Welkom bij de online module
'Onderwijskundige' voor i-coaches
Het belang van onderwijskundige kennis
Wat je moet weten over deze module
Van praktijkvraag naar didactiek
Heb je vragen over deze online module, schroom dan niet om contact op te nemen met ons via info@mbodigitaal.nl
Over deze training
Hoe geef je het leerproces vorm? Hoe blijven studenten geactiveerd bij blended learning? Als i-coach ben je voor docenten een belangrijke gesprekspartner en adviseur op het gebied van onderwijskunde. In deze module leer je meer over activerende didactiek, ontwerpen van leerroutes en tools die daarbij ondersteunen.
Deze module is onderdeel van de ‘Peergang Bruggen Bouwen voor i-coaches’, waarin je leert om effectief veranderprocessen in het mbo te begeleiden. Naast deze module zijn er: Naast deze module zijn er: 'De trainer/coach', 'Veranderkunde', 'Onderwijs Ontwerpen' en 'De technovator'.
Gaat over?
In de module Onderwijskunde ga je aan de slag met een ontwerpmodel voor blended leren: het Playbook. Op die manier pas je de theorie direct praktisch toe. Het resultaat? Je eigen Playbook!
Workshop 1: Playbook leren kennen en leerroutes leren ontwerpen.
Workshop 2: Activerende didactiek, onderwijstechnologie en leeractiviteiten.
Workshop 3: Inzicht in leren, onderwijstechnologie en leeractiviteiten.
Doorloop
Deze module bestaat uit drie synchrone online workshops, verzorgd door een expert uit het veld. Voorafgaand aan iedere workshop doe je op Wikiwijs voorbereidende praktijkopdrachten met theorie, die zorgen dat je inhoudelijk klaar bent voor de online workshops. De uitwerking van de opdrachten heb je nodig voor de workshops, neem die dus mee!
Duur
Voor de voorbereidende opdrachten heb je gemiddeld 2 uur nodig en de workshops duren ook elk 2 uur. De totale studiebelasting van deze module bedraagt ongeveer 12 uur.
Vooraf
Zoek vooraf een docent met een praktijkvraag op het gebied van onderwijstechnologie en blended learning. Want tijdens de module maak je samen met de docent praktijkopdrachten.
Wikiwijs slaat geen gegevens van gebruikers op in deze e-learning module, zie https://www.wikiwijs.nl/privacystatement/ voor meer informatie over de omgang met persoonsgegevens door Wikiwijs/Kennisnet.
- WORKSHOP 1 -
Welkom bij de module Onderwijskunde van Bruggen bouwen! Op deze Wikiwijs-pagina werk je aan een voorbeeldcasus en opdrachten, ter voorbereiding van de verdiepende workshop. Dit keer gaan we aan de slag met het didactische ontwerpmodel ‘Playbook’ voor blended learning. Een handig en professioneel model om als i-coach te gebruiken bij onderwijskundige vraagstukken. .
Inhoud
In deze module werk je aan:
Een leerroute met didactisch doordachte leerstappen,
De keuze voor leeromgevingen,
Leervormen rekening houden met verschillen tussen studenten.
Als i-coach krijg je vast weleens een vraag van een docent over blended leren, zoals: Wil je eens meedenken over hoe studenten zich beter kunnen voorbereiden op de lessen? Ik wil peerfeedback inzetten bij mijn vak, hoe pak ik dat aan? Ik heb gehoord dat flipping the classroom goed werkt, zou dat ook wat voor mijn vak zijn? Welk antwoord geef jij dan op deze vragen...?
Vanuit leerdoelen kijken
Was jouw eerste reactie meteen om in oplossingen te denken? Probeer je dan te realiseren dat dit eigenlijk didactische ontwerpvragen zijn. Daarom is het goed om eerst vanuit leerdoelen te kijken naar de opbouw en volgorde van leeractiviteiten en de inzet van onderwijstechnologie hierbij. Het Playbook is een didactisch ontwerpmodel dat je hierbij ondersteunt.
Het Playbook
Het Playbook bevat naast leren op school en online leren nog een leeromgeving, namelijk: de beroepspraktijk. De combinatie van drie leeromgevingen, drie vormen van leren en vijf leeractiviteiten zorgen voor veel ontwerpmogelijkheden.
Stap 1
Bekijk de video waarin i-coach Johan de Bruin uitleg geeft over het Playbook:
Stap 2
Denk eens terug aan iets dat je zelf hebt geleerd, zoals: een cursus, autorijden, taarten bakken of een taal leren. Maak hiervan een cursusontwerp (in hoofdlijnen) op basis van een Playbook met leeromgevingen, leervormen en leeractiviteiten. Begin met een concreet leerdoel en werk vanuit daar naar leeractiviteiten.
Reflecteer en noteer: wat valt je op aan het Playbook? Hoe werd onderwijstechnologie ingezet? Zou het ook anders of beter kunnen? Neem je antwoorden en cursus ontwerp mee naar de workshop.
