Introductie schooljaar 2019-2020
Deze ppt is gegeven op donderdag 5 september 2019
De integrale opdracht
De groepsindeling is:
Dylana, Silke, Sharon
Marit, Reina, Chantal
Lise, Melissa, Anna-Vera
Inde, Aileen, Jerina
Anthony, Demi, Eva
Kirsten, Dian
het programma:
12 sept. 2019 (3 uur):
- maak een mindmap aan de hand van de titel van de IO
- vul je mindmap aan nadat je de 2 filmpjes hebt bekeken (de films worden in de les afgedraaid door de docent)
- Laat je mindmap rondgaan langs de andere groepen en vul aan.
- Uitleg doel en planning:
26 sept 10.30: deelopdracht 1 = klaar
3 okt 10.30: deelopdracht 2 concept = klaar
3 okt 14.15: deelopdracht 2 klaar
10 okt: lesvrij vanwege studiedag
17 en 31 okt: start met IO 8 en vooruitkijken naar uitvoering op BPV.
Week 45-51: uitvoer op BPV
Na de BPV: reflectie op school.
- aan de slag: gewerkt aan deelopdracht 1 en deels ook aan deelopdracht 2.
26 sept 2019 (3 uur):
1. Wissel je uitwerking van deelopdracht 1 uit met een ander groepje. Geef elkaar verbetertips. Neem goede zaken uit andermans uitwerking mee in je eigen document.
Gebruik als checklist:
- is de werkvolgorde van grof naar fijn?
- is de werkvolgorde van droog naar nat?
- is de werkvolgorde van reinigen naar drogen naar desinfecteren?
- is de werkvolgorde van schoon naar vies?
- is de werkvolgorde van boven naar beneden?
- check: is er een materiaal lijst aanwezig? ("los" of verwerkt in het protocol)
- check: is er onderscheid tussen dagelijkse werkzaamheden (na elk practicum) en periodieke?
- check: is de dosering van de verschillende middelen helder?
- check: is het protocol overzichtelijk? Zou je broertje of zusje nu het goede gaan doen als die hier mag schoonmaken?
2. Verbeter je eigen deelopdracht 1.
3. Ga aan de slag met deelopdracht 2. Deze moet in concept klaar zijn op donderdag 3 oktober om 10.30 uur.
IO les 3 oktober:
10.45:Geef elkaar feedback op de IO volgens het feedback model (zie ppt onderaan )
- Demo feedback geven
- Zoek een student op uit een ander groepje.
- Lees elkaars werk tot nu toe.
- Bedenk waar je feedback op wilt geven
- Geef je feedback en ontvang de feedback
- Daarna wissel je van rol.
Vraaggesprek:
Wat is het verschil tussen feedback en advies?
Wat is het verschil tussen feedback en kritiek?
Noem een situatie waarin je:
- Feedback wilt toepassen
- Advies wilt toepassen
- Kritiek wilt toepassen
11.00-13.45: Je IO afmaken
- feedback verwerken
- Schrijf een voorwoord
- schrijf een nawoord. In dit nawoord ga je noteren hoe je deze IO gaat gebruiken in de eerste week van je stage.
Nodig: BPV boek; blz 4 van IO 7 en handelingenlijst leerjaar 2, https://maken.wikiwijs.nl/107498#!page-3563578
13.45-14.15 uur: Reflectie m.b.v. de kletspotten
Tijd over: aan de slag met anatomie, fysiologie, pathologie
na de BPV:
Evaluatie vragen:
- Hoe hebben deze protocollen jullie geholpen bij het uitvoeren in je BPV?
- Wat was in de uitvoering heel anders dan je had verwacht?
- Wat zou je nu willen veranderen in je verslag, nu je één praktijk werkwijze gezien en gedaan hebt?
Voer het antwoord op deze vragen in in padlet:
Reflectie:
Interview elkaar m.b.v. de reflectie kletspotten. Zorg ervoor dat iedereen minimaal 2 reflectie vragen beantwoord heeft.
Dit doe je in je eigen groep.
Verbeteren:
Verbeter je verslag (de uitwerking van deelopdracht 2).
