Na de gewelddadige dekolonisatie van Nederlands-Indië had Nederland nog twee kolonies over: Suriname en de Nederlandse Antillen. In Nederland besefte men dat ook deze kolonies zelfstandig moesten worden. Dat moest dan wel op vreedzame wijze en dat is ook gebeurd.
In deze opdracht laten we zien hoe Suriname zelfstandig werd.
Voordat we verder gaan, laten we je eerst kennismaken met Suriname. Bekijk de volgende video.
Hoe denk je dat het komt dat er zoveel verschillende culturen/geloven in Suriname zijn? Bespreek het met een klasgenoot.
Wat kan ik straks?
Aan het eind van deze les kun je:
uitleggen hoe Nederland de kolonie Suriname omvormde tot deel van het Koninkrijk der Nederlanden met een zekere mate van zelfbestuur.
benoemen wie in Suriname volledige onafhankelijkheid nastreefde en waarom.
benoemen wie in Nederland het Surinaamse onafhankelijkheidsstreven ondersteunden en waarom.
aangeven op welke manieren Nederland een band hield met Suriname na de onafhankelijkheid.
Wat ga ik doen?
Activiteiten
Stap
Activiteit
Stap 1
Suriname stond sinds 1667 onder Nederlands bestuur. Hoe dit is ontstaan en of de invloed uit Nederland tot de onafhankelijkheid hetzelfde is gebleven leer je in deze stap.
Stap 2
De onafhankelijkheid van Nederland ging niet over één nacht ijs. Hoe dit proces in zijn werk ging, lees je in deze stap. Ook beantwoord je vragen.
Stap 3
Niet alle Surinamers besloten in de aanloop naar onafhankelijkheid in hun eigen land te blijven. Waarom kozen sommige Surinamers ervoor om Nederlands te worden? Je bekijkt meerdere video's over dit onderwerp.
Stap 4
Eerst leek de toekomst van het onafhankelijke Suriname zonnig. Maar al snel beginnen de problemen. Hoe deze ontstonden lees je in deze stap.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Begrippenlijst
Hier vind je de begrippen die passen bij deze opdracht.
Eindproduct A
Ja maakt een affiche om mensen over de halen zich aan te sluiten bij de strijd voor onafhankelijkheid.
Eindproduct B
Je schrijft een krantenartikel over Onafhankelijkheidsdag.
Terugkijken
Terugkijken op de opdracht.
Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 à 3 uur nodig.
Aan de slag
Stap 1: Kolonie tot rijksdeel
Suriname kwam in 1667 onder Nederlands koloniaal bestuur. Het werd een wingewest en de eindbestemming van veel slaven uit West-Afrika die op plantages in Suriname te werk werden gesteld. Hun afstammelingen, die nu in Suriname wonen, worden Creolen genoemd.
In 1942, tijdens de Tweede Wereldoorlog, hield koningin Wilhelmina een radiotoespraak waarin ze zinspeelde op meer autonomie voor Suriname en de andere kolonies van Nederland. Nadat een andere kolonie, Nederlands-Indië, in 1949 na jaren van oorlogsgeweld onafhankelijk was geworden, bereidde Nederland Suriname (en ook de Nederlandse Antillen) voor op de status van overzees gebiedsdeel met een zekere mate van zelfstandigheid. De Surinaamse burgers kregen de Nederlandse nationaliteit, een Nederlands paspoort en kiesrecht. Wat de status van overzees gebiedsdeel inhield, lees je in de bron “Statuut Koninkrijk”. Dat statuut was tot 1975 van toepassing op Suriname.
Bron: Statuut Koninkrijk
In het Statuut staat dat de landen zelfstandig hun eigen aangelegenheden behartigen. Samen verzorgen ze de koninkrijksaangelegenheden. Daarnaast geeft het Statuut regels voor onderlinge samenwerking, bijstand, overleg en staatsinrichting van de landen.
