

Mogelijke datatypes in Flowgorithm
Datatype Bevat de volgende soort gegevens
Integer Bevat een geheel getal: positief, negatief of nul
Real Bevat een reëel getal. Getallen hebben een punt, geen komma.
String Bevat een stukje tekst, karakters. Hier kan niet mee gerekend worden. Een stukje tekst moet tussen aanhalingstekens geschreven worden.
Boolean Bevat 1 van 2 mogelijke waarden: True of False

 

Als je meer programma´s maakt, zul je merken dat je hier vanzelf vertrouwd mee raakt.

Kleine oefening met datatypes

De nummers 1,2,3 en 6 kun je bekijken in deze video. Hier zie je ook wat voor foutmelding je krijgt als je het gereserveerde woord pi probeert te gebruiken

Maken in Flowgorithm

Kijk of je het volgende programma kunt maken in Flowgorithm. Een Real kan ingevoerd worden met een punt of een komma: Voer als graden in: 23,6 of 23.6. Flowgorithm zet de komma om naar een punt en geeft in dit geval geen foutmelding

Boolean

Een Boolean is een bijzondere variabele. Hij kan maar 2 waarden bevatten: true of false. Een Boolean wordt vaak gebruikt om een test uit te voeren.

Hieronder een voorbeeld met een Boolean. Lees deze code en ook het commentaar erbij.

Dit voorbeeld is nog niet veel. De boolean krijgt altijd de waarde True. Hieronder hetzelfde programma, maar dan geeft de gebruiker aan of het regent of niet. Open het bestand DatatypeBoolean.fprg en run het.

Operaties met booleans

Bekijk de volgende figuur met 3 tabellen. A en B zijn variabelen van het type boolean. Hier worden de operaties AND, OR en NOT op uitgevoerd. Het resultaat van deze operaties staat steeds in de 3e kolom.

Mogelijke operaties met 2 booleans
Mogelijke operaties met 2 booleans

Voorbeeld boolean in Flowgorithm: A AND B

Onderstaand een programma met 2 booleans: A en B. De gebruiker wordt gevraagd een geheel getal te geven. Er worden een paar tests uitgevoerd

  • Boolean A: wordt True als dit getal even is en False als het getal oneven is. Dit wordt getest met de functie mod. Deze functie geeft de restwaarde. Als het getal even is, is de restwaarde nul.

  • Boolean B wordt True als dit getal kleiner dan 100 is en False als het getal groter dan 100 is.

In dit programma wordt alleen getest of A en B beide True zijn.

Je kunt het vinden en runnen met: DatatypeBooleanAANDB.fprg

 

 

Volgorde van booleans

Net als met vermenigvuldigen, delen en optellen/aftrekken is er ook hier een volgorde:

Allereerst wordt NOT uitgevoerd, dan AND en dan OR.

Bestudeer eerst het uitgewerkte voorbeeld en bekijk dan wat er uit de volgende statements komt: True of False. Tip: Zet haakjes om de statements die als eerste uitgevoerd worden en kijk wat je overhoudt.

Een uitgewerkt voorbeeld:

Vraag: Los het volgende statement op: False or not True and True

Antwoord:

Stap 1: Haakjes zetten. Eerst bij NOT, dan bij AND, dan bij OR.

Dit geeft: False or ((not True) and True)

Stap 2: Wat binnen de haakjes staat oplossen, in de volgorde NOT, AND, OR

Dit geeft:  False or (False and True) = False or False

Stap 3: Het hele statement oplossen

Dit geeft: False or False = False

Dus in totaal: False or not True and True = False

 

Logische puzzels

Raymond Smullyan was een bijzonder mens. Hij was magiër, mysticus, wiskundige, Taoïst en pianist. Hij heeft de wereld voorzien van logische puzzels, zoals de reeks “The lady or the tiger”

Hieronder staan 2 puzzels uit deze reeks, kijk of je ze op kunt lossen met logisch redeneren:

 

Toepassen booleans in Flowgorithm

Beredeneer de uitvoer

Toepassen waarden variabelen: Swap

Als je de waarden van 2 variabelen wilt omwisselen, moet je ervoor oppassen 1 van de waarden niet kwijt te raken. Hieronder een programma met 2 variabelen: waarde1 en waarde2. Waarde1 krijgt de waarde 75, waarde2 de waarde 150. Deze waarden moeten omgewisseld worden.

Wat gaat hier mis? Probeer, voordat je verder leest, te beredeneren wat de uitvoer is, anders run je het, het staat in swap.fprg

Zelf maken: Swap

Maak een programma wat de waarden van 2 variabelen omwisselt, dus swapt. Gebruik hiervoor een extra variabele, noem deze extra.

Het begin van dit programma staat hieronder. Voeg de ontbrekende code toe en laat de waarden naar het scherm schrijven

Aan de slag in Flowgorithm

Maak de volgende programma’s in Flowgorithm. Raadpleeg evt. http://www.flowgorithm.org/documentation/operators.htm

Programma 1

Laat de oppervlakte van een vierkant uitrekenen, waarbij het programma om de invoer van 1 zijde vraagt

Programma 2

Idem als programma 1, maar dan voor een rechthoek. Hoeveel variabelen heb je dan nodig?

In Flowgorithm kun je de constante pi gebruiken, zie http://www.flowgorithm.org/documentation/constants.htm

Programma 3

Maak een programma dat de oppervlakte van een cirkel uitrekent en in de uitvoer toont, waarbij je de straal in laat voeren, als reëel getal in meters

Programma 4

Maak een programma dat jouw BMI uitrekent m.b.v. gewicht en lengte. Geslacht doet er even niet toe. BMI is gewicht in kilo´s gedeeld door lengte in meters in het kwadraat. Geef aan dat het aantal meters ingevoerd moet worden met een punt en geen komma.

Programma 5

Maak een programma dat jou de volgende dingen kan vertellen: (toevoeging van Renzo)

  • Aan de hand van je geboortejaar hoe oud je wordt in een jaar dat je zelf in kunt vullen.
  • Of je in het ingevulde jaar geboren bent, een kind of een volwassene bent of een volwassene wordt (Leg de grens kind/volwassene op 18 jaar).
  • Als je een jaar invult lager dan je geboortejaar je vertelt dat je toen nog niet geboren was.

Programma 6 (Toevoeging van David)

  • Eric geeft een feestje hij wil een digitale lijst maken waarin staat of zijn gasten mogen drinken of niet. Maak een programma waarbij je alleen de leeftijd hoeft in te vullen.
  • Er zijn altijd een paar grapjassen die rare leeftijden invullen. Afgelopen week zijn er 2 jongens geweest die 189 en 1174 als leeftijd hadden ingevuld. Maak een programma wat ervoor zorgt dat alleen geloofwaardige leeftijden kunnen worden ingevuld.
  • Kijk of je deze twee programma’s samen kan voegen om het voor Eric zo makkelijk mogelijk te houden.

Uitwerkingen in: ZelfToepassenOppVierkant.fprg, ZelfToepassenOppRechthoek.fprg, ZelfToepassenOppCirkel.fprg, ZelfToepassenBmi.fprg, DatatypesLeeftijd.fprg, Leeftijd_1.png, Leeftijd_2.png, Leeftijd_3.png

Array´s

Array´s - Theorie

Een variabele is een plek in het geheugen, die precies 1 waarde kan bevatten. Dat is niet altijd even handig. Het is handig als je een verzameling waarden, die bij elkaar horen, samen kunt stoppen. Zo’n verzameling bestaat en heet een array.

