2. De werking van het hart

De werking van het hart
Het bloed passeert twee keer het hart; in de kleine en in de grote bloedsomloop.
Kleine bloedsomloop: rechterkamer – longslagader – naar de longen – longader – linkerboezem.

Grote bloedsomloop: linkerkamer – aorta – lichaam – holle aders – rechterboezem.


Het hart van een volwassene trekt ongeveer (gemiddeld) 70 keer per minuut
samen. Deze samentrekking noemen wij een hartslag van 70. Je kan een hartslag horen omdat het dichtslaan van de kleppen een ‘boem’ geluid kan geven. Je hebt 3 fasen bij de werking van het hart:

 

1. De hartslag begint als de boezems zijn volgestroomd met bloed uit de holle aders en longaders. Het samentrekken van de boezems vindt in beide harthelften gelijk plaats. Nu stroomt het bloed de kamers in. De kamers zijn
hier ontspannen.

2. Als de kamers zijn volgestroomd met bloed, vindt het samentrekken van
de kamers
plaats.
De hartkleppen slaan dicht (nu stroomt het bloed niet terug naar de boezems) en de druk in de kamers stijgt. Als de druk in de kamers hoger is als de druk in de aorta en longslagader, worden de halvemaanvormige kleppen opengeduwd en stroomt het bloed de aorta en longslagader in. De boezems zijn tijdens
deze fase ontspannen.

 

3. Nu vindt de hartpauze plaats. Zowel boezems als kamers zijn ontspannen. Het bloed stroomt uit de holle aders en longaders in de boezems. De halvemaanvormige kleppen zijn gesloten (waardoor het bloed uit de aorta en longslagader niet terug kan stromen). Hierna begint het weer bij stap 1.