Wie heeft het voor het zeggen? - v456

Wie heeft het voor het zeggen? - v456

Wie heeft het voor het zeggen?

Introductie

In deze opdracht bekijken jullie diverse aspecten van politieke globalisering. De centrale vraag is: ‘Wie heeft het voor het zeggen?’ Is dat de soevereine staat? Zijn dat supranationale organisaties? Of zijn het de multinationale ondernemingen?

Jullie onderzoeken wie (het meest) van de globalisering profiteert. Daarbij is er ook aandacht voor mensen die de globalisering helemaal geen goed idee vinden.

Wat ga je leren?

Om antwoord te kunnen geven op de vraag ‘Wie heeft het voor het zeggen?’ kijken we naar de mate waarin een land met de rest van de wereld verbonden is, naar onderlinge afspraken die landen hebben gemaakt en naar de veranderende rol van de staat ten gunste van lagere overheden aan de ene kant en supranationale organisaties en multinationale ondernemingen aan de andere kant.

Dat globalisering niet door iedereen als een zegen wordt gezien, moge blijken uit de behoefte om zich daar tegen af te zetten. Daarbij kun je denken op ‘kleine schaal’ aan de promotie van bijvoorbeeld streekproducten tot, op grote schaal, protestcampagnes van andersglobalisten.

Begrippen

  • economische globalisering
  • sociale of culturele globalisering
  • politieke globalisering
  • blokvorming
  • geopolitiek
  • de veranderende rol van de staat
  • burgerschap
  • andersglobalisme
  • anti-globalisme

Wat ga je doen?

Activiteiten

Aan de slag

Stap 1

Je bestudeert de Globalisation Index en bekijkt welke indicatoren belangrijk zijn voor meting. Je bekijkt grafieken en beantwoordt een vraag.

Stap 2

Je leest over blokvorming van EU-landen en over geopolitiek. Je leest een tekst en beantwoordt vragen.

Stap 3

Je leest over het verschuiven van macht naar supranationale organisaties en de invloed van mno's. Je leest over de veranderende rol van de staat en over maatregelen die worden genomen om Nederland niet langer een belastingparadijs voor grote ondernemingen te beschouwen. Je beantwoordt een vraag hierover.

Stap 4

Er zijn ook mensen en groepen die tegen globalisering zijn, die voelen zich bedreigd in hun burgerschap. Dit uit zich in regionalisme en andersglobalisme. Je beantwoordt er vragen over.

Afronding

Samenvattend

Omschrijf de begrippen. Vergelijk ze met een klasgenoot.

Eindopdracht A

Maak de eindtoets.

Eindopdracht B

Maak samen een special zoals in het programma #BOOS.

Examenvragen

Oefen de eindexamenvragen.

Terugkijken

Kijk terug op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht is de studiebelasting ongeveer 3 SLU.

Aan de slag

Stap 1: Globalisation Index

De wereld telt zo’n 200 landen en - met uitzondering wellicht van het min of meer autarkische Noord-Korea - elk land is in meer of mindere mate verbonden met de rest van de wereld via handel, kapitaal, informatiestromen, sociale contacten en politieke verbindingen.

Wij, wereldburgers, dragen kleding die in Zuidoost-Azië wordt geproduceerd, we drinken koffie uit Brazilië, Colombia of Ethiopië, we drinken thee uit Sri Lanka, India of Kenia, we eten chocolade uit Ivoorkust, Indonesië of Ecuador, we kijken massaal naar films uit Hollywood, we luisteren naar muziek via Spotify (anno 2021: gebruikers in zo'n 180 landen in alle werelddelen) en een op de vier mensen in de wereld (2,80 miljard gebruikers) maakt gebruik van Facebook, beschikbaar in 90-95% van alle landen in de wereld.

