Dichterbij elkaar en steeds nader tot elkaar - h45

Dichterbij elkaar en steeds nader tot elkaar - h45

Dichtbij en steeds nader tot elkaar

Introductie

Als kolonie van Groot-Brittannië speelde India een ondergeschikte rol in de wereldeconomie. Wat er in India gebeurde op economisch gebied werd vooral in Londen bepaald. Naarmate er steeds betere en snellere transportmiddelen beschikbaar kwamen en ook steeds betere communicatiemiddelen, werd de greep van de regering in Londen op India almaar krachtiger.

Nadat India in 1947 een zelfstandig land was geworden, bleef het land een ondergeschikte rol spelen in de wereldeconomie. Nog steeds maakte Groot-Brittannië er de dienst uit, nu samen met andere rijke landen.
Maar daar kwam verandering in, ook weer door de komst van steeds betere transport- en communicatiemiddelen, en ook doordat de internationale handel steeds meer werd ontdaan van invoertarieven en andere belemmeringen.

Dat heeft ingrijpende gevolgen gehad voor de economieën van Groot-Brittannië en India. Een van de gevolgen, en niet de minste, was een stijging van de welvaart in beide landen. Een ander gevolg was een steeds belangrijker rol van India als speler in de wereldeconomie.

Wat schieten de Britten en Indiërs ermee op?
Profiteren ze allemaal van deze ontwikkelingen of zijn er Britten en Indiërs die er slechter vanaf komen?
Het is aan jullie om dat uit te zoeken aan het einde van deze opdracht.

 

Wat ga je leren?

Hoofdvraag

Waardoor hebben Groot-Brittannië en India op economisch gebied altijd banden met elkaar gehad en zijn die in de loop van de tijd sterker geworden?

Deelvragen

  • Door welke technologische ontwikkelingen is India steeds makkelijker te bereiken vanuit Groot-Brittannië en omgekeerd?
  • Welke rol hebben deze technische ontwikkelingen en het vrijer maken van de internationale handel bij de economische globalisering in het algemeen?
  • Wat zijn de gevolgen van de economische globalisering voor Groot-Brittannië en India? Wat zijn de gevolgen voor hun economische banden? Wat verandert er op het gebied van economische machtsverhoudingen, arbeidsverdeling, migratie en hoogte en verbreiding van de welvaart?
  • Welke rol heeft het steeds vrijer worden van de wereldhandel gespeeld in de steeds nauwere economische banden tussen Groot-Brittannië en India?
  • Trekken alle Britten en Indiërs profijt van deze economische banden en van economische globalisering in het algemeen?

Begrippen

  • Triade
  • Vrijhandel
  • Ruilvoet
  • Multinationale ondernemingen
  • Arbeidsmigratie
  • Push- en pull-factoren
  • Tijdruimtecompressie
  • Transporttechnologie
  • Communicatietechnologie
  • Economische globalisering:
    Global shift, nieuwe internationale arbeidsverdeling, productieketen, WTO
  • Mondiale netwerken
  • Productieketen
  • WTO

Wat ga je doen?

Activiteiten

Vooraf
Voorkennis Bestudeer de Kennisbanken en maak de bijbehorende opdracht.
Aan de slag
Stap 1 Je leest over de verbeterde tijd-ruimtecompressie en groeiende communicatietechnologie tussen GB en India.  Je beantwoordt er vragen over.
Stap 2 Je leest over wat de economische globalisering na de dekolonisatie teweegbracht, o.a. door de vrijhandel en het afschaffen van handelsbarrières. Beantwoord vragen erover.
Stap 3 Lees over de gevolgen die de economische globalisering had op de machtsverhouding, de nieuwe internationale arbeidsverdeling en de migratie tussen GB en India.
Afronding
Samenvattend Maak een begrippenlijst. Vergelijk deze met een klasgenoot.
Eindopdracht A Maak de eindtoets.
Eindopdracht B Maak een presentatie over de vraag of inwoners van Groot Brittannië en India even rijk zijn.
Examenvragen Oefen met de eindexamenvragen.
Terugkijken Kijk terug op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht staat een belasting van 3 à 4 SLU.

Wat kun je al?

Bestudeer de Kennisbank.

Internationale betrekkingen

Lees van onderstaande Kennisbank alleen de pagina's 'Migratie' en 'Migratie en gezinshereniging'.

