(On)zichtbaar Nederland - v456

(On)zichtbaar Nederland - v456

(On)zichtbaar Nederland

Introductie

In 1858 had Jacob van Niftrik bijna anderhalve dag nodig om een afstand van iets meer dan 150 kilometer hemelsbreed af te leggen. Nu kun je diezelfde afstand in iets meer dan twee uur afleggen.

In deze opdracht onderzoek je hoe het kan dat we steeds minder tijd nodig hebben voor het afleggen van dezelfde afstand. Welke technologische ontwikkelingen zijn daarbij van invloed geweest?

Centraal begrip in deze opdracht is: ‘tijdruimtecompressie’.

Wat ga je leren?

De centrale vraag is: wat is tijdruimtecompressie? Maar voordat je daar een antwoord op kunt vinden, kijken we eerst naar absolute en relatieve liggingen en absolute en relatieve afstanden. Die begrippen heb je nodig voor het begrip van tijdruimtecompressie.

We kijken wat in anderhalve eeuw de invloed van de tijdruimtecompressie in Nederland geweest is aan de hand van het verhaal van Jacob van Niftrik uit 1858. Welke vervoersmiddelen had Van Niftrik tot zijn beschikking en hoe reizen we tegenwoordig?

En daarbij kijk je ook naar de invloed die tijdruimtecompressie heeft gehad op het dagelijkse woon-werkverkeer en op het begrip ‘afstandsverval’.

Begrippen

  • Absolute ligging
  • relatieve ligging
  • absolute afstand
  • relatieve afstand
  • tijdruimtecompressie
  • afstandsverval.

Wat ga je doen?

Activiteiten

Aan de slag

Stap 1

Om het begrip tijdruimtecompressie te verklaren, krijg je eerst uitleg en voorbeelden over absolute en relatieve ligging en over absolute en relatieve afstand.

Stap 2

Lees het verhaal over de tocht van Jacob van Niftrik. Dat de relatieve afstand tegenwoordig steeds kleiner wordt, merk je bij het maken van de opdracht.

Stap 3

Wat houdt tijdruimtecompressie in? Dat leer je in deze stap. Je beantwoordt vragen.

Stap 4

In deze stap lees je hoe tijdruimtecompressie ook het woon-werkverkeer heeft veranderd. Je leest over reistijd en beantwoordt vragen.

Stap 5

Lees aan de hand van voorbeelden wat afstandsverval betekent en hoe deze door tijdruimtecompressie afneemt. Je maakt een oefening.

Afronding

Samenvattend

Omschrijf de begrippen. Vergelijk ze met een klasgenoot.

Eindopdracht A

Maak de eindtoets.

Eindopdracht B

Leg - als medewerker(s) - uit wat de ontwikkeling van de hyperloop voor gevolgen heeft voor tijdruimtecompressie.

Examenvragen

Oefen de eindexamenvragen.

Terugkijken

Kijk terug op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht is de studiebelasting ongeveer 3 SLU.

Aan de slag

Stap 1: Absoluut en relatief

Het Rijksmuseum in Amsterdam

Deze opdracht gaat over het lastige begrip tijdruimtecompressie. Om dit begrip goed uit te kunnen leggen, moet je eerst meer weten over liggingen en afstanden, die we weer kunnen onderscheiden in een absolute en relatieve ligging en een absolute en relatieve afstand.

Stel, je bent een Amerikaan die graag een keer de 'Nachtwacht' wil bezoeken. Je moet dan weten dat je daarvoor in Amsterdam moet zijn en wel in het Rijksmuseum. Je zoekt bij Google Earth op waar het ligt en je komt uit op 52 graden noorderbreedte en 4,5 graden oosterlengte, of meer precies:

52°21'34.8"N 4°53'05.2"O

Je staat dan voor de ingang van het museum aan de Museumstraat. Met deze absolute ligging, de geografische breedte en lengte, weet je dan wel waar je moet zijn, maar daar heb je nog niet zoveel aan. Veel belangrijker is waar een goed hotel in de buurt te vinden is.