We leven kortom in een ‘geglobaliseerde wereld’. En welk land is het meest ‘geglobaliseerd’? Zwitserland. Nee, niet Nederland, dat staat op een mooie tweede plaats. Maar elk jaar is het stuivertje wisselen. Vorig jaar was België één, een jaar eerder was het Nederland.

Het meten van globalisering is een ingewikkelde en beetje arbitraire exercitie, maar het Zwitserse onderzoeksbureau KOF heeft er al jaren ervaring mee. De ‘KOF Globalisation Index’ gaat terug tot 1970 en meet via drie verschillende indicatoren de mate waarin een land is verbonden met de rest van de wereld.

  • De economische globalisering is een index samengesteld uit informatie over internationale handel, investeringen en beleggingen.
  • De sociale of culturele globalisering meet de mate waarin mensen, ideeën, informatie en cultuur worden gedeeld met het buitenland. Hoeveel wordt er internationaal getelefoneerd en gecorrespondeerd, hoe vaak reist men naar het buitenland, welke kranten en boeken leest de bevolking, welke websites worden bezocht? Zelfs informatie over het aantal vestigingen van Ikea en McDonald's wordt meegenomen, als graadmeter van ‘culturele nabijheid’.
  • De politieke globalisering bekijkt hoeveel ambassades het land heeft, van hoeveel internationale organisaties het lid is en hoeveel internationale verdragen het heeft ondertekend.

Voor de meest recente cijfers van de KOF Index klik hier.

         Economische globalisering
         Sociale globalisering
         Politieke globalisering

(blauwe lijn: Nederland, groene lijn: wereld)
Nederland dankt zijn hoge positie op de index aan een sterke score op alle drie indicatoren

De economische, sociale en politieke indicatoren vormen samen de Globalisation Index van een land.
Voor Nederland staat die index volgens de meting in 2020 (met cijfers over 2018) op 90,97 op een schaal van 1-100.
Eerste is Zwitserland met een score van 90,79.
Op de tweede plaats staat Nederland met 90,68.
De VS staan op plaats 25 met 82,28.
China op plaats 82 met een score van 64,28.

Opvallend is dat in de top 25 alleen maar EU-landen te vinden zijn, met uitzondering van Groot-Brittannië (5), Canada (15), Singapore (18) en de VS (25).

(Bron: Globalisation Ranking 2020)

Stap 2: Niet alleen

De tijd dat staten onafhankelijk van elkaar in volle vrijheid elk hun eigen beleid uitvoerden is allang voorbij. Landen zijn gebonden door een netwerk van onderlinge afspraken.

Vrijwel ieder land van de wereld is lid van de WHO, de Wereldhandelsorganisatie. De WHO predikt vrijhandel en landen kunnen niet zomaar hun grenzen voor producten uit het buitenland sluiten. Dankzij de WHO zijn importtarieven verdwenen of verminderd en zijn importbeperkingen flink afgenomen. In onze winkels komen producten uit de hele wereld. Zelfs producten, waarvan we denken dat ze typisch Nederlands zijn, zoals de fiets, komen maar voor een klein deel uit eigen land. De onderdelen worden uit elke windstreek ingevaren.

In Europa vormen 27 landen samen de Europese Unie. De EU is een goed voorbeeld van blokvorming. Hiermee bedoelen we de samenwerking tussen staten met als doel om hun positie op de wereldmarkt te versterken. Een deel van de macht van deze afzonderlijke landen is daarbij verschoven naar de EU: zo’n 30% van alle wetgeving komt rechtstreeks van de EU.

In 1987 diende Marokko het verzoek in voor lidmaatschap van de EU. Dat verzoek werd afgewezen met als belangrijkste reden dat Marokko niet als Europees land werd gezien. Zo’n afwijzing paste bij de geopolitiek (het streven om politieke doelen te bereiken op basis van geografisch gefundeerde argumenten) van de Europese landen.