Het Statuut kwam in 1954 tot stand. Sindsdien hebben de landen van het Koninkrijk een gelijkwaardige positie. De landen behartigen zelfstandig hun eigen aangelegenheden. Het is alleen mogelijk het Statuut te wijzigen als alle landen van het Koninkrijk daarmee instemmen. De Nederlandse Grondwet en de Staatsregelingen van Aruba, Curaçao en Sint Maarten zijn ondergeschikt aan het Statuut.
Koninkrijksaangelegenheden
Het Statuut bevat een aantal onderwerpen die het Koninkrijk als geheel behartigt. Dit zijn de koninkrijksaangelegenheden. Bijvoorbeeld de handhaving van de onafhankelijkheid en verdediging van het Koninkrijk (defensie), het Nederlanderschap en de buitenlandse betrekkingen. De raad van ministers van het Koninkrijk (de rijksministerraad) bespreekt deze aangelegenheden. In de raad zitten de Nederlandse ministers en de Gevolmachtigde Ministers van Aruba, Curaçao en Sint Maarten.
Wetten die voor het hele Koninkrijk gelden, heten Rijkswetten. Alle andere onderwerpen zijn landsaangelegenheden en worden door elk van de landen afzonderlijk behartigd.
Waarden Koninkrijk der Nederlanden
De waarden van het Koninkrijk zijn:
de rechten van de mens;
de rechtszekerheid;
deugdelijkheid van bestuur in het land.
In het Statuut staat dat elk land van het Koninkrijk deze waarden waarborgt.
Lees de onderstaande tekst en beantwoord daarna de vragen.
Suriname verdiende veel aan de uitvoer van bauxiet en andere producten en kreeg economische hulp van Nederland. Daarom vonden steeds meer Surinamers, vooral intellectuelen, dat het land zichzelf moest gaan besturen. Ze wilden niet langer dat Nederland het doen en laten van Surinamers bepaalde.
Grote pleitbezorgers van onafhankelijkheid waren Eddy Bruma en Fred Derby, leiders van de culturele vereniging en onafhankelijkheidsbeweging Wi egi sani (Onze Eigen Zaak). In 1961 richtten Bruma en Derby de Partij van de Nationalistische Republiek PNR op. Deze partij eiste onafhankelijkheid voor Suriname van Nederland. Het kreeg daarbij steun van een andere partij, de Nationale Partij Suriname NPS onder leiding van Johan Adolf Pengel die vooral aanhangers onder de Creolen had.
Helemaal gemeend was die steun niet; Pengel wilde ermee voorkomen dat zijn aanhangers overliepen naar de PNR. Toen Pengel in 1969 overleed, volgde Henck Arron hem als leider van de NPS op. Arron bleek een fervente en overtuigde voorstander te zijn van onafhankelijkheid. Een andere partij, de Verenigde Hindoe Partij VHP onder leiding van Jagernath Lachmon, was juist tegen onafhankelijkheid want Lachmon en de zijnen vreesden dat Creolen de baas zouden gaan spelen over de Hindoestanen zodra Suriname onafhankelijk werd.
Ook in Nederland gingen stemmen op om Suriname onafhankelijk te maken, vooral bij de PvdA. Deze partij vond dat Nederland helemaal af moest van zijn koloniale relaties. Het hebben van kolonies vond de PvdA niet van deze tijd. Ook vond de PvdA dat Nederland Suriname schadeloos moet stellen voor eeuwen van uitbuiting en slavernij. Toen in 1973 het kabinet Den Uyl aantrad met de PvdA als belangrijkste regeringspartij, ging het voortvarend aan de slag met de onafhankelijkheid van Suriname. Samen met Arron, toen premier van Suriname, werd de onafhankelijkheid voorbereid. Op 25 november 1975 werd de Republiek Suriname onafhankelijk van Nederland.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Bekijk ook de volgende twee video's. Lees voor het kijken de vragen onder de video's door.