Plak hier een foto in van de beoordeling van je IO op stage.
Plaats het document dan (individueel!) in de leereenheid 7 in Cumlaude.
Nu heb je een backup waar je later (bijvoorbeeld vlak voor je proeve praktijk in leerjaar 4) naar terug kan kijken.
Voorbeelden uitgewerkte fictieve dierenartsenpraktijken
Planning blok 7 2019-2020
Hieronder vind je de planning.
Werken met het BSAVA boek
Bezoek aan de GD Deventer
Op woensdag 18 september en woensdag 25 september gaan jullie naar de GD.
Vervoer wordt overlegd met je coach, mevrouw van Dijk.
Je zorgt dat je goed ontbeten hebt.
Je neemt een schone plastic tas met daarin een schone set ondergoed mee.
Sieraden en andere waardevolle zaken laat je thuis.
Zorg voor een buddy!
Na het bezoek aan de GD heb je geen les meer in Hardenberg op die dag.
Je gaat met je plastic tas met gedragen ondergoed naar huis. Je ondergoed was je op 60 graden
Cursus AFP hart en longen
Inleiding
In deze cursus wordt de anatomie en de fysiologie behandeld van het hart (circulatieapparaat) en de longen (respiratieapparaat). Je leert hoe de bouw van de organen is en hoe deze organen in de gezonde situatie functioneren. Ook bespreken we hoe de hart- en longfunctie wordt gemeten en wat bij deze metingen de normaalwaardes zijn.
Pas als je weet hoe de organen in het gezonde dier werken, kun je afwijkingen op de normale situatie begrijpen. Daarom besteden we de eerste lesuren in deze cursus aan de normale situatie van hart en longen in het gezonde dier. Ook gaan we kort in op de meetinstrumenten die er worden gebruikt om de orgaanfuncties te meten. Het onderzoek van het gezonde dier en het meten en beoordelen van de functies komt bij de trainingen aan bod.
De laatste lessen besteden we aandacht aan het zieke dier, en gaan we in op de pathologie van hart en long. Bij het bespreken van enkele veel voorkomende hart- en longaandoeningen gaan we vooral in op de ondersteunende rol die de paraveterinair kan hebben in de advisering naar de klant, de assistentie van de behandelend dierenarts, en de behandelmogelijkheden voor de patiënt die de paraveterinair zelfstandig kan uitvoeren.
Deelopdrachten
Bereid de lessen voor. Bekijk filmmateriaal zoveel mogelijk zelfstandig buiten de lesuren.
Maak een boekje waarin je lastige termen en belangrijke zaken noteert. Zo heb je belangrijke informatie altijd bij de hand.
Oefen met de beschikbare spellen en kletspotten om de lesstof extra te herhalen.
les
|
Onderwerpen
|
Opdrachten
|
Mogelijke werkvorm
|
1-2
meneer Enninga
|
Anatomie van het hart en de circulatie van de volgende diersoorten:
Hond, kat, konijn, cavia, fret, paard, rund, schaap/ geit, kip.
|
Hoe is de bouw van het hart en de circulatie?
Teken een schema van het hart en de grote en kleine circulatie. Benoem alle onderdelen met de Nederlandse en Latijnse naam.
|
Zoek filmmateriaal van een biologie docent over anatomie van hart en circulatie op You Tube en de ECC en bestudeer en bespreek de beelden.
|
3
meneer Enninga
|
Fysiologie van het circulatieapparaat en het respiratieapparaat van de volgende diersoorten:
Hond, kat, konijn, cavia, fret, paard, rund, schaap/ geit, kip.
|
Hoe is de werking van het gezonde circulatieapparaat en respiratieapparaat?
|
Zoek filmmateriaal van een biologie docent over de fysiologie van het respiratieapparaat en circulatieapparaat op You Tube en bestudeer en bespreek de beelden.
|
4
mevrouw Withaar
|
Metingen en normaalwaardes van het circulatieapparaat en het respiratieapparaat.
|
Welke metingen worden er uitgevoerd op een dierenartsenpraktijk?
Zoek bijpassend filmmateriaal.