Een array = een gesorteerde rij variabelen.

Gesorteerd betekent hier NIET de waarden van de variabelen, maar de plek in de rij.

Je kunt een array zien als een rij deuren. De deuren zijn genummerd, zodat je weet waar je aan moet bellen. Wat er achter de deur zit, dus welke waarde op die plek opgeslagen is, weet je niet.

Achter deze deuren zit een leuke persoonlijkheidstest: Welke deur kies jij en wat zegt dat over jou en klopt het wat daar geschreven staat? Als je dat leuk vindt, klik dan hier en doe de test. Feel free to share!

 

Array´s - Theorie (vervolg)

Stel je voor je hebt de volgende 7 getallen: 3, 8, 1, 0, 5, -2, 32

Die kunnen we stoppen in 7 variabelen:

getal1 = 3

getal2 = 8

getal3 = 1

getal4 = 0

getal5 = 5

getal6 = -2

getal7 = 32

Er worden dan 7 plekken gereserveerd om deze waarden op te slaan.

Veel handiger is het als we ze kunnen stoppen achter de genummerde deuren. Dus in een rij variabelen, oftewel een array met 7 plekken.

Dat ziet er zo uit: rij[7]. Veel handiger en overzichtelijker!

rij[7], oftewel een array is dan een verzameling van 7 plekken voor 7 variabelen, die bij elkaar horen. De variabelen moeten van hetzelfde datatype zijn. Hier zijn het gehele getallen, integers. Maar het kunnen ook strings zijn of reële getallen.

Let op: computers beginnen te tellen bij 0. Dus met 7 plekken wordt geteld van 0 t/m6, als het ware vanaf deur 0.

 

Dus:

rij[0] = 3, rij[1] = 8, rij[2] = 1, rij[3] = 0, rij[4] = 5, rij[5]  = -2, rij[6] = 32

Je kunt dan bv doen: Output rij[4] en de uitvoer is 5, want de waarde 5 staat in rij[4]

Samenvattend:

  • Array: Een gesorteerde rij variabelen
  • De plekken van de array zijn gesorteerd
  • De plekken hebben nummers
  • De nummers van de plekken in de array zijn oplopend
  • Het nummer van een plek wordt index genoemd
  • De eerste plek in de array is plek 0 (nul)
  • De opgeslagen waarden van de variabelen zijn niet automatisch gesorteerd
  • De waarden van de variabelen moeten van hetzelfde datatype zijn

Test je kennis over het array

Test je kennis over het array - 2

Array - Eerst droog oefenen, dan in Flowgorithm

  • Maak bovenstaande oefeningen in Flowgorithm en laat de waarden van de array naar de console schrijven.
  • Gebruik eventueel als startpunt het bestand array_1.fprg voor
  • Kom je er niet uit? De oefeningen staan in: array_1_1.fprg t/m array_1_5.fprg

Noot: Dit is niet handig geprogrammeerd, maar op dit moment is de FOR-loop nog niet behandeld en wordt daarom nu nog niet gebruikt

Array: Getrouwd met de FOR-loop

In programmeren is een loop, oftewel een lus, een constructie waarbinnen dezelfde code een aantal malen herhaald wordt. Dat is heel handig, want als je dezelfde code vaak uit moet schrijven, wordt je programma onleesbaar. Loops zijn belangrijke onderdelen om je programma leesbaar, efficiënt en overzichtelijk te houden.

Met bovenstaand voorbeeld heb je kennisgemaakt met het begrip array. Maar dit programma is verre van overzichtelijk. Dezelfde code, bv. output rij[x], wordt steeds herhaald.

Om handig met een array om te gaan gebruik je een loop. Er zijn 3 soorten loops en voor een array gebruiken we een FOR-loop.

Een FOR-loop gebruik je als je van tevoren precies weet hoe vaak bepaalde code herhaald moet worden. Omdat je precies weet hoeveel plekken een array heeft, is een FOR-loop heel handig om te gebruiken met een array. En dat gaan we in het volgende hoofdstuk bekijken.

FOR-loop

In programmeren is een loop (Engels: dus uitgesproken [loep]) een herhalingslus. De termen loop, lus, of herhalingslus worden door elkaar gebruikt.

In veel programma´s wordt dezelfde code vaak meerdere malen uitgevoerd. Als dat zo is, is een lus een handige constructie om te gebruiken. Een lus betekent dat op een bepaald punt gestart wordt, het beginpunt van de lus. De statements in de lus worden uitgevoerd, tot het eindpunt van de lus is bereikt. Afhankelijk van de uitkomst van de statements, wordt teruggegaan naar het beginpunt van de lus, of de lus wordt verlaten.

Er zijn verschillende soorten herhalingslussen:

  1. FOR-loop: FOR {bepaald aantal stappen} DO {Statements}
  2. WHILE-loop: WHILE (Conditie=True) DO {Statements}
  3. DO-loop: DO {Statements} UNTIL (Conditie = True)

We beginnen hier met de FOR-loop.

FOR-loop in FLowgorithm

De FOR-loop is een herhalingslus, waarbij bekend is hoe vaak de statements in de loop, of lus, herhaald moeten worden. In Flowgorithm ziet een For-loop er zo uit:

Naar een FOR-loop

Bekijk de 2 onderstaande programma´s. Ze doen hetzelfde. Alleen het programma links is zonder en het programma rechts is met 1 FOR-loop gemaakt.

Hoe je het programma rechts maakt, kun je in deze video zien.  

Een 2e FOR-loop

Open dan ForLoop_array_2.fprg: Hier zijn 2 FOR-loops: 1 voor de invoer en 1 voor de uitvoer

Vergelijk deze 2 programma´s, die hieronder naast elkaar staan. Welk programma vind je het handigste?

Array vullen met random getallen

We bekijken de FOR-loop aan de hand van een ander voorbeeld. In onderstaand programma wordt een array van integers gedeclareerd, met 5 plekken: rij[5]

In een lus wordt deze array gevuld met 5 random getallen. In Flowgorithm bestaat de functie random(x), die wordt hier gebruikt, met x = 100. Dat betekent dat elke plek in de array een random, dus willekeurig getal krijgt tussen 0..100.

Het groene blokje betekent dat op het moment van de screenshot die stap werd uitgevoerd.

In het Variable Watch window rechts zie je welke plekken in de array al een waarde hebben en welke nog niet. De variabele i heeft op dat moment waarde 2.

Een video hoe je dit maakt vind je in

Voor meer informatie over de functie random(x), zie hier

 

Zelf maken 1: random rij getallen

Bouw het programma van de vorige pagina na en run het stapsgewijs.

 

 

 

Doe dit als volgt:

  1. Maak een nieuw programma en declareer een array voor Integers met 5 plekken
  2. Declareer een variabele i, van type Integer
  3. Doorloop met de variabele i de array in een FOR-loop
  4. Vul plek rij[i] met een random getal: rij[i] = random(100)
  5. Zorg dat het Variable Watch window aanstaat (vergeten waar het zit: bekijk nogmaals dit filmpje) en bekijk wanneer de variabele i en de plekken in de array een waarde krijgen.

