Functies in Flowgorithm

 

Eigenschappen van een functie in Flowgorithm:

  1. Een functie moet een naam hebben. Met de naam wordt de functie aangeroepen
  2. Een functie wordt aangeroepen vanuit het hoofdprogramma, de Main, of vanuit een andere functie. Dit gaat met een Call-statement, zoals je in de afbeelding hierboven kunt zien.
  3. Met de aanroep van de functie kunnen waarden van variabelen meegegeven worden. Dit gebeurt in de functie-aanroep door middel van parameters. Hoe dat gebeurt wordt verderop uitgelegd
  4. Een functie kan een waarde teruggeven: Een integer, een string, een boolean. Deze waarde kan direct aan een variabele toegekend worden. Voorbeelden hiervan ben je al tegengekomen met een paar  kant&klare functies van Flowgorithm, bv. getal = random(n). random(n) is een functie, die een integer-waarde teruggeeft. In dit geval roep je de functie niet aan via 'Call'. Ook dat wordt verderop uitgelegd