Ligt het hotel in een drukke buurt met veel verkeerslawaai, pal naast een spoorstation of ligt het hotel in een rustige buurt? Is het uitzicht mooi? Heeft het hotel een parkeerplek? Ligt het in de buurt van een bushalte, een fietsenverhuurder, een supermarkt of restaurantjes?
De beschrijving van de ligging ten opzichte van de omgeving noemen we de relatieve ligging.

Amsterdam heeft honderden hotels en de prijzen voor een standaardkamer lopen uiteen van een paar tientjes tot boven de 500 euro per nacht. Je zoekt een hotel binnen een straal van 5 km van het museum en je vindt een redelijk hotel aan de Rode Kruisstraat 28 dat niet al te duur is. Op je hotelkamer kijk je op je laptop. Je besluit dat je wel de hele dag in het Rijksmuseum wilt doorbrengen en je kijk hoe ver de afstand van je hotel naar het Rijksmuseum aan de Museumstraat 1 is: 4,99 kilometer hemelsbreed.
De afstand uitgedrukt in kilometers hemelsbreed noemen we de absolute afstand.

De absolute afstand = hemelsbreed 4,99 km
tussen het hotel (Rode Kruisstraat 28) en
het museum (Museumstraat 1).

Leuk om te weten, maar daarmee ben je nog niet op je plek van bestemming. Je kijkt naar Google Maps en vergelijkt de verschillende vervoersmogelijkheden van het hotel naar het museum:

Lopend: de route is 5,7 kilometer, maar daar loop je 68 minuten over (incl. een veerpont die je onderweg moet nemen). Voor de route per fiets, met de auto of het openbaar vervoer gaan we je vragen stellen (vraag 1a).

De afstand uitgedrukt in tijd, de moeite die gedaan moet worden om de afstand te overbruggen, noemen we de relatieve afstand.

Stap 2: Relatieve afstand word kleiner

Jacob van Niftrik

Het is januari 1858. Jacob van Niftrik uit Ellewoutsdijk in Zeeland krijgt een bericht dat zijn moeder in Beek bij Nijmegen op sterven ligt. Wil hij haar nog levend zien dan moet hij direct op pad. Van Ellewoutsdijk naar Beek, hemelsbreed een afstand van 154 kilometer.
Zijn tocht heeft Jacob in een dagboek beschreven. Jacob is de betovergrootvader van Jan Jaap Harts. Zijn nazaat Jan Jaap volgt 158 jaar later dezelfde route nog een keer.

Bekijk de video.

De route van Ellewoutsdijk naar Beek bij Nijmegen die Van Niftrik volgde, kunnen we in negen passages onderscheiden:

Afstand

Totaal

Passage

Vervoersmiddel

7 km.

7 km.

Van Ellewoutsdijk naar Terneuzen

Postveerboot

39 km.

46 km.

Van Terneuzen naar Sint-Niklaas

Postdiligence* of postkar

31 km.

77 km.

Van Sint-Niklaas naar Antwerpen

Smalspoortrein

70 km.

147 km.

Van Antwerpen naar Moerdijk

Trein

22 km.

169 km.

Van Moerdijk naar Dordrecht

Roeiboot, diligence*, boerenkar

20 km.

189 km.

Van Dordrecht naar Rotterdam

Trein

117 km.

306 km.

Van Rotterdam naar Arnhem

Trein

19 km.

325 km.

Van Arnhem naar Nijmegen

Te voet

5 km.

330 km.

Van Nijmegen naar Beek

Roeiboot, te voet

* diligence is een koets, getrokken door paarden

De rode lijn is de route die Van Niftrik in 1858 aflegde.
De blauwe lijn is de route van het telegram, een nieuw communicatiemiddel dat in 1852 in
Nederland geïntro­duceerd werd (via een telegraaf, later via een telex) dat binnen drie uur
Van Niftrik bereikte.

Om de afstand van 154 km hemelsbreed te overbruggen moest Van Niftrik een reis van 330 km maken. Het verschil tussen de absolute en relatieve afstand tussen Ellewoutsdijk en Beek bij Nijmegen was in 1858 nog erg groot: (330-154 =) 176 km.