Maak een overzicht van de normaalwaardes.
Welke rol speelt de dierenartsassistent paraveterinair?
|
|
5-8
mevrouw Withaar
|
Veel voorkomende afwijkingen aan het respiratieapparaat en het circulatieapparaat bij huisdieren.
|
Indelen van de problemen in:
- Infectieus
- Aangeboren
- Seizoensgebonden
- leeftijdsafhankelijk
- anders
Welke mogelijkheden zijn er op de dierenartsenpraktijk?
Welke rol speelt de dierenartsassistent paraveterinair?
|
Symptomen:
- Hoesten
- Benauwdheid
- Anorexie
- Lusteloosheid
- Dehydratie
Pathologische afwijkingen:
- Mitralis insufficiëntie
- Cardiomyopathie
- Brachycefaal Obstructie Syndroom, BOS
- Feline astma
- Pneumonie
|
behandeld op 11 sept: de ppt van pathologie bloedsomloop.
Nog niet klaar? Dan is dat huiswerk voor woensdag 2 oktober
2-10-2019:
In deze les hebben we de ppt van pathologie van de bloedsomloop nabesproken.
Jullie zijn gestart met de ppt van respiratie.
Bij deze ppt:
- zoek je de betekenis van de moeilijke woorden op
- noteer je vragen en onduidelijkheden bij de dia's (benoem wat je niet snapt/ waar je uitleg over wil)
- werk je de opdrachten uit die in de dia's staan.
Dit is klaar voor de volgende les (woensdag 9 oktober).
Les 9 oktober:
- nabespreken ppt afwijkingen respiratie. Waar zitten de onduidelijkheden?
- "college" ppt metingen",
- uitwerken van de zoekopdrachten in de ppt "metingen"
- vooruitkijken naar de toets
Bronnen
Beoordeling
Toets: woensdag 16 oktober.
We sluiten deze cursus af met een tussentoets. Je weet dan of je voldoende hebt geleerd. Je kunt daarna nog extra aandacht besteden aan de onderdelen waar je onvoldoende op hebt gescoord of die je lastig vond.
Aan het eind van leerjaar 2 en aan het eind van leerjaar 3 wordt de stof van deze cursus getoetst in de kenniseindtoets. De score is van invloed op je overgang.
In leerjaar 4 komt de leerstof van deze cursus terug in het afsluitende kennisexamen. Dit examen moet voor diplomering met een voldoende worden afgesloten.
Verantwoording
De basis voor het leven is hartslag en ademhaling. Om de klant te kunnen adviseren, de patiënt te kunnen ondersteunen en de dierenarts te kunnen assisteren, moet je dus kennis hebben van deze organen. Voor een goed functioneren op de operatiekamer in een volgend blok van dit leerjaar is kennis over deze organen noodzakelijk.
Na deze cursus kun je:
- de bouw en functie van het gezonde circulatie- en respiratieapparaat benoemen;
- onderzoek doen naar hart- en longfunctie en/of dit uitleggen;
- basale uitleg geven over veel voorkomende ziektebeelden van hart en long;
- basale uitleg geven over behandelmogelijkheden van ziektes aan hart en long;
- spoedeisendheid inschatten van de ziektebeelden van hart en long;
- de eigenaar basaal advies geven over afspraak, ondersteuning en behandeling;
- de betekenis van volgende (Latijnse) termen geven: hypothermie, hyperthermie, hypoxie, apneu, dyspneu, tachycardie, bradycardie, hyperventilatie, pendelen, regelmatige onregelmatigheid, systole, diastole, arythmie.
Je hebt kennis van en inzicht in:
- algemene ziektesymptomen zoals
- Hoesten
- Benauwdheid
- Anorexie
- Lusteloosheid
- Dehydratie
- urgentie
- besmettingsrisico
- advies over te nemen maatregelen
- mogelijke symptomatische behandeling
Je hebt kennis over de volgende aandoeningen van respiratie en circulatie:
- Mitralis insufficiëntie
- Cardiomyopathie
- Brachycefaal Obstructie Syndroom, BOS
- Feline astma
- Pneumonie
Je kan van de genoemde ziektes het volgende benoemen:
- Symptomen.
