In programmeren is een loop, oftewel een lus, een constructie waarbinnen dezelfde code een aantal malen herhaald wordt. Dat is heel handig, want als je dezelfde code vaak uit moet schrijven, wordt je programma onleesbaar. Loops zijn belangrijke onderdelen om je programma leesbaar, efficiƫnt en overzichtelijk te houden.
Met bovenstaand voorbeeld heb je kennisgemaakt met het begrip array. Maar dit programma is verre van overzichtelijk. Dezelfde code, bv. output rij[x], wordt steeds herhaald.
Om handig met een array om te gaan gebruik je een loop. Er zijn 3 soorten loops en voor een array gebruiken we een FOR-loop.
Een FOR-loop gebruik je als je van tevoren precies weet hoe vaak bepaalde code herhaald moet worden. Omdat je precies weet hoeveel plekken een array heeft, is een FOR-loop heel handig om te gebruiken met een array. En dat gaan we in het volgende hoofdstuk bekijken.