Wie heeft de macht? - v456

Wie heeft de macht? - v456

Wie heeft de macht?

Introductie

Latijns-Amerika lijkt een zwak te hebben voor krachtige leiders. Populisten in Latijns-Amerika lijken van alle tijden te zijn en worden nog steeds bewonderd. Niet allemaal worden ze democratisch gekozen. Er is geen werelddeel dat zo veel staatsgrepen en dictators heeft gekend als Latijns-Amerika.

Bewondering van populisten en afkeer van dictators, zijn dat twee kanten van dezelfde medaille of toch niet?

Wat ga je leren?

In deze opdracht kijken we naar wie nu de macht heeft in Latijns-Amerika.
In de 19e eeuw waren dat de caudillos (Stap 1). Na de caudillos kwamen vooral de dictators aan de macht. Vanaf 1980 kwam de ene na de andere dictator ten val of vertrok vrijwillig (Stap 2). Populisten sprongen in dat gat, al kende Latijns-Amerika vijftig jaar daarvoor (rond 1930) al diverse populisten.
Rond 2000 kwamen er zoveel charismatische linkse populisten aan de macht dat de Latijns-Amerikanen gingen spreken over een nuevo populismo, een nieuw populisme.

Begrippen

  • Caudillo
  • ​Cliëntelisme
  • Corporatisme
  • Peronisme
  • Dictatuur
  • Oligarchie
  • Populisme

Wat ga je doen?

Activiteiten

Aan de slag

Stap 1

In deze stap ga je de geschiedenis van Latijns-Amerika nog eens nalezen. Je leert wat caudillos zijn, wat wordt bedoeld met cliëntelisme en hoe groot de invloed was van leiders als Perón en Bolívar.

Stap 2

Het bestuur in Zuid-Amerikaanse landen is gedurende 150 jaar behoorlijk instabiel geweest; wisselende grondwetten die werden aangenomen, presidentswisselingen, periodes van dictatuur en vele staatsgrepen. Je leert wat een oligarchie is en krijgt een lijst van bekende dictators. Je maakt een oefening.

Stap 3

Populistische bewegingen waren in jaren 30 en 50 van de vorige eeuw zeer actief in Zuid-Amerika. Aan het begin van deze eeuw ontstond een nieuwe stroming, genaamd 'nuevo populismo', waarbij progressieve of linkse regeringsleiders aan de macht zijn gekomen. Je zoekt op internet naar antwoorden op de gestelde vragen.

Afronding

Samenvattend

Omschrijf de begrippen. Vergelijk ze met een klasgenoot.

Eindopdracht A

Maak de eindtoets.

Eindopdracht B

Maak een pakkende speech om je als nieuwe leider in Zuid-Amerika kandidaat te stellen.

Examenvragen Oefen met oudere examenvragen.

Terugkijken

Kijk terug op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht is de studiebelasting ongeveer 3 SLU.

Aan de slag

Stap 1: Caudillos en cliëntelisme

Hitler liet zich graag ‘Führer’ noemen, Mussolini droeg de eretitel ‘Duce’ en Franco ging door het leven als ‘El Caudillo’. Allen waren ‘de leider’ van hun volk.

Caudillo betekent letterlijk ‘leider’, maar dit Spaanse woord wordt meestal gebruikt voor een speciale soort leider en wordt vooral in Latijns-Amerika gebruikt.

Laten we eerst de geschiedenis van Latijns-Amerika ophalen.
In 1492 komen de eerste Europeanen in Latijns-Amerika aan en binnen korte tijd wordt zo’n beetje het hele continent gekoloniseerd door Spanje, Portugal en later ook door Engeland, Frankrijk en Nederland.

Caudillos van de Revolutie
(Venezuela)

Pas eeuwen later, in de 19e eeuw, wordt het ene na het andere land in Latijns-Amerika onafhankelijk, meestal na een bevrijdingsoorlog. Menig land dat onafhankelijk werd, lag in puin. De meeste nieuwe regeringen waren niet opgewassen tegen de problemen in hun land en maar al te vaak trokken de caudillos, de rebellenleiders, de macht naar zich toe. Een caudillo is een krijgsheer, of met een ook veel gebruikte Engelse omschrijving, een warlord. Het is een militair bevelhebber die met een leger optreedt op eigen gezag, buiten het centrale gezag van zijn land.