Deze relatieve afstand is tegenwoordig nog maar 196 km (per auto) of 201 km per trein (en per bus naar station Goes en per bus van station Nijmegen naar de plek van bestemming). Het verschil tussen de absolute en relatieve afstand tussen Ellewoutsdijk en Beek bij Nijmegen is nu nog maar (196-154 =) 44 km.

Stap 3: Tijdruimtecompressie

Je hebt bij stap 2 gezien dat Jacob van Niftrik bij zijn reis van 1858 van zeven verschillende vervoersmogelijkheden gebruikmaakte: (post)veerboot, (post)diligence, open (boeren)kar, smalspoortrein, trein, roeiboot en te voet.

De fiets bestond al, maar werd nog maar weinig gebruikt en de snelheid lag nog laag. Er waren ook nog geen geschikte wegen voor fietsers. De stoomauto bestond ook al, maar werd nog amper gebruikt en vrijwel uitsluitend (in het Verenigd Koninkrijk) door het leger. De eerste benzineauto moest nog worden uitgevonden (in 1885).

Het snelste vervoersmiddel van die tijd was de trein. Treinen reden in die tijd maximaal 30 tot 40 km/u.

Nu ligt die snelheid op maximaal 140 km/u voor de Intercity. De hogesnelheidstrein rijdt in een dienstregeling met snelheden tussen 250 en 320 km/u. Het snelste publieke vervoersmiddel op dit moment is het vliegtuig dat vliegt met snelheden van 800-1000 km/u. Binnen minder dan een dag is elke plek op aarde bereikbaar.

De relatieve afstand is niet alleen kleiner geworden door de snelheid van de beschikbare vervoermiddelen. Van Niftrik had bij zijn reis met allerlei natuurlijke barrières te maken. Binnen Nederland moet je daarbij vooral denken aan de rivieren. Zijn eerste barrière was de Westerschelde. Het kostte hem een uur om met een veerpont de Westerschelde over te steken. Nu kost dat je met de auto twee minuten, dankzij een tunnel onder de Westerschelde.

Een andere enorme barrière voor Van Niftrik was het Hollands Diep. De eerste spoorbrug van Nederland werd in 1856 geopend, maar pas in 1871 werd de eerste spoorbrug over het Hollands Diep aangelegd. Van Niftrik had uren nodig om met een roeiboot de overkant te bereiken. Nu steek je het Hollands Diep dankzij drie spoorbruggen in enkele minuten over.

Verbeterde vervoersmiddelen en infrastructuur

Naast betere vervoersmiddelen (auto, vliegtuig) en het wegnemen van natuurlijke barrières (bruggen, tunnels) heeft een betere infrastructuur (snelwegen) bijgedragen aan het verkleinen van relatieve afstanden. In het begin van de twintigste eeuw werden de eerste wegen van asfalt (en nu: asfaltbeton) ontwikkeld en kunnen we ons nu per auto soms zelfs met een snelheid van 130 km verplaatsen.

Nu je alles over relatieve afstanden weet, is het tijd om het begrip tijdruimtecompressie uit te leggen. Compressie betekent het samendrukken of kleiner maken.

Met ruimtecompressie verkleinen (comprimeren) we de relatieve afstand tussen twee punten: in 1858 was 330 km nodig om de relatieve afstand tussen Ellewoutsdijk en Beek te overbruggen. Nu is deze relatieve afstand nog maar 196 km.

Met tijdcompressie verminderen (comprimeren) we de tijd die het kost om je te verplaatsen tussen twee punten: Van Niftrik had in 1858 32 uur nodig om van Ellewoutsdijk naar Beek te komen; nu heb je iets meer dan 2 uur nodig om dezelfde afstand te overbruggen.

Met tijdruimtecompressie bedoelen we het proces waarbij de relatieve afstand tussen twee plaatsen steeds kleiner en de tijd die het kost om die afstand te overbruggen door de moderne transport- en informatietechnologie, steeds minder wordt.