Doel van de blend - 1
Als er een docent bij jou komt met een vraagstuk, heb je waarschijnlijk direct een mooie verzameling passende tools in gedachten. Toch loont het zich om eerst nog even in gesprek te gaan over de situatie.
Stap 1
Bekijk de casus video over planmatig werken. Het leerdoel is: studenten kunnen een werkplan maken dat is uitgewerkt aan de hand van de 6 W’s (wie, wat, wanneer, waar, welke, waarom) en dat in verschillende situaties uitwerken en toepassen.
Stap 2
Studenten zien het nut van planmatig werken vaak niet in en vinden de lessen dan saaie kost. Bedenk en noteer wat jouw eerste stap zou zijn als deze docent bij jou kwam voor advies.
Als onderwijskundige is het belangrijk om niet direct naar (online) tools te gaan zoeken, maar eerst het probleem duidelijk in kaart te brengen. Pas daarna kun je een passende oplossing zoeken. Dit doe je door in gesprek te gaan met de docent en vragen te stellen.
Stap 3
Bedenk en noteer vijf vragen die je de docent zou stellen om het probleem in kaart te brengen.
In dit geval noteert de i-coach in het gesprek met de docent het volgende:
De docent behandelt de verschillende onderdelen van het werkplan in de les en illustreert dit met een PowerPoint presentatie. Ze behandelen elke les 2 W’s.
Na de uitleg oefenen de studenten elke les met het toepassen hiervan via opdrachten.
De laatste opdracht van de laatste les gaat over de praktijk: ze moeten een werkplan bekijken en beoordelen op hoe de 6 W’s hierin zijn verwerkt.
Stap 4
Heb je na het lezen van deze opzet een idee over waarom de studenten de lessen saai vinden? Noteer de mogelijke oorzaak. De studenten zelf kunnen hier ook waardevolle input over leveren via bijvoorbeeld interviews.
Bewaar je antwoorden en neem ze mee naar de workshop.
Doel van de blend - 2
Voor een docent is het niet altijd gemakkelijk om zich als expert te verplaatsen in een beginner, de student. Hierbij helpt het om de denk- of leerstappen te bekijken: welke stappen neemt de student op weg naar het doel? Dit vormt een belangrijke basis voor het ontwerp van onderwijs.
Bekijk dit filmpje van de Hogeschool Zuyd over de inzet van video in het leerproces:
Stap 3
Bekijk hieronder de 5 leerstappen:
Stap 4
In deze opdracht ga je aan de slag met je eigen casus:
Bespreek in je rol als i-coach de huidige opzet van een les of lessen met de docent. Kies een onderdeel dat belangrijk is, of waar studenten moeite mee hebben. Maak hier een helder stappenplan voor, op basis van de bronnen die je hebt doorgenomen.
Maak samen de leerstappen voor studenten voor een onderdeel hiervan en noteer ze.
Welke inzichten deed je op bij het doornemen van de bronnen en het uitvoeren van de opdracht met de docent? Noteer ze.
Bewaar je antwoorden en neem ze mee naar de workshop.
Leeromgevingen en leervormen - 1
Veel docenten willen met blended learning aan de slag, vooral bij onderwerpen als mediawijsheid is dat een pre. Maar hoe pak je dat aan? Hoe help je de docent de juiste keuze te maken voor een leeromgeving of leervorm?
Stap 1
Bekijk de video over een docent die met mediawijsheid aan de slag wil. De leerdoelen zijn als volgt - de studenten:
kunnen uitleggen wat mediawijsheid inhoudt
zijn zich bewust van de invloed van sociale media op hun levensstijl
kunnen verstandig omgaan met persoonlijke gegevens van henzelf en anderen: thuis, op school en op het werk
kunnen hun sociale media instellen om hun privacy te beschermen
Stap 2
Jorrit vertelt dat hij een weekje de tijd heeft genomen om over de vraag van de docent na te denken. Als jij in dit geval de i-coach zou zijn, welke stappen zou jij dan willen zetten met de docent? Noteer kort jouw gedachten over de leerdoelen, hoe jij op de vraag van de docent zou ingaan en wat je volgende stappen zouden zijn.
Leeromgevingen en leervormen - 2
In het Playbook dat je via deze link kunt bekijken zie je dat je alle leeractiviteiten kunt toepassen in alle leeromgevingen en bij alle vormen van leren. Bijvoorbeeld Instructie: kan op school via de docent (expert), in de beroepspraktijk via de praktijkbegeleider (expert) of online via video of een webinar (expert online).
Stap 1
Pak je notities van de 'casus van Jorrit' er nu bij en kijk naar de leeractiviteiten die je bedacht hebt voor mediawijsheid. Zet de activiteiten in het playbook (waar vinden de activiteiten plaats? op school, online of in de praktijk? en wat voor soort activiteit is het, een instructie of bijvoorbeeld verwerking?).
