Thema: Berekeningen in een driehoek - 4H Wiskunde B

Thema: Berekeningen in een driehoek - 4H Wiskunde B

Thema: Berekeningen in een driehoek - 4H Wiskunde B

Inleiding

In dit thema staan berekeningen in een driehoek centraal.

Wanneer er van een driehoek een paar zijden en/of hoeken bekend zijn, kun je de resterende gegevens vaak berekenen. Je kunt dit op verschillende manieren doen.

Bij rechthoekige driehoeken heb je al in de onderbouw kennis gemaakt met de stelling van Pythagoras en met de sinus, cosinus en tangens.
Ook nu ga je dit weer gebruiken.

Maar ook als er géén rechte hoek in de driehoek zit, kun je toch allerlei zaken uitrekenen: natuurlijk met gelijkvormigheid, maar ook met de zogenaamde sinusregel en de cosinusregel.
Je gaat in dit hoofdstuk telkens van een driehoek de onbekende gegevens berekenen. Dit doe je bijvoorbeeld met de stelling van Pythagoras, de sinusregel, de cosinusregel of door middel van gelijkvormigheid.

De opgaven zijn soms best lastig en het is soms zoeken naar het juiste stukje 'gereedschap'. Dus geef niet te snel op, want je zult echt een beetje moeten leren puzzelen!

Wat kan ik straks?

Aan het einde van dit thema kun je:

  • beredeneren of een driehoek rechthoekig is.
  • een onbekende zijde in een rechthoekige driehoek berekenen met de stelling van Pythagoras.
  • de vergrotingsfactor en verhouding van twee gelijkvormige driehoeken bepalen en ermee rekenen.
  • onbekende zijdes of hoeken berekenen met de sinus en cosinus.
  • berekeningen uitvoeren met de sinusregel en cosinusregel.
  • beslissen welke methode je wil gebruiken om het gevraagde uit te rekenen.

Paragrafen

Hieronder vind je per paragraaf een knop met een link naar het betreffende arrangement.

In dit hoofdstuk moet er veel algebraïsch met formule gerekend worden. Mocht er wat van deze rekenkennis van voorgaande jaren weggezakt zijn, kun je je kennis opfrissen met paragraaf 0.  

Maak hieronder je keuze.

Paragraaf 0  Rekentechniek
Paragraaf 1  De stelling van Pythagoras
Paragraaf 2  Gelijkvormigheid
Paragraaf 3  Sinus en co
Paragraaf 4  De sinusregel
Paragraaf 5  De cosinusregel

Afsluiting

Samenvatting

Pythagoras

Stelling van Pythagoras
Als driehoek ABC rechthoekig is in C dan geldt: a2+b2=c2.

Omgekeerde van de stelling van Pythagoras
Als in driehoek ABC voor de zijden geldt: a2+b2=c2, dan is de hoek in C recht.

 

 

 

 

 

Oppervlakte driehoek

De oppervlakte van driehoek ABC is 12absin(γ)=12bcsin(α)=12acsin(β).

 

 

 

Sinusregel

In driehoek ABC geldt:
sin(α)a=sin(β)b=sin(γ)c

 

 

Cosinusregel

In driehoek ABC geldt:
a2=b2+c22bccos(α)
b2=a2+c22accos(β)
c2=a2+b22abcos(γ)

 

 

Sinus en cosinus

Tabel

  30° 45° 60°
sin 12 122 123
cos 123 122 12


Afspraak

Voor een stompe hoek α spreken we af:
sin(α)=sin(180°α) en cos(α)=-cos(180°α)

Bijvoorbeeld:
sin(120°)=sin(60°)=123 en cos(120°)=-cos(60°)=-12.

 

 

 

 

 

 

 

Voorbeeld:

Geef van de volgende vergelijkingen in α de oplossingen tussen 0 en 180 graden in twee decimalen.

