Controle tijdens het uitvoeren van een programma

Als een programma gerund wordt, heeft eerst het hoofdprogramma de controle. Zodra een functie aangeroepen wordt en uitgevoerd gaat worden, wordt de controle overgedragen aan deze functie. Als de functie klaar is, wordt de controle weer teruggegeven aan het hoofdprogramma. De controle volgt de doorloop van het programma.