- De belangrijkste behandelmethodes.
- De prognose.
- Adviezen aan de eigenaar.
Cursus ARBO
Inleiding
Het werk binnen de dierenartsenpraktijk kan lichamelijk erg zwaar zijn. Er komen dan ook veel lichamelijk klachten voor bij medewerkers van de dierenartsenpraktijk. Om als dierenartsassistente goed op je eigen veiligheid en gezondheid te kunnen letten is het belangrijk om kennis te hebben van arbeidsomstandigheden, afgekort ARBO. Tijdens deze cursus leer je wat ARBO nu eigenlijk precies inhoudt en welke maatregelen je kunt nemen ter bescherming van je eigen veiligheid.
Als eindproduct van deze cursus ga je een instructiefilm over persoonlijke veiligheid maken. In deze film laat je een onderwerp uit de theorie van de cursus naar voren komen. Deze onderwerpen kies je in overleg met je docent. Eventueel kun je deze onderwerpen betrekking laten hebben op de dierenartsenpraktijk waar je in blok 2 gaat stagelopen.
Planning
Planning ARBO:
Datum
|
Onderwerp
|
|
13 september
|
Algemene introductie + Risico-inventarisatie maken voor DAP
|
Uitleg maken film
|
20 september
|
Zoönosen
|
Werken aan film
|
27 september
|
Reinigen en desinfecteren + gevaarlijke stoffen + houding en tillen + pbm’s
|
Werken aan film
|
4 oktober
|
Werken in de DAP bij zwangerschap
|
Werken aan film
|
11 oktober
|
Bekijken en beoordelen film
|
|
Bronnen
De theoretische onderbouwing van deze cursus kun je vinden in onderstaande bronnen:
BSAVA boek: hoofdstuk 2
https://www.arboportaal.nl/
Beoordeling
Je sluit deze cursus af met het maken van een instructiefilm. Deze moet voldoende zijn voordat je op stage mag.
Verantwoording
Het is belangrijk om op de hoogte zijn van de risico’s op de praktijk en om te weten hoe jij jezelf en de mensen om je heen veilig kunnen werken.
Na het volgen van deze cursus ben je in staat om mensen om je heen te adviseren over verschillende onderdelen die te maken hebben met ARBO en persoonlijke veiligheid. Je bent jezelf bewust van de risico’s die je loopt en je bent voortdurend alert op onveilige situaties. Bij zwangerschap ken jij je rechten en plichten en kun je de risico’s voor jou en je ongeboren kindje goed inschatten.
Aan het eind van deze cursus kun je:
- Veiligheidsrisico’s op de dierenartsenpraktijk inschatten;
- Werken volgens veiligheidsvoorschriften;
- Veiligheid en gezondheid op de werkplek bewaken;
- Kennis over ARBO en veiligheid delen;
- Met advies en instructie een veilige situatie creëren voor alle aanwezigen;
- Ingrijpen bij onveilige situaties;
- Hulpmiddelen en materialen inzetten om veiligheid te vergroten;
- Gewillige patiënten veilig hanteren en fixeren;
- Veilig werken op de dierenartsenpraktijk bij zwangerschap.
Je hebt kennis van en inzicht in maatregelen / regelgeving rondom veiligheid:
- Het omgaan met agressieve dieren.
- Het omgaan met giftige stoffen: inhalatieanesthesie middelen, euthanasiemiddelen, formaline, formaldehyde, bestrijdingsmiddelen, andere middelen die in de gifkast bewaard moeten worden.
- Het omgaan met Arbowetgeving die relevant is voor werken als dierenartsassistent paraveterinair: werktijden, pauze, deelname aan diensten, tillen, houding, CAO, werken tijdens (mogelijke) zwangerschap.
Je hebt basale kennis van en inzicht in van de volgende zoönosen van gezelschapsdieren:
- Bartonella henselae
- Brucella canis
- Microsporum canis en Trychophyton spp.
- Giardia lamblia
- Echinococcus multilocularis en E. granulosus
- Borrelia burgdorferi
- Leptospira spp.