Het begrip ‘geopolitiek’ stamt uit de tijd dat de Duitsers ‘Lebensraum’ (leefruimte) dachten nodig te hebben: het minimale grondgebied dat een volk volgens hen nodig had om in zijn voedsel- en grondstoffenbehoefte te voorzien. Olie en graan dachten de Duitsers in Rusland te kunnen vinden, waarop Duitsland in 1941 Rusland binnenviel. Die geopolitiek werd Hitler uiteindelijk fataal. Na de inval werd Rusland bondgenoot van de Amerikanen en in 1945 wonnen zij de oorlog.

Na de Tweede Wereldoorlog was de geopolitieke situatie compleet veranderd. Nieuwe blokken domineerden decennialang de internationale verhoudingen: de NAVO (West- en Zuid-Europa, VS en Canada) en het Warschaupact (Oost-Europa en Rusland) kwamen tegenover elkaar te staan met de ‘Koude Oorlog’ als gevolg. Het Warschaupact werd in 1991 ontmanteld, de NAVO bestaat nog steeds.

Lees de volgende tekst.

'EU schrijft 80% van onze wetten voor'

Er wordt vaak gezegd dat 80% van onze wetten uit Europa komt, zowel onder eurosceptici als voorstanders van verdere EU-integratie. Volgens De Groene Amsterdammer is dit percentage echter nergens op gebaseerd.

De Europese Unie vaardigt elk jaar vele honderden wetten uit, variërend van verregaande richtlijnen tot besluiten in individuele gevallen. Het aantal wetten is sinds de jaren tachtig explosief gestegen doordat Brussel steeds meer is gaan doen: niet alleen de interne markt opengooien en houden, maar ook allerlei andere grens­overschrijdende terreinen van milieuwetgeving en landbouw tot transport en consumenten­bescherming.

Open Europe rekende in 2007 uit dat als we alle Europese wetgeving die op dat moment van kracht was in de lengte achter elkaar zouden leggen de afstand een marathon zou overtreffen. Een ‘gemiddeld persoon’ zou dus vier uur moeten rennen om de rij wetten te passeren. Wat dat zegt? Geen idee. Maar de achterliggende boodschap is duidelijk: al deze wetten moeten op nationaal niveau geïmplementeerd worden. Hoeveel ruimte blijft er dan nog over voor eigen, nationaal beleid? 20%, als we veel journalisten, denktanks en vooral politici moeten geloven. De rest komt uit Brussel, zegt iedereen elkaar na.

Een op de vijf wetten beïnvloed door Europa
Het merkwaardige is dat zowel voor- als tegenstanders er belang bij hebben de invloed van Brussel heel groot voor te stellen”, zegt de Utrechtse bestuurskundige Sebastiaan Princen. “Voor voorstanders is het een teken dat verzet zinloos is en we wel mee moeten met Europa. Voor tegenstanders is het een duidelijk bewijs dat er een nieuwe superstaat aan het ontstaan is waarbij wij geen enkele ruimte meer hebben”. Maar het getal is nergens op gebaseerd. Het is een mythe.

Een paar jaar geleden woedde er een verhit academisch debat over de invloed van Europa op de nationale wetgeving. Juristen en bestuurskundigen turfden het aantal wetten dat direct aan Europese regels refereerde. In verschillende onderzoeken, ook in andere Europese landen, was de uitkomst vergelijkbaar: ongeveer één op de vijf wetten was beïnvloed door Europa. Hoewel de methode niet feilloos werkte, is het onzin dat de 80% ook maar bij benadering gehaald wordt. Bovendien bleken uit onderzoeken enorme verschillen per rechtsgebied: het Asser Instituut berekende dat twee derde van de milieuwetgeving door Europa beïnvloed was, terwijl dat voor slechts 6% van de onderwijswetten gold.

Waar komt die 80% dan vandaan? Wie heeft de mythe de wereld in geholpen? In 1988 voorspelde Jacques Delors, toenmalig voorzitter van de Europese Commissie dat na tien jaar 80% van de wetgeving op economisch gebied, en misschien ook op het terrein van belastingen en sociale zaken, uit Europa zou komen. Dat getal is een eigen leven gaan leiden.

