Bekijk onderstaande video en beantwoord vervolgens de vragen.
Boter vs margarine https://www.youtube.com/watch?v=KG_ybdk1VaE
Vraag A2:
a. Leg uit wat het verschil in uiterlijk is tussen een olie en een vet. En wat is het verschil in molecuulbouw?
b. Wat is de functie van olien en vetten in je lichaam?
c. Leg uit wat essentiele vetzuren zijn
d. Geef de structuurformule van glycerol
e. Geef de structuurformule van oliezuur
De overige vragen staan onder de video.
Maak voor de volgende vragen, indien nodig, gebruik van deze video. Hierin worden de basisprincipes van vetten en oliƫn uitgelegd.
f. Geef de structuurformule van glyceryltrioleaat
g. Geef de reactievergelijking in structuurformles voro de hydrolyse van glyceryltrioleaat
h. Geef de reactievergelijking in structuurformules voor de de harding van glyceryltrioleaat met waterstof. Hierbij wordt nikkelpoeder gebruikt als katalysator.
Koolhydraten, vetten en diabetes type 2
Bij het beantwoorden van onderstaande vragen maak je gebruik van het artikel over diabetes type 2. Je mag ook gebruik maken van een (online)woordenboek om zonodig woorden uit het artikel te vertalen om het beter te kunnen begrijpen.
Vraag A1.1
Lees de abstract en de eerste alinea van het artikel
a. Wat is diabetes type 2? (Gebruik zonodig internet om deze vraag te beantwoorden)
b. Waarom is het een wereldwijd probleem?
Lees de zin It is.. t/m cell signaling. Op de tweede pagina onder het kopje Major types of fat in relation to insulin resistance and Type II diabetes.
c. Wat doen 'dietary fatty acids'?
Op de derde pagina in het geel gearceerde stuk staat de volgende zin:However, the findings on types of dietary fat are not consistent.
d. Waarom niet?
e. In het artikel onder het kopje "Trans-fatty acids in relation to insulin sensitivity and Type II diabetes" spreken ze over trans-fatty acids en cis-fatty acids. Wat zijn dit? Hoe kun je deze herkennen?
f. Wat is het verschil van deze vetten op de hoeveelheid cholestrol volgens de eerste alinea?
g. In het kopje "Dietary carbohydrate and Type II diabetes" beschrijven ze de GI index, wat is dit?
h. Waarom is het voor mensen met diabetes Type II goed dat deze voedsel eten met een lage GI waarde?
Tot slot lees de eerste alinea van de conclusie.
i. Wat is er uit dit wetenschappelijke onderzoek naar voren gekomen met betrekking tot koolhydraten en vetten en diabetes Type II?