Leerdoelen
Leerdoelen
Aan het einde van dit thema kun of kan je:
A. Bloed en bloedsomloop
- Uitleggen wat de functie van ons bloed is.
- De verschillende bestandsdelen van ons bloed benoemen en hun functie verklaren.
- Benoemen uit welke onderdelen de menselijke bloedsomloop bestaat.
- Het verschil tussen de grote en de kleine bloedsomloop verklaren.
B. Hart en bloedvaten
- Alle onderdelen van het hart benoemen en hun functie verklaren.
- Verklaren hoe één hartslag tot stand komt.
- Het verschil tussen slagaders, aders en haarvaten benoemen op de volgende 3 gebieden:
- Bloeddruk op de wand
- Opbouw van de wand
- Zuurstofarm/zuurstofrijk bloed.
C. Weefselvloeistof en bloedgroepen
- Benoemen wat het lymfevatenstelsel is.
- Verklaren hoe het lymfevatenstelsel en het bloedvatenstelsel samenwerken in het lichaam.
- Benoemen welke 4 bloedgroepen er bestaan.
- Verklaren welke antistoffen er in het bloedplasma zitten van welke bloedgroep.
- Beredeneren welke bloedgroep in een bloedtransfusie gebruikt mag worden als je de bloedgroep van de patiënt weet en andersom.
D. Verbanding, lucht en verbranding bij dieren
- Uitleggen wat verbranding is en dit weergeven in een chemische reactie.
- Verklaren wat indicator betekent en hoe je hiermee een stof (bijvoorbeeld koolstofdioxide) kunt aantonen.
- Het verschil in aanwezigheid van gassen in ingeademde en uitgeademde lucht verklaren.
- Het verschil tussen warm- en koudbloedige dieren uitleggen en de invloed van de temperatuur op hun metabolisme verklaren.
E. Ademhalingsstelsel
- De weg van lucht langs alle ademhalingsorganen in een menselijk lichaam omschrijven.
- De functies van het neusslijmvlies benoemen.
- Een longblaasje met bloedvat tekenen en hier het volgende in aangeven:
- Zuurstof in
- Koolstofdioxide uit
- Zuurstofrijk bloed
- Zuurstofarm bloed
- De stand van het strotklepje en de huig benoemen bij 3 fasen; ademhalen, slikken en verslikken.
F. Roken
- Enkele bestandsdelen van een sigaret benoemen.
- De gevolgen van deze bestandsdelen op de gezondheid beschrijven.