 

Uitwerking kun je vinden in: ForLoop1RandomRij.fprg

Zelf maken 2: Rij getallen optellen

Gebruik het programma uit oefening 1. Zorg dat de getallen in de array bij elkaar opgeteld worden en dat het resultaat van deze optelling naar de console wordt geschreven.

Doe dit als volgt:

  1. Bepaal hoe je het resultaat berekent als je 5 willekeurige getallen optelt.
  2. Gebruik een extra variabele om dit resultaat in op te slaan. Noem deze bv. som
  3. Geef deze variabele als beginwaarde 0
  4. Bekijk hoe je voor de optelling een loop kunt gebruiken. Tip: Stap 1 is: som = som + getal1. Wat zijn de volgende stappen? (Bedenk dat het =-teken wordt gebruikt om een toekenning uit te voeren. Som wordt de waarde van variabele som + de waarde van variabele getal1)
  5. Maak gebruik van het feit dat de getallen in het array opgeslagen zijn, waarbij elke plek in het array genummerd is, van 0..5. De getallen, die je op wilt tellen, staan in rij[0]..rij[5]
  6. Tel in de FOR-loop bij de variabele som steeds de waarde van rij[i] op: som = som + rij[i]
  7. Laat, als de FOR-loop klaar is, de waarde van de variabele som naar het console schrijven, met Output “De som van de getallen is: ” & som. Denk aan het &- teken om uitvoer aan elkaar te koppelen
  8. Zie: ForLoop2_SomGetallenArray.fprg voor het eindresultaat en vergelijk het met je eigen programma
  9. Gebruik hetzelfde programma om ook het gemiddelde te geven.

Zelf maken 3: Fibonacci-getallen

De Fibonacci getallen zijn een reeks getallen, waarbij het volgende getal ontstaat door de 2 vorige getallen op te tellen. De reeks begint bij 0 en 1. In deze oefening zet je de eerste 10 getallen in een array, door de 2 vorige getallen op te tellen en op de volgende plek te zetten

  1. Maak een array fib van integers met 10 plekken
  2. Maak fib[0] = 0, fib[1] = 1
  3. Maak een variabele om de array mee door te lopen en vul de array met de eerste 10 Fibonacci-getallen. Bekijk het voorbeeld hieronder, maak het na, of gebruik ForLoop5_Fibonacci_Stap1.fprg en maak het af.
  4. Uitwerking in: ForLoop5_Fibonacci.fprg

 

Zelf maken 4: Graden Kelvin, Celsius en Fahrenheit

Toevoeging van Kyle en Gijs

Er zijn drie verschillende eenheden om de temperatuur te meten, dit zijn: Fahrenheit, Celsius en Kelvin. Het doel van dit programma is dat je de verschillende soorten eenheden in een tabel laat zetten d.m.v. een for-loop. Hierbij zet je het maximaal aantal Fahrenheit op 200 en laat je elke keer een stapje van 10 Fahrenheit maken. Zorg ervoor dat boven de tabel die als output komt de volgorde staat (van eenheden) waarin de temperaturen staan

 

Kom je er niet helemaal uit? Volg dan dit stappenplan:

1. Maak van de verschillende eenheden een real variabele. ( Real Fahrenheit, Real Celsius en Real Kelvin)

2. Zorg ervoor dat boven de tabel die als output komt de volgorde staat (van eenheden) waarin de temperaturen staan (Fahrenheit, Celsius en Kelvin.)

3. Maak een for-loop aan.

4. Zorg dat je het aantal Fahrenheit van 0 tot 200 lopen, met stapjes van 10

5. Zet in de For-loop de berekening van het aantal Fahrenheit -> Celsius, en van Celsius -> Kelvin.

6. Als laatste zorg je dat je output weergegeven wordt als Fahrenheit = Celsius = Kelvin

 

Weet je niet hoe je de berekening maakt van Fahrenheit -> Celsius?

Celsius = (Fahrenheit - 32) * 5/9

 

Weet je niet hoe je de berekening maakt van Celsius -> Kelvin?

Kelvin = Celsius + 273.15

Uitwerking van dit programma staat in: Graden.fprg

Zelf maken 5: Kleuren mengen

Deze opdracht gaat over de kleur paars die door blauw en rood gemaakt wordt. De kleur paars wordt gemaakt door een onbekende hoeveelheid van blauw en rood, deze hoeveelheden zijn ieder maximaal 10. Zorg dat blauw en rood zo’n hoeveelheid random toegekend krijgen, gebruik hierbij een array genaamd Kleur en maak gebruik van een FOR-loop waarmee je ook de uitkomsten van deze hoeveelheden weergeeft. Laat ten slotte zien wat de uiteindelijke hoeveelheid van paars is.

Een screenshot hiervan kun je vinden in Kleurenmengen.png

Bepaal de juiste plek

Conditie

Een conditie is een voorwaarde. Je hebt er al kennis mee gemaakt met de logische puzzels in het hoofdstuk over booleans.

ALS in deze kamer een tijger zit DAN zit in de andere kamer een dame.

Als je een programma doorloopt van begin tot eind, dan komt er vaak een moment waar een keuze of een beslissing genomen moet worden. Het pad wat daarna genomen wordt is afhankelijk van de uitkomst van de keuze of beslissing.

Vaak zeg je dan ALS dit waar is DAN moet dit gebeuren

  • ALS de suiker op is DAN moet ik geen suiker meer eten OF ik moet naar de winkel
  • ALS het mooi weer is DAN zet ik de stoelen buiten

In programmeren wordt dat vertaald naar een IF-statement, zoals bv.

  • IF bmi-waarde > 25 THEN GeefWaarschuwingOvergewicht
  • IF bmi-waarde < 18,5 THEN GeefWaarschuwingOndergewicht

In Flowgorithm ziet een conditie, oftewel IF-statement er zo uit:

Maken: Minimum en maximum

We kijken naar een voorbeeld uit het vorige hoofdstuk, waar een aantal getallen bij elkaar opgeteld werd en gaan het uitbreiden door het minimum en maximum in de rij te vinden. Hiervoor voegen we een conditie toe. Het programma dat je hiervoor als start kunt gebruiken staat in ForLoop2_SomGetallenArray.fprg

Stappenplan: Tip: teken eerst een programmadoorloop op papier, dat geeft overzicht

  1. Open ForLoop2_SomGetallenArray.fprg en voeg 2 variabelen toe: max en min. Zet deze beide getallen op de 1e waarde uit de rij, dus rij[0]. Bedenk goed op welke plek je dit doet. rij[0] moet al wel een waarde hebben. Tip: run je programma tussendoor, zodat je fouten direct opmerkt
  2. Doorloop de rij met een tweede FOR-loop. Als een getal groter is dan max, ken deze waarde dan toe aan max. Is er een getal kleiner dan min, ken deze waarde dan toe aan min
  3. Laat het minimu en maximum naar het scherm schrijven en controleer of het klopt
  4. Een uitwerking kun je vinden in: ConditieMinMax.fprg

Maken: Even of oneven

Stel je voor: Je wilt weten of een ingevoerd getal even of oneven is. Als het even is en je deelt het door 2, dan is de restwaarde 0. Is het oneven en je deelt het door 2, is de restwaarde 1. In Flowgorithm bestaat daar een kant & klare functie voor: mod of %

Bv.: 45 mod 2 = 1, want 45 is oneven. 46 mod 2 = 0, want 46 is even. De modulo-functie geeft dus de restwaarde.

