Je eigen baby ontwerpen, lichtgevende muizen, paarse bloemkolen. Het kan tegenwoordig allemaal en we kijken eigenlijk nergens meer heel raar van op! Genetische manipulatie is iets dat al een hele lange tijd bekend is. Het werd vaak gedaan en getest met behulp van gewassen en dieren. Gedurende de jaren werden daardoor rassen enorm veranderd. Het koste bij dit proces veel tijd om ervoor te zorgen dat je eigenschappen kon veranderen. Nu vele jaren later hebben onderzoekers iets nieuws ontdekt op het gebied van genetische manipulatie: CRISPR-cas. Een super efficiënte methode die precies, eenvoudig, en ook nog eens goedkoop is!
Welkom bij de module chemie van het leven. Deze module is een onderdeel van zowel de biologie als scheikunde. We gaan in deze module kijken naar genetische manipulatie zoals hierboven beschreven is. Daarbij moeten we eerst de basis van de organische chemie leren kennen. Anders gezegd, we gaan de scheikundige processen in je lichaam bestuderen. Uit welke moleculen bestaan wij als mensen? Hoe werkt ons metabolisme? Wat is DNA? Hoe wordt het erfelijk materiaal gemaakt en waaruit bestaat het? En natuurlijk als laatste vraag: kunnen we ons erfelijk materiaal verantwoord aanpassen?
De opdracht
Hoe gaan we te werk?
Deze lessenserie bestaat uit totaal 5 theorie lessen van 100 minuten waarbij verschillende onderwerpen van de organische chemie behandeld zullen worden. Ook gaan we aan het einde van de module een bezoek brengen aan het bedrijf Keygene in Groningen.
Elk hoofdstuk in deze module is een les. We gaan per les door een van de onderwerpen heen. Hierbij moet je soms filmpjes, artikelen of andere bronnen bestuderen. Je werkt het meest samen in tweetallen en je schrijft je antwoorden in je schrift of in een word document op de computer.
Bij de verschillende hoofdstukken vind je verschillende soorten vragen. Er is een aantal vragen die iedereen moet maken(behalve bij het hoofdstuk 'Chemie van het leven'), de A vragen. Maar er zijn ook de zogenoemde U vragen. De U vragen zijn de Uitdagingsvragen. Deze vragen vragen net een beetje meer van je dan de rest van de module. Deze U-vragen zijn voor diegene die sneller dan de rest door de A-vragen heen gaat. Ook is er voor diegene die moeite heeft met de basis vragen extra uitleg beschikbaar. Deze vind je onder het kopje extra uitleg. Je docent heeft een antwoordmodel van alle vragen die je tijdens deze module maakt.
De eindopdracht
Aan het einde van de module ga je je opgedane kennis presenteren middels een posterpresentatie op A1 formaat
Les 1: Koolhydraten
Lesdoelen les 1
Na afloop van de les over koolhydraten kun je:
- De algemene structuur van een koolhydraat herkennen
- Uitleggen wat we verstaan onder mono- di- en polysachariden en van elke groep enkele voorbeelden noemen en hun toepassingen
- Aan de hand van Binas de structuur en de eigenschappen beschrijven van de besproken sachariden
Start
Voor we gaan beginnen met de module gaan we eerst kijken wat je nog weet uit de 4e klas. Hierin komen met name vragen over de koolstofchemie naar voren. Succes!!
Uitleg
Na het beantwoorden van alle vragen moet je je antwoorden zelf nakijken aan de hand van de feedback die gegeven wordt. Als je de vragen hebt nagekeken kijk dan goed waar je de meeste fouten in hebt gemaakt. Hoe kan dit? Denk je dat dit in de toekomst verholpen kan worden?
En? Had je alle vragen goed?! TOP jouw voorkennis zit goed! Je kunt starten met de module!
Had je hier en daar nog wat moeite met de vragen? Kijk dan nog eens naar deze filmpjes hieronder voor meer duidelijkheid over koolstofchemie. Je kunt dit filmpje aanklikken en dan kom je in een afspeellijst met filmpjes over koolstofchemie.