De informatie uit de video's kun je gebruiken bij het beantwoorden van de vragen.
Video 1
(Bekijk van 1:20 tot 4:14)
Video 2
Stap 4: Onafhankelijk en dan?
Eerst leek de toekomst van het onafhankelijke land Suriname zonnig.
Net als voor de onafhankelijkheid verdiende Suriname veel geld aan de uitvoer van bauxiet en andere producten. Ook schold Nederland Suriname schulden kwijt en kreeg Suriname van Nederland een hulppakket van 3½ miljard gulden.
Maar al snel dienden zich problemen aan. Conflicten tussen Hindoestanen, Creolen en andere bevolkingsgroepen en corruptie bij de Surinaamse overheid. Er werd gefraudeerd bij het aanbesteden van projecten en het verlenen van vergunningen. Verder werden veel bouwprojecten niet afgerond. Nederlandse ontwikkelingshulp en onafhankelijkheid deden de werkgelegenheid in Suriname niet groeien. De werkloosheid bleef hoog. Tenslotte kampte Suriname vijf jaar lang met een grote leegloop. Tot 25 november 1980 mochten Surinamers kiezen tussen blijven in Suriname en verhuizen naar Nederland. Ongeveer 130.000 Surinamers kozen voor het laatste.
De ontevredenheid onder burgers in Suriname over corruptie en andere problemen namen almaar toe.
Op 25 februari 1980 pleegden officieren van het Surinaamse leger onder leiding van sergeant Desi Bouterse een staatsgreep. Veel Surinamers hoopten dat de regering van Bouterse de corruptie en andere problemen zou aanpakken. Dat verwachtte men ook in Nederland.
Dat gebeurde echter niet. Suriname werd een onvrij en onveilig land, waarin telkens werd geprobeerd om de regering van Bouterse omver te werpen en Bouterse zijn opponenten hard aanpakte.
Dat bracht nog meer Surinamers ertoe te verhuizen naar Nederland. Op 8 december 1982 liet de regering van Bouterse vijftien tegenstanders vermoorden in Fort Zeelandia. Dit misdrijf werd bekend als de Decembermoorden. Toen al was de Nederlandse regering niet te spreken over het beleid en het harde optreden van Bouterse tegen de oppositie. Na de Decembermoorden was voor de Nederlandse regering de maat vol en werd de Nederlandse hulp aan Suriname opgeschort. Ook andere donorlanden van Suriname besloten voorlopig geen hulp meer te geven. Daardoor raakte de Surinaamse economie nog verder in het slop.
Pas nadat in 1991 de democratie weer vaste voet had gekregen in Suriname, hervatte Nederland de hulp aan Suriname. Maar ook daarna bleven de problemen van corruptie, armoede en hoge werkloosheid en bleef het land afhankelijk van hulp uit Nederland en andere donorlanden.
Bekijk de volgende video. (Bekijk van 11:36 tot het einde).
Lees voor het kijken eerst de vragen in de oefening hieronder. Ze gaan over de informatie die je in de video hoort.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Koloniaal bestuur
Een overzees gebiedsdeel dat onder het bestuur van een ander land staat.
Creolen
Creool is in Suriname de gebruikelijke aanduiding voor een kleurling van wie een of meer voorouders van Afrikaanse afkomst zijn.
Statuut Koninkrijk
Het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden is een overeenkomst tussen de landen van het Koninkrijk der Nederlanden. Het regelt de verhoudingen tussen die landen. In het statuut was het uitgangspunt de gelijkwaardigheid van Nederland, Suriname en de Nederlandse Antillen.
Onafhankelijkheidsbeweging
Een groep die zelfstandig een mening of oordeel vormt of actie onderneemt, zonder zich te laten beïnvloeden door anderen.