- Chlamydophila psittaci
- Rabiës
- Toxoplasma gondii
- Toxocara canis en T. cati (larva migrans)
- Sarcoptes scabiei
Je hebt basale kennis van en inzicht in de volgende zoönosen bij landbouwhuisdieren:
- Ecthyma contagiosa (Parapox virus)
- Leptospira spp.
- Coxiella burnetii (Q-fever)
- Salmonella spp.
- Aviaire influenza
Je hebt van de genoemde zoönosen kennis van en inzicht in de besmettingsroute.
Cursus Hygiene
Inleiding
Bij het werk op de dierenartsenpraktijk kom je in aanraking met allerlei dierlijke materialen, ziekteverwekkers en chemische producten. Een groot deel van de werkzaamheden van de dierenartsassistent paraveterinair bestaat daarom uit opruimen, reinigen en desinfecteren van materialen en ruimtes.
Een dierenartsenpraktijk met een goede basis hygiëne is een veilige omgeving voor de aanwezige personen en patiënten. Risico op verspreiding van besmettelijke micro-organismen via ruimtes, materialen of personen, wordt door een goede hygiëne beperkt. De ruimtes en materialen zijn altijd klaar voor gebruik.
Om een goede hygiënische situatie te kunnen organiseren, is een theoretische achtergrond nodig. Daarom leer je in deze cursus eerst alles over de besmettingsroutes van micro-organisme. Daarna gaan we in op je persoonlijke hygiëne. Het verwerken van operatiesetjes komt ook aan de orde. Verder staan we uitgebreid stil bij de basisprincipes van een goede schoonmaak en nemen we een voorbeeld hygiëne protocol van een dierenartsenpraktijk door.
Planning en deelopdrachten
De cursus hygiëne duurt 4 weken - 8 lesuren. De planning in 2019 is als volgt:
- 12 september: besmettingsroutes + schoonmaken in de praktijk
- 17 september: de operatie
- 26 september: quarantaine, hygiëneprotocol, alles op een rijtje
- 3 oktober: tussentoets
De docent zal aangeven wanneer je onderstaande opdrachten nodig hebt.
Bronnen
In de eenheid in cum laude vind je een aantal bronnen die je kunt gebruiken tijdens de lessen en het maken van je Integrale Opdracht. Ook in het BSAVA boek staat veel informatie die je kunt gebruiken.
Leerstof voor de toets:
- De volgende pagina's uit het BSAVA boek:
- p. 16-34 (veilig werken - met name voor ARBO)
- p. 125-131 (verspreiding van ziektekiemen)
- p. 297-303 (reinigen en desinfecteren)
- p. 738-742, 747-749, 758-759 (de operatie)
- De opdrachten die in de les gemaakt en besproken zijn.
- De ppt van de docent en de aantekeningen die je daarbij gemaakt hebt.
Beoordeling
We sluiten deze cursus af met een tussentoets. Je weet dan of je voldoende hebt geleerd. Je kunt daarna nog extra aandacht besteden aan de onderdelen waar je onvoldoende op hebt gescoord of die je lastig vond. In de toets kan ook een casus worden gegeven, waarbij je motiveert wat je in de omschreven situatie zou doen.
Aan het eind van leerjaar 2 en aan het eind van leerjaar 3 wordt de stof van deze cursus getoetst in de kenniseindtoets. De score kan van invloed zijn op je overgang.
In leerjaar 4 komt de leerstof van deze cursus terug in het afsluitende kennisexamen. Dit examen moet voor diplomering met een voldoende worden afgesloten.
Verantwoording
In deze cursus wordt de theoretische achtergrond aangeboden die je nodig hebt om de hygiëne te bewaken op de dierenartsenpraktijk en om besmetting te voorkomen. Je leert algemene hygiënische maatregelen te nemen, en ook maatregelen ten aanzien van de persoonlijke hygiëne tijdens het werk op de praktijk. Praktische vaardigheden omtrent hygiëne oefen je tijdens de aansluitende trainingen.