Opdrachten
Suiker smaakt heerlijk, maar biologisch gezien vervult het ook enkele enorm belangrijke functies. Bacteriën en virussen zitten er vol mee, en dat kunnen we misschien wel tegen ze gaan gebruiken. Een duik in de wereld van deze zoete stofjes. Wij associëren suiker meestal met het lekkere ingrediënt dat onze koekjes, snoepjes en frisdranken zo zoet maakt. Maar we beseffen vaak niet dat deze moleculen niet alleen in ons eten zitten, maar ook in de natuur cruciale biologische rollen vervullen.
In deze eerste les maken we kennis met de groep koolhydraten, oftewel de suikers.
Koolhydraten vormen één van de drie groepen stoffen die in grote hoeveelheden in ons voedsel voorkomen. In deze les kijken we waar we naar de bouw van koolhydraten en waar welke functie koolhydraten hebben in ons voedsel.
Lees onderstaand artikel en beantwoord vervolgens de vragen.
Bij onderstaande vragen kun je (indien nodig) zowel het artikel als dit filmpje gebruiken.
Vraag A1
a. Wat zijn koolhydraten? Hoe zien koolhydraten eruit (chemische structuur)
b. Noem 2 functies van koolhydraten in je lichaam
c. Leg uit wat het verschil is tussen zetmeel en suiker
d. Geef de ringstructuur van α-D-glucose, vermeld de nummering van de koolstofatomen en geef de nummers van de C-atomen die assymetrisch zijn.
e. Geef de open structuur van D-glucose
f. Waarom is hier geen sprake meer van β-D-glucose of α-D-glucose?
Katoen, watten en keukenrolpapier bestaan hoofdzakelijk uit cellulose. daardoor kunnen ze goed water opnemen. Cellulose noem je ook wel een 'superabsorberend polymeer'.
g. Geef een verklaring voor het sterk absorberend vermogen van cellulose
Uitdaging
Vraag U1
Je kunt de aanwezigheid van glucose in een oplossing aantonen door in basisch millieu Cu2+ionen toe te voegen en vervolgens te verwarmen tot koken. Er wordt een rood neerslag van CuO gevormd.
a. Geef de vergelijking van de halfreacties en de totaalreactie die verloopt. Geef de koolstofverbindingen in structuurformules weer.
Als je bovenstaande reactie uitvoert met kristalsuiker, saccharose, dan ontstaat er bij koken geen rode neerslag. Als je aan de nog hete oplossing nu een overmaat zoutzuur toevoegt en daarna die overmaat zoutzuur weer verwijdert door een overmaat natronloog toe te voegen ontstaat er alsnog een neerslag.
b. Verklaar bovenstaande waarnemingen. Geef hierbij ook de structuurformule van saccharose en geef de reactievergelijking.
Extra uitleg
Heb je geen biologie in je pakket of nog moeite met de stof over koolhydraten? Onderstaande video kan je helpen om de stof nog beter te begrijpen.
Experiment 1: Glucose in ketchup
Het tweede gedeelte van deze les is een experiment. Je werkt in tweetallen en je hebt de keuze uit twee verschillende experimenten.
1.Onderzoeksvraag
Hoe tonen we glucose aan in Ketchup?
Voorbereiding
b.Materiaal + stoffen
Meetcilinder 25mL
Bekerglas 100mL
Magneetroerder
Trechter
Filtreerpapier
Proefbuis
Pipet
Kookplaat
Waterbad
Ketchup
Gedestilleerd water
Fehling I
Natriumhydroxide
Carrez-Reagens I
Carrez-Reagens II
Bereiding oplossingen
Bereiden van de Carrez-Reagens:
Carrez-Reagens I: 15g Kaliumhexacyanoferraat(II) – trihydraat oplossen in 100 ml gedestilleerd water.
Meng 10 ml ketchup met 30 mL gedestilleerd water. Laat dit goed roeren.
Voeg 10 ml Carrez-Reagens I toe en 10 mL Carrez-Reagens II. Roer goed en laat het mengsel even staan.