Kijken naar leerdoelen
Voor een effectief advies is het belangrijk om goed te kijken naar de leerdoelen en wat studenten daarvoor nodig hebben. Bijvoorbeeld het leerdoel: bewustwording van de invloed van sociale media op hun levensstijl. Hierbij hebben ze instructie (bijvoorbeeld via video) nodig om te begrijpen wat ‘invloed’ precies betekent. Vervolgens hebben ze de expert en elkaar nodig om hierover te praten, samen te werken en het bewustzijn te stimuleren.
Zorg dat je het leerdoel helder en concreet in beeld krijgt: wat bedoelt de docent precies met het leerdoel? Welk werkwoord vind je erin terug? Hoe bewijst de student dat dit leerdoel behaald is? Misschien ontdek je via het antwoord op deze vragen, dat het leerdoel een andere formulering nodig heeft.
Leeromgevingen handig inzetten
Probeer ook leeromgevingen handig in te zetten. De video in dit voorbeeld over bewustwording, kun je op school laten zien, maar het is handiger en efficiënter om de studenten dit online (kan ook onderweg op mobiel of tablet) te laten bekijken met voorbereidende vragen of stellingen. In de les kan de docent dan direct beginnen met de discussie of het leergesprek.
Samenwerken of niet?
In het voorbeeld hierboven hebben studenten zowel de expert als elkaar (samen leren) nodig. Het is wel belangrijk om die keuze voor samenwerkend leren bewust te maken. Is het nodig om het leerdoel te bereiken? En zo ja: hoe geef je het zo vorm dat studenten ook echt gaan samenwerken?
Bekijk de video over effectief samenwerkend leren met leertechnologie (gemaakt voor het HBO maar ook relevant voor MBO).
Stap 4
Bekijk de flipcard over mediawijsheid hieronder. Noteer voordat je de kaart omdraait je eigen antwoorden.
Stap 5
Bekijk nu de leerdoelen van je eigen praktijkcasus en bedenk samen met de docent welke leeromgevingen en leervormen passen bij de leerdoelen. Noteer je bevindingen.
Bewaar je antwoorden en neem ze mee naar de workshop.
Tot slot: Jorrit vond het leuk om je nog even mee te geven hoe hij bij Friese Poort aan de slag is gegaan met de vraag van de docent. Hij richtte zijn focus eerst op de vaardigheden van de docenten zelf:
Verschillen tussen studenten - 1
Een deel van de studenten kan met weinig instructie al aan de slag. Anderen hebben meer behoefte aan instructie en sommigen hebben blijvende ondersteuning nodig. Docenten willen graag de ‘snelle’ studenten de mogelijkheid bieden om direct zelf aan de slag te gaan.
Stap 1
Jorrit is zijn carriere begonnen als leerkracht in het basisonderwijs en vergelijkt die situatie met het mbo.
Stap 2
Ga in op de vraag van Jorrit en bedenk hoe docenten kunnen inspelen op de behoefteverschillen van studenten, als het gaat om de hoeveelheid en kwaliteit van de instructie. Bedenk vooral hoe je dit online kunt ondersteunen. Noteer je antwoorden.
Verschillen
Studenten verschillen van elkaar op allerlei gebieden. Denk bijvoorbeeld aan: zelfstandigheid, zicht op eigen capaciteiten en concentratievermogen. Die verschillen leiden weer tot andere behoeftes aan bijvoorbeeld instructie en begeleiding. Dat verschil in instructie-afhankelijkheid komt heel veel voor in het MBO en het is belangijk dat je daar als i-coach steeds rekening mee houdt!
Stap 3
Bekijk de video en het plaatje over het instructiemodel voor het primair onderwijs, dat hiervoor ontwikkeld is:
Verschillen tussen studenten - 2
Alles van het instructiemodel kan online ondersteund worden met tools. Dat helpt in het voorzien van verschillende behoeftes van studenten. Bijvoorbeeld:
actief voorkennis ophalen via online quizes - in de klas via het digibord of zelfstandig via een leeromgeving zoals Office Form.
online instructie via een kennis- of vaardighedenclip - voordoen of voordenken hoe iets gedaan kan worden. Bijvoorbeeld hoe je een som maakt of een probleem oplost.
opdrachten voor zelfstandige verwerking online zetten in de leeromgeving van de opleiding. Afhankelijk van het soort opdrachten, kan ook de feedback online staan. Bijvoorbeeld in de vorm van een zelftest.
Stap 1
Je bent je bewust van de verschillen in instructiebehoefte van studenten en de docenten die met mediawijsheid aan de slag zijn zich daar nu ook van bewust. Ze willen de studenten de mogelijkheid bieden om zelf opdrachten te kiezen met meer of minder instructie. Didactisch betekent dat dat studenten zelf hun leerproces meer mogen sturen. Dat kan heel motiverend werken.