Omvang bevolking


Maak nu de instaptoets.

Aan de slag

Stap 1 - Ruimte en tijd

Compressie van ruimte en tijd

Door de aanleg van spoorlijnen onder
Brits koloniaal bestuur trad ook in het
binnenland van India tijd-ruimte-
compressie op. Anders gezegd: het
kostte hierdoor minder tijd om goederen
en personen over land te vervoeren.
Bovendien konden meer goederen en
personen worden vervoerd over de
spoorlijnen.

Opmerking vooraf:
In deze les bedoelen we met ‘Groot-Brittannië’ altijd ‘Verenigd Koninkrijk’, dus het land Groot-Brittannië en het land Noord-Ierland samen.

In 1858 werd de Britse East India Company, die de handel tussen India en Groot-Brittannië verzorgde, opgeheven en namen vertegenwoordigers van de Britse regering het bestuur over India over.

In dat jaar duurde een reis tussen Groot-Brittannië en India heel lang. Dat gold ook voor het vervoer van goederen van Groot-Brittannië naar India en vice versa. Daar waren twee redenen voor: schepen konden doorgaans gemiddeld negen kilometer per uur afleggen en ze moesten altijd via Kaapstad varen.

Sindsdien heeft een enorme tijd-ruimtecompressie plaatsgehad voor het afleggen van de afstand tussen Londen en Mumbai, of anders gezegd: de relatieve afstand tussen Londen en Mumbai, de tijd die het kost en de moeite die gedaan moet worden om tussen beide steden te reizen, is zeer sterk afgenomen.
Dit was het gevolg van een grote vooruitgang in de transporttechnologie. Waaruit bestond die vooruitgang en hoeveel korter werd hierdoor de reistijd?

Ook is het dankzij vooruitgang in de communicatietechnologie vanaf 1858 steeds makkelijker geworden om informatie over te brengen van Groot-Brittannië naar India en omgekeerd. In 1858 ging dat nog via de post, maar die deed er net zo lang over als andere goederen en personen.

Hoewel de fax in 1843 was uitgevonden en de telegrafie via kabels in 1835, waren deze technieken nog niet ver genoeg ontwikkeld om er verbindingen tussen Groot-Brittannië en India mee te onderhouden.
Dat kon wel nadat in 1885 Marconi proeven uitvoerde met draadloze telegrafie. In 1901 was deze techniek ver genoeg ontwikkeld om telegrammen van het ene continent naar het andere te sturen, in dit geval van Europa naar Noord-Amerika.
Hiermee werd het mogelijk om ook tussen Groot-Brittannië en India informatie uit te wisselen door het versturen van telegrammen. Het verzenden van een telegram kostte zoveel tijd als nodig was om de boodschap in het telegram op te stellen, enkele minuten.

Daarna volgden meer uitvindingen die de communicatie tussen Groot-Brittannië en India makkelijker maakten.

Stap 2 - Economische globalisering

Twee motoren van economische globalisering

Tijd-ruimtecompressie heeft al vanaf 1858, maar vooral vanaf 1970, mede gezorgd voor economische globalisering wereldwijd, een toenemende verwevenheid op economisch gebied van landen wereldwijd. Die verwevenheid werd nog versterkt doordat vervoer almaar goedkoper per afgelegde kilometer is geworden. Door die toenemende verwevenheid is de band tussen Groot-Brittannië en India hechter geworden en wel op twee manieren.

De landen van het Gemenebest

Economische globalisering is na de dekolonisatieperiode ook teweeggebracht en versterkt door het vrijer maken van handel tussen landen. Landen hebben invoertarieven verlaagd en ten slotte afgeschaft en andere handelsbarrières opgeruimd. Ook Groot-Brittannië en India hebben dat gedaan. Ze hoopten daarmee meer werkgelegenheid te scheppen en meer welvaart te brengen onder hun burgers. De regering van India bijvoorbeeld gaf eerst subsidies op goederen die werden ingevoerd, maar schafte die subsidies in de jaren 90 weer af.

Het verkleinen en afschaffen van handelsbarrières (waardoor er meer sprake is van vrijhandel)  werd en wordt altijd door meerdere landen gezamenlijk gedaan. Ook op andere manieren werken landen op economisch gebied met elkaar samen. Denk bijvoorbeeld aan het invoeren van gezamenlijke kwaliteitseisen voor voedingsproducten of het met elkaar verbinden van hun wegen- en spoorlijnennet. Meer landen sloten zich tot groepen aan. Zo zijn Groot-Brittannië en India lid geworden van de Wereldhandelsorganisatie WTO.