Wil je weten of een getal deelbaar is door 3, dan doe je mod 3, bv. 15 mod 3 = 0. En 35 mod 3 = 2. De restwaarde kan dan 0, 1 of 2 zijn.


Bekijk eerst de volgende tabel:

 

 

 

 

 

 

 

 

  • Voor de Modulo-functie kun je in Flowgorithm zowel % als mod gebruiken.
  • Om te kijken of een variabele gelijk is aan een bepaalde waarde, Equality, kun je zowel == als = gebruiken.
  • Maak het programma en vergelijk het met EvenOFOneven.fprg

Voorbeelden

Bekijk onderstaande programma´s en maak ze na in Flowgorithm. Ze doen beide hetzelfde.

 

 

 

 

 

 

Zelf maken 1: BMI

Open het programma ZelfToepassenBmi.fprg of je eigen programma, waarin je de BMI-waarde uitrekende voor een gegeven gewicht en lengte. BMI =  Gewicht gedeeld door lengte in het kwadraat. Voeg hieraan een waarschuwing toe: ALS de bmi > 25, geef dan een waarschuwing voor overgewicht. ALS de bmi < 18,5 geef dan een waarschuwing voor ondergewicht. Zorg dat de gebruiker zijn gegevens goed invoert, dus in meters of centimeters, afhankelijk hoe je het maakt en test of de uitvoer klopt.

Een uitwerking kun je vinden in Conditie1_BmiWaarschuwing.fprg

Zelf maken 2: Positief, negatief of nul

Maak een programma wat het volgende doet: Laat een geheel getal invoeren en controleer of het getal positief, negatief of nul is en geef adequate uitvoer.

Uitwerking in Conditie2_PosNegNul.fprg

Zelf maken 3: Grootste getal

Maak een programma dat het volgende doet: Laat 2 getallen invoeren en geef het grootste getal weer. Handel ook correct af als de getallen gelijk zijn.

Uitwerking in Conditie3_Grootste.fprg

Zelf maken 4: Som is even of oneven

Maak een programma dat het volgende doet: Maak een array van 5 integers en vul het met random getallen, zoals in een vorige oefening. Voeg 2 variabelen toe: SomOneven en SomEven. Doorloop de array met een FOR-loop en tel zowel de oneven getallen in SomOneven als de even getallen in SomEven op. Laat deze 2 variabelen naar het scherm schrijven.

Uitwerking in Conditie4_SomEvenOneven.fprg

Zelf maken 5: Minimum en maximum

Maak een programma dat een array van 5 plekken met random getallen vult. Bepaal van deze getallen het kleinste en het grootste getal en laat deze naar het scherm schrijven.

Om wat duidelijkheid te krijgen in dit algoritme:

  • Hieronder staat het algoritme, maar de stappen staan in de verkeerde volgorde.
  • Sleep de stappen in de juiste volgorde en maak daarna het programma

Uitwerking in ConditieMinMax.fprg

Zelf maken 6: Van binair naar decimaal

Maak een programma dat een binair getal als invoer vraagt, met maximaal 5 nullen en enen en zet het om naar zijn decimale equivalent

Maak eerst een stappenplan en zorg dat je het algoritme snapt

Stap 1

Ontdek hoe een decimaal getal opgebouwd is. Neem een laag getal: 13

Je werkt van rechts naar links en de exponent begint bij 0.

Het basisgetal is 10. Je krijgt dan: 13 = 3 * 100 + 1 * 101 = 3*1 + 1*10 = 13

Voor het getal 18 gaat het zo:18 = 8 *100 + 1*101 = 8 + 10 = 18

Stap 2

Zo werkt het ook met binaire getallen. Daar is het basisgetal geen 10, maar 2. Neem een binair getal: 1 0 0 1

Je werkt van rechts naar links en de exponent begint bij 0. Het basisgetal is 2.

Bv.: 1  0 1 1 = 1*20 + 1*21 + 0*22 + 1*23 = 1*1 + 1*2 + 0*4 + 1*8 = 11 (elf, decimaal)

Nu in Flowgorithm

  1. Bedenk dat een array bij plek 0 begint. Hier kun je handig gebruik van maken als je deze oefening maakt in Flowgorithm. Een getal begint bij 20
  2. Maak een nieuw programma aan in Flowgorithm
  3. Maak een array van 5 plekken: Je gaat een binair getal vragen aan de gebruiker van maximaal 5 enen en nullen
  4. Het decimale getal komt in een variabele: decimaal. Maak die en zet deze op 0
  5. Maak om de array te doorlopen een variabele i aan
  6. Vraag de gebruiker om een binair getal met maximaal 5 nullen en enen. Laat de gebruiker het binaire getal stapsgewijs geven van rechts naar links
  7. Zet de nullen en enen in een array in een FOR-loop.
  8. Test in de FOR-loop of de gebruiker een 0 of een 1 invoert. Als er een 0 ingevoerd wordt, hoog je de variabele decimaal op als volgt: decimaal = decimaal + 2i Op deze manier maak je gebruik van de genummerde plek in de array
  9. Zie voor een voorbeeld: ForLoopBinairNaarDecimaal.fprg

 

Zelf maken 7: Van Celsius naar Fahrenheit

Toevoeging van Stan

Celsius naar Fahrenheit en omgekeerd

Niet overal ter wereld wordt voor temperatuur de eenheid Celsius gebruikt. In Amerika wordt bijvoorbeeld Fahrenheit gebruikt. Het doel van deze opdracht is om een temperatuur in graden Celsius of Fahrenheit (eigen keuze van de gebruiker) om te zetten naar de andere eenheid.

De formules zijn:

  • °C = (°F-32)*5/9
  • °F = (°C*1.8)+32

Uitwerking in CelsiusFahrenheit.fprg

Zelf maken 8: Kijk uit bij onweer!

Toevoeging van Stan

Onweer is gevaarlijk en je moet dus ook op tijd binnen zijn. Als je telt vanaf de flits tot aan het geluid is je afstand tot het onweer in km: tijd/3. Op 5km afstand of meer is er nog niet zo veel aan de hand. Op 3-5km afstand wordt het misschien tijd om een schuilplaats te gaan zoeken. Vanaf 3km of minder moet je zo snel mogelijk een schuilplaats hebben. Gebruik deze info om de gebruiker een tijd in te laten voeren en vervolgens een advies te geven op basis van de afstand tot het onweer.

Uitwerking in TijdOnweer.fprg

While-loop

Bij programmeren bestaan meerdere vormen van herhalingslussen. Tot nu toe is in de oefeningen de FOR-loop gebruikt. Die gebruik je als je weet hoe vaak een blok statements uitgevoerd moet worden. Niet vaker en niet minder vaak.

In dit hoofdstuk bekijken we een ander soort loop: De While-loop.

In Flowgorithm ziet een While-loop er zo uit
In Flowgorithm ziet een While-loop er zo uit

Verschil FOR- en WHILE-loop

De FOR-loop is heel handig als je precies weet hoe vaak een stukje code herhaald moet worden.

Aan het plaatje links zie je dat: Steeds wordt de volgende (next) stap genomen, totdat het aantal van tevoren bepaalde stappen klaar is (done).

Weet je het aantal stappen niet, of is het afhankelijk van bv. de uitkomst van een test of een keuze, dan is een FOR-loop vaak niet de meest efficiënte manier. De kans bestaat dat de code te vaak uitgevoerd wordt en dat is zonde van de rekentijd. Het programma duurt dan langer dan nodig is.

