Wat zouden de docenten nog meer kunnen doen? Bijvoorbeeld een opdracht geven waarbij de student een volbrachte taak uit hun leefwereld in omgekeerd volgorde moet opdelen. Denk aan: een geslaagd feestje, een werkdag of deelname aan een sportwedstrijd. Hierbij kunnen docenten variëren in de vorm van de opdracht.
Online tools kunnen hierbij helpen, zoals:
een overzicht geven van alle activiteiten in verkeerde volgorde waarbij studenten ze in de goede volgorde zetten. Dat kan bijvoorbeeld met Kahoot.
een overzicht van activiteiten dat niet compleet is waarbij studenten moeten aanvullen. Dat kan bijvoorbeeld met Padlet. Een online board waar studenten dingen aan toe kunnen voegen. Ze kunnen dat ook samen doen of met de docent in de groep.
Andere handige en leuke opties zijn:
Een quiz of zelftoets.
Een mindmap, wordweb of inventarisatie maken met open vragen via Answer Garden, Mentimeter of Socrative. Bijvoorbeeld: waar denk je aan bij het woord ‘planning’?
Studenten zelf laten mindmappen: https://www.vernieuwenderwijs.nl/laat-leerlingen-mindmap-maken/
Meer inspiratie voor tools? Kijk dan eens op:
De website Digitale Didactiek van Zuyd https://digitaledidactiek.zuyd.nl/category/voorkennis-activeren/
De website van Touch2Learn over werkvormen voor tablets en smartphones http://touch2learn.be/docenten
je activeert voorkennis en studenten oefenen met het toepassen van de vaardigheid
studenten vinden het leuk om te doen dus het motiveert ze om verder te gaan
de docent kan de resultaten gebruiken om te differentiëren: wie heeft meer of minder instructie nodig? Of wie heeft behoefte aan verrijking of verdieping?
Met technologie kun je de context waarvoor studenten kennis en vaardigheden nodig hebben tot leven brengen, het verhaal vertellen. Dat kun je inzetten bij het activeren van voorkennis maar ook bij verwerking van nieuwe kennis en toepassing daarvan.
Gebruik bijvoorbeeld een animatie met een echte opdrachtgever. Denk aan de directeur van een festival, die studenten opdrachten geeft om dingen te maken (zoals een logo) voor haar festival. Daarvoor hebben de studenten kennis nodig over bijvoorbeeld kleurenleer. Deze kennis vinden ze zonder context droog en vervelend om te leren. Met voor hen relevante context, zien ze direct waar ze het voor nodig hebben.
Je kunt voor dit doel ook (interactieve) plaatjes gebruiken of een stripverhaal. Om dit te realiseren kun je tools gebruiken zoals: Vyond of Moovly (voor animaties) en Thinglink (voor interactieve plaatjes). Wanneer je over een elektronische leeromgeving beschikt, kun je deze tools daar meestal in embedden.
|