Stap 3 - Gevolgen

Gevolgen voor Groot-Brittannië en India van economische globalisering

Machtsverhouding
In de koloniale tijd maakte Groot-Brittannië de dienst uit in India, ook in economisch opzicht. Na de dekolonisatie doen dat naast Groot-Brittannië ook andere landen in de Triade, de economische grootmachten Noord-Amerika, West-Europa en de Aziatische Pacific Rim. Dat doen ze vooral via multinationale ondernemingen. Hoe dat in zijn werk gaat, kun je bijvoorbeeld zien aan de ruilvoet van Groot-Brittannië en van India en datgene wat deze ruilvoet beïnvloedt. De ruilvoet is de verhouding tussen de waarde van de export en import van een land of in formulevorm: indexcijfer prijspeil uitvoer/indexcijfer prijspeil invoer x 100. Hoe hoger de uitkomst van de berekening, hoe beter de ruilvoet is.

De ruilvoet van een land kun je berekenen met de totale waarde van de in- en uitvoer van dat land, maar ook met de waarde van de in- en uitvoer van dat land met één ander land, waarbij dus niet gekeken wordt naar de waarde van overige in- en uitvoer.

Lees van de presentatie ‘India en Groot-Brittannië‘ (met name prezi-deelvraag 2). Geef antwoord op de volgende vraag.

Nadat India in 1947 zelfstandig was geworden, werd en wordt de ruilvoet van het land en ook die van Groot-Brittannië bepaald door twee zaken waar beide landen weinig of geen greep op hebben:

  • De wisselkoers van de Indiase roepie en het Britse pond sterling ten opzichte van elkaar en ten opzichte van de Amerikaanse dollar (de meest gebruikte munt bij de internationale handel), de euro en andere munten. Wisselkoersen worden bepaald door vraag en aanbod op de internationale valutamarkt en staan ook onder invloed van banken en beleggers.
  • De hoogte van en veranderingen in de prijzen van artikelen die Groot-Brittannië en India in- of uitvoeren. Die prijzen zijn afhankelijk van vraag en aanbod op de internationale markt. Deze prijzen worden vooral gestuurd door multinationale ondernemingen uit landen in de Triade. Multinationale ondernemingen zijn ondernemingen met vestigingen in meerdere landen.

Herschikking arbeid

Na de dekolonisatie van India en vooral na 1980 treedt wereldwijd global shift op, de verplaatsing van economische activiteiten naar andere delen van de wereld. Dat is het werk van multinationale ondernemingen en andere mondiale netwerken (= bedrijven en instellingen die vanuit hun hoofdkwartier in het land van oorsprong opereren buiten de eigen landsgrenzen). Ze doen dat door hun activiteiten over meer landen uit te smeren. Dat zie je vooral bij de productie van kleding, auto’s en andere zaken. Deze producten worden in diverse stappen gemaakt vanaf het winnen van grondstoffen tot het afleveren van het kant-en-klare product. Al die stappen samen vormen een productieketen. Soms blijft de hele productieketen het werk van een en het zelfde bedrijf, maar vaak worden stappen in de keten uitbesteed naar andere ondernemingen.

Deze global shift wordt nog versterkt doordat de internationale handel steeds vrijer wordt. Hierdoor wordt het steeds makkelijker om grondstoffen (zoals katoen en metalen), halffabricaten (zoals bijvoorbeeld onderdelen van auto’s) en eindproducten van het ene naar het andere land te vervoeren.

Door de global shift ontstaat een nieuwe internationale arbeidsverdeling, waarbij werkgelegenheid wordt verplaatst vanuit landen in de Triade (zoals Groot-Brittannië) naar landen buiten de Triade (zoals India). Zo is in India een nieuwe bedrijfstak ontstaan waarin veel mensen werken, die van de call centers. Dat zijn bedrijven waar telefonische dienstverlening centraal staat. Zo worden er enquêtes gehouden, producten verkocht, bestellingen afgehandeld, vragen beantwoord, etc.

Een ander voorbeeld hiervan zie je in de video.