  1. sin(α)=0,3

  2. cos(α)=0,3

  3. cos(α)=-0,3

Oplossing

  1. Er zijn twee oplossingen.
    De GR geeft: sin-1(0,3)=17,457, dus α=17,46° of α=162,54°.

  2. De GR geeft: cos-1(0,3)=72,542, dus de enige oplossing is α=72,54°.

  3. De GR geeft: cos-1(-0,3)=107,457, dus de enige oplossing is: α=107,46°.

 

Gelijkvormig

Twee driehoeken zijn gelijkvormig als de een een uitvergroting is van de ander.
Dit is het geval al ze twee hoeken hetzelfde hebben. Corresponderende zijden hebben dan dezelfde verhouding.
De driehoeken ABC en PQR zijn gelijkvormig.
ap=bq=cr.
Je kunt ook zeggen: a:b:c=p:q:r.

 

 

 

 

 

De afstand van twee punten

De afstand van P(p,q) tot A(a,b) in een assenstelsel is:
(pa)2+(qb)2.

Diagnostische toets

Eindtoets over het thema; in principe de zelftoets.

Je gaat nu een aantal gevarieerde opgaven maken waarin je kunt laten zien of je de geleerde stof uit de voorgaande paragrafen beheerst.

Dit zijn voorbeeldopgaven die een goed beeld geven van de opgaven die in een eindtoets over dit thema voor kunnen komen.

Als je een score van 70% haalt, heb je een voldoende.

 

Test: H2 Berekeningen in een driehoek

Start

Extra opgaven

Je ziet hier twee Extra oefeningen. Je hoeft er in principe maar één te doen.

  • Extra oefening Basis is bedoeld voor leerlingen die de Diagnostische toets NIET goed gemaakt hebben.
  • Extra oefening Plus is bedoeld voor de leerlingen die de Diagnostische toets WEL goed gemaakt hebben.
    (Maar misschien is het ook wel handig om een paar extra opgaven van 'basis' te maken, want je kunt dit onderwerp niet genoeg oefenen!)

Je moet dus sowieso eerst de Diagostische toets af hebben vóórdat je aan de Extra oefening begint.
Vraag bij twijfel aan je docent wat je moet doen.

Extra oefening Basis

Figuur met driehoeken

 

 

 

 

 

Met een rechthoekige driehoek en drie kopieën wordt de nevenstaande figuur gelegd. Er ontstaan twee vierkanten. De zijden van de rechthoekige driehoeken zijn: \(\small a\), \(\small b\) en \(\small c\). Door de oppervlakte van het grote vierkant op twee manieren te berekenen (zoals in de opgave 'De stelling van Pythagoras' van paragraaf 1), kun je laten zien dat \(\small a^2+b^2=c^2\).

a Doe dat.

We noemden het figuur net een vierkant.
Dat de zijden van de grote vierhoek even lang zijn is wel duidelijk.

b Waarom zijn de hoeken recht?

 
Zijdes, oppervlakte

 

 

Van driehoek \(\small ABC\) is gegeven: \(\small \beta = 60°\), \(\small a = 10\) en \(\small c=6\).

a Bereken de oppervlakte van driehoek \(\small ABC\) exact.

b Bereken \(\small b\) exact, vereenvoudig je antwoord.

c Bereken exact de lengte van de zwaartelijn uit \(\small C\).
De zwaartelijn van een driehoek verbindt een hoekpunt met het midden van de tegenoverliggende zijde.

 

 
Parallellogram

 

 

 

Vierhoek \(\small ABCD\) is een parallellogram waarvan diagonaal \(\small AC\) lengte \(\small 10\) heeft. Verder geldt: \(\small \angle DAC=30°\) en \(\small \angle BAC=45°\).

a Bereken de zijden van het parallellogram in twee decimalen.

b Bereken de oppervlakte van het parallellogram in één decimaal.

c Bereken de lengte van diagonaal \(\small BD\) in één decimaal.

 

 
Hoek, oppervlakte

Gegeven is driehoek \(\small ABC\) met \(\small a=4\), \(\small b=\sqrt{37}\) en \(\small c=3\).

a Bereken \(\small \beta\) exact.

b Bereken de oppervlakte van driehoek \(\small ABC\) exact.

 
Stomphoekige driehoek

Van een stomphoekige driehoek is de lengte van twee zijden gegeven. Die zijn \(\small 4\) en \(\small 6\). De oppervlakte van de driehoek is \(\small 10\).

Bereken de hoek die de twee zijden met elkaar maken in graden nauwkeurig.