Bron: Voxeurop Nederlands
Publicatie in De Groene Amsterdammer door Yasha Lange.

Stap 3: De veranderde rol van de staat

De macht van de soevereine staat is niet alleen verschoven naar supranationale organisaties als EU, ASEAN (Association of Southeast Asian Nations) en USMCA (United States-Mexico-Canada Agreement), maar ook naar mno’s (multinationale ondernemingen), met een omzet die groter is dan het bruto nationaal product (bnp) van menig ontwikkelingsland.

De globalisering heeft ervoor gezorgd dat mno’s hele bedrijfstakken hebben verplaatst naar landen waar de lonen lager zijn en ze minder te maken hebben met lastige wetgeving (milieu, veiligheid). Zo is de textielindustrie uit Nederland uiteindelijk verplaatst naar landen in Zuidoost-Azië.

Mno’s hebben ook veel hoofdkantoren verplaatst naar belastingparadijzen als Nederland, Bermuda, de Kaaimaneilanden en Zwitserland.
De Rolling Stones, Starbucks, Nike, Heinz, Diageo (het whiskybedrijf Johnny Walker) en duizenden andere mno’s zijn op papier Nederlands. In 2014 stroomde er 8000 miljard euro door Nederland en daar werd maar 2 miljard euro belasting voor betaald.
Er zijn in Nederland plannen ontwikkeld om multinationals eerlijker te belasten met oog voor het vestigingsklimaat. Nu kan het gebeuren dat bedrijven die in Nederland winst maken hier geen belasting betalen dankzij verrekening van verliezen of van bepaalde aftrekposten. Daarom worden de regels voor belastingheffing vanaf 2022 voor mno's verscherpt. Lees daarover het volgende artikel.

De toenmalige regering van Obama berekende dat door het verplaatsen van de hoofdkantoren van Amerikaanse bedrijven naar belastingparadijzen, Amerika jaarlijks 90 miljard dollar belastingopbrengsten misloopt. De grootste verliezers zijn niet de Amerikaanse belastingbetalers, maar de ontwikkelingslanden die belastingopbrengsten hard nodig hebben voor hun gezondheidszorg, onderwijs, infrastructuur e.d.

De veranderende rol van de staat is ook gevolg van de deregulering van de overheid die in veel landen heeft plaatsgevonden. Provincies en grote steden springen in het gat en voeren vaak hun eigen (economisch) beleid.

Zo gaan Nederlandse gemeentebestuurders met veel instellingen en bedrijven uit hun stad graag naar China om daar contacten (en hopelijk contracten) op te doen. Zo leidde burgemeester Ahmed Aboutaleb in 2015 een zakendelegatie naar de steden Shanghai (China), Beijing (China) en Jakarta (Indonesië). Daar ondertekende de Erasmus Universiteit in het bijzijn van de burgemeester onder meer een samenwerkingsovereenkomst met de Shanghai University for Finance and Economics.

Jerry Brown
Oud-gouveneur van Californië
van 2011 tot 2019

Een ander voorbeeld van de veranderende rol van de staat is het opzeggen van het Klimaatakkoord van Parijs door toenmalig president Trump in 2017. Als reactie daarop ondertekenden gouverneur Jerry Brown van Californië, de grootste staat van Amerika, en de Chinese minister van Wetenschap en Technologie een overeenkomst over de opslag van koolstofdioxide, groene energie en computertechnologie die kan helpen de uitstoot terug te dringen. De gouverneur benadrukte dat Californië “de doelstellingen van Parijs voor 100% wil halen”. Hij stond daarbij lijnrecht tegenover klimaatscepticus en toenmalig president Trump.

Stap 4: Tegen globalisering

Regionalisme, producten kopen van
(streek)markten.