De theorie en praktische vaardigheden heb je nodig om verantwoord te kunnen functioneren op je stage in de dierenartsenpraktijk. Daarbij draag jij steeds de verantwoordelijkheid voor jezelf en andere aanwezigen om besmetting te voorkomen.
Na het volgen van deze cursus met bijbehorende trainingen kun je:
- de besmettingsroutes op de dierenartsenpraktijk benoemen;
- producten en frequentie kiezen ter ondersteuning van de persoonlijke hygiëne tijdens werk op de dierenartsenpraktijk;
- handen wassen en steriele handschoenen aantrekken;
- handen en armen wassen en steriele operatiejas aantrekken;
- materialen en producten kiezen om de ruimtes te reinigen;
- materialen en producten kiezen om ruimtes of onderdelen daarvan te desinfecteren;
- materialen en producten kiezen om de quarantaine te reinigen en desinfecteren;
- de volgorde van handelingen noemen bij werkzaamheden in de quarantaine, om daarmee besmetting naar buiten te voorkomen;
- producten kiezen en apparatuur gebruiken om instrumentarium te reinigen;
- instrumenten verpakken en apparatuur bedienen voor sterilisatie en autoclaveer proces;
- een eenvoudig hygiëne protocol opstellen;
- werken volgens een hygiëne protocol.
Je hebt kennis van en inzicht in het reinigen en desinfecteren van ruimtes:
- De producten: zepen, alcohol, chloor.
- De volgorde van reinigen en desinfecteren.
- De verschillen in reiniging en desinfectie en extra maatregelen die genomen moeten worden bij: behandelruimtes, operatieruimte, patiënt opname, laboratorium en isolatie ruimte.
Je hebt kennis van en inzicht in persoonlijke hygiëne:
- Algemene regels rondom hygiëne in de verschillende behandelruimtes en laboratorium.
- Bij werkzaamheden in de isolatieruimte.
Je hebt kennis van en inzicht in steriliteit in de operatie ruimtes:
- Reinigen, desinfecteren en steriliseren van instrumenten.
- Steriliteit tijdens de operatie.
- Desinfecteren operatieveld: Betadine®, alcohol, Sterillium®, chloorhexidine houdende producten (zoals Hibiscrub®, Hibicet®).
Cursus instrumentenleer
Inleiding
Op een dierenartsenpraktijk worden heel veel verschillende operaties en behandelingen uitgevoerd. Bij die operaties en behandelingen worden instrumenten gebruikt. Het is jouw verantwoordelijkheid om het juiste instrumentarium gebruiksklaar te hebben voor de behandeling of operatie.
Daarom moet je de instrumenten kunnen herkennen en van de instrumenten de naam en de functie kennen. Pas dan kun je voor de werkzaamheden de juiste instrumenten klaarleggen, de juiste instrumentensetjes samenstellen, en de instrumenten in de catalogus vinden om ze te bestellen als ze vervangen moeten worden.
Tijdens deze cursus zullen we de ruimtes in de dierenartsenpraktijk een voor een doorlopen en de bijbehorende instrumenten bespreken. Je maakt tijdens de lessen zelf een leerinstrument zoals bijvoorbeeld een poster, of een kwartet, waarmee je de naam en functie van de verschillende instrumenten goed kunt oefenen.
In de training instrumentenleer wordt het hanteren en het gebruik van de instrumenten nog eens besproken. Ook leer je daar om de operatiesetjes samen te stellen voor diverse operaties.
Deelopdrachten
Tijdens de lessen worden de volgende thema's behandeld:
- Instrumentarium OK
- Apparatuur operatiekamer
- Verschillende setjes
- Hechtmateriaal
- Instrumentarium spreekkamer
- Apparatuur spreekkamer
- Instrumentarium LHD
Om de verschillende instrumenten van elkaar te leren onderscheiden, maak je je eigen instrumentenoverzicht. Met dit overzicht kun je je goed voorbereiden op de tussentoets.
Het overzicht kun je op verschillende manieren maken. Denk hierbij aan bijvoorbeeld een PowerPoint, een informatieboekje, een kwartet of een poster. Je mag hiervoor afbeeldingen van internet gebruiken, maar je mag natuurlijk ook je eigen foto’s maken tijdens de les.