Een WHILE-loop kan dan een betere keus zijn.

Als er in een stap in een algoritme iets voorkomt als:

ZOLANG (Dit waar is) (Voer deze statements uit)

….. vertaal je dit naar:

WHILE Conditie = True {Statements}

En dit betekent: Zolang aan de conditie voldaan wordt, worden de statements uitgevoerd

Dit zie je aan het plaatje rechts: Zolang de conditie True is, worden de statements herhaald, zodra de conditie False wordt, wordt de While-loop verlaten.

 

Wanneer kies je voor een WHILE-loop?

De eindeloze lus

In de FOR-loop wordt de loop-variabele steeds veranderd. De programmeur hoeft daar niet aan te denken, het gebeurt vanzelf. Als je dit vergeten bent, bekijk dan dit filmpje nog een keer. De variabele i is hier de loop-variabele en die wordt binnen de FOR-loop steeds opgehoogd, totdat hij niet meer in de loop ´past´ en de loop wordt verlaten.

Een belangrijk verschil tussen de WHILE-loop en de FOR-loop is, dat in een WHILE-loop de loop-variabele veranderd moet worden door de programmeur. Als dat vergeten wordt, bestaat de kans dat het programma in een oneindige lus terecht komt.

Dit is een gevaar, dat erg bekend is in de programmeerwereld.

Nogmaals de vorm van de WHILE-loop:

WHILE Conditie = True {Statements}

Als altijd aan de conditie wordt voldaan, dus de conditie blijft eeuwig True, worden de statements eindeloos vaak uitgevoerd. Je hebt dan een eindeloze lus gemaakt en daar komt het programma niet meer uit.

Het is dus zaak binnen de WHILE-loop te zorgen dat op een gegeven moment de conditie ONWAAR wordt. Dan houdt de WHILE-loop op, de WHILE-loop wordt verlaten en het programma kan verder met de statements die na de WHILE-loop komen.

Ontdek het zelf

Ontdek de oneindige loop

Om een WHILE-loop te gebruiken, moet je dus een conditie bepalen, om de loop in te gaan en de conditie moet veranderen om de loop weer te verlaten.

Om een oneindige loop te ontdekken, kun je de volgende vragen stellen:

  1. Verandert de loop variabele tijdens de loop? Zo nee, dan kan het programma de loop nooit verlaten
  2. Verandert de loop variabele wel, maar niet op de goede manier?

Bekijk de afbeelding hieronder. Waar zitten in deze programma´s de oneindige loops?

Maak ze na en run ze.

 

Zelf maken 1: Bevolking sterft uit

Maak een programma dat tijdens een pandemie:

  • Het aantal dagen geeft, voordat de bevolking uitgestorven is
  • Als invoer wordt de grootte van de bevolking gegeven
  • Gegeven is verder dat het aantal mensen dat per dag ziek wordt iedere dag 2 keer zo hoog wordt.

  1. Maak dit programma na in Flowgorithm, zorg dat het Variable window en de console zichtbaar zijn en voer als bevolking 17000000 in. Wat is de uitkomst?
  2. Verander nu aantalzieken = 0 op de plek waar staat: aantalzieken = 1. Wat gebeurt er nu? Hoe komt dat?
  3. Verander het aantalzieken weer terug naar 1. Wat gebeurt er als je 3000000000 invoert? (3 miljard)
  4. De variabele aantalzieken bevat het aantal mensen, dat per dag ziek wordt. Nu willen we ook weten hoeveel mensen er in totaal ziek zijn geworden. Voeg hiervoor een nieuwe variabele toe: totaalaantalzieken. Initialiseer totaalaantalzieken op 1. Zorg dat deze variabele op de juiste plek opgehoogd wordt met het aantalzieken
  5. Een uitwerking kun je vinden in : bevolkingsterftuit.fprg

 

Zelf maken 2: Maximale integer-waarde

Neem als start het programma van Zelf maken 1: Bevolking sterft uit.

Als je 1 miljard invoert als bevolkingsgrootte werkt het programma nog wel, 2 miljard niet. De maximale waarde van een integer is 2147483647, maar in Flowgorithm is het dus lager. Schrijf een programma dat uitzoekt hoe groot de maximale waarde van een integer is in Flowgorithm.

Uitwerking in maximumInteger.fprg

Zelf maken 3: Vind de delers van een getal

Maak een programma dat als invoer een geheel getal vraagt onder de 100 en als uitvoer alle getallen geeft waar dit getal deelbaar door is.

Bv. als de invoer 12 is, moet de uitvoer worden: 1, 2, 3, 4, 6, 12

Het is handig om van zo´n opdracht eerst een tekening te maken of stappenplan. Zo wordt het algoritme duidelijker.

Stappenplan:

  1. Vraag om een getal
  2. Maak een variabele deelbaarDoor en deze start bij 1 (ieder getal is deelbaar door 1)
  3. De WHILE-loop: Hoog deelbaarDoor steeds op, totdat deelbaarDoor gelijk is aan de helft van het ingevoerde getal (in Flowgorithm bestaat de div-functie niet, dus dat moet je anders oplossen)
  4. Binnen de WHILE-loop moet een test uitgevoerd worden: Als (getal mod deelbaarDoor = 0) laat dan de waarde van de variabele deelbaarDoor naar het scherm schrijven, want het getal is daar deelbaar door.

Een voorbeeld kun je vinden in: deelbaarDoor.fprg

Zelf maken 4: Decimaal getal omzetten naar een binair getal

Maak een programma dat een decimaal, geheel getal als invoer vraagt en zet het om naar zijn binaire equivalent.

Je hebt hiervoor 2 bewerkingen nodig: de restwaarde en een deling door 2

Dit algoritme gaat als volgt:

  1. Neem een positief geheel getal
  2. Zolang het getal <> 0 is, doe
  3. Als bij het delen door 2 de restwaarde 1 is (het getal was oneven) schrijf dan een 1 op, anders (het getal was even) schrijf een 0 op
  4. Deel het getal door 2 en ga met deze nieuwe waarde  verder
  5. Ga terug naar stap 1

 

Voorbeeld:

  1. Getal = 7
  2. 7 <> 0
  3. Restwaarde = 1 (7 is oneven): schrijf een 1 op
  4. Deel 7 door 2: Dit wordt 3 en doorloop de stappen nogmaals, nu met 3
  5. 3 <> 0
  6. Restwaarde = 1 (3 is oneven): Schrijf een 1 op
  7. Deel 3 door 2: Dit wordt 1 en doorloop de stappen nogmaals, nu met 1
  8. 1 <>0
  9. Restwaarde = 1 (1 is oneven): schrijf een 1 op
  10. Deel 1 door 2: Dit wordt 0
  11. Het getal is 0 geworden en de loop stopt. Je hebt nu, van rechts naar links: 111
  12. Controle: 1 1 1 = 1*2^0 + 1 * 2^1 + 1*2^2 = 1 +2 + 4 = 7.
  13. Het klopt. Decimaal 7 = binair 1 1 1

 

Opbouwen in Flowgorithm:

Neem bovenstaand algoritme:

  1. Neem een positief geheel getal {vraag de gebruiker om een geheel positief getal}
  2. Zolang het getal <> 0 is, doe {een while-loop, als het getal 0 is, spring dan naar stap 6}
  3. Als bij het delen door 2 de restwaarde 1 is (het getal was oneven) schrijf dan een 1 op, anders (het getal was even) schrijf een 0 op {een if-statement: if getal mod 2 = 0, geef als uitvoer een 0; if getal mod 2 = 1, geef als uitvoer een 1}
  4. Deel het getal door 2 en ga met deze nieuwe waarde  verder { getal = getal /2 of….dit is tricky: je moet met een geheel getal verder, dus dit werkt alleen als het getal even is. Wat doe je met een oneven getal op deze plek?}
  5. Ga terug naar stap 1
  6. Klaar. Het binaire getal is van rechts naar links gegeven, oftewel van boven naar beneden.
  7. Extra: Zorg voor een mooie uitvoer van links naar rechts

 

Voorbeeld in Flowgorithm: DecimaalNaarBinair.fprg

Zelf maken 5: Wanneer is het concert van Green Day uitverkocht?