Meer internationale samenwerking, open grenzen, vrije markt en aansluiting op de mondiale economie. Globalisering was tot voor kort een vanzelfsprekend gegeven. Maar veel burgers hebben genoeg van buitenlandse invloeden en zijn boos. Ze hebben het gevoel dat hun burgerschap, de wijze waarop inwoners deelnemen aan de samenleving en meehelpen deze vorm te geven, niet serieus wordt genomen.

In Europa uit zich dat in anti-Europese sentimenten. Politieke partijen in menig EU-land (PVV en FvD in Nederland, Rassemblement National (voorheen Front National) in Frankrijk, Alternative für Deutschland in Duitsland) willen dat hun land uit de EU stapt. Groot-Brittannië is vanaf 31 december 2020 geen lid meer van de EU.

In Amerika uitte zich dat in een overwinning van The Donald, de bijnaam van ondernemer en miljardair Donald Trump. Met zijn verkiezingsspreuk ‘Make America Great Again’ en zijn overwinningsspeech ‘America First’ beloofde hij als president om de banen die door de globalisering naar het buitenland zijn verdwenen weer terug naar Amerika te brengen.

Regionalisme en andersglobalisme

De tegenhanger van globalisering is regionalisme, de behoefte van mensen om hun identiteit en regionale kenmerken te behouden en te benadrukken. Streektradities worden gecultiveerd en streekproducten hebben de voorkeur boven producten die van ver worden aangevoerd.

Het andersglobalisme is een los georganiseerde tegenbeweging zonder een eenduidige ideologie en zonder een bestuur of leiding. Onder andersglobalisten vind je mensen die zich druk maken over armoede, milieu, mensenrechten, vrede en/of arbeid. Zij treffen elkaar tijdens protesten van de jaarlijkse topconferenties met de leiders van de belangrijkste industrielanden (eerst G6, later G7 of G8, in het Engels: Group of 6, 7 or 8). Deze protesten zijn niet zelden gewelddadig*.

* Sommigen gebruiken de termen ‘andersglobalisten’ en ‘antiglobalisten’ door elkaar, anderen maken een onderscheid tussen mensen die geweld gebruiken bij hun protesten (antiglobalisten) en mensen die tegen het gebruik van geweld zijn (andersglobalisten).

Afronding

Samenvattend

Bij 'Wat ga je leren?' worden de volgende begrippen genoemd.
Geef zelf een omschrijving van deze begrippen.

​Economische globalisering  
Sociale of culturele globalisering  
Politieke globalisering  
Blokvorming  
Geopolitiek  
Burgerschap  
Regionalisme  
Andersglobalisme  
Anti-globalisme  
Globalisation Index  


Bespreek de begrippen met een klasgenoot.

Eindopdracht A: Toets

Eindopdracht B: #BOOS

#BOOS is een jongerenconsumentenprogramma van BNNVARA met Tim Hofman als presentator.

Lees hier meer over de opzet van het programma en bekijk (een stukje van) deze video om een indruk te krijgen van de onderwerpen die in #BOOS worden besproken.

Jullie behoren tot het team van #BOOS. Jullie maken een special.
In jullie special informeren jullie jongeren door interviews en/of een (nagespeeld filmisch) verslag over een van de volgende onderwerpen:

  • Globalisering, een zegen of een vloek?
  • Andersglobalisten komen in verweer
  • Belastingparadijzen
  • Regionalisme

Met jullie team spelen jullie een #BOOS-special na. Als het kan filmen jullie dat met een smartphone.
Voor tips over het maken van een video of het afnemen van een interview kun je kijken in de Gereedschapskist.

Beoordeling

In overleg met jullie docent worden de specials in de klas vertoond.
Het is aan de docent hoe hij/zij jullie special zal beoordelen.

Interview afnemen

Je bevraagt een ander over een bepaald onderwerp.

 

Video maken

Video kan voor veel dingen gebruikt worden bijvoorbeeld om iets uit te leggen, een project te evalueren of mensen te interviewen.        