Welk didactisch advies zou je als i-coach geven aan deze docenten, en met welke technologie adviseer je om dit te ondersteunen? Noteer je antwoorden.
Tools om keuzemogelijkheden te bieden
Als de docent studenten verschillende keuzemogelijkheden wil geven wat betreft instructie zijn er allerlei mogelijkheden om dit te ondersteunen. Enkele leuke voorbeelden zijn:
De laatste link is een voorbeeld van een online menukaart maar dan speciaal voor docenten met ideeën om studenten meer eigenaarschap te geven over het leren.
Stap 2
Onderzoek of en zo ja met welke verschillen tussen studenten de docent nog meer rekening wil houden? Als hij/zij dat niet meteen weet, kun je samen kijken naar de andere verschillen in gedrag die jullie dagelijks zien bij studenten. Heb je een idee voor de aanpak daarvan? Noteer je antwoorden.
Neem de uitwerking van deze opdrachten mee naar de workshop!
(Je bent nu klaar met je voorbereiding voor workshop 1)
- WORKSHOP 2 -
Welkom bij de tweede workshop binnen de module Onderwijskunde van Bruggen bouwen! Op deze Wikiwijs-pagina werk je aan een voorbeeldcasus en opdrachten, ter voorbereiding van de verdiepende workshop. Voor de tweede workshop gaan we aan de slag met activerende didactiek. Wat is activeren precies? Hoe geef je dat vorm? Hoe helpt technologie?
Inhoud
In deze workshop verdiep je je in:
Het activeren van voorkennis
Het belang van leren in context
Effectieve instructie en demonstratie en de rol van (uitgewerkte) voorbeelden
Actieve verwerking, oefenen, toepassen en reflecteren
De studenten van nu - generatie Z worden ze ook wel genoemd. Ze hebben altijd duizend dingen te doen en laveren tussen baantjes, stage, sociale media, feestjes en Netflix. School is wellicht een noodzakelijk kwaad of een moment van rust. Hoe kunnen docenten met hun lesactiviteiten aansluiten bij hun leefwereld en hen interesseren en motiveren om dat stapje meer te zetten?
Stap 1
Bekijk de video van i-coach Annet, die regelmatig vragen krijgt van docenten over hoe je het onderwijs beter laat aansluiten bij de leefwereld en ervaring van studenten.
Stap 2
Welke ideeën heb jij om een willekeurig vak beter aan te laten sluiten bij de leefwereld? Hoe gebruik je bijvoorbeeld eerder verworven competenties? En hoe breng je dit tot leven? Noteer je ideeën.
Voorkennis activeren
Een onderwerp kan voor studenten nutteloos of abstract overkomen. Een van de mogelijke oorzaken is dat ze het niet kunnen verbinden met wat ze al weten en met hun eigen wereld. Of dat ze niet zien wat dit onderwerp met hun toekomstige wereld (de beroepspraktijk) te maken heeft.
Het leggen van de verbinding met wat ze al weten, wordt ook wel ‘voorkennis activeren’ genoemd. Om iets nieuws te kunnen leren is het belangrijk studenten een kapstok te geven waaraan ze nieuwe kennis kunnen ‘ophangen’. De verbinding leggen met de (toekomstige) wereld van studenten is ‘leren in context’.
Denk bijvoorbeeld aan een student die nog nooit in een verzorgingshuis heeft gewerkt, maar wel veel tijd met zijn dementerende oma heeft doorgebracht. Of een student die geen ervaring heeft met een logistiek plan voor een magazijn te maken, maar wel als vakkenvuller in de supermarkt heeft gewerkt. Hierdoor kun je als docent de verbinding leggen met voorkennis en leefwereld.
Bekijk onderstaande flipcard en beantwoord voor jezelf de vraag, voordat je hem omdraait.
Studenten betrekken - 2
Wat zouden de docenten nog meer kunnen doen? Bijvoorbeeld een opdracht geven waarbij de student een volbrachte taak uit hun leefwereld in omgekeerd volgorde moet opdelen. Denk aan: een geslaagd feestje, een werkdag of deelname aan een sportwedstrijd. Hierbij kunnen docenten variëren in de vorm van de opdracht.
Tools
Online tools kunnen hierbij helpen, zoals:
een overzicht geven van alle activiteiten in verkeerde volgorde waarbij studenten ze in de goede volgorde zetten. Dat kan bijvoorbeeld met Kahoot.
een overzicht van activiteiten dat niet compleet is waarbij studenten moeten aanvullen. Dat kan bijvoorbeeld met Padlet. Een online board waar studenten dingen aan toe kunnen voegen. Ze kunnen dat ook samen doen of met de docent in de groep.
Andere handige en leuke opties zijn:
Een quiz of zelftoets.
Een mindmap, wordweb of inventarisatie maken met open vragen via Answer Garden, Mentimeter of Socrative. Bijvoorbeeld: waar denk je aan bij het woord ‘planning’?
je activeert voorkennis en studenten oefenen met het toepassen van de vaardigheid
studenten vinden het leuk om te doen dus het motiveert ze om verder te gaan
de docent kan de resultaten gebruiken om te differentiëren: wie heeft meer of minder instructie nodig? Of wie heeft behoefte aan verrijking of verdieping?