Filtreer nu het mengsel tot je enkel een vloeistof overhoudt.
Bereiding natriumhydroxide oplossing: Los 10g Natriumhydroxidepoeder op in 100ml gedestilleerd water.
d.Opstelling (foto)
Werkwijze
Maak de oplossingen die men nodig heeft.
Neem een bekerglas.
Voeg 2 ml van het te onderzoeken mengsel in het bekerglas.
Voeg daarna 2ml van het Fehling I toe.
Als laatste voegt men 2ml Natriumhydroxide oplossing toe.
Plaats het bekerglas in een warmwaterbad.
Verwerking:
Verklaar je waarnemingen
Les 2: Vetten
Lesdoelen les 2
Lesdoelen
Na afloop van de les kun je:
- de structuurformule van glycerol opschrijven
- uitleggen dat vetten tri-esters van glycerol en vetzuren zijn
- uitleggen wat een vetzuur is en een aantal vetzuren opzoeken in je Binas
- het verschil in molecuulstrucuur en in uiterlijk van een vet of een olie aangeven
- voor een gegeven triglyceride de reactievergelijking noteren voor de vormingsreactie en de hydrolyse
- uitleggen wat essentiële vetzuren zijn
Opdrachten
Bekijk onderstaande video en beantwoord vervolgens de vragen.
Boter vs margarine
Vraag A2:
a. Leg uit wat het verschil in uiterlijk is tussen een olie en een vet. En wat is het verschil in molecuulbouw?
b. Wat is de functie van olien en vetten in je lichaam?
c. Leg uit wat essentiele vetzuren zijn
d. Geef de structuurformule van glycerol
e. Geef de structuurformule van oliezuur
De overige vragen staan onder de video.
Maak voor de volgende vragen, indien nodig, gebruik van deze video. Hierin worden de basisprincipes van vetten en oliën uitgelegd.
f. Geef de structuurformule van glyceryltrioleaat
g. Geef de reactievergelijking in structuurformles voro de hydrolyse van glyceryltrioleaat
h. Geef de reactievergelijking in structuurformules voor de de harding van glyceryltrioleaat met waterstof. Hierbij wordt nikkelpoeder gebruikt als katalysator.
Bij het beantwoorden van onderstaande vragen maak je gebruik van het artikel over diabetes type 2. Je mag ook gebruik maken van een (online)woordenboek om zonodig woorden uit het artikel te vertalen om het beter te kunnen begrijpen.
Vraag A1.1
Lees de abstract en de eerste alinea van het artikel
a. Wat is diabetes type 2? (Gebruik zonodig internet om deze vraag te beantwoorden)
b. Waarom is het een wereldwijd probleem?
Lees de zin It is.. t/m cell signaling. Op de tweede pagina onder het kopje Major types of fat in relation to insulin resistance and Type II diabetes.
c. Wat doen 'dietary fatty acids'?
Op de derde pagina in het geel gearceerde stuk staat de volgende zin:However, the findings on types of dietary fat are not consistent.
d. Waarom niet?
e. In het artikel onder het kopje "Trans-fatty acids in relation to insulin sensitivity and Type II diabetes" spreken ze over trans-fatty acids en cis-fatty acids. Wat zijn dit? Hoe kun je deze herkennen?
f. Wat is het verschil van deze vetten op de hoeveelheid cholestrol volgens de eerste alinea?
g. In het kopje "Dietary carbohydrate and Type II diabetes" beschrijven ze de GI index, wat is dit?
h. Waarom is het voor mensen met diabetes Type II goed dat deze voedsel eten met een lage GI waarde?
Tot slot lees de eerste alinea van de conclusie.
i. Wat is er uit dit wetenschappelijke onderzoek naar voren gekomen met betrekking tot koolhydraten en vetten en diabetes Type II?