Naarmate de macht van caudillos groeit, worden nationale legers machtelozer. De caudillos onderhielden sterke banden met hun soldaten en met hun aanhangers. Caudillos zorgden voor hun manschappen door ze allerlei gunsten te verleden: baantjes of een goed stuk grond. In ruil voor deze gunsten volgden de aanhangers onvoorwaardelijk de caudillo in de strijd en hun politieke aspiraties.

Deze ‘ruil’ onder het motto ‘voor wat hoort wat’ kom je niet alleen in deze privélegers tegen. We noemen het ook wel cliëntelisme: een persoon of groepen mensen een dienst bewijzen in ruil voor politieke steun.

Bijna elk Latijns-Amerikaans land kent zijn eigen caudillo. Als je op Wikipedia zoekt, vind je een lijstje van 50 bekende caudillos, maar de allerbekendste zijn Juan Perón en Simón Bolívar, al staan ze al een heel eind af van de traditionele krijgsheer.

Perón en Bolívar

De Argentijn Juan Perón (1895-1974) en zijn vrouw Evita zijn bij ons vooral bekend van de musical Evita en de hit ‘Don’t cry for me Argentina’, maar in Argentinië zijn ze bekend van het ‘peronisme’, nauw verwant aan het corporatisme. Het is een maatschappijordening waarin de wetgevende macht niet bij gekozen organen liggen, zoals een parlement, maar bij niet gekozen burgergroepen. In Argentinië werd het vooral tot een door de staat gecontroleerde samenleving waarin met name de geregistreerde vakbonden door de overheid werden beheerst. Het maakte Perón populair bij de arbeiders, die er onder zijn bewind op vooruitgingen.  

Evita en Juan Perón

Een belangrijke rol in de populariteit van Juan Perón speelde zijn tweede vrouw Eva Ibarguren, een charismatische actrice, die haar bekendheid vol heeft ingezet ter ondersteuning van haar man. Ze maakte zich onder meer sterk voor het vrouwenkiesrecht.

Simón Bolívar(1783-1830) is geboren in Venezuela. Mede door zijn inzet verkreeg zijn vaderland onafhankelijkheid. Hij stond ook aan de wieg van de bevrijding van Panama, Colombia, Ecuador, Peru en Bolivia. Dat laatste land is naar hem vernoemd. Bolívar wordt geëerd met de bijnaam El Libertador (De Bevrijder).

Stap 2: Dictators en oligarchie

Dictator Pinochet

Na 1875 verminderde de invloed van caudillos snel. De regeringen moderniseerden de nationale legers met moderne wapens en militaire strategieën die ze leerden van Europese adviseurs. Officieren van vernieuwde militaire opleidingen leerden de modernste technieken.

Daarnaast werd de telegraaf ingevoerd en werden er overal spoorwegen aangelegd. Het leger kon snel ter plekke zijn als een caudillo ergens in het land zijn boekje te buiten ging.

Dat wil niet zeggen dat er overal in Latijns-Amerika sprake was van een stabiel bestuur. In 150 jaar werden er tot 1980 237 verschillende grondwetten aangenomen. Er werden in die tijd 270 staatsgrepen gepleegd en maar liefst 911 presidenten kwamen zonder verkiezingen aan de macht.

Er is geen land in Latijns-Amerika te vinden dat niet een korte of langere tijd een dictatuur heeft gekend. Meestal werd de ene dictator opgevolgd door de volgende, al dan niet na een nieuwe staatsgreep.

Deze dictators kwamen vaak voort uit een kleine elite van militaire officieren, grootfabrikanten en politieke machthebbers. Zij vormden een oligarchie, naar de oud-Griekse woorden voor ‘weinig’ (oligos) en ‘heersen’ (archein), een bevoorrechte klasse die economisch flink profiteerde, terwijl de rest van de bevolking met grote armoede en onderdrukking te maken had.