Stap 4: Woon-werkverkeer

Dankzij de tijdruimtecompressie is ook de aard van het woon-werkverkeer veranderd. Aan het begin van de negentiende eeuw woonden mensen vlak bij hun werkplek, op het land of bij de fabriek. Het snelste vervoermiddel was vóór de opkomst van de trein, het paard en wagen, maar de meeste arbeiders liepen naar hun werk.

Als je in Utrecht woonde en werk kon krijgen in Amsterdam, verhuisde je. Het was in die tijd onmogelijk om dan in Utrecht te blijven wonen. Het ‘woon-werkverkeer’ kostte je simpel te veel tijd.

Uit onderzoek is gebleken dat voor de meeste mensen één uur reistijd zo’n beetje de grens is. Binnen één uur kun je nu makkelijk van Utrecht naar Amsterdam. Volgens nl.distance.to is de relatieve afstand van Utrecht naar Amsterdam met de auto 45,5 kilometer en doe je er 42 minuten over. Met de trein is de relatieve afstand 37 kilometer en doe je er 45 tot 51 minuten over.

Inwoners van Groningen, Friesland en Drenthe wonen, in kilometers uitgedrukt, het verst van hun werk. Het CBS berekende dat Groningers gemiddeld 21,8 kilometer reizen van huis naar het werk, terwijl deze afstand in Nederland gemiddeld 14,6 kilometer is.

Zie ook het onderzoek hieronder van het Sociaal Planbureau Groningen naar de reistijd van de inwoners van deze provincie:


Reistijd in minuten van woning naar werk per type woongebied (provincie Groningen)
Bron: Sociaal Planbureau Groningen

Meer dan de helft van de Groningers (55%) vindt het acceptabel om een half uur tot een uur te reizen voor zijn of haar werk. Slechts 6% is bereid om meer dan een uur te reizen.

Stap 5: Afstandsverval

Een bekend geografisch begrip waar je op allerlei manieren mee te maken kunt hebben, is het afstandsverval: hoe groter de afstand tussen twee locaties wordt, des te minder invloed of interactie er plaatsvindt.

Dat kunnen we het beste toelichten met enkele concrete voorbeelden:

Voorbeeld 1: De ontploffing van een kerncentrale in Tsjernobyl in 1986

Op 26 april 1986 ontplofte Reactor 4 van de kerncentrale Tsjernobyl vlak bij de gelijknamige stad in het huidige Oekraïne. Er kwamen bij die ontploffing grote hoeveelheden radioactieve stoffen vrij. De westenwind verspreidde deze stoffen over heel Europa. De directe omgeving van Tsjernobyl werd onbewoonbaar. Op het kaartje op deze pagina zie je de situatie van 3 mei 1986. Je ziet dat naarmate de afstand tot Tsjernobyl groter wordt, de radioactieve dosis lager wordt en minder mensen in Europa er last van hebben.

 

Voorbeeld 2: Het twittergedrag tijdens de ‘Frankenstorm’ Sandy in 2011

In 2011 wordt de oostkust van Amerika getroffen door een zware storm die op Twitter de bijnaam ‘Frankenstorm’ kreeg, vernoemd naar het monster Frankenstein. Aan de hand van het aantal tweets van mensen die erover twitterden was goed te zien waar de storm aan land kwam en de storm uiteindelijk uitdoofde.

Tweet over en tijdens de #Frankenstorm
 
Tweets tijdens de ‘Frankenstorm'.


Het gebied in het rood is waar de storm aan land kwam en waar de meeste mensen over de storm twitterde. De kracht van de storm nam van het oosten naar het westen van Amerika af, zoals ook aan het aantal tweets te zien was (rood = meeste tweets; lichtgroen = minste aantal tweets).
Maar hoe zit het dan met het aantal tweets in de westelijke staten (geel) en Californië (oranje)? Daar zag je op drieduizend kilometer van waar de storm aan land kwam en het heftigst was weer een toename van het aantal tweets. Hoe zijn die te verklaren?