Toevoeging van Dorien en Bridget

Stel er is een concert van Green Day op 14 augustus. Het concert is in het stadspark in Groningen. Hier zijn alleen staanplaatsen. Er is plaats voor 1000 mensen. Hoeveel mensen er het 1e uur binnenkomen, moet de gebruiker ingeven. Ieder uur daarna is het aantal binnenkomers 2 personen méér. Green Day wil graag weten over hoeveel uur alle staanplaatsen verkocht/in gebruik zijn. Maak een programma waarin Green Day kan zien hoelang dit duurt. Tip voor als je vastloopt: er zijn 1000 plaatsen beschikbaar en de mensen komen per uur binnen. Zorg ook voor adequate uitvoer.

Uitwerking: concert-opdracht.fprg

Klassiek algoritme: Binary search

Binary Search is een klassiek algoritme. Het is een spelletje. De computer neemt een random getal, bv. tussen 1 en 30. De speler gokt wat het zal zijn en krijgt iedere gok te horen of zijn gok te hoog of te laag is, of dat hij het goed gegokt heeft. De bedoeling is het getal in zo min mogelijk stappen te raden.

Maak ook hier eerst een tekening of stappenplan:

  1. Laat het programma een random getal bepalen
  2. Laat de gebruiker een getal invoeren
  3. Als het getal direct geraden is, is het programma klaar
  4. Zolang het getal nog niet geraden is doe het volgende
    1. Is het ingegeven getal hoger of lager dan het random getal van het programma
    2. Geef een geschikte boodschap en vraag om een volgende invoer van de gebruiker
  5. Klaar? Het getal is geraden. Feliciteer de gebruiker
  6. Toevoegen: Tel het aantal keren dat de gebruiker een getal moest geven

Je kunt een voorbeeld van dit programma vinden in binarySearch.fprg

Klassiek algoritme: Bubble sort

Bubble sort is een klassiek algoritme, dat een ongesorteerde rij getallen sorteert. Sorteeralgoritmes zijn heel belangrijk in de informatica. Hoe groter gegevensverzamelingen zijn, hoe meer tijd het kost om deze te sorteren. Denk aan boektitels of klantenbestanden. Hoe efficiënter het sorteren werkt, hoe minder tijd en geheugen dit kost.

Bubble sort is één van die sorteeralgoritmes. Niet het meest efficiënte, maar wel goed om mee te oefenen met programmeren.

Bekijk de volgende video´s om te ontdekken hoe dit algoritme werkt:

  1. Video over sorteren van boeken
  2. Bubble en quick sort met een bijziende robot

Bubble sort: Unplugged

Om zelf te oefenen hoe dit werkt, bekijk dan eerst dit filmpje en doe dit zelf na met 10 spelkaarten. Bekijk of je met 2 of 3 personen een aanpak kunt vinden om een stapel kaarten te sorteren. Elk vervult een rol: Vergelijker, uitvoerder en teller. (met z´n 2-en? Laat dan de teller weg)

  1. 1 vergelijker: Deze krijgt 2 kaarten te zien en wijst de laagste aan
  2. 1 uitvoerder: Deze laat kaarten zien aan de uitvoerder en legt, zonder de kaarten te zien, de kaarten neer, op aanwijzing van de vergelijker. Hij kan de kaarten wel schuiven
  3. 1 teller: Deze kijkt of het goed gaat en telt het aantal malen dat de vergelijker aangeeft welke kaart lager is

 

  • Bedenk een gezamenlijke aanpak. Oefen deze om te kijken of hij goed gaat
  • De uitvoerder schudt de kaarten en legt ze voor zich neer, afbeelding naar beneden
  • Beschrijf de gevolgde aanpak en schrijf op hoeveel stappen jullie nodig hadden

Bubble sort in Flowgorithm

Om Bubble sort in Flowgorithm te maken, maak je weer eerst een stappenplan om het algoritme te ontdekken:

  1. Zorg dat je een ongesorteerde rij hebt van gehele getallen. Dit heb je hier al gemaakt
  2. Zorg voor een variabele i, waarmee je de array doorloopt
  3. Nu vergelijk je getal1 en getal2 in de rij. Als getal2 groter is dan getal1, dan swap je ze. Om te swappen heb je een extra variabele nodig. Hoe je de waarden van 2 variabelen swapt heb je hier gedaan.
  4. Dan vergelijk je getal2 en getal3 en swap je ze zonodig
  5. Dit herhaal je, tot je de laatste 2 getallen hebt vergeleken en eventueel geswapt.
  6. Wat weet je nu zeker?
  7. Maar je bent nog niet klaar, dus je begint weer van voren af aan
  8. Wat weet je zeker na 2 doorlopen?
  9. Dit herhaal je, tot de hele rij gesorteerd is
  10. Hoeveel vergelijkingen heb je nodig?
  11. Wat doe je als de rij toevallig al helemaal gesorteerd is? Hoeveel vergelijkingen moet je dan maken?
  12. Tip: Maak dit programma eerst met 2 FOR-loops, daarna met een WHILE-loop. Uitwerking met WHILE-lus: Bubblesort.fprg

Functies

Heb jij al een veterdiploma?

Stel je voor: Een robot moet leren veters strikken om de kleuterjuf te ontlasten. Hij krijgt een testprogramma om te kijken of hij alle stappen in de goede volgorde doet.

Hieronder een stukje van dit programma.

Het is te lang voor 1 pagina en je ziet dat code zich herhaalt. 

Herhaling van code

Als je een lang programma hebt, kan het onoverzichtelijk worden. Ook kan het zijn dat een stuk code vaker uitgevoerd moet worden. In zulke gevallen is het handig een stuk code in een aparte functie te stoppen.