Tools om te leren in context
Met technologie kun je de context waarvoor studenten kennis en vaardigheden nodig hebben tot leven brengen, het verhaal vertellen. Dat kun je inzetten bij het activeren van voorkennis maar ook bij verwerking van nieuwe kennis en toepassing daarvan.
Gebruik bijvoorbeeld een animatie met een echte opdrachtgever. Denk aan de directeur van een festival, die studenten opdrachten geeft om dingen te maken (zoals een logo) voor haar festival. Daarvoor hebben de studenten kennis nodig over bijvoorbeeld kleurenleer. Deze kennis vinden ze zonder context droog en vervelend om te leren. Met voor hen relevante context, zien ze direct waar ze het voor nodig hebben.
Je kunt voor dit doel ook (interactieve) plaatjes gebruiken of een stripverhaal. Om dit te realiseren kun je tools gebruiken zoals: Vyond of Moovly (voor animaties) en Thinglink (voor interactieve plaatjes). Wanneer je over een elektronische leeromgeving beschikt, kun je deze tools daar meestal in embedden.
Stap 1
Bedenk samen met de docent een manier om voorkennis te activeren of een manier om de beroepspraktijk tot leven te brengen (denk aan gebruik van casussen). Bedenk ook welke online tool je zou willen gebruiken en waarom.
Noteer je antwoorden en neem ze mee naar de workshop.
Effectieve instructie/demonstratie - 1
Docenten zijn zich vaak zeer bewust van het grote belang van hun eigen vak voor de praktijk en voor de rest van het leven van studenten. Voor studenten die de vaardigheden nog niet in het beroep/de praktijk nodig gehad hebben, is het lastiger om zich die echte praktijk voor te stellen. Ze overschatten vaak hun vaardigheden (dat kan ik wel).
Stap 1
Bekijk de video over studenten die na een jaar basis gesprekstechniek, de kennis en vaardigheden nog steeds niet kunnen toepassen. De docent vraagt zich af waarom er geen transfer plaatsvindt.
Stap 2
Bedenk drie redenen waardoor de studenten uit de casus van Annet, na een jaar de stof nog steeds niet in praktijk kunnen brengen. Noteer ze.
Demonstreren en voordoen
In de bovenstaande casus geeft de docent uitleg in een syllabus en via een PowerPoint presentatie. Direct na de uitleg oefenen de studenten met rollenspellen in de klas. De docent merkt op dat het oefenen op dat moment wel goed gaat, maar daarna niet meer.
De transfer vind in de praktijk soms niet goed plaats, doordat (mbo-) studenten vaak behoefte hebben aan een aantal echte praktijkvoorbeelden of een stapsgewijze demonstratie van de docent. Of iemand uit de praktijk die je meeneemt in zijn overwegingen tijdens een gesprek. Dit is in een klaslokaal natuurlijk niet altijd te realiseren.
Voor een goede instructie van een vaardigheid of de toepassing van kennis, is een voorbeeld of demonstratie essentieel. Gesprekstechnieken lenen zich goed voor een demonstratie. Bijvoorbeeld aan de hand van een aantal korte video’s van vakmensen.
Voor een sprekend voorbeeld of effectieve demonstratie kan de docent allerlei tools inzetten die het gemakkelijker en leuker maken.
De kennisclip
Een kennisclip is een korte video met bondige uitleg of demonstratie over een bepaald onderwerp of begrip. Er zijn allerlei soorten clips met verschillende doelen:
uitleg van theoretische begrippen of formules.
het laten zien hoe je een handeling, vaardigheid of techniek uitvoert. Bijvoorbeeld hoe je bloeddruk meet.
de verschillende stappen van een aanpak laten zien, denk aan een probleem of een som. Bijvoorbeeld door hardop denkend een formule toe te passen.
Uitgewerkte voorbeelden zijn een krachtig didactisch instrument - ook om online in te zetten. In de bovenstaande casus zou het voorbeeld een demonstratie zijn van de gesprekstechnieken die de studenten moeten leren. In andere gevallen kan het bijvoorbeeld ook een product in wording of een eindproduct zijn. Een video van werkzaamheden in een bedrijf of op een leerwerkplek spreken vaak nog meer tot de verbeelding.
Hoe maak je een kennisclip?
