1. In de onderstaande tekst moeten de juiste begrippen ingevuld worden. Neem de letters uit de tekst over en noteer de juiste woorden erachter.
Weefselvloeistof ontstaat wanneer weefselvocht uit een ... (a) stroomt en tussen de cellen komt. Vervolgens wordt het opgevangen door een ... (b). Uiteindelijk stroomt lymfe vanuit twee grote lymfevaten in de ... (c) ader.
2. In de lymfevaten heerst geen bloeddruk. Kan je dit verklaren?
3. In de lymfeknopen vind je meer witte bloedcellen aan dan op andere plekken. Wat doen al deze witte bloedcellen daar?
4. Lymfe stroomt terug richting het hart. Waarom stroomt de lymfe richting het hart en zakt het niet terug naar benenden?
5. In de onderstaande tekst moeten de juiste begrippen ingevuld worden. Neem de letters uit de tekst over en noteer de juiste woorden erachter.
Als een persoon X met de bloedgroep A een ... (a) krijgt met bloedcellen van persoon Y met bloedgroep B, dan gaat het bloed ... (b). Dit komt omdat de ... (c) op de bloedcellen zich verbinden met de ... (d) in het bloedplasma.
6.
a) Benoem de onderdelen in de onderstaande afbeelding die je kent.
b) Wat vindt er in deze tekening plaats?
7.
a) Als iemand bloedgroep 0 heeft, kan hij/zij aan iedereen bloed geven. Hoe komt dit?
b) Welke bloedgroep zou een ziekenhuis een grote voorraad van willen hebben?
8.
a) Wanneer iemand te weinig bloed heeft, hebben de cellen een tekort aan een bepaalde stof. Welke stof is dat?
b) Welk proces in de cellen vermindert dan door het tekort aan rode bloedcellen (tip: kijk in onderdeel D!)?