HC: Verlichting 1650-1900

HC: Verlichting 1650-1900

Verlichting 1650-1900

In deze historische context over de verlichtingsideeën en de democratische revoluties 1650-1848 behandelen we de volgende vragen:

  1. Welke ideeën ontstonden tijdens de Verlichting over een meer rechtvaardige samenleving (1650-1789)?
  2. Hoe werden verlichte ideeën tijdens de democratische revoluties in de Verenigde Staten en Frankrijk in de praktijk gebracht (1776–1813)?
  3. In welke mate bepaalden verlichtingsideeën de politieke cultuur in Europa (1813-1900)?

Colofon

Het arrangement HC: Verlichting 1650-1900 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

Auteur
VO-content
Laatst gewijzigd
2022-03-09 11:20:12
Licentie
CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie

Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

  • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
  • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
  • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

Toelichting
Deze opdracht valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor geschiedenis voor vwo, leerjaar 4, 5 en 6. In deze historische context over Verlichting staan drie vragen centraal: 1. Welke ideeën ontstonden tijdens de Verlichting over een meer rechtvaardige samenleving (1650-1789)? Door ontdekkingsreizen kregen Europeanen in de 16e eeuw een nieuwe kijk op de wereld, met als gevolg veranderingen op gebieden zoals religie, politiek, wetenschap en economie. De Verlichting ontstond in de 17e eeuw en introduceerde een nieuwe manier van denken, waarbij waarneming en rede centraal stonden. Verlichters bekritiseerden de macht van de kerk en de adel en pleitten voor vrijheid, gelijkheid (o.a. Rousseau), democratie (o.a. Locke) en vooruitgang in de wetenschap. Economisch gezien pleitten Verlichters (o.a. Adam Smith) voor een vrije markteconomie. De verspreiding van Verlichtingsideeën werd bemoeilijkt door censuur, maar toch verspreidden ze zich door heel Europa. Sommige absolute vorsten werden beïnvloed door Verlichtingsideeën en voerden hervormingen door, zij het binnen de grenzen van het absolutisme. 2. Hoe werden verlichte ideeën tijdens de democratische revoluties in de Verenigde Staten en Frankrijk in de praktijk gebracht (1776–1813)? De Verlichting zorgde in Noord-Amerika onder Brits bestuur voor het streven naar zelfbeschikking. De kolonisten begonnen te twijfelen aan hun gebrek aan stemrecht in het Britse Parlement en kwamen in opstand tegen nieuwe belastingen. Dit leidde uiteindelijk tot de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog. Na de oorlog werden de idealen van de Verlichting verwerkt in de Grondwet van de Verenigde Staten, hoewel vrijheid en gelijkheid beperkt waren voor bepaalde groepen, zoals slaven en vrouwen. In Frankrijk was de Verlichting de oorzaak van de Franse revolutie, wat zorgde voor veranderingen in de standensamenleving en afschaffing van het absolutisme. Na een periode van chaos en politieke strijd greep Napoleon de macht en bracht hij de verworvenheden van de revolutie naar andere delen van Europa. Ondanks de beperkingen en tegenslagen bleken veel idealen van de Verlichting uiteindelijk werkelijkheid te worden. 3. In welke mate bepaalden verlichtingsideeën de politieke cultuur in Europa (1813-1900)? Het Congres van Wenen in 1815 streefde naar herstel van oude machten, maar veel van Napoleons hervormingen (moderne wetgeving en eenheidsstaat) bleven behouden. De Industriële Revolutie bracht sociale en economische veranderingen met zich mee. Rijke burgers eisten politieke vrijheid en economische vrijhandel, terwijl arbeiders betere werkomstandigheden en rechten eisten. De Verlichting en Industriële Revolutie zorgden voor opkomst van liberalisme, socialisme, nationalisme en feminisme. Liberalen streefden naar individuele vrijheid, terwijl socialisten gelijkheid nastreefden en kwamen op voor de arbeiders zonder rechten of invloed. Nationalisten wilden eigen natiestaten, terwijl feministen opkwamen voor vrouwenrechten. Conservatieven verdedigden de traditie, terwijl confessionelen zich inzetten voor sociale hervormingen vanuit religieuze waarden. Deze politieke stromingen hebben in de politiek nog steeds invloed.
Leerniveau
VWO 6; VWO 4; VWO 5;
Leerinhoud en doelen
Geschiedenis;
Eindgebruiker
leerling/student
Moeilijkheidsgraad
gemiddeld
Trefwoorden
arrangeerbaar, democratische revoluties, geschiedenis, hv45, kerk en staat, politieke cultuur, stercollectie, verlichting, vrijheid en gelijkheid, wetenschap
close
Colofon
gemaakt met Wikiwijs van kennisnet-logo
open