Je moet van ieder instrument weten:
- hoe het heet
- wat je ermee kan doen en
- waar je het kan vinden.
Deze informatie moet ook terug te vinden zijn in je overzicht.
Bronnen
De volgende bronnen kun je gebruiken bij het verkrijgen van alle informatie:
- Powerpoint docent
- BSAVA textbook blz 753-767
- Google
Beoordeling
We sluiten deze cursus af met een tussentoets. Je weet dan of je voldoende hebt geleerd. Je kunt daarna nog extra aandacht besteden aan de onderdelen waar je onvoldoende op hebt gescoord of die je lastig vond. Bij de tussentoets krijg je instrumenten te zien met daarbij een vraag.
Bij de uitvoering van de integrale opdracht van dit blok moet je de theorie uit deze cursus gebruiken in de praktijk.
Aan het eind van leerjaar 2 en aan het eind van leerjaar 3 wordt de stof van deze cursus getoetst in de kenniseindtoets. De score kan van invloed zijn op je overgang.
In leerjaar 4 komt de stof van deze cursus terug in de afsluitende PVB.
Verantwoording
Op de praktijk is het is jouw verantwoordelijkheid dat materialen en instrumenten gebruiksklaar zijn en instrumentensets compleet. Je moet weten hoe instrumenten heten, waar ze voor dienen en hoe ze gebruikt worden. Je moet veilig kunnen werken met de instrumenten.
Het samenstellen van setjes, verpakken en steriliseren van de instrumenten leer je in de training “Instrumentensets samenstellen en sterilisatie van instrumenten”. In de cursus “Hygiëne” leer je de theorie van reinigen en desinfecteren/steriliseren van instrumenten.
Aan het eind van deze cursus kun je:
- instrumentarium herkennen dat gebruikt wordt bij het spreekuur, bij operaties van gezelschapsdieren en productiedieren;
- de naam geven van operatie instrumentarium, spreekuur instrumentarium en het basis instrumentarium voor de productiedieren;
- de functie noemen van operatie instrumentarium, spreekuur instrumentarium en het basis instrumentarium voor de productiedieren;
- instrumentensets samenstellen voor verschillende operaties;
- instrumenten veilig gebruiken.
Cursus Microbiologie en resistentievorming
Inleiding
In ieder Nederlands ziekenhuis zie je de posters hangen:
….Kans op MRSA….
….Bent u het afgelopen jaar behandeld in een buitenlands ziekenhuis….? Komt u regelmatig in contact met vee….? Meld dit dan aan onze medewerkers….
Waarom worden deze vragen gesteld, wat is het risico?
Deze cursus is een introductie over micro-organismen. Wat zijn bacteriën, wat zijn virussen, hoe leven ze, hoe vermenigvuldigen ze. Hoe komt het dat sommige bacteriën te behandelen zijn met antibiotica, en hoe komt het dat sommige bacteriën daar ongevoelig voor kunnen worden. Hoe komt het dat een influenzavirus zo snel kan veranderen en wat zijn daarvan de risico’s?
Resistentievorming van bacteriën is wereldwijd een groot probleem. In deze cursus leer je welke resistente bacteriën voorkomen bij onze huisdieren en welke gevolgen dat heeft voor behandelingen op de dierenartsenpraktijk.
Deelopdrachten
les
|
onderwerp
|
opdracht
|
bronnen
|
1
|
De micro-organismen
|
Welke soorten micro-organismen zijn er?
Hoe zien ze eruit?
Hoe overleven ze?
Hoe verspreiden ze zich?
|
BSAVA textbook. Hoofdstuk 6, blz. 137-149.
|
2
|
De micro-organismen
|
Welke soorten micro-organismen zijn er?
Hoe zien ze eruit?
Hoe overleven ze?
Hoe verspreiden ze zich?
|
BSAVA textbook. Hoofdstuk 6, blz. 137-149.
|
3
|
Griep en veranderingen in Influenza type
|
Waarom wordt het griepvaccin jaarlijks aangepast?