 

 
Een groot meer

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Aan een groot meer liggen de plaatsen \(\small A\), \(\small B\) en \(\small C\). De afstand van \(\small A\) tot \(\small B\) hemelsbreed is \(\small 23\text{,}3\text{ km}\).
In \(\small A\) kun je hoek \(\small \alpha\) meten en in \(\small B\) kun je hoek \(\small \beta\) meten: \(\small \alpha = 124°\) en \(\small \beta = 33°\).

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bereken in twee decimalen nauwkeurig hoe ver \(\small A\) hemelsbreed van \(\small C\) af ligt.

 

 
Vlieger

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ad maakt een vlieger van een latje van lengte \(\small 8\) en een latje van lengte \(\small 10\). Dat worden de diagonalen \(\small AC\) en \(\small BD\) van de vlieger. Het punt waar de latjes op elkaar komen, noemen we \(\small S\).
Het punt \(\small S\) kan op verschillende plaatsen op diagonaal \(\small AC\) gekozen worden. De afstand van \(\small A\) tot \(\small S\) noemen we \(\small p\).

 

 

 

 

 

 

 


a Maakt de keuze van \(\small S\) wat uit voor de oppervlakte van de vlieger?

b Druk \(\small AB\) en \(\small BC\) in \(\small p\) uit.

c Voor welke waarde van \(\small p\) heeft de vlieger twee rechte hoeken?

 

 
Driehoek ABC

 

 

 

 

Gegeven is driehoek \(\small ABC\) met \(\small \alpha = 30°\), \(\small a = 6\) en \(\small b = 8\).

a Teken driehoek \(\small ABC\). Er zijn twee mogelijkheden.
Licht je werkwijze toe.

b Bereken \(\small \beta\) in één decimaal nauwkeurig.

c Bereken \(\small c\) in één decimaal als hoek \(\small ABC\) stomp is.

d Bereken \(\small c\) in één decimaal als hoek \(\small ABC\) scherp is.

 
Cosinusregel

 

 

Gegeven is driehoek \(\small ABC\) met \(\small a=40\), \(\small b=25\) en \(\small c=39\).

a Bereken \(\small \text{cos}(\beta)\) exact.

Op zijde \(\small AB\) ligt een punt \(\small P\) zó, dat \(\small BP=14\).

b Bereken \(\small CP\) exact.

 

 
Speciaal geval

a Hoe ziet de sinusregel eruit in het speciale geval dat \(\small \gamma = 90°\)?
Laat zien dat deze formule juist is zonder de sinusregel te gebruiken.

b Hoe ziet de cosinusregel eruit in het speciale geval dat \(\small \gamma = 90°\)?
Laat zien dat deze formule juist is zonder de cosinusregel te gebruiken.

 
Regelmatige achthoek

De oppervlakte van een regelmatige achthoek is \(\small 32\sqrt{2}\).
De hoekpunten van de achthoek liggen op een cirkel.

a Bereken de exacte straal van die cirkel.

b Bereken ook de zijde van de achthoek in één decimaal nauwkeurig.

 

 

 

 
Geocaching

Met behulp van een GPS-ontvanger kunnen op iedere plaats op aarde de coördinaten van die plaats worden bepaald. Een wereldwijd beoefende hobby waarbij gebruik gemaakt wordt van GPS is geocaching. Bij geocaching is het de bedoeling een cache – een soort schatkistje – te zoeken met behulp van een GPS-ontvanger en een loopopdracht. Een loopopdracht bestaat uit twee onderdelen: een koers en een afstand. De koers is de hoek ten opzichte van het noorden in een geheel aantal graden, vanaf het noorden draaiend met de klok mee. De afstand is gegeven in een geheel aantal meters.

De zoektocht naar de cache, genaamd “Haagse zoektocht” wordt als volgt beschreven:

  • Parkeer de auto langs de kant van de weg op N52 16.351 E6 57.531. Dit is punt \(\small A\).

  • Loop vanaf punt \(\small A\) \(\small 109\text{ meter}\) met koers \(\small 163\text{ graden}\). Dit is punt \(\small B\).

  • Loop vanaf punt \(\small B\) \(\small 25\text{ meter}\) met koers \(\small 110\text{ graden}\) naar de cache op punt \(\small C\).

Zie de figuur.