Voordelen van het gebruik van functies:

  1. Overzichtelijkere programma’s
  2. Een functie kan hergebruikt worden
  3. Door een duidelijke naamgeving, waaruit blijkt wat de functie doet, wordt je programma leesbaarder
  4. Als je ervoor zorgt dat de in- en uitvoer hetzelfde blijven, kun je je code steeds verder verfijnen

Functies in Flowgorithm

 

Eigenschappen van een functie in Flowgorithm:

  1. Een functie moet een naam hebben. Met de naam wordt de functie aangeroepen
  2. Een functie wordt aangeroepen vanuit het hoofdprogramma, de Main, of vanuit een andere functie. Dit gaat met een Call-statement, zoals je in de afbeelding hierboven kunt zien.
  3. Met de aanroep van de functie kunnen waarden van variabelen meegegeven worden. Dit gebeurt in de functie-aanroep door middel van parameters. Hoe dat gebeurt wordt verderop uitgelegd
  4. Een functie kan een waarde teruggeven: Een integer, een string, een boolean. Ook dat wordt verderop uitgelegd

 

Eenvoudige functie: Groet

Bekijk onderstaande afbeeldingen en open voor dit voorbeeld het bijbehorende bestand: functie0_groet.fprg

In het hoofdprogramma, Main, wordt de functie groet aangeroepen. In deze functie wordt als uitvoer gegeven: Hello world

Vanuit de Main wordt de functie Groet aangeroepen

 

De functie Groet

 

Bekijk dan in dit filmpje hier hoe je dit programma maakt met een functie en hier voor een voorbeeld met invoer van de gebruiker

Functie Groet met parameter

In het vorige voorbeeld werd de functie groet aangeroepen vanuit het hoofdprogramma, de Main, en werd “Hello world” naar het scherm geschreven. Nu gaan we een stap verder. We willen dat de gebruiker een tekst invoert en dat deze tekst in de functie groet naar het scherm wordt geschreven. Dit betekent dat de tekst, die de gebruiker geeft, doorgegeven moet worden aan de functie groet. Dat gebeurt doormiddel van een parameter.

Parameter

Een parameter is een speciale variabele, die in de declaratie van de functie staat. In de declaratie kunnen ook meerdere parameters staan.

Argument

Op het moment dat de functie aangeroepen wordt, krijgt de parameter zijn waarde. Deze waarde wordt argument genoemd

 

Functie Groet met parameter (vervolg)

Bekijk de volgende afbeeldingen. In het hoofdprogramma, de Main, wordt om input van de gebruiker gevraagd. De variabele boodschap van type String krijgt als waarde de invoer van de gebruiker. De waarde van boodschap, het argument, wordt vervolgens meegegeven tijdens de aanroep van de functie groet.

De functie groet heeft 1 parameter, de variabele tekst, van datatype String. Bij de aanroep van de functie groet krijgt de variabele tekst de meegegeven waarde vanuit het hoofdprogramma. Binnen de functie groet wordt dan de tekst naar het scherm geschreven.

 

Klik voor een filmpje over deze functie hier, een uitwerking van dit programma staat in: functie0_groet2.fprg

Controle tijdens het uitvoeren van een programma

Als een programma gerund wordt, heeft eerst het hoofdprogramma de controle. Zodra een functie aangeroepen wordt en uitgevoerd gaat worden, wordt de controle overgedragen aan deze functie. Als de functie klaar is, wordt de controle weer teruggegeven aan het hoofdprogramma. De controle volgt de doorloop van het programma.

Zelf maken: Veters strikken

Open het bestand VetersStrikken.fprg

Onderstaand blok wordt een aantal keren herhaald.

 

 

Stappenplan:

  1. Sla het programma op met de naam: VetersStrikkenMetFunctie. Zo raak je de originele code niet kwijt. Je hebt nu een kopie
  2. Maak met de functiemanager een functie, noem die Klaar en geef hem een parameter van type String: JaOfNee
  3. Kopieer het blok wat in het hoofdprogramma herhaald wordt naar deze functie
  4. Verander wel de variabele keuze naar JaOfNee. De variabele keuze is namelijk niet bekend in de functie Klaar
  5. Overal waar dit blok voorkomt in het hoofdprogramma vervang je dit door een aanroep, waarbij je de waarde van de variabele keuze meegeeft als argument
  6. Run het en kijk of het goed ging!

Bekijk een video van dit stappenplan hier

Teruggeven van een waarde

Wat vaak heel handig is, is dat een functie een waarde terug kan geven. Een Integer, een Boolean, een String of een Real. Geen array, een array kan wel via een parameter meegegeven worden. We bekijken voorbeelden van functies die een waarde teruggeven.

Returnwaarde: Integer

In onderstaand hoofdprogramma, Main, krijgen 2 variabelen, getal1 en getal2, ieder een waarde, die de gebruiker invoert. In de Output wordt de functie add aangeroepen, met als argumenten de waarden van getal1 en getal2. Op het moment dat de functie add aangeroepen wordt krijgen de parameters nummer1 en nummer2, in de aanroep van de functie, de waarden van getal1 en getal2 toegekend. Binnen de functie add worden de waarden van nummer1 en nummer2 opgeteld en het resultaat van deze optelling wordt toegekend aan de variabele som. De waarde van deze variabele som wordt teruggegeven en is de returnwaarde van de functie.

Een uitwerking hiervan staat in Optellen2Getallen.fprg

 

Bereik van een variabele

 

We bekijken nogmaals dit programma

In ht hoofdprogramma, Main, worden 2 variabelen gedeclareerd, getal1 en getal2. Deze variabelen zijn alleen bekend in dit stuk programma, dus de Main. De functie add kent deze variabelen niet.

De functie add worden de variabelen nummer1 en nummer2 als parameters gedeclareerd en de returnvariabele som. Deze drie variabelen zijn op hun beurt alleen bekend in de functie add.

Bedenk, dat als de functie klaar is, de waarde van de variabele som wordt teruggegeven, niet de variabele zelf.

Returnwaarde: Boolean

In het volgende programma wordt om 2 getallen gevraagd. Dan wordt er gekeken of de som, dus de optelling, van deze 2 getallen groter is dan 50. Als dat zo is, wordt de boolean groterdan50 True. De waarde van deze boolean wordt teruggegeven.

Een uitwerking hiervan staat in: Som2GetallenMeerdan50.fprg

 

Returnwaarde: Real

In dit programma worden graden naar radialen omgerekend en andersom, waarbij 2pi radialen ongeveer 360 graden is.

Uitwerking in: deg2radEnrad2deg.fprg en deg2radEnrad2degVraag2.fprg

Zelf maken: Functies in Flowgorithm

Controleer eventueel hier wat de mogelijkheden zijn in Flowgorithm.

Maak programma´s die het volgende doen:

  1. Maak het programma van de vorige pagina na en laat de gebruiker kiezen of hij een waarde van graden naar radialen wil laten omzetten of andersom
  2. Maak een nieuw programma. Laat 2 reële getallen invoeren. Laat in een functie uitrekenen hoe vaak het 1e getal deelbaar is door het 2e getal en geef het resultaat terug
  3. Vraag om een geheel getal en laat in een functie de som van de digits uitrekenen. Dus als de invoer 653 is, dan is de uitvoer 6+5+3=14, en 14 geeft 1+4=5
  4. Maak een nieuw programma. Laat 2 gehele getallen invoeren. Laat in een functie uitrekenen of het 1e getal deelbaar is door het 2e getal ZONDER gebruik te maken van de operatie mod. Dit programma is te vinden in integer checker.fprg en Geert heeft hier ook een video van gemaakt.

Tip: Maak eerst een stappenplan op papier

Zelf maken: Binary search als functie

Open het programma binarySearch, dat je gemaakt hebt in het hoofdstuk over de WHILE-Loop

Bekijk onderstaand Main-programma. BinarySearch is hier een functie geworden, die vanuit het hoofdprogramma wordt aangeroepen. BinarySearch wordt aangeroepen, zolang je wilt spelen.