 

Migratie

Reeds tijdens de koloniale tijd, maar ook daarna is er sprake van arbeidsmigratie in twee richtingen: Britse ambtenaren en andere Britten gaan in India werken vanwege twee pullfactoren, redenen om naar een ander land te verhuizen. Toen India nog een kolonie van Groot-Brittannië was, was de pullfactor dat ze in India werk kregen als ambtenaar bij het Britse bestuur of als werknemer van een Brits bedrijf dat zaken deed in de kolonie. Daarna was de pullfactor dat Britse bedrijven vestigingen openden in India en sommige van hun werknemers naar die vestigingen stuurden.

Voor en na de onafhankelijkheid van India verhuisden ook Indiërs naar Groot-Brittannië. Die hadden hun pullfactoren om te verhuizen en ook enkele pushfactoren om hun land te verlaten. Tot de eerste groep behoren Indiërs die naar Groot-Brittannië gingen om er te studeren of om er te werken als ambtenaar (twee pullfactoren).
Tot deze groep migranten horen de Laskaren die in Groot-Brittannië kwamen wonen. Lees over deze migranten en andere Laskaren de paragrafen ‘Nineteenth century’ en ‘Twentieth century’ van de tekst ‘Lascar’ op Wikipedia.

De tweede groep bestaat uit Indiërs die als arbeidsmigrant naar Groot-Brittannië verhuisden omdat ze er een baan als ambtenaar konden krijgen, om er een restaurant of ander bedrijf op te zetten (pullfactoren) of om te ontkomen aan armoede en werkloosheid in hun land van herkomst (pushfactoren). Tot deze groep behoren bewoners van de Indiase deelstaat Punjab, voor het merendeel Sikhs.
Lees van de tekst ‘Post 1947 Migration to the UK – From India, Bangladesh, Pakistan and Sri Lanka- de paragraaf over de migranten uit Punjab.

Afronding

Samenvattend

Bij 'Wat ga je leren?' worden de volgende begrippen genoemd.
Geef zelf een omschrijving van deze begrippen.

​Triade  
Vrijhandel  
Ruilvoet  
Multinationale ondernemingen  
Arbeidsmigratie  
Push- en pullfactoren  
Tijd-ruimtecompressie  
Transporttechnologie  
Communicatietechnologie  
Global shift  
Productieketen  
WTO  
Mondiale netwerken  


Bespreek de begrippen met een klasgenoot.

Eindopdracht A: Toets

Eindopdracht B: Presentatie

Allemaal even rijk in Groot-Brittannië en India?

De toenemende economische verwevenheid tussen landen wereldwijd en tussen Groot-Brittannië en India in het bijzonder heeft in Groot-Brittannië en India geleid tot meer welvaart. Wat dat betreft is India met een enorme inhaalslag bezig, vergeleken met Groot-Brittannië en andere rijke landen.
Maar profiteert iedereen van deze ontwikkeling of zijn er ook mensen die er juist niet op vooruitgaan? Dat gaan jullie samen uitzoeken.

Eerst kies je ervoor om uit te zoeken waarom het antwoord op de vraag in de titel van je presentatie ‘Ja’ of ‘Nee’ moet zijn. Aan de hand hiervan deelt je docent de klas in twee groepen in.

Daarna zoek je met je groepsgenoten uit hoe je het antwoord op de vraag kunt onderbouwen. Let hierbij in ieder geval op de volgende punten:

  • Worden inkomensverschillen in Groot-Brittannië en India groter of niet?
  • Waar kunnen werknemers terecht als ze slecht behandeld en/of onderbetaald worden door hun werkgever?

Hoe je je antwoorden in een presentatie kunt vormgeven, lees je in de Gereedschapskist.
Als je klaar bent met je onderzoek en presentatie, spreek dan met elkaar af wie van jullie groep de presentatie in de klas verzorgt.

Beoordeling

Je docent zal jullie presentatie volgens de beoordelingscriteria zoals genoemd in de Gereedschapskist en op de volgende punten beoordelen:

  • Is jullie presentatie helder en duidelijk?
  • Is duidelijk hoe jullie de vraag in de titel hebben beantwoord?
  • Hebben jullie in je antwoord voldoende argumenten gebruikt?
  • Ondersteunen foto’s en ander beeldmateriaal die je gebruikt de tekst in je presentatie goed?