Het is mogelijk om in één loopopdracht vanaf punt \(\small A\) naar punt \(\small C\) te gaan. Hiervoor moet in driehoek \(\small ABC\) eerst de afstand \(\small AC\) berekend worden en vervolgens moet de koers van \(\small A\) naar \(\small C\) berekend worden.

Bereken de koers en de afstand van deze loopopdracht.

 
Assenstelsel

Gegeven in een assenstelsel de punten \(\small A(\text{-}2,\text{-}3)\), \(\small B(p,1)\) en \(\small C(2,0)\).

a Neem \(\small p=5\).
Bereken in dit geval \(\small \alpha\) in graden nauwkeurig.

Hint: Bereken eerst de zijden van de driehoek.


b Bereken de waarden van \(\small p\) waarvoor hoek \(\small ACB\) recht is.

 
Kapitein

Kapitein Rob verlaat met zijn schip de haven van Adam en vaart \(\small 10\text{ mijl}\) in noordelijke richting. Dan wordt de koers gewijzigd in richting Noord-Noord-West (dat is \(\small 22{1 \over 2}°\) ten opzichte van het noorden). In deze richting vaart het schip \(\small 8\text{ mijl}\). Daarna gaat het in richting Noord-West verder. Na \(\small 6\text{ mijl}\) varen zoekt kapitein Rob de haven van Adam door zijn verrekijker.

In welke richting moet hij kijken?
Met andere woorden: bereken de hoek tussen de richting waarin Adam ligt en de zuidelijke richting.
Hoe ver is hij nu hemelsbreed van Adam verwijderd?

 

 

 

 

 

 

 
Visje

In deze opgave wordt nagegaan hoe een visje getekend kan worden dat in een rechthoek past met een breedte van \(\small 10\text{ cm}\) en een hoogte van \(\small 4\text{ cm}\), zie de tekening rechts.
Om het visje te kunnen tekenen, is het nodig te weten hoe groot de straal is van de bijbehorende cirkelbogen. Ook moet de positie van de middelpunten van de cirkelbogen ten opzichte van de rechthoek bekend zijn. Hieronder zijn de rechthoek en een deel van de onderste cirkel op schaal getekend.

 

 

 

 

 

 

 

Er geldt het volgende:

  • \(\small M\) is het middelpunt van een van de cirkelbogen

  • \(\small AB=CD=10\text{ cm}\)

  • \(\small AD=BC=4\text{ cm}\)

  • \(\small E\) is het midden van \(\small AD\)

  • \(\small G\) is het midden \(\small FH\)

  • \(\small DH=EG=AF=p\text{ cm}\)

  • De straal van de cirkelboog is \(\small r\text{ cm}\)

Met behulp van de stelling van Pythagoras in driehoek \(\small MGE\) kan een vergelijking worden opgesteld. Deze vergelijking kan vervolgens worden omgewerkt tot (i) \(\small r={1 \over 4}p^2+1\).

a Stel de gevraagde vergelijking op en werk deze om tot \(\small r={1 \over 4}p^2+1\).

Op soortgelijke manier kan met behulp van de stelling van Pythagoras in driehoek \(\small MBF\) een vergelijking worden opgesteld. Deze vergelijking kan vervolgens worden omgewerkt tot (ii) \(\small p^2-20p+116-8r=0\).

De in vergelijking (i) gegeven uitdrukking voor \(\small r\) kan in vergelijking (ii) worden gesubstitueerd. Hierdoor ontstaat een vergelijking die kan worden omgewerkt tot (iii) \(\small p^2+20p-108=0\).

b Voer de hierboven beschreven substitutie uit en werk de daarbij verkregen vergelijking om tot \(\small p^2+20p-108=0\).

In een rechthoek van \(\small 10\text{ cm}\) bij \(\small 4\text{ cm}\) kan nu een visje worden getekend als de waarden van \(\small p\) en \(\small r\) bekend zijn.
Deze kunnen worden berekend met behulp van de vergelijkingen (i) en (iii).

c Bereken de waarden van \(\small p\) en \(\small r\) in één decimaal en teken het visje in de rechthoek.
Geef duidelijk uitleg over je werkwijze.