Wil je meer weten over hoe je een goede kennisclip maakt? Bekijk dan:
Bij de inzet van video is het belangrijk om de studenten te blijven activeren, zodat ze actief mee blijven denken tijdens het kijken. Dat kan bijvoorbeeld door vragen aan het filmpje toe te voegen. Dat kan goed met een tool als H5p. Lees meer over deze tool op docentenhelpdesk.nl: http://www.docentenhelpdesk.nl/onderwijstools/h5p-interactieve-oefeningen-maken/
Andere tools voor demonstraties
Naast video’s zijn er nog allerlei andere leuke tools die je kunt inzetten voor demonstraties en voorbeelden. Op de site van ‘Onderwijs van Morgen’ vind je verschillende zogeheten kickstarts voor tools. Hier kun je zelf ontdekken welke geschikt zijn voor jouw instructie of demonstratie. https://www.onderwijsvanmorgen.nl/ovm/digitale-tools-11-kickstarters-docenten/.
Stap 1
Bekijk met de docent hoe instructie en demonstratie het beste vormgegeven kunnen worden in je praktijkcasus en welke technologie dat zou kunnen ondersteunen. Noteer je ideeën en plannen en neem ze mee naar de workshop.
Als je er tijd voor hebt, maak dan samen ook een kennisclip en neem die mee! Hou er rekening mee dat je voor de volgende opdracht een kennisclip nodig hebt.
Oefenen, toepassen en feedback - 1
Terug naar de casus over gesprekstechnieken. In elke les oefenen de studenten met rollenspellen. Hoewel dat goed gaat, komt lang niet iedereen aan de beurt. De docent is op zoek naar een oplossing waarbij de studenten meer en zelfstandig oefenen en meer feedback krijgen.
Stap 1
Bedenk een manier om de studenten meer (zelfstandig) te laten oefenen. Welke rol kan technologie hierbij spelen? Noteer je ideeën.
Informatie verwerken
Nieuwe informatie verwerken dat vraagt aandacht. Inmiddels weten we steeds meer over hoe de hersenen hiermee omgaan. Die kennis kun je als i-coach gebruiken om het leren samen met de docent vorm te geven.
Bekijk Hoofdstuk 16 ‘Beter onthouden doe je zo’ van ‘Op schouders van reuzen’ https://didactiefonline.nl/artikel/op-de-schouders-van-reuzen. Er zijn veel diverse en effectieve manieren om leerstof actief te verwerken zoals: oefenen, (test)vragen beantwoorden of zelf verzinnen en gespreid oefenen. Deze zijn allemaal bewezen effectief voor leren.
Stap 2
Alleen het aanbieden van kennisclips blijkt vaak niet voldoende, het leerrendement is daarbij laag. Bekijk de casus-video: welke mogelijkheden zie jij om het leerrendement te verhogen? Noteer je antwoorden.
Actief toepassen
In de casus over gesprekstechnieken, oefenen de studenten te weinig en te kort. Daardoor krijgen ze onvoldoende feedback. Een online leeromgeving met extra oefeningen is een goede oplossing. Een quiz of zelftoets met multiple choice lijkt een gemakkelijke oplossing, maar daarmee zijn de studenten niet gestimuleerd om zelf een reactie te verzinnen - en dus de gesprekstechnieken daadwerkelijk toe te passen.
Stap 2
Maak een kennisclip met daarbij 4 open vragen die de studenten aan het denken zetten over de stof. Je mag eventueel ook een bestaande video gebruiken van de lesstof.
Neem dit mee naar de workshop.
Oefenen, toepassen en feedback - 2
Met behulp van technologie kunnen docenten de verwerking van nieuwe informatie online ondersteunen. Zelftesten en quizzes zijn daarbij een goed didactisch middel. Maak bijvoorbeeld gebruik van flashcards of omdraai (dialogue) kaarten uit H5p, zoals in deze module.
Ook in een elektronische leeromgeving heb je vaak de mogelijkheid om vragen te stellen bij een video en daarbij automatisch feedback te geven. Onderzoek daarom goed welke tools er bij jouw instelling beschikbaar zijn.
In deze module heb je je verdiept in een aantal tools en deze toegepast in het onderwijsontwerp van je docent. Het kan zijn dat je al vaker hebt gewerkt met bepaalde tools. Van nature kies je namelijk sneller lesactiviteiten die je al kent, bijvoorbeeld omdat je weet dat ze effectief en leuk zijn.
Op de pagina zie je de piramide: hoe hoger je komt, hoe leerzamer de activiteiten zijn. Toch zijn we onbewust vaak geneigd om activiteiten uit de onderste drie lagen te kiezen: onthouden, begrijpen en toepassen.
Stap 2
Pak de pagina’s ‘lesactiviteiten en tools..’ en ‘overzicht lesactiviteiten’ van de lessenserie van Hanzehogeschool Groningen erbij. Kies, liefst samen met je docent, een lesactiviteit die past in de drie hoogste categorieën van de piramide: analyseren, evalueren of creëren.
Werk deze uit voor het vak van jouw docent en neem je plan voor de lesactiviteit mee naar de workshop.
Je bent nu klaar met je voorbereiding voor workshop 2.
