Inleiding
Deze cursus, keuzedeel "duurzaamheid in het beroep" niveau B, C en D, is een op maat geschreven programma voor het MBO College Lelystad. De ontwikkeling van de cursus is tot stand gekomen door input van docenten van het MBO College Lelystad onder begeleiding en uitvoering van het onderwijsinnovatie bureau O3-Effect.
De uitgangspunten die zijn genomen voor de ontwikkeling van het programma zijn vooraf met het practoraat Circulaire Regionale Economie afgestemd, deze zijn:
- Het programma is flexibel zowel in de toepasbaarheid tijdens de lessen als in het aanpassen van de inhoud
- Het programma bevat elementen van samenwerking met overheid en bedrijfsleven
- Het programma is leerlinggericht en heeft veel praktisch gerichte opdrachten
- Het programma biedt actuele thema's
- Het programma biedt aanknopingspunten voor een mogelijke cursus Circulaire Regionale Economie
- Het programma voldoet aan de exameneisen van het keuzedeel
In de cursushandleiding tref je als docent de opdrachten aan die de studenten tijdens de cursus krijgen. De opdrachten in de docenthandleiding zijn voorzien van een toelichting en bronnen die bij de betreffende opdracht worden aangeboden. De toelichting bevat tips voor begeleiding, facilitering van de opdrachten en voorbeelden van antwoorden.
De reden voor de ontwikkeling van de op maat gemaakte cursus is dat het MBO College Lelystad voor hun studenten een goede aansluiting naar een snel veranderende arbeidsmarkt willen bieden. In de wetenschap dat de MBO studenten voor een groot deel gaan werken in de omgeving waar ze wonen (en studeren), is het van groot belang om de samenwerking met bedrijven uit Lelystad en omgeving te versterken. Gezien het feit dat zowel de gemeente Lelystad als de arbeidsmarkt zich steeds meer richting een duurzame/circulaire aanpak beweegt, is het logisch dat het MBO College Lelystad daarin aansluit.
Omdat duurzaamheid een begrip is dat vele perspectieven kent, wordt in het volgende stuk de vertrekpunten beschreven op basis waarvan de cursus ook is ontwikkeld.
Vertrekpunten
Zoals eerder beschreven is het begip duurzaamheid onderhevig aan verschillende intrepetaties en perspectieven. Tevens wordt het begrip vaak thematisch gebruikt als onderdeel van beleid, product of dienst terwijl onze maatschappelijke vraagstukken een meer holistische benadering vragen.
Deze cursus is gemaakt op basis van de definitie van duurzame ontwikkeling - “leren en ontwikkelen om aan te sluiten op de behoeften van het heden zonder het vermogen van toekomstigegeneraties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen”. (definitie van de VN-commissie Brundtland uit 1987)
De zienswijze geeft aan dat het een doorgaand ontwikkelproces is waarbij we rekening houden met de impact van ons handelen op de hedendaagse en toekomstige behoeften. Dit vergt bewustwording op de keuzes die we maken en de impact daarvan op onze omgeving.
De definitie impliceert voor het onderwijs om bij studenten een verandering in houding, gedrag en waarden met betrekking tot een meer duurzame toekomst te realiseren. Het gaat in dit onderwijs niet alleen om kennis en vaardigheden, maar ook om participeren in projecten over duurzaamheid, waarbij schoolse- en buitenschoolse leeromgevingen met elkaar verbonden worden. Leren voor Duurzame Ontwikkeling (lvdo) vraagt om een multidisciplinaire aanpak, waarin de relatie tussen een sociaal, een ecologisch en een economisch perspectief (people, planet en profit) centraal staat. Thema’s zijn bijvoorbeeld klimaatverandering, voedselzekerheid en biodiversiteit.
Door studenten samen – in en buiten de school – actief te laten handelen, leren ze aan duurzaamheidsissues werken. LvDO is een oefening in actief burgerschap.
In de cursus komen regelmatig de kernbegrippen van duurzame ontwikkeling in de opdrachten terug, namelijk:
De balans tussen People, Planet, Prosperity. (PPP) Het zoeken naar de balans in de drie gebieden leidt uiteindelijk tot duurzame ontwikkeling.
De Duurzame OntwikkelingsDoelen. (DOD’s) Deze doelen maken de mondiale en nationale behoeften beeldend. De doelen worden door alle landen van de VN (193) omarmd en als richtlijn gebruikt voor hun landsbeleid. Dit geldt dus ook voor Nederland en zijn gemeenten.
Leren, werken en bijdragen aan duurzame ontwikkeling vergt een integrale aanpak om vanuit meerdere perspectieven (PPP) oplossingen te vinden voor de hedendaagse en toekomstige vraagstukken/doelen.
Het onderwijs dient hierin op te zoek te gaan naar een vorm waarbinnen duurzame ontwikkeling kan plaatsvinden en daarmee de jongeren van nu voor te bereiden op de wereld van later.
Het programma is ontworpen op basis van de zes kernen van Leren voor Duurzame Ontwikkeling. Deze worden toegelicht in onderstaande folder en in een filmpje.