Presentatie maken

Jezelf op een goede manier presenteren is een belangrijke vaardigheid in deze maatschappij. Je laat zien waar je mee bezig bent geweest, waar je je in hebt verdiept en welke kennis je hebt opgedaan. Powerpoint of Prezi zijn programma's die jou kunnen helpen om informatie te presenteren.

 

Examenvragen

Op deze pagina vind je examenvragen van ExamenKracht van vorige jaren.
De vragen sluiten zo goed mogelijk aan bij de opdracht die je net hebt afgerond.

Maak bij het beantwoorden ook gebruik van dat wat je al eerder geleerd hebt. Als je de vraag niet kunt beantwoorden, probeer het dan later opnieuw. Nadat je een vraag beantwoord hebt, kun je deze zelf nakijken en je score aangeven.

HAVO 2018-TV1

HAVO 2018-TV1 Vraag 7

HAVO 2018-TV2

HAVO 2018-TV2 Vragen 1-4

HAVO 2019-TV1

HAVO 2019-TV1 Vraag 7

HAVO 2021-TV2

HAVO 2021-TV2 Vragen 1-4

 

Meer oefenen?
Ga naar ExamenKracht en oefen ook met de nieuwste examens.

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de hoofdvraag en deelvragen nog eens door.
    Kun je in het kort uitleggen hoe de economische globalisering de banden tussen Groot Brittannië en India beïnvloed heeft?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Voor deze opdracht staat 3 à 4 SLU.
    Heb je de opdracht binnen deze uren kunnen maken?
    Had je voldoende tijd om antwoorden te zoeken (op internet) en artikelen te lezen?
  • Inhoud
    In de opdracht staat de relatie tussen Groot-Brittannië en India centraal.
    Wist je al dat India een kolonie van Groot-Brittannië was geweest?
  • Samenvattend
    Was het eenvoudig om de genoemde begrippen te omschrijven?
    Was het ook nuttig om de begrippen met een klasgenoot te bespreken?
  • Eindopdracht
    Heb je de toetsvragen gemaakt? Had je een goede score?
    Of heb je de presentatie gemaakt met je klasgenoten?
    Hebben jullie goed samengewerkt?
  • Examenvragen
    Heb je de examenvragen gemaakt? Ging het goed?

Bronnen

Video:

Websites:

Teksten:

 

  • Het arrangement Dichterbij elkaar en steeds nader tot elkaar - h45 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2022-03-02 09:18:41
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Aardrijkskunde voor HAVO leerjaar 4 & 5. In het domein "Wereld'' wordt het thema ''Dichter bij elkaar en steeds nader tot elkaar'' besproken. Globalisering heeft ervoor gezorgd dat tijd en afstand minder belangrijk zijn geworden. Dit komt door de vooruitgang in transporttechnologie. Sinds 1858, en vooral vanaf de jaren 1970, heeft dit geleid tot economische globalisering. Landen over de hele wereld zijn steeds meer met elkaar verbonden op economisch gebied. Dit is mede mogelijk geworden doordat vervoer goedkoper is geworden. Daarnaast heeft de vooruitgang in communicatietechnologie ook bijgedragen aan de afname van tijd en ruimte. Sinds 1858 is het steeds makkelijker geworden om informatie over te brengen, zoals tussen Groot-Brittannië en India. Telegrafie, telefonie en het internet hebben ervoor gezorgd dat mensen gemakkelijk kunnen communiceren, ongeacht de afstand tussen hen. Dankzij deze ontwikkelingen zijn landen wereldwijd meer afhankelijk van elkaar geworden en zijn economisch nauwer met elkaar verbonden. Internationale handel, investeringen en samenwerking zijn toegenomen. Dit heeft geleid tot een wereldwijde economische integratie en heeft bedrijven de mogelijkheid gegeven om wereldwijd actief te zijn.
    Leerniveau
    HAVO 4; HAVO 5;
    Leerinhoud en doelen
    Globalisering; Aardrijkskunde; Bevolking en ruimte;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    6 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    aardrijskunde, arrangeerbaar, globalisering, handel, hv45, stercollectie, tijd-ruimte compressie, transporttechnologie

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Gereedschapskist. (2019).

    Gereedschapskist activerende werkvormen

    https://maken.wikiwijs.nl/105906/Gereedschapskist_activerende_werkvormen