ICT Basisvaardigheden zijn vaardigheden die je nodig hebt om te kunnen leren op de Noordgouw.
Je krijgt 1 lesuur per week les in deze vaardigheden.
Je gaat kennis maken met software, websites en gebruik van je laptop.
Alles op ICT gebied dat je nodig hebt tijdens je schooltijd op de Noordgouw.
Bij leerdoelen staat WAT je gaat leren.
Je moet ook opdrachten maken.
Het materiaal is met de grootst mogelijke zorgvuldigheid gemaakt.
Mocht je op- en of aanmerkingen hebben stuur dan een mail naar de sectie ICT
1. Programma introductieweek brugklas
1.1 Installeren van de laptop
Beste collega en leerling,
Hier kun je het document donwloaden die je nodig hebt om de laptops de installeren voor de leerlingen.
De wachtwoorden hebben jullie op de mail ontvangen.
1.2 Instellen standaardapps
Open deze link en neem de leerlingen mee in de stappen zodat iedereen hetzelfde doet.
1.3 Wachtwoord wijzigen
Je hebt nu zelf een wachtwoord gekregen van school. Deze is misschien niet zo makkelijk om te onthouden. Daarom kun je deze aanpassen.
Klik nu hier om de instructie te volgen hoe het wachtwoord te wijzigen met de leerlingen.
1.4 Een email sturen
Een nette manier van overleggen met docenten is via de e-mail. Het is dan wel belangrijk dat je dit op een goede manier doet.
Dit kun je alvast oefenen. Je kunt eerst even kijken hoe het zit met je schoolmail en daarna deze opdracht ook uitvoeren.
2. Wifi op de Noordgouw
Wat ga je leren?
Je weet wat een draadloos netwerk is.
Je weet welk draadloos netwerk je kunt kiezen
Wat is een draadloos netwerk.
WiFi wordt gebruikt voor een draadloos netwerk, ook wel WLAN genoemd. Vaak heeft men het over draadloos internet, maar tegenwoordig doen we veel meer met WiFi.
Een voorbeeld:
Thuis heb je internet, deze verbinding komt tot stand via een modem. Op dit modem zit een draadloze router aangesloten, deze router is dus een WiFi router. Via deze draadloze router zet je dus je hele WiFi netwerk thuis op. Zo kun je je mediaplayer draadloos aansluiten op je netwerk om zo draadloos films vanaf je pc te streamen op je tv. Zo print je vanaf al je pc’s draadloos via je wifi printer en zo kun je met je laptop draadloos internetten in de tuin.
Zoals je hierboven leest, kun je veel meer met WiFi dan alleen draadloos internetten. Je zet er je eigen thuisnetwerk mee op en stelt al je apparatuur met elkaar in verbinding om zo eenvoudig bestanden te delen.
Op de Noordgouw maken we ook gebruik van zo'n draadloos internet systeem.
Wifi op je telefoon
Uitzonderingen
Niet iedere telefoon met het besturingssysteem Android kan verbinding maken met het wifinetwerk op school.
Als je telefoon niet de optie geeft om het CA-certificaat op niet valideren te zetten dan is het niet mogelijk om verbinding te maken.
Dit geldt voor alle telefoons van het merk Motorola, een aantal telefoons van Sony en bepaalde modellen Nokia.
Wifi op je laptop
3. Wachtwoord wijzigen
Wanneer je wachtwoord wilt aanpassen dan kan dit alleen op school.
LET OP: dit wachtwoord is voor de wifi, de schoolsite EN magister.
Klik op Download en run Mobility Print en open het bestand dat is gedownload als het installatie pop-up venster in beeld komt druk je op Next en daarna op Finish.
4.
Klik op Connect and get my printers. Je browser zal je vragen om Mobility Print te openen. Klik op Papercut Mobility Print Client openen. Nu is de printer toegevoegd en kan je print opdrachten versturen.
5. Standaardapps instellen
Op je laptop zijn een aantal applicaties voorgeïnstalleerd. Dit zijn echter niet altijd de meest handige applicaties voor schoolgebruik.
Specifiek gaan we 2 applicaties instellen: je standaardbrowser en je standaardprogramma voor e-mail.
1. Ga naar 'Standaard-apps'
2. Klik op 'Apps zoeken' en typ in: Chrome en klik daarna op het pijltje opzij
3. Klik bovenaan op 'standaard instellen'
4. Ga terug naar het overzicht met 'Standaard-apps' en zoek nu 'Outlook'
5. Klik de twee omcirkelde vakjes aan waar 'Kies een standaard app' staat.
6. In beide gevallen klik je dan aan 'Outlook' en klik je vervolgens op 'Standaardlocatie instellen'
Google Chrome installeren
Als je de laptop via de RentCompany hebt aangeschaft dan is Chrome al voorgeinstalleerd.