Bouw je eigen Binary search om zodat het een functie wordt en maak het hoofdprogramma zoals in onderstaand voorbeeld na. (Zie: binarySearchVakerSpelen.fprg)

 

ASCII-tabel

In deze paragraaf leer je wat de ASCII-tabel is en leer je gebruik te maken van een paar functies, die Flowgorithm biedt: toCode(i), toChar(i)

ASCII-tabel

ASCII-code is een manier om letters, cijfers, leestekens en andere toetsen, zoals ENTER intern in een computer te representeren door een getal. Intern kan een computer tenslotte alleen met 1-en en 0-en omgaan. Als je wilt dat er bv. een “A” op het scherm geschreven wordt, wordt deze “A” omgezet naar een getal. “A” wordt weergegeven door 65. Een “a” wordt weergegeven door 97.

Bekijk een ASCII-tabel hier.

We gaan hier 2 functies bekijken, die Flowgorithm biedt om een teken om te zetten naar zijn ASCII-waarde, of om een ASCII-waarde om te zetten naar het bijbehorende teken.

  1. toChar(i): Deze zet een getal i om naar het bijbehorende teken uit de ASCII-tabel
  2. toCode(i): Deze functie zet een letterteken om naar de bijbehorende ASCII-waarde

Bekijk onderstaand programma. Dit geeft de ASCII-waarden van 97..122: Precies het alfabet van kleine letters. Maak het na en bekijk de uitvoer. Zie ASCIItabel.fprg voor een uitwerking

 

ASCIIwaarde van een letter

Onderstaand programma geeft de ASCII-waarde van een letterteken, met de functie toCode(letter). De variabele letter wordt als parameter meegegeven aan deze functie. Zie ASCIIwaardeLetter.fprg.

  1. Maak van dit programma een functie, die aangeroepen wordt vanuit het hoofdprogramma, waarbij je de letter meegeeft als parameter. In het hoofdprogramma geef je de gebruiker de keuze om nog een letter in te voeren, totdat hij niet meer verder wil.
  2. Combineer de functies: geef de gebruiker de mogelijkheid te kiezen of hij een letter om wil zetten naar ASCII-waarde, of van een in te voeren ASCII-waarde het bijbehorende teken wil

Over dit lesmateriaal

Leerdoelen

Met behulp van dit lesmateriaal worden de volgende leerdoelen bereikt

  1. Algoritmes
    1. De leerling weet wat een algoritme is en begrijpt de samenhang met computerprogramma´s
  2. Flowcharts
    1. De ll kan de werking van een programma aan de hand van een flowchart, die stappen, herhaling, keuze, variabelen en functies bevat, analyseren en bij een gegeven input de output beredeneren
    2. De ll kan eenvoudige flowcharts maken in het programma Flowgorithm met correct gebruik van variabelen, array´s, loops en functies
  3. Datatypes
    1. De ll kent de verschillende datatypes: Integer, string, boolean, real
    2. De ll weet welke waarden bij welk datatype horen
      1. Integer: Geheel getal, positief of negatief
      2. String: tekst
      3. Boolean: false of true
      4. Real: reëel getal
    3. De ll weet welk datatype een variabele moet krijgen in de context van een specifiek programma, bv.
      1. Om het resultaat van een deling op te slaan heb je een variabele van type real nodig
      2. Om een tekst in te kunnen voeren, heb je een variabele van type string nodig
    4. De ll weet welke operaties uitgevoerd kunnen worden met de verschillende datatypes
    5. De ll kent de volgorde van uitvoeren bij booleans: NOT, And, Or
  4. Variabelen
    1. De ll weet wat een variabele is
    2. De ll kan een eenvoudige code lezen en de waarden van een variabele bepalen
    3. De ll kan een eenvoudig probleem, bv het optellen van waarden omzetten naar code en op een correcte manier gebruik maken van variabelen
    4. De ll kan eenvoudige rekensommen laten uitvoeren en daarbij gebruik maken van minimaal 3 variabelen
    5. De ll kan de Swap-functie correct toepassen:

 

  1. Arrays
    1. De ll kan een eenvoudige code lezen en de waarden van een array bepalen
    2. De ll kan een eenvoudig probleem omzetten naar code en op een correcte manier gebruik maken van een array
    3. Voorbeelden van eenvoudige problemen:
      1. Random laten vullen van een array en dit naar het scherm laten schrijven
      2. De maximale waarde vinden in een array
      3. De waarden in een array op laten tellen
  2. Condities
    1. De ll weet wat een boolean is
    2. De ll kent de betekenis van AND, OR en NOT en weet de volgorde van uitvoeren
    3. De ll kan een eenvoudige logische puzzel oplossen
    4. De ll kan een eenvoudig logisch probleem omzetten naar een if-then-else statement
    5. De ll kan Binary search omzetten naar code
  3. Functies
    1. De ll kan in een eenvoudig algoritme bekijken of een gedeelte van de code beter in een functie gezet kan worden
    2. De ll kan een probleem omzetten naar code en hierbij efficiënt het gebruik van functies inzetten
    3. De ll snapt de functie van parameters en maakt hier gebruik van
  4. Loops
    1. De ll kan sorteeralgoritme Bubble sort omzetten naar correcte code, gebruik makend van een loop
    2. De ll kan 2 verschillende implementaties van Bubble sort met elkaar vergelijken en beredeneren welke het meest efficiënt is
  5. Fouten ontdekken
    1. De ll kent manieren om fouten te ontdekken en kan deze toepassen:
      1. Stapsgewijs door de code heenstappen
      2. De waarden van variabelen laten zien in het variable window

Lesmateriaal

Bij deze module horen veel uitgewerkte voorbeelden in Flowgorithm.

Je kunt dit opvragen door een mail te sturen naar: m.van.hooff@vlietlandcollege.nl

 

Reddit

Reddit thread Flowgorithm
Gebruik Reddit voor hulp bij problemen

  • Het arrangement Programmeren met Flowgorithm is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Marjolein van Hooff Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2021-11-10 09:41:21
    Licentie
    CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze cursus is bedoeld om vertrouwd te raken met basisconcepten voor programmeren, zoals variabelen, datatypes, array´s, loops, condities en functies. Ook wordt een aantal klassieke algoritmes behandeld, zoals Bubble sort en Binary search. Voor dit alles wordt het programma Flowgorithm gebruikt. Hierin leer je flowcharts maken, die je vervolgens kunt runnen. Het programma is onafhankelijk van een programmeertaal, maar de flowcharts kunnen daar wel naar omgezet worden. De cursus is bedoeld voor het vak informatica in de bovenbouw Havo/Vwo.
    Leerniveau
    HAVO 4; VWO 6; HAVO 5; VWO 4; VWO 5;
    Leerinhoud en doelen
    Informatica;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Trefwoorden
    array, conditie, flowchart, flowgorithm, functies, herhalingslussen, informatica, programmeren, variabelen

    Bronnen

    Bron Type
    Eerste flowchart in Flowgorithm
    https://youtu.be/btqNG6PT_74
    Video
    Korte rondleiding door Flowgorithm
    https://youtu.be/jK4mZfrSGT8
    Video
    "Hello World" - Simpel
    https://youtu.be/bidDt4zjQNw
    Video
    "Hello World" - iets ingewikkelder
    https://youtu.be/m720MRw26pU
    Video
    Een variabele declareren en een waarde geven en daarna het programma stapsgewijs runnen
    https://youtu.be/zxKgMnjbRE4
    Video
    Reddit thread Flowgorithm
    https://www.reddit.com/r/Flowgorithm/
    Link