Uitdaging
Vraag U2: Margarine
Plantaardige olie is een belangrijk bestanddeel van je voeding. Plantaardige olie bestaat voornamelijk uit glyceryltri-esters van diverse vetzuren. Van de veresterde vetzuren in plantaardige olie is een groot deel onverzadigd. In de meeste plantaardige olien hebben de dubbele bindingen in de onverzadigde veresterde vetzuren de cis-configuratie. Onder configuratie verstaan we de ruimtelijke oriëntatie van de groepen aan de dubbele binding. Zo kan de configuratie van een deel van een veresterd molecuul linolzuur als volgt schematisch worden weergegeven:
In deze schematische weergave zijn de koolstofatomen van het veresterde linolzuurmolecuul genummerd.
Plantaardige oliën hebben een laag smeltpunt. Om plantaardige olie te kunnen toepassen in margarine of in frituurvet wordt de olie zodanig bewerkt dat een product ontstaat dat bij een hogere temperatuur vloeibaar wordt. Daartoe laat men de olie reageren met waterstof. Bij deze zogenoemde vetharding wordt een groot deel van de dubbele koolstofbindingen in de onverzadigde veresterde vetzuurmoleculen omgezet tot enkelvoudige koolstof-koolstofbindingen. Behalve de reactie waarbij dubbele bindingen worden omgezet tot enkelvoudige bindingen, vindt tijdens de vetharding nog een andere omzetting plaats. Het is namelijk gebleken dat tijdens de vetharding de configuratie rond de dubbele bindingen kan overgaan van cis naar trans.
Bij vetharding kunnen uit veresterd linolzuur veresterfe octadeceenzuren (octadeca=18) ontstaan. De koolstofketen van een veresterd molecuul octadeceenzuur bevat één dubbele koolstof-koolstofbinding
a. Leg uit hoeveel verschillende veresterde octadeceen zuren kunnen ontstaan bij vetharding van veresterd linolzuur.
Uit onderzoek is gebleken dat veresterde vetzuren met dubbele bindingen in de trans-configuratie een nadelige invloed hebben op de gezondheid. daarom wordt er veel onderzoek gedaan naar de samenstelling van margarine en frituurvet. bij dit onderzoek worden de glyceryltri-esters van het vet met behulp van een overmaat methanol volledig omgezet tot glycerol en de methylesters van de vetzuren; dit noem je omesteren.
b. Geef van deze omestering de reactievergelijking in structuurformules. Noteer daarbij de drie koolwaterstofgroepen van de veresterde vetzuren als Rx, Ry en Rz
Extra uitleg
Heb je geen biologie in je pakket of vind je de stof over vetten nog lastig? Hieronder staat een filmpje dat je wellicht kan helpen met het beter begrijpen van de stof.
Experiment 2: Vetbepaling in chips
Het tweede gedeelte van deze les ga je aan de slag met een experiment naar keuze
Onderzoeksvraag:
Hoe kunnen we aantonen dat light chips minder vet bevat dan gewone chips?
We kunnen vetten halen uit chips door middel van de scheidingstechniek extractie. We voegen een apolair oplosmiddel (bijvoorbeeld n-pentaan) toe waarin enkel de vetten van de chips in oplossen. Aangezien vet een apolaire stof is moeten we een apolair oplosmiddel kiezen: pentaan.
Nadien filtreren we deze vloeistof en laten we de oplossing verdampen totdat enkel de vetten overblijven. (n-pentaan heeft een lager kookpunt dan vetten en verdampt dus sneller).
Werkwijze:
1) Weeg ongeveer 10 gram chips naturel af. Noteer de correcte massa.
2) Verbrijzel deze chips in een bekerglas met een stamper.
3) Giet 10ml pentaan over de massa en roer goed.
4) Weeg een lege maatcilinder.
5) Filtreer het pentaan-chips mengsel in de maatcilinder
6) Herhaal de extractie en filtratie terug.
7) Laat het n-pentaan verdampen (onder de zuurkast!)
8) Zodra het pentaan verdampt is, weeg je de maatcilinder met de vetstoffen opnieuw.
Herhaal deze stappen voor de light-chips.