Onafhankelijkheid Suriname (1975)
Begin jaren zeventig - veel Afrikaanse en Aziatische landen waren al gedekoloniseerd - gingen ook in Suriname stemmen op voor onafhankelijkheid. Nederland sloot daar, onder leiding van PvdA-premier Joop den Uyl, meteen op aan. Binnen twee jaar stelde hij samen met Henck Arron, premier van de Surinaamse coalitieregering, een regeling op, die na stevige oppositie onder leiding van Jagernath Lachmon uiteindelijk op 25 november 1975 leidde tot een unanieme aanvaarding van de onafhankelijkheid. Nederland zegde toe Suriname gedurende een lange periode met ontwikkelingsgeld te blijven steunen. Die belofte werd een aantal jaren opgeschort na de Decembermoorden van 1982.
Eindopdracht A: Affiche
Als je kiest voor eindopdracht A maak je een affiche.
Met dit affiche probeer je Surinamers over te halen zich aan te sluiten bij de onafhankelijkheidsbeweging.
of
Je probeert Surinamers over te halen de Nederlandse nationaliteit aan te nemen voor de onafhankelijkheid.
In het affiche (A4-formaat) haal je de Surinames over voor jouw gekozen onderwerp. Zorg dat je een pakkende, maar korte tekst gebruikt. Voorzie je affiche van bijpassende afbeeldingen en vermeld waar mogelijk de partijen die achter het standpunt staan.
Lees voor je begint eerst de informatie in de Gereedschapskist door.
Beoordeling
Je docent let bij het beoordelen op het volgende:
Is met één blik op het affiche duidelijk waar het affiche tot oproept?
Is duidelijk wie de boodschap op het affiche geeft (welke politieke partij).
Bevat het affiche geen lange teksten?
Het affiche bevat alleen kloppende en relevante informatie.
De afbeelding op het affiche passen bij het onderwerp.
Met een affiche geef je op een aantrekkelijke manier informatie door. Het is een soort
reclameboodschap met afbeeldingen en tekst. Het draait om twee dingen: inhoud en vorm.
Eindopdracht B: Krantenartikel
Als eindproduct B van deze opdracht schrijf je een krantenartikel voor in de krant van 26 november 1975. Het artikel gaat over Onafhankelijkheidsdag, die de dag daarvoor heeft plaatsgevonden. Je schrijft het verhaal als journalist die verslag doet van wat hij/zij de dag daarvoor heeft meegemaakt.
In het artikel vertel je over:
de reden van de onafhankelijkheid.
welke belangrijke mensen er aanwezig waren.
de feestelijke activiteiten.
hoe het publiek reageerde op de onafhankelijkheid.
je doet een toekomstvoorspelling. Hoe zal het verder gaan met Suriname? Daarbij gebruik je alleen de kennis die op de dag van verschijnen van de krant beschikbaar is.
Lees voor je begint even de tips in de Gereedschapskist hieronder.
Beoordeling
Je docent let bij de beoordeling van je artikel op het volgende:
het onderwerp van het artikel is goed bestudeerd en goed beschreven.
bovengenoemde punten zijn verwerkt in het artikel.
het artikel heeft een logische opbouw.
het artikel bevat geen taalfouten.
het artikel is origineel.
Klaar?
Laat het artikel beoordelen door je docent.
Je kunt natuurlijk ook je eigen les maken! Hierbij krijg je de ruimte om je eigen ideeën en inbreng uit te werken en uit te voeren.
Terugkijken
Intro
in de inleiding heb je een video gezien over het leven in Suriname. Welke informatie uit deze video heb je later in deze opdracht nog kunnen gebruiken?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door. Kun je uitleggen hoe Suriname van kolonie naar onafhankelijk ging?
Hoe ging het?
Tijd
Bij de activiteiten stond dat je 3 à 4 uur met de opdracht bezig zou zijn.
Klopt dat? Welke deelvraag kostte de meeste tijd? Welke de minste? Kun je ook verklaren hoe dit komt?