Bekendste dictators van Latijns-Amerika:

Land Dictator Aan de macht Afgetreden
Argentinië Jorge Videla 1976-1981 Opgevolgd door dictator Viola
Brazilië João Figueiredo 1979-1985 Vertrekt na democratische verkiezingen
Chili Augusto Pinochet 1973-1990 Vertrekt na een referendum
Cuba Fulgencio Batista 1933-1959 Verjaagd door Fidel Castro
Cuba Fidel Castro 1959-2008 Opgevolgd door zijn broer Raúl
Panama Manuel Noriega 1981-1990 Opgepakt bij een Amerikaanse invasie
Uruguay Alfredo Stroessner 1954-1989 In ballingschap na een staatsgreep

 

Vanaf 1980 werden in heel Latijns-Amerika de meeste dictators vervangen door presidenten die democratisch gekozen werden.

Stap 3: Populisme is van alle tijden

Wat hebben Pim Fortuyn (Nederland), Geert Wilders (Nederland), Donald Trump (VS), Juan Perón (Argentinië) en Hugo Chávez (Venezuela) gemeen? Zij worden allen populisten genoemd.

Populisme komt van het Latijnse woord populus (= volk). Populistische bewegingen beweren te luisteren naar het volk in tegenstelling tot, zo beweren de populisten meestal, de heersende klasse, de elite.

In de tweede eeuw voor Christus bestond er in het Romeinse Rijk een politieke fractie die zich 'Populares' noemde. Zij kwam op voor het ‘gewone volk’, het plebs. Het opkomen voor het gewone volk is nog steeds een van de kenmerken van het huidige populisme.

In de Verenigde Staten werd de term populisten gebruikt voor de People’s Party (1891-1919); haar aanhangers waren boeren die in verzet kwamen tegen landeigenaren en bankiers.

In Latijns-Amerika hadden de populisten hun hoogtepunt tussen de jaren 30 en 50 van de vorige eeuw; naast Perón waren toen in nog een stuk of tien landen regeringen te vinden met charismatische leiders.

In Nederland begint volgens velen het populisme met Hendrik Koekoek die in 1963 met de Boerenpartij in de Tweede Kamer kwam. Sinds de opkomst van Pim Fortuyn is ook in Nederland het populisme niet meer weg te denken.

Een sluitende definitie van populisme is nergens te vinden, wel hebben diverse wetenschappers hun eigen kenmerken van populisme op papier gezet.

Luis Arce

Rechts en links populisme

In het Westen (Europa, Amerika) zijn de meeste populisten van rechtse snit, terwijl de meeste hedendaagse populisten uit Latijns-Amerika uit de linkse hoek komen.

In Latijns-Amerika spreekt men in het begin van de nieuwe eeuw van een nuevo populismo, een nieuw populisme, waarbij progressieve of linkse regeringsleiders aan de macht zijn gekomen.

Vooral president Evo Morales uit Bolivia trok veel aandacht, met name door zijn afkomst. In 2020 is hij opgevolgd als president door zijn partijgenoot Luis Arce.

Afronding

Samenvattend

Bij 'Wat ga je leren?' worden de volgende begrippen genoemd.
Geef zelf een omschrijving van deze begrippen.

​Caudillo  
Cliëntelisme  
Corporatisme  
Peronisme  
Dictatuur  
Oligarchie  
Populisme  


Bespreek de begrippen met een klasgenoot.

Eindopdracht A: Toets

Eindopdracht B: Speech

Aansluitend bij het nuevo populismo kom je tot de conclusie dat het tijd wordt dat Latijns-Amerika een nieuwe sterke man of vrouw krijgt! Een geboren leider!

Je wilt jezelf wel kandidaat stellen. Met je campagneteam ga je bespreken wat je beter wél en wat je beter níet kunt gaat zeggen tijdens een speech waarmee je kandidaat gaat stellen voor de volgende verkiezingen.

Verwerk enkele Latijns-Amerikaanse elementen in je speech dat doet het altijd goed bij je kiezers.

Deze opdracht kunnen jullie in groepen doen. In overleg met de docent kunnen jullie de speech voor de klas houden.

Beoordeling

De docent zal jullie speeches beoordelen. Hij of zij moet dat doen aan de hand van de volgende criteria:

  • Is de speech wervend van toon of verslapt de aandacht hiervoor bij de toehoorders al na korte tijd?