Vergelijk de resultaten en geef antwoord op de volgende vragen
1. Welke chips bevat het meeste vet?
2. Welke soort vet -cis/trans zit er vooral in chips?
3. Wat doet chips met de GI index?
Les 3: Eiwitten
Lesdoelen
Aan het eind van de les kun je:
- Aangeven wat een peptidebinding is
- De structuur van een dipeptide tekenen met structuurformules
- De belangrijkste functies en reacties van eiwitten noemen
Opdrachten
In deze les ga je aan de slag met eiwitten en enzymen. Je hebt het wellicht gehoord, de minister wil minder eiwitten in veevoer om de hoeveelheid stikstofverbindingen die worden uitgestoten te reduceren.
Lees het artikel: Boeren zijn boos. In dit artikel wordt beschreven waarom de boeren boos zijn over het reduceren van de hoeveelheid eiwit in het veevoer.
Vraag A3
a. Wat is een eiwit? Leg uit. Noem daarbij de bouwstenen van eiwitten.
b. Waarom is het belangrijk dat er eiwitten in het voedsel zitten voor de dieren?
c. Is het voor mensen ook belangrijk dat er veel eiwitten in het voedsel aanwezig zijn? Waarom?
Heb je geen biologie in je pakket of heb je nog vragen over de stof? Hieronder staat een filmpje dat je wellicht kan helpen met het beter begrijpen van de theorie.
Experiment 3: Hydrolyse van eiwitten
In het tweede gedeelte van de les ga je een experiment doen met eiwitten.
Hydrolyse van eiwitten
Onderzoeksvraag: Wat gebeurt er wanneer we een haar onderdompelen in een base?
Voorbereiding
a.Begrippen als achtergrond voor experiment
Hydrolyse:
Hydrolyse van eiwitten
b.Materiaal + stoffen
NaOH-korrels
Proefbuis
Haar
Schaar
c.Opstelling (foto)
Werkwijze
Breng een haar in een proefbuis. Voeg hieraan 5 korrels NaOH toe en ongeveer 3ml water. Meng en laat een tijd staan
Waarnemingen
Wat zie je gebeuren met het haar?
We mengen de componenten en laten de proefbuis een tijd staan.
4. Conclusie en verwerking
Wat zie je gebeuren? Geef een verklaring voor je waarnemingen.
Les 4: Chemie in je lichaam
Lesdoelen
Aan het einde van deze les kun je
- Aan de hand van de bouwstenen van een DNA- en een RNA-molecuul beschrijven
- Uitlegen hoe een DNA-molecuul wordt gekopieerd
- De synthese van eiwitmoleculen toelichten met de begrippen transcriptie en translatie
Opdrachten
De leerlingen met biologie in het pakket mogen onderstaande vragen overslaan en gelijk naar het kopje 'Uitdaging' gaan. Als je wel biologie in je pakket hebt maar het stuk over DNA, transcriptie, translatie erg lastig vindt is het aan te raden om de onderstaande vragen wel te maken.
Vraag A4
Gebruik de kennisbank DNA en beantwoord de volgende vragen:
Leg uit wat wordt bedoeld met de volgende begrippen:
a. Genoom, chromosoom, nucleotide, genetische code, replicatie, transcriptie, translatie
b. Noteer de belangrijkste overeenkomsten en verschillen tussen DNA en RNA
c. Bekijk deze video over DNA-replicatie en leg in eigen woorden uit wat er gebeurt bij de replicatie van een DNA-molecuul.
d. Naast DNA-replicatie zijn ook transcriptie en translatie twee belangrijke processen. Bekijk deze video en, indien nodig, gebruik van de onderstaande animatie over transcriptie. Maak een samenvatting over transcriptie. Gebruik in ieder geval de volgende begrippen in je samenvatting: Gebruik daarbij de begrippen: DNA, gen, mRNA, RNA-polymerase, splicing, intron, exon.
Indien nodig (leerlingen zonder biologie):
Bekijk van deze animatie alleen de transcriptie en de bewerking van het mRNA voordat het de kern verlaat.
e. In de vorige vraag heb je een samenvatting gemaakt van het proces transcriptie. Vul je samenvatting aan met de functies van de verschillende nucleïnezuren DNA, rRNA, tNRA, mRNA).