- WORKSHOP 3 -
Welkom bij de derde workshop binnen de module Onderwijskunde van Bruggen bouwen! Op deze Wikiwijs-pagina werk je aan een voorbeeldcasus en opdrachten, ter voorbereiding van de verdiepende workshop. Dit keer gaan we verder met de toepassing van formatieve toetsing en feedback om het leerproces van studenten te monitoren.
Inhoud
In deze workshop verdiep je je in:
de inzet van formatieve toetsen
de rol van feedback: hoe geef je dat vorm en wie geeft de feedback?
de rol van reflectie en zelfsturing: wat kan de student zelf monitoren en sturen en hoe kun je in het didactisch ontwerp daarbij ondersteunen?
Toetsen zijn er niet alleen maar om een eindcijfer vast te stellen. Je kunt ze ook inzetten om de ontwikkeling en het leerproces van de studenten tussentijds te volgen. Voor de studenten zelf kunnen formatieve toetsen en opdrachten een leermiddel zijn die ze feedback en reflectie biedt.
Stap 1
Bekijk de video waarin een docent van een technische opleiding vertelt over studenten die een hekel hebben aan de theorie over een installatieschema. Hij heeft daar een mooie oplossing voor.
Stap 2
Ken jij voorbeelden van adaptieve lesstof of adaptieve toetsen uit jouw eigen praktijk? Wat zijn daar de voor- en nadelen van? Noteer ze.
Formatieve zelftoetsing
De docent kiest voor formatieve zelftoetsing met voorwaarden. De student moet een zelftoets voldoende afronden, pas dan wordt de volgende zelftoets beschikbaar. Het is ook mogelijk om in te bouwen dat de student bijvoorbeeld automatisch extra verwerking of verdiepingsstof aangeboden krijgt, afhankelijk van de antwoorden die hij geeft op vragen/in opdrachten. Dit geeft de studenten ook inzicht in het eigen leerproces. En het toetsen zelf is ook een vorm van leren. Hierbij hoort automatisch ook feedback en reflectie.
Met de vorm van de test of opdrachten kun je variëren om rekening te houden met verschillen tussen studenten. Het hoeft er niet uit te zien als een toets. Denk bijvoorbeeld aan het maken van websites, vlogs, podcasts of video’s. Een (online) portfolio is ook een goede optie. Lees hierover meer in het artikel ‘Beginnen met een portfiolio’ op de website van de Radboud Universiteit. https://www.ru.nl/docenten/toetsen-en-beoordelen/toetsvorm-kiezen-en-construeren/toetsvormen/portfolio-assessment.
Formatieve toetsen - 2
Voor formatief toetsen of evalueren kun je goed gebruik maken van de online leeromgeving, bijvoorbeeld:
voor zelftesten en (automatische) feedback
voor het zichtbaar maken van de beoordelingscriteria: laat de rubric bijvoorbeeld online zien aan studenten zodat ze weten wat het eindresultaat moet zijn en waar ze staan
Wat wil jouw docent precies van de studenten weten als ze aan het leren zijn? Bespreek dit samen en bedenk hoe je de gewenste informatie wil verzamelen.
Noteer je antwoorden en neem ze mee naar de workshop.
Feedback - 1
Uit onderzoek is bekend dat feedback een zeer krachtig didactisch middel is. Maar hoe zet je het effectief in? Welke delen automatiseer je? Hoe vind je de balans met persoonlijke aandacht?
Stap 1
Feedback kun je zowel 'face-to-face' als geautomatiseerd aan een student geven. Maar wat is wanneer nou beter?
Bekijk de casus-video en bedenk drie didactische situaties waarin het geven van face-to-face feedback en drie didactische situaties waarin het geven van geautomatiseerde feedback de beste oplossing is. Noteer je antwoorden.
Stap 2
De docent vraagt zich af of studenten zo wel voldoende feedback krijgen tijdens het leerproces. Ook zakt de motivatie wat weg. Bekijk de flipcard en noteer je antwoord, voordat je de kaart omdraait.
Feedback - 2
Er zijn verschillende mogelijkheden om feedback te geven. Bijvoorbeeld door een expert (docent of praktijkbegeleider), de computer (geautomatiseerd) en peers. Het leereffect bij feedback van een expert is daarbij groter dan die van peerfeedback. Hoewel dit ook waardevol kan zijn, leidt het niet direct tot betere leerprestaties.
Als i-coach kun je de docent of praktijkbegeleider helpen om het grootste leereffect te bereiken, door de feedback goed in te richten.
Bekijk dit filmpje van Gavan Watson over de kenmerken van goede feedback voor studenten.
Online feedback/persoonlijke aandacht
Wanneer de docent online feedback geeft, kan die de stemming van de student of ontvangst van de feedback niet inschatten. Dit betekent dat er extra aandacht nodig is voor de formulering van de feedback. Een klein beetje persoonlijke aandacht, heeft al een groot effect op de motivatie van de studenten.
Bij online discussies heeft de docent de kans om meerdere studenten te bereiken. Een korte reactie geven of een vraag beantwoorden, kost niet veel tijd en is voor de student heel waardevol.