  • Is de speech helder opgebouwd met duidelijke programmapunten en toelichting bij die programmapunten?

  • Een goede speech bevat een paar slagzinnen en sluit af met een climax die blijft hangen bij de toehoorders. Is dat ook bij de uitgesproken speeches het geval?

  • Is de speech herkenbaar als zijnde uitgesproken door een kandidaat-leider in Zuid-Amerika omdat die een of meer thema’s bevat die typisch horen bij het politieke leven in dit werelddeel?

 

Examenvragen

Op deze pagina vind je examenvragen van ExamenKracht van vorige jaren. De vragen sluiten zo goed mogelijk aan bij de opdracht die je net hebt afgerond.

Maak bij het beantwoorden ook gebruik van dat wat je al eerder geleerd hebt. Als je de vraag niet kunt beantwoorden, probeer het dan later opnieuw. Nadat je een vraag beantwoord hebt, kun je deze zelf nakijken en je score aangeven.

VWO 2021-TV2

VWO 2021-TV2 Vraag 19

VWO 2021-TV3

VWO 2021-TV3 Vraag 22
VWO 2021-TV3 Vraag 25


Meer oefenen?
Ga naar ExamenKracht en oefen ook met de nieuwste examens.

Terugkijken

Intro

  • Lees de Introductie van de opdracht nog eens door.
    Geeft de intro een duidelijk beeld over wat je in deze opdracht gaat leren?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de uitleg en de begrippen nog eens door.
    Kun je uitleggen hoe het 'nuevo populismo' is ontstaan en hoe de machtsverhoudingen vroeger waren in Zuid-Amerika?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Voor deze opdracht staat ongeveer 3 SLU.
    Heb je de opdracht binnen de geschatte tijd kunnen doen?
  • Inhoud
    In de opdracht vergelijk je verschillende stromingen en heersers in Zuid-Amerika.
    Ben je dingen tegengekomen die je nog niet wist? Schrijf twee dingen op.
  • Samenvattend
    Was het eenvoudig om de genoemde begrippen te omschrijven?
    Vond je het ook zinvol om de begrippen met een klasgenoot te bespreken?
  • Eindopdrachten
    Heb je de eindtoets met een goede score afgerond?
    Was het leuk om een speech voor te bereiden? Kreeg je goede feedback na de presentatie ervan?

Bronnen

Websites:

  • Het arrangement Wie heeft de macht? - v456 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2022-03-30 09:18:44
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Aardrijkskunde voor VWO leerjaar 4, 5 & 6. In het domein "Zuid-Amerika" wordt het thema ''Wie heeft de macht?" besproken. In de 19e eeuw werden caudillos, ofwel krijgsheren, belangrijk in Latijns-Amerika nadat de landen onafhankelijk werden. Ze trokken vaak de macht naar zich toe en hadden sterke aanhang. Juan Perón en Evita in Argentinië stonden voor het "peronisme," waarin niet-gekozen groepen macht hadden. Simón Bolívar, ook wel "El Libertador" genoemd, was cruciaal bij de onafhankelijkheid van meerdere landen. Na 1875 verminderde de macht van caudillos door modernisering van legers en infrastructuur. Desondanks bleef politieke onrust met talloze grondwetten, staatsgrepen en ongekozen presidenten tot 1980. Dictators uit de elite heersten vaak, profiteerden zelf, maar brachten armoede en onderdrukking voor de bevolking. Populisme is een politieke stroming die beweert op te komen voor het gewone volk tegenover de elite, en is zowel in het Westen als in Latijns-Amerika te vinden. In het Westen zijn de meeste populisten rechtse politici, terwijl in Latijns-Amerika vaak linkse regeringsleiders als nuevo populismo worden gezien.
    Leerniveau
    VWO 6; VWO 4; VWO 5;
    Leerinhoud en doelen
    Globalisering; Burgerschap; Aardrijkskunde;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    6 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    aardrijkskunde, arrangeerbaar, infrastructuur, peronisme, populisme, simon bolivar, stercollectie, vwo456, zuid-amerika