 
Burgervliegtuig

Een burgervliegtuig mag niet via de kortste route van vliegveld Luxemburg naar Schiphol vliegen omdat er een verboden militaire zone tussen ligt. In het plaatje is deze zone licht oker gemaakt. Zie \(\small \text{figuur 1}\).
In deze opgave bekijken we een model van deze situatie. In dit model houden we alleen rekening met horizontale afstanden en nemen we aan dat vliegtuigen in rechte lijnen vliegen.
De afstand van vliegveld Luxemburg (\(\small L\)) naar vliegveld Schiphol (\(\small S\)) is hemelsbreed \(\small 315\text{ km}\) met een koers van \(\small 342°\). Hierin is de koers de hoek ten opzichte van het noorden met de wijzers van de klok mee.

 

 

\(\small \text{figuur 1}\) \(\small \text{figuur 2}\)

 

Stel dat een vliegtuig vanaf vliegveld Luxemburg eerst richting het westen vliegt en vervolgens richting het noorden vliegt om precies op Schiphol uit te komen. Hierdoor wordt de vliegafstand langer dan \(\small 315\text{ km}\).

a Bereken hoeveel langer deze vliegafstand is. Geef je antwoord in tientallen kilometers nauwkeurig.

\(\small \text{figuur 3}\)

In werkelijkheid vliegt men vanaf vliegveld Luxemburg eerst \(\small 300\text{ kilometer}\) met een koers van \(\small 310°\) om vervolgens rechtstreeks naar Schiphol te vliegen, zie \(\small \text{figuur 3}\).
Als men rechtstreeks van vliegveld Luxemburg naar vliegveld Schiphol zou mogen vliegen, zou de afstand met een bepaald percentage verkort kunnen worden.

b Bereken dit percentage in hele procenten nauwkeurig.

 

 

 

 

 

 

 

 
Gemeenschappelijk hoekpunt

Twee vierkanten hebben een hoekpunt gemeenschappelijk. Het ene vierkant heeft oppervlakte \(\small 25\), het andere oppervlakte \(\small 9\). Eén van de blauwe driehoeken heeft een hoek van \(\small 60°\), zie het plaatje.

Bereken de oppervlakte van beide blauwe driehoeken exact.

 

 

 

 

 

 
Driehoek, parallellogram, vlieger

Een driehoek heeft zijden van \(\small 3\) en \(\small 4\). De hoek tussen de zijden is \(\small 45°\). Met nog zo'n driehoek kun je een parallellogram maken zó dat een van de hoeken van het parallellogram \(\small 45°\) is.
De onbekend zijde noemen we \(\small x\).

a Bereken \(\small x^2\) exact.

In een opgave van paragraaf 'De sinusregel' heb je met twee exemplaren van de driehoek een parallellogram gelegd.
Met twee exemplaren kun je ook een vlieger leggen met twee zijden van lengte \(\small 4\) en twee zijden van lengte \(\small x\).
Eén van de diagonalen van de vlieger is symmetrieas van de vlieger.

b Bereken exact de stukken waarin de symmetrieas van de vlieger door de andere diagonaal verdeeld wordt.

De diagonalen verdelen de vlieger in vier rechthoekige driehoeken.

c Bereken \(\small x^2\) door de stelling van Pythagoras in een van die driehoeken toe te passen.

 

Extra oefening Plus

Bissectrice

 

 

 

 

 

We gaan verder met de opgave "Hoek, oppervlakte": gegeven is de driehoek \(\small ABC\) met \(\small a = 4\), \(\small b = \sqrt{37}\) en \(\small c = 3\). Je hebt berekend dat \(\small \beta = 120°\) en dat de oppervlakte van \(\small ABC\) gelijk is aan \(\small 3\sqrt{3}\).
De bissectrice van hoek \(\small B\) snijdt lijn \(\small AC\) in \(\small D\).

a Bereken \(\small BD \) exact.

Hint: Noem \(\small BD = x\), druk de oppervlakte van de driehoeken \(\small ABD\) en \(\small CBD\) in \(\small x\) uit.


b Bereken de lengte van de hoogtelijn uit \(\small C\) van driehoek \(\small ABC\) exact.

 

 
Cosinusregel stompe hoek

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

In deze opgave bewijzen we \(\small a^2=b^2+c^2-2b\cdot c \cdot\text{cos}(\alpha)\) als \(\small \alpha\) stomp is.