Dat heeft alles te maken met de route van binnenlandse vluchten in Amerika. De belangrijkste route loopt van New York naar Los Angeles. Door de storm vielen duizenden vluchten uit en het thuisfront in Californië twitterde massaal en bezorgd naar hun familie en vrienden die niet op de afgesproken tijd thuiskwamen.

Het twittergedrag is een mooi voorbeeld van het afstandsverval, maar toont tegelijkertijd ook aan dat theorie (afstandsverval) en praktijk niet altijd gelijk lopen.

Tijdruimtecompressie leidt tot een afname van het afstandsverval

Dankzij de tijdruimtecompressie verschuift het afstandsverval. Als mensen wat vergeten zijn en even een snelle boodschap moeten doen, gaan meer mensen eerder naar een supermarkt op één kilometer afstand van hun huis dan naar een supermarkt op drie kilometer.
Maar voor de wekelijkse boodschappen gaan veel mensen met een auto en of de supermarkt dan op één, drie of meer kilometer afstand ligt, maakt voor de meeste mensen niet zo veel uit.
Daarbij spelen zaken als goedkope prijzen, assortiment en brede gangpaden een belangrijkere rol dan de afstand.

Afronding

Samenvattend

Bij 'Wat ga je leren?' worden de volgende begrippen genoemd.
Geef zelf een omschrijving van deze begrippen.

​Absolute afstand  
Absolute ligging  
Afstandsverval  
Relatieve afstand  
Relatieve ligging  
Tijdruimtecompressie  


Bespreek de begrippen met een klasgenoot.

Eindopdracht A: Toets

Test je kennis. Maak de toets.

Eindopdracht B: Presentatie

De Hyperloop: het vervoermiddel van de toekomst? Science fiction? Niet als het aan Elon Musk ligt.
De hyperloop is een concept voor een vacuümtrein, dat in 2012 werd gepresenteerd door ingenieur Elon Musk en dat sindsdien wordt ontwikkeld door een gezamenlijk team van zijn bedrijven Tesla, SpaceX en The Boring Company.

Een studententeam van de TU Delft heeft in januari 2017 een prestigieuze prijs gewonnen voor het beste ontwerp van een 'hyperloop', een razendsnel futuristisch vervoermiddel dat werd bedacht door Tesla-oprichter Elon Musk. Bekijk hier een artikel over het team, in aanloop naar deze competitie.

We reizen over de weg, per spoor, door de lucht, over het water. Daar komt misschien snel een vijfde vervoersmethode bij: een enorme buis met lage luchtdruk waarin voertuigen met een snelheid van maximaal 1200 kilometer per uur heen en weer schieten – sneller dan een vliegtuig op een lijnvlucht.

Opdracht

Jij bent medewerker van het Hyperloopteam in Delft. Aan jou de taak om aan leerlingen uit te leggen wat de hyperloop gaat betekenen voor de tijdruimtecompressie. Met alle voor- en nadelen!

Je kunt deze opdracht samen doen met een klasgenoot. Verzamel informatie via internet en via de site van TU Delft, zodat je je argumenten goed kunt onderbouwen en de werking van de hyperloop goed kunt uitleggen.
Leg voldoende uit wat de gevolgen zijn voor de tijdruimtecompressie.

Hoe jullie het ook uitwerken: voor ideeën kun je kijken in de Gereedschapskist.

Beoordeling

Jullie docent zal de uitleg of presentatie beoordelen. Daarbij wordt gelet op de volgende punten:

  • Is duidelijk dat je deel uitmaakt van het hyperloopteam?
  • Heb je voldoende en duidelijk uitgelegd hoe de hyperloop werkt en hoever de ontwikkeling ervan is?
  • Heb je uitvoerig de gevolgen voor tijdruimtecompressie in woord of beeld gebracht?
  • Was je uitleg duidelijk en helder?

