We bekijken nogmaals dit programma
In het hoofdprogramma, Main, worden 2 variabelen gedeclareerd, getal1 en getal2. Deze variabelen zijn alleen bekend in dit stuk programma, dus de Main. De functie add kent deze variabelen niet.
De functie add worden de variabelen nummer1 en nummer2 als parameters gedeclareerd en de returnvariabele som. Deze drie variabelen zijn op hun beurt alleen bekend in de functie add.
Bij de aanroep in Main: Output add(getal1, getal2) worden de waardes van de variabelen getal1 en getal2 doorgegeven. Op dat moment krijgen de variabelen nummer1 en nummer2 de waardes van de variabelen getal1 en getal2. In de functie add worden de variabelen nummer1 en nummer2 gebruikt, en de lokale variabele som.
Bedenk, dat als de functie klaar is, de waarde van de variabele som wordt teruggegeven, niet de variabele zelf.