 

 

 

 


a Er geldt: \(\small AD=\text{-}\text{cos}(\alpha)\cdot b\), laat dat zien.

Door twee keer de de stelling van Pythagoras toe te passen vind je: \(\small h^2=a^2-(c-b⋅\text{cos}(\alpha))^2\) en \(\small h^2=b^2-b^2\cdot \text{cos}^2(\alpha)\).
Dus: \(\small a^2-(c-b\cdot \text{cos}(\alpha))^2=b^2-b^2 \cdot \text{cos}^2(\alpha)\)

Opmerking
Om haakjes te vermijden, schrijven we \(\small \text{cos}^2(\alpha)\) in plaats van \(\small (\text{cos}(\alpha))^2\).

b Werk de haakjes weg en herschrijf het resultaat tot:
\(\small a^2=b^2+c^2-2b \cdot c \cdot \text{cos}(\alpha)\).

 

 
Basketbalstellage

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

\(\small \text{figuur 1}\)
 
\(\small \text{figuur 2}\)

Hiernaast zie je een basketbalstellage die neergelaten kan worden, zie \(\small \text{figuur 1}\).
Een basket is een ijzeren ring met een netje. Twee kettingen, die even lang zijn, dienen als beveiliging tegen vallen of te ver zakken van het geheel.

Het zijaanzicht van het frame is een parallellogram. We noemen dit parallellogram \(\small ABCD\), zie \(\small \text{figuur 2}\).
\(\small BC\) is \(\small 90\text{ cm}\) en \(\small AB\) is \(\small 100\text{ cm}\) lang.
In de gymzaal waar de foto genomen is, is de hoogte van bevestigingspunt \(\small B\) gelijk aan \(\small 280\text{ cm}\). De hoek bij punt \(\small B\) (hoek \(\small ABC\)) noemen we \(\small \beta\).
De lengte van lijnstuk \(\small AC\) wordt gegeven door:
\(\small AC = 10\sqrt{181 - 180\cdot \text{cos}(\beta)}\).

a Toon de juistheid van de formule voor \(\small AC\) aan.

Een van de kettingen is bevestigd tussen de punten \(\small A\) en \(\small C\). De ketting heeft een lengte van \(\small 160\text{ cm}\). De basket wordt zoveel mogelijk omlaag gelaten zodat de ketting tussen \(\small A\) en \(\small C\) strak gespannen is.

b Bereken de hoogte van punt \(\small A\) boven de vloer in dat geval. Rond je antwoord af op een geheel aantal \(\small \text{cm}\).

 

Terugblik

Reflectie op leerdoelen en op het proces. Wat ging goed, wat ging minder goed.

Heb ik mijn eigen planning gehaald?

Evaluatie: Terugblik

Introductie

Introductie

Algemene informatie
Titel
Terugblik
Aantal vragen
4
Maximaal te behalen punten
20
Punten nodig om te slagen
1
Start

Wat zijn voor jou de belangrijkste dingen die je hebt geleerd in dit thema?

Ben je het eens met de beoordelingen die je hebt gekregen van de docent?

Waarom, waarom niet?

Wat ga je bij een volgend thema anders aanpakken? Waarom?

Wat doe je de volgende keer hetzelfde? Waarom?

Wat ging goed in de samenwerking bij de eindopdracht, want kan beter?

  • Het arrangement Thema: Berekeningen in een driehoek - 4H Wiskunde B is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2022-04-25 14:03:51
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Dit thema is ontwikkeld door auteurs en medewerkers van de Wageningse Methode.

    Fair Use

    In de Stercollecties van VO-content wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Meer informatie: Fair use

    Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de helpdesk VO-content.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor wiskunde B voor havo leerjaar 4. Dit is thema ’Berekeningen in een driehoek'. In dit thema staan berekeningen in een driehoek centraal.
    Leerniveau
    VWO 4;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, cosinus, havo 4, pythagoras, sinus, stercollectie, tangens, wiskunde b

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Wiskunde HV12 (WM) nieuw. (z.d.).

    Stramien Wiskunde Stercollectie 2.0

    https://maken.wikiwijs.nl/131786/Stramien_Wiskunde_Stercollectie_2_0

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    H2 Berekeningen in een driehoek

    Terugblik

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.