Inhoud
Ken je mensen uit Suriname? Misschien komen jij of je voorouders wel uit Suriname.
Zo niet, wat wist je dan al over Suriname?
Eindopdracht
Hoe vond het werken aan de eindopdracht? Heb je zelf de keuze mogen maken tussen A en B of heeft je docent deze keuze voor je gemaakt?
A: Is het gelukt om de mening van de beide groepen zo bondig en duidelijk mogelijk te laten zien? Waar liep je tegenaan? Welk deel vond je het makkelijkst?
B: Lukte het je om je te verplaatsen in de rol van journalist. Heb je het artikel kunnen verwoorden alsof je zelf ooggetuige was geweest van Onafhankelijkheidsdag? Waarom wel/niet?
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor geschiedenis voor havo en vwo, leerjaar 3. Dit is tijdvak 10 met het onderwerp: Suriname. Suriname kwam in 1667 onder Nederlands koloniaal bestuur en werd een wingewest en bestemming voor slaven uit West-Afrika. In 1942 sprak koningin Wilhelmina over meer autonomie voor Suriname. Na de onafhankelijkheid van Nederlands-Indië in 1949 kreeg Suriname voorbereidingen voor een overzees gebiedsdeel met autonomie. Het Statuut van het Koninkrijk, opgesteld in 1954, regelde de samenwerking tussen de landen van het Koninkrijk. Pleitbezorgers van onafhankelijkheid in Suriname waren Eddy Bruma en Fred Derby, die de Partij van de Nationalistische Republiek oprichtten. In 1975 werd Suriname onafhankelijk van Nederland, maar corruptie en conflicten tussen bevolkingsgroepen zorgden voor problemen. Suriname kreeg economische hulp van Nederland, maar bleef afhankelijk van buitenlandse steun. In 1980 pleegde het Surinaamse leger een staatsgreep onder leiding van Desi Bouterse, wat resulteerde in een onvrij en onveilig land. Na de Decembermoorden in 1982 werd de Nederlandse hulp opgeschort. Pas in 1991, na herstel van de democratie, werd de hulp hervat, maar de problemen in Suriname bleven bestaan.
Leerniveau
VWO 2;
HAVO 1;
VWO 1;
HAVO 3;
VWO 3;
HAVO 2;
Leerinhoud en doelen
De tijd van televisie en computer (vanaf 1950);
Geschiedenis;
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor geschiedenis voor havo en vwo, leerjaar 3. Dit is tijdvak 10 met het onderwerp: Suriname. Suriname kwam in 1667 onder Nederlands koloniaal bestuur en werd een wingewest en bestemming voor slaven uit West-Afrika. In 1942 sprak koningin Wilhelmina over meer autonomie voor Suriname. Na de onafhankelijkheid van Nederlands-Indië in 1949 kreeg Suriname voorbereidingen voor een overzees gebiedsdeel met autonomie. Het Statuut van het Koninkrijk, opgesteld in 1954, regelde de samenwerking tussen de landen van het Koninkrijk. Pleitbezorgers van onafhankelijkheid in Suriname waren Eddy Bruma en Fred Derby, die de Partij van de Nationalistische Republiek oprichtten. In 1975 werd Suriname onafhankelijk van Nederland, maar corruptie en conflicten tussen bevolkingsgroepen zorgden voor problemen. Suriname kreeg economische hulp van Nederland, maar bleef afhankelijk van buitenlandse steun. In 1980 pleegde het Surinaamse leger een staatsgreep onder leiding van Desi Bouterse, wat resulteerde in een onvrij en onveilig land. Na de Decembermoorden in 1982 werd de Nederlandse hulp opgeschort. Pas in 1991, na herstel van de democratie, werd de hulp hervat, maar de problemen in Suriname bleven bestaan.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
De weg naar onafhankelijkheid
Suriname onafhankelijk
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.