Wat zijn risico’s voor de mens van mutaties van het dierlijk griepvirus?
|
http://www.rivm.nl/Onderwerpen/G/Griep
http://www.rivm.nl/Documenten_en_publicaties/Professioneel_Praktisch/Richtlijnen/Infectieziekten/LCI_richtlijnen/LCI_richtlijn_Influenza_van_dierlijke_oorsprong
|
4
|
Resistentie tegen antibiotica
|
Hoe ontstaat resistentie tegen antibiotica?
Wat kun je vinden in het nieuws over resistente bacteriën?
|
http://www.rivm.nl/Onderwerpen/A/Antibioticaresistentie/
Animatie "Ontstaan van resistentie"
|
5
|
MRSA, MRSP en ESBL - resistente bacteriën op de praktijk, en dan….
|
Wat is MRSA, MRSP en ESBL?
Hoe herken je een patiënt met MRSA, MRSP en ESBL?
Welke risico’s loop jij?
Welke hygiëne maatregelen neem je?
|
Presentaties infectiepreventie.
|
6
|
Samenvatten van de basis
|
Welke microben zijn van belang bij dieren?
Bij welke microben is er snel gevaar van verspreiding?
Welke zijn een zoonose?
Welke microben zijn een gevaar voor werkzaamheden op de praktijk?
Weke maatregelen moet je nemen om verspreiding van infectie te voorkomen?
Met welke resistente kiemen krijg je te maken bij omgang met dieren op de praktijk?
Welke gevaren brengt dat met zich mee?
Hoe kun je de risico’s verkleinen?
Werk in groepjes uit en geef om de beurt antwoord op deze vragen.
Presenteer met je groepje / Maak een leermiddel over dit thema.
|
|
Bronnen
Beoordeling
Bij de deelopdracht staan open vragen. Werk de vragen met behulp van de bronnen en de uitleg van de docent uit en lever het verslag in.
Het verslag wordt beoordeeld als een tussentoets. Je weet daarna of je voldoende hebt geleerd. Je kunt daarna nog extra aandacht besteden aan de onderdelen waar je onvoldoende op hebt gescoord of die je lastig vond.
Aan het eind van leerjaar 2 en aan het eind van leerjaar 3 wordt de stof van deze cursus getoetst in de kenniseindtoets. De score kan van invloed zijn op je overgang.
In leerjaar 4 komt de leerstof van deze cursus terug in het afsluitende kennisexamen. Dit examen moet voor diplomering met een voldoende worden afgesloten.
Verantwoording
Een heel groot deel van de werkzaamheden van de dierenartsassistent paraveterinair op de dierenartsenpraktijk heeft te maken met het bewaken van de hygiëne. Deze hygiëne is nog belangrijker bij het werken met antibioticum resistente kiemen, omdat deze een groot risico voor de eigen gezondheid vormen.
Resistentievorming is een verontrustende ontwikkeling, in Nederland en de ons omringende landen. Leven en werken met risico van resistente kiemen, en resistentie vorming voorkomen is dus niet meer weg te denken uit deze tijd.
Aan het eind van deze cursus kun je:
- uitleggen welke soorten micro-organismen er zijn, hoe ze leven en zich verspreiden;
- uitleggen hoe een influenzavirus kan muteren;
- uitleggen wat antibioticum resistentievorming is;
- uitleggen hoe antibioticum resistentie ontstaat;
- uitleggen wat de risico’s zijn van resistentievorming;
- uitleggen waarom een terughoudend antibioticumbeleid zo belangrijk is;
- passende hygiëne maatregelen nemen.
Communicatie
In de lessen communicatie werk je met het boek : Hoe laat ik mijn klanten kwispelen?"
Je volgt het microrooster dat je krijgt van mevrouw van Steenwijk.
Trainingen
In de trainingen oefen je vaardigheden die je nodig hebt op je BPV.
Je volgt de instructie en de planning van mevrouw van der Ham.
Bedenk dat "één keer doen" niet hetzelfde is als "iets kunnen".
Oefen flink en intensief, zodat je op BPV makkelijk van start kan gaan.