Voor het leerproces en de motivatie, is regelmatige persoonlijke aandacht van de docent cruciaal, maar dit is vaak wel tijdrovender. Hoe vind je samen met de docent balans tussen persoonlijke en digitale feedback? In de ideale situatie heeft de docent ruimte om elke student tijdens of na de les, persoonlijk te spreken. Bijvoorbeeld als anderen aan een (groeps-)opdracht werken. Maar dit is in de praktijk vaak niet mogelijk.Een manier om meer persoonlijke aandacht te geven is via audio. De docent kan bijvoorbeeld via Kaltura of een screencastapp feedback op ingeleverd werk inspreken. Een mooi voorbeeld van een oplossing is een docent Nederlands die via screencast feedback geeft op beroepsverslagen van de studenten. Met het verslag in beeld, arceert ze onderdelen en vertelt er direct bij waar het beter kan. De studenten stellen deze persoonlijke feedback erg op prijs en het geeft hen veel concrete aandachtspunten om aan te werken. Persoonlijke feedback kun je dus ook digitaal efficiënt organiseren.
Stap 4
Ga in gesprek met je docent over hoe jullie de feedback bij diens vak of onderwerp vormgeven: hoe vaak en hoe wordt er feedback gegeven? Wat vinden jullie van de frequentie en welk effect ziet de docent bij de studenten?
Noteer je antwoorden en neem ze mee naar de workshop.
Inzicht in het leerproces en reflectie - 1
Formatieve toetsen en feedbackmomenten, kunnen ook bijdragen aan het inzicht van de student in het eigen leren en hoe dat anders zou kunnen. Dit heet ook wel ‘metacognitie’ en kan bijdragen aan zelfsturing. Maar hoe zorg je ervoor dat ze echt zelf de regie in handen nemen?
Stap 1
Bekijk de video van Joost over zelfsturing.
Stap 2
Herken jij dit in jullie eigen onderwijspraktijk? Hoe goed zijn jullie studenten in het plannen en organiseren van hun werk? En in hoeverre nemen jullie studenten zelf de volgende stap in hun leerproces? Hoe helpen jullie hen daarbij?
Zelfsturing stimuleren
Zelfsturing van de student op basis van inzicht in het leerproces, is iets dat je kunt trainen. Vaak hebben studenten zelf al best een goed beeld van hoe ze het doen.
Lees hoofdstuk 7 ‘De zelfsturende leerling’ uit ‘Op schouders van reuzen’. Kijk vooral goed naar het verschijnsel overschatting. In het hoofdstuk vind je verschillende ideeën voor reflectie-activiteiten die met enige aanpassing ook voor mbo geschikt zijn. https://didactiefonline.nl/artikel/op-de-schouders-van-reuzen.
Er zijn veel verschillende manieren om studenten te helpen hun eigen leerproces te sturen, om hun zelfsturing te stimuleren:
door een overzicht van opdrachten te geven op verschillende niveaus. Zoals een menukaart, sterrensysteem of spoorboekje met activiteiten.
door studenten in het begin te helpen om het goede niveau te kiezen en later zelfstandig laten kiezen.
door studenten de planning online te laten maken, waar de docent feedback op geeft.
door online formats aan te bieden die studenten helpen om na te denken over hun werk en hoe ze daarop kunnen reflecteren. Lees hierover meer in het artikel ‘Evauleren om te leren’ op leraar24.nl https://www.leraar24.nl/82911/evalueren-om-te-leren-2/.
door zelftesten met automatische feedback aan te bieden.
Laatste actie
Ga in gesprek met je docent. Hoe denkt hij of zij over zelfsturing? Wat past er volgens jouw bij je eigen casus? Wil je de student laten kiezen? Zo ja: hoe en wat? Noteer je ideeën en neem ze mee naar de workshop.
GEFELICITEERD!
Je hebt hiermee alle online onderdelen van de module 'Onderwijskundige' binnen de Peergang Bruggen Bouwen doorlopen. We wensen je veel plezier bij de laatste workshop, stel gerust alle vragen die je nog wilt stellen aan de expert. Omdat we de module voor het eerst hebben uitgevoerd, zullen we met jullie en onze ervaringen de module nog wat aanscherpen. Heb jij opmerkingen/suggesties/aanvullingen? Mail ze dan naar pascal.koole@sambo-ict.nl. Bij voorbaat dank en tot in de volgende module!
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze module is onderdeel van de Peergang voor i-coaches, ontwikkeld door het team Bruggen Bouwen (Kennisnet en saMBO-ict). Andere modules zijn trainer/coach, Veranderkunde, adviesvaardigheden en technovator.
Deze module is onderdeel van de Peergang voor i-coaches, ontwikkeld door het team Bruggen Bouwen (Kennisnet en saMBO-ict). Andere modules zijn trainer/coach, Veranderkunde, adviesvaardigheden en technovator.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.