Oefenen met translatie en transcriptie:
In de coderende streng van een dubbelstrengs DNA-molecuul komt deze basenvolgorde voor: GATCAACCT
f. Noteer de basenvolgorde in de matrijsstreng
g. Met het bovenstaande stukje DNA wordt mRNA gesynthetiseerd. Geef de basenvolgorde in het mRNA.
h. Voor welk tripeptide codeert het stukje mRNA? (lees de code van links naar rechts)
i. In tweetallen.
Verzin elk een stukje DNA van 15 nucleotiden.
Geef aan wat de streng is die coderend is en wat het 3´en het 5´eind is.
Wissel je DNA stukken uit met een ander tweetal. Maak nu het bijbehorende mRNA van elkaars stukje DNA.
Zoek uit voor welke aminozuren het stukje zou coderen.
Gebruik een tabel voor de genetische code (Binas)
Controleer de eiwitketens die zouden ontstaan.
Uitdaging
Heb je biologie in je pakket? Ga naar deze site en beantwoord de vragen. Je kunt je antwoorden direct nakijken nadat je de vragen gemaakt hebt!
Extra uitleg
Vond je de vragen over Chemie in je lichaam moeilijk? Onderstaande video's en links kunnen je helpen om de stof beter te begrijpen
DNA replicatie
DNA Transcriptie en translatie
Les 5: Genetische modificatie
Lesdoelen
Aan het einde van deze les kun je:
- Uitleggen wat het begrip genetische modificatie inhoudt en hiervan voor- en nadelen benoemen
- Een mening vormen over genetische modificatie op basis van artikelen en deze onderbouwen
- Kritische interview vragen bedenken
- Uitleggen wat CRISPR-Cas is en hiervan voor- en nadelen benoemen.
- De ethische kant van genetische modificatie beschrijven
Opdrachten
Genetische modificatie
Scan dit artikel en beantwoord onderstaande vragen
Vraag A5
a. Wat is genetische modificatie? Noem 2 voorbeelden
b. Noem 3 voor- en nadelen van genetische modificatie
c. Maak gebruik van dit artikel en geef je mening over het gebruik van genetische modificatie. Waarom moeten we het wel/niet doen? Leg uit en onderbouw je mening met behulp van een zelf gezocht wetenschappelijk artikel
Ga verder met de volgende opdrachten over CRISPR-Cas bij het volgende kopje
De nobelprijs voor scheikunde is dit jaar gegaan naar twee vrouwelijke wetenschappers die zich bezig hebben gehouden met CRISPR-Cas. In de opdrachten hieronder ga je meer leren over deze bijzondere techniek.
In het artikel CRISPR-Cas wordt, evenals in de afbeelding hierboven uitgelegd hoe CRISPR-Cas werkt. Gebruik het artikel en beantwoord de volgende vragen. Het kan zijn dat je voor sommige Engelse termen een woordenboek moet raadplegen.
Vraag A5:
Lees de tekst in het gekleurde kader.
d. Waar komt de naam CRISPR-Cas vandaan?
e. Leg met behulp van de tekst in het kader, de tekst onder het kopje "Introduction", en de afbeelding hierboven hoe CRISPR-Cas werkt. Zorg voor een complete uitleg met daarbij de juiste begrippen.
f. Waarvoor (zie hoofdstuk 4) wordt CRISPR-Cas gebruikt?
g. Hoe kunnen we CRISPR-Cas gebruiken om genen te reguleren? (hoofdstuk 4b)
h. Waarvoor zouden we in de toekomst CRISPR-Cas voor kunnen gebruiken?
i. Beschrijf in tenminste 500 woorden de ethishe kant van genetische modificatie, de term die hoort bij veranderen van DNA zoals dat gebeurt bij CRISPR-Cas. Waarom moeten we het juist wel/niet doen?
Extra uitleg over CRISPR-Cas vind je in onderstaande video
Voorbereiding Excursie Keygene
In het tweede gedeelte ga je voorbereidingen treffen voor het bezoek aan Keygene in Wageningen. Bij Keygene krijgen we een rondleiding door het bedrijf en is er de mogelijkheid om twee onderzoekers te interviewen. Om iedereen de kans te geven de onderzoekers vragen te stellen gaan jullie in groepjes van 2 vragen voorbereiden. Je hebt per groepje ongeveer 20 minuten om een van de onderzoekers te interviewen.