 

Examenvragen

Op deze pagina vind je examenvragen van ExamenKracht van vorige jaren. De vragen sluiten zo goed mogelijk aan bij de opdracht die je net hebt afgerond.

Maak bij het beantwoorden ook gebruik van dat wat je al eerder geleerd hebt. Als je de vraag niet kunt beantwoorden, probeer het dan later opnieuw. Nadat je een vraag beantwoord hebt, kun je deze zelf nakijken en je score aangeven.

VWO 2017-TV1

VWO 2017-TV1 Vragen 1-5

VWO 2017-TV2

VWO 2017-TV2 Vraag 2

VWO 2018-TV1

VWO 2017-TV1 Vraag 8

VWO 2021-TV2

VWO 2021-TV1 Vraag 19

 

Meer oefenen?
Ga naar ExamenKracht en oefen ook met de nieuwste examens.

Terugkijken

Intro

  • Lees de Introductie van de opdracht nog eens door.
    Kreeg je een indruk over wat in deze opdracht besproken wordt?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de hoofdvraag en deelvragen nog eens door.
    Kun je uitleggen waarom de vraag 'Wie heeft het voor het zeggen?' niet zo makkelijk te beantwoorden is? Welke factoren spelen hierbij een rol?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Voor deze opdracht staat ongeveer 3 SLU.
    Heb je je een beetje aan de ingeschatte tijd kunnen houden?
  • Inhoud
    In de opdracht lees je ook waarom mensen en groepen tegen globalisering zijn.
    Hoe uit zich dat en hoe noem je deze stromingen?
  • Eindopdrachten
    Heb je de toets gemaakt en had je een goede score?
    Was het leuk een special te maken, zoals #BOOS?
    Welk onderwerp hebben jullie gekozen om uit te werken?
  • Examenvragen
    Heb je de examenvragen gemaakt? Ging het goed?

Bronnen

Websites:

 

  • Het arrangement Wie heeft het voor het zeggen? - v456 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2022-02-21 17:18:26
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Aardrijkskunde voor VWO leerjaar 4, 5 & 6. In het domein "Wereld" wordt het thema ''Wie heeft het voor het zeggen?" besproken. De wereld is sterk verbonden via handel, kapitaalstromen, informatie, sociale interacties en politiek. Globalisering heeft geleid tot een geïntegreerde wereld, waarin landen met elkaar samenwerken in verschillende mate. De mate van globalisering wordt gemeten door de KOF Globalisation Index, waarbij naar economische, sociale en politieke eigenschappen van een land worden gekeken. Nederland, Zwitserland en andere EU-landen zijn sterk geglobaliseerd, wat leidt tot meer productiviteit, banen en culturele uitwisseling. Grote organisaties hebben hier veel macht en mno's kunnen gebruik maken van het belastingsparadijs in deze landen. In deze landen veranderd ook de rol van de staat en komt er meer regionaal en lokaal beleid. Hierbij vinden ook internationale samenwerkingen plaats zowel als blokvorming zoals de EU. Maar er is ook een beweging tegen het globalisme; anti-Europees en anti-globalisme, wat wordt gekenmerkt door verlangen naar regionalisme en behoud van de eigen identiteit. De andersglobaliseringsbeweging komt op tegen de negatieve aspecten van globalisering, met protesten tegen topconferenties van industrielanden en zorgen over armoede, milieu, mensenrechten en vrede.
    Leerniveau
    VWO 6; VWO 4; VWO 5;
    Leerinhoud en doelen
    Globalisering; Aardrijkskunde;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    6 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    aardrijkskunde, andersglobalisten, anti-globalisten, arrangeerbaar, belastingsparadijs, globalisering, mno's, stercollectie, vwo456

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Gereedschapskist. (2019).

    Gereedschapskist activerende werkvormen

    https://maken.wikiwijs.nl/105906/Gereedschapskist_activerende_werkvormen