Marsha Olyerhoek werkt op het OSG Pieter Jelles, locatie St. Anna, in Leeuwarden als docent NT2 en als mentor van de verlengde intakeklas. Zij gebruikte de startwoordenlijst van de leerlijn Alfabetisering om haar lessen woordenschat te herzien.
Woorden in context
Woordenschat is een onderdeel van NT2 dat op veel manieren aangeboden kan worden. Een veel voorkomende manier is om woorden thematisch aan te bieden. Marsha ging echter op zoek naar een manier om woordenschat meer in context aan te bieden aan haar leerlingen.
Marsha: “Omdat het in mijn ervaring vaak goed werkt om nieuwe woorden door middel van verhalen aan te bieden, besloot ik een les te maken rondom bestaande verhalen. Zo ontwikkelde ik een les van een uur, waarbij leerlingen met verschillende korte werkvormen gedifferentieerd kunnen oefenen met hun woordenschat.”
Water bij de melk
Marsha werkte al vaker met verhalen uit de methode ‘Water bij de melk’ in haar andere lessen, maar zij merkte dat deze verhalen veel woorden bevatten die nieuw waren voor haar leerlingen. “Ik koos uit deze methode een verhaal dat mij aansprak en dat niet ingewikkeld was. Vervolgens heb ik gekeken welke woorden ik wilde uitlichten.” Daar legde Marsha de startwoordenlijst van de leerlijn alfabetisering naast en zag dat veel van de door haar gekozen woorden in deze lijst terugkwamen. De overgebleven nieuwe woorden behoorden vaak tot de 100 meest gebruikte Nederlandse woorden, dus konden deze ook goed in de les gebruikt worden. Uiteindelijk koos Marsha tien woorden waarop zij zou focussen in deze les.
Oefenen in tweetallen
Voordat Marsha het verhaal vertelt, oefenen de leerlingen eerst de tien woorden in tweetallen door een opdracht waarbij zij woorden en plaatjes bij elkaar moeten zoeken. “Ik werk vaak met tweetallen van verschillend niveau en moedertaal. Dit zorgt dat de leerlingen zo veel mogelijk in het Nederlands met elkaar moeten samenwerken, en dat de nieuwere leerling zich kan optrekken aan de leerling met een hoger niveau. Ik wissel vaak van tweetallen, want samenwerken van leerlingen die elkaar nog niet goed kennen zorgt ook voor dat leerlingen nieuwe contacten maken. Dat motiveert leerlingen vaak ook weer om goed hun best te doen”, legt Marsha uit. Terwijl de tweetallen bezig zijn, kan zij zelf met een klein groepje leerlingen die nog helemaal niet kunnen lezen aan de slag, met het herhalen van de woordjes door middel van plaatjes.
Plaatje omhooghouden
Wanneer Marsha vervolgens het verhaal vertelt in de klas geeft zij de leerlingen de opdracht om de plaatjes met de woorden omhoog te houden wanneer zij dit woord horen. “Het is leuker voor de leerlingen omdat woordjes in de context van een verhaal aangeboden worden, het leren van woorden is zo gelijk functioneel. Het aanbieden van nieuwe woorden in een verhaal is een goede afwisseling met het thematisch aanbieden van woorden. Nu zorgt het leren van een woordje gelijk voor beter begrip van het verhaal”. Het aanbieden van woorden binnen een verhaal heeft ook een positief effect op de motivatie. “Leerlingen zitten rechtop actief te luisteren, en te wachten tot zij een woord horen waarvan ze het plaatje omhoog kunnen houden”, vertelt Marsha.
Bingospel
Aan het einde van de les herhaalt Marsha nog eens de woorden actief door met een bingospel. “Ik maak op www.bingobaker.com een bingospel met plaatjes van de woorden die deze les aan bod zijn gekomen. De uitgeprinte bingokaarten stop ik vervolgens in plastic hoezen zodat leerlingen daarop kunnen aankruisen en ze herbruikbaar zijn. Het spelen van een bingo aan het einde van de les met de geleerde woorden zorgt voor een leuk spelelement waar leerlingen elke keer weer enthousiast over zijn.” Door het spelen van het bingospel zijn leerlingen actief bezig met het herhalen van de woorden, terwijl het voor de docent een goede manier is om te kijken hoe ver leerlingen in hun leerproces zijn.
Meer differentiëren
Marsha wil in de toekomst de les graag uitbreiden: “Soms werk ik ook met een memoryspel waarbij leerlingen plaatje en woord aan elkaar moeten koppelen. In de toekomst wil ik deze zo maken dat ik hem later kan gebruiken om woorden te herhalen, mogelijk met woorden van meerdere lessen door elkaar.” Ook qua differentiatie wil Marsha nog stappen zetten.
“Deze lesvormen werken voor mijn groep nu erg goed. Maar voor leerlingen die niet meer in de begingroepen zitten, dus boven alfa B-niveau, moeten er echt nog wel uitdagende oefeningen toegevoegd worden zodat het ook voor hen uitdagend blijft.”
Lesvoorbeeld woordenschat vergroten