Gereedschapskist

Welkom bij de gereedschapskist. Hier vind je uitleg over alle werkvormen waarmee je je eindproducten maakt. Bij iedere werkvorm staat beschreven hoe je deze uitvoert, kun je inspiratiefilmpjes bekijken en vind je de beoordelingscriteria waaraan jouw product moet voldoen. Ook zie je welke digitale middelen je kunt gebruiken en aan welke vaardigheden je werkt tijdens het maken van je eindproduct. Veel succes!

 

Examenvragen

Op deze pagina vind je examenvragen van ExamenKracht van vorige jaren. De vragen sluiten zo goed mogelijk aan bij de opdracht die je net hebt afgerond.

Maak bij het beantwoorden ook gebruik van dat wat je al eerder geleerd hebt. Als je de vraag niet kunt beantwoorden, probeer het dan later opnieuw. Nadat je een vraag beantwoord hebt, kun je deze zelf nakijken en je score aangeven.

VWO 2016-TV1

VWO 2016-TV1 Vraag 2

VWO 2019-TV2

VWO 2019-TV2 Vraag 29

VWO 2021-TV3

VWO 2021-TV3 Vraag 3
VWO 2021-TV3 Vraag 26
VWO 2021-TV3 Vraag 29-32

 

 

Meer oefenen?
Ga naar ExamenKracht en oefen ook met de nieuwste examens.

Terugkijken

Intro

  • Lees de Introductie van de opdracht nog eens door.
    Kun je zelf een of meerdere technologische ontwikkelingen noemen, waardoor onze reistijd is verminderd?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de hoofdvraag en deelvragen nog eens door.
    Kun je toelichten wat de invloed van tijdruimtecompressie is geweest op ons dagelijks woon-werkverkeer?

Hoe ging het?

  • Inhoud
    In de opdracht bekijk je absolute en relatieve afstand en ligging.
    Let jij daar ook op als je bijvoorbeeld een uitje organiseert of een hotel reserveert in een stad?
  • Eindopdrachten
    Heb je de toets gemaakt en had je een goede score?
    Vond je de opdracht als medewerker van Hyperloop leuk om te doen?
    Kon je er voldoende informatie over vinden?
  • Examenvragen
    Heb je de examenvragen gemaakt? Ging het goed?

Bronnen

  • Het arrangement (On)zichtbaar Nederland - v456 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2022-02-15 17:21:22
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Aardrijkskunde voor VWO leerjaar 4, 5 & 6. In het domein "Wereld" wordt het thema ''(On)zichtbaar Nederland" besproken. Dit onderdeel behandelt het concept van tijdruimtecompressie. Doordat gebieden steeds meer met elkaar in verbinding komen te staan, kan de relatieve afstand afnemen, terwijl de absolute afstand, gemeten in kilometers, altijd gelijk blijft. Er zijn ook begrippen als absolute ligging en relatieve ligging. Absolute ligging wordt gemeten in geografische breedte en lengte, terwijl relatieve ligging beschreven kan worden in relatie tot de omgeving. Door de wereldwijde ontwikkelingen neemt de relatieve afstand af; er ontstaan betere wegen, snellere vervoersmiddelen en dankzij moderne apparatuur en het internet staan we makkelijker met elkaar in contact. Het feit dat het minder tijd kost om dezelfde afstand af te leggen wordt tijdruimtecompressie genoemd. Hierdoor kan het afstandsverval verminderen, wat verwijst naar de afnemende invloed of interactie naarmate de afstand tussen twee locaties groter wordt.
    Leerniveau
    VWO 6; VWO 4; VWO 5;
    Leerinhoud en doelen
    Aardrijkskunde; Bevolking en ruimte;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    6 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    aardrijkskunde, absolute afstand, absolute ligging, afstandsverval, arrangeerbaar, relatieve afstand, relatieve ligging, stercollectie, tijdruimtecompressie, vwo456

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Gereedschapskist. (2019).

    Gereedschapskist activerende werkvormen

    https://maken.wikiwijs.nl/105906/Gereedschapskist_activerende_werkvormen

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Tijdruimtecompressie

    Woon-werkverkeer

    Afstandsverval

    (On)zichtbaar Nederland

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.