De onderwerpen die in ieder geval naar voren moeten komen in jullie vragen zijn:
- Wat voor onderzoek wordt er bij Keygene gedaan? / Wat doet men bij Keygene?
- Keygene en genetische modificatie? CRISPR-Cas ?
- De problemen waar onderzoekers tegenaan lopen
- De ethische kant van het doen van onderzoek op dit gebied
- Eigen aanvullende onderwerpen
Laat je interviewvragen vooraf de excursie controleren door je docent!
De opdracht
Van de excursie lever je een verslag in. Je schrijft daarin een samenvatting tussen de 700-1000 woorden) van de belangrijkste zaken die je op deze dag hebt meegemaakt en natuurlijk de informatie die je hebt opgedaan middels het interview.
Excursie Keygene
In deze les ga je op excursie naar Keygene Wageningen
Verwerking excursie Keygene
Lesdoelen
Aan het einde van deze les kun je:
- Een kritische beschouwing schrijven met behulp van zelf verkregen informatie uit een interview
- Verschillende invalshoeken omtrent genetische modificatie beschrijven daarbij gebruik makend van wetenschappelijke literatuur
- Wetenschappelijke literatuur zoeken en beoordelen op betrouwbaarheid
Verwerking excursie Keygene
In de vorige les zijn jullie op excursie naar Keygene geweest en hebben jullie hierover een samenvatting geschreven. Deze les bestaat uit twee onderdelen. In het eerste gedeelte ongeveer 20 minuten gaan jullie in groepjes de samenvattingen van de excursie met elkaar bespreken. Heb daarbij vooral aandacht voor de ethische kant van het doen van onderzoek naar genetische modificatie.
De medische biotechnologie is steeds meer in opmars. We kunnen inmiddels al genetisch materiaal in embryo’s manipuleren om bijvoorbeeld ziektes te voorkomen. Maar moeten we dat ook willen? Wat zijn eigenlijk de ethische aspecten van gen-editing op embryo’s?
In het tweede gedeelte van deze les gaan jullie je verdiepen in de ethiek van het doen van onderzoek naar genetische modifcatie. Lees individueel dit artikel en discussieer in je groepje de volgende stellingen/vragen(25 minuten):
- Waar ligt de grens volgens jullie bij genetische modificatie?
- Genen aanpassen in embryo's om ziektes te verbannen en om je kind te perfectioneren moet kunnen.
- Genetische modificatie in dieren en planten is goed want zo kunnen we er voor zorgen dat planten bijvoorbeeld kunnen groeien zonder water.
Maak bij het bespreken eventueel gebruik van wetenschappelijke literatuur. Onderandere onderstaande link kan je helpen je mening te onderbouwen.
Deze module sluit je af met een posterpresentatie op een postermarkt. Je maakt in je tweetal een gezamenlijke poster en gaat deze in de les presenteren aan de rest van de klas. De klas wordt in twee groepen gesplitst waarbij eerst de eerste groep de posters ophangt en de tweede groep rondloopt om vragen te stellen en de posters te bekijken. Dit duurt ongeveer 25 minuten. Na de 25 minuten hangt de tweede groep de posters ook op en heeft de andere groep tijd om rond te lopen en vragen te stellen. De laatste 20 minuten kan iedereen alle posters nog een keer bekijken.
- Jullie mening over de ethische kant van genetische modificatie en in het bijzonder CRISPR-Cas
- De belangrijkste punten uit het interview/excursie Keygene
- Keuze uit een van de volgende onderwerpen: Werking CRISPR-Cas, DNA(replicatie, transcriptie, translatie)
- Eigen toevoegingen
De beoordelingscriteria bij de poster vind je hieronder
Het arrangement De bouwstenen van het leven is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Marell Hilberts
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2020-10-17 14:19:56
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Opfrisvragen
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.