Heb je zelf een laptop aangeschaft dan is Chrome nog niet geïnstalleerd.
Die browser heb je wel nodig voor alle school activiteiten.
Het is handig om een browser als standaard in te stellen.
Elke browser heeft daarvoor zijn eigen manier.
Voor school applicaties kun je het beste Chrome gebruiken.
Als die nog niet op je laptop staat dan moet je Chrome downloaden. Gebruik daarvoor deze knop
Klik in het Google Chrome menu op de 3 puntjes.
Selecteer Instellingen
Scrol naar Standaardbrowser
Klik op Instellen als standaard.
Het volgende scherm voor Windows instellingen toont welke browser nu als standaard is ingesteld
Klik op de Browser lijst en kies Chrome.
6. Screendumps maken
Wat ga je leren?
Je kent het Knipprogramma.
Je weet hoe je een schermopname moet maken.
Je weet hoe je een schermopname als plaatje kunt opslaan.
Je weet de toets Print screen/screen dump te vinden.
Je weet hoe je een schermopname van het scherm moet maken.
Knipprogramma
Windows 10 heeft een handig knipprogramma
Zoek in je taakbalk met het vergrootglas naar Knipprogramma.
Klik het programma aan.
Of zet gelijk met je rechtermuisknop het icoontje op je taakbalk.
Open Knipprogramma.
Klik in het menu op Nieuw.
De achtergrond wordt lichtgrijs.
Sleep met het kruis het deel waarvan je een schermopname wilt hebben.
Laat de muis los.
Het plaatje zie je dan op het scherm.
In het menu kies je voor Bestand.
Sla het bestand op.
Maak nog een screendump en gebruikt het potlood, markeerstift en gum.
Sla dit nieuwe plaatje ook op.
Printscreen toets
Op je toetsenbord zit een knop met daarop de letters PrtSc, wat staat voor Print Screen, oftewel een schermafbeelding. Hoe werk je hiermee?
Als je deze toets indrukt kun je met je muis een gedeelte van je scherm selecteren waar je een afbeelding van wilt hebben.
Met de toetsenbordcombinatie CTRL + V (of 'rechtermuisknop' en dan 'plakken') kun je deze afbeelding vervolgens plakken in je verslag.
Bij sommige laptops is deze knop nog niet geactiveerd, om dat te doen moet je de volgende stappen doorlopen:
A. Ga naar de zoekbalk en typ: 'PRT'
B. Klik op: 'Druk op de PrtScn-toets om schermknipsels te maken'
C. Zet het schuifje aan bij 'Gebruik de knop PrtScn om schermknipsels te maken'
Waarom?
Je moet regelmatig resultaten van opdrachten inleveren via de ELO.
Daarvoor moet je een schermopname/screendump/screen capture kunnen maken. Dit is een foto van je scherm.
7. Sneltoetsen Windows
Wat ga je leren?
Je weet hoe je met toetsencombinaties met twee vensters kunt werken.
Je weet hoe je door vensters te verslepen met twee vensters kunt werken.
Je kent een aantal sneltoetsen in Windows 10 en Word.
Windows toets + Pijltjes
Je leert hoe je met twee of meer schermen die je tegelijk hebt open staan kunt werken.
Dat is handig. Oefen de verschillende mogelijkheden.
Met toetsen combinaties kun je ook je schermen splitsen.
Windowstoets + Linkerpijl = Maximaliseer huidige venster tot helft scherm links
Windowstoets + Shift + Linkerpijl = Verplaats huidig venster naar andere scherm links
Windowstoets + Shift + Rechterpijl = Verplaats huidig venster naar andere scherm rechts
Twee vensters naast elkaar Windows 10
Windows toets en tab toets
Gebruik de combinatie Windows toets
Met de Tab toets
Je krijgt dan je bureaublad te zien waarop alle openstaande programma's naast elkaar staan.
Door steeds met de toetsen te schakelen kun je het venster kiezen dat je nodig hebt.
Alt + Tab toets
Nog een handige combinatie is die van de:
Alt toets en de
Tab toets
De programma's die je hebt openstaan komen als kleine vensters naast elkaar te staan.
Je houdt de Alt toets ingedrukt en met de Tab toets schakel je het venster in dat je wilt gebruiken.
Nog meer sneltoetsen
Ctrl+X
Het geselecteerde item knippen
Ctrl+C
Het geselecteerde item kopiëren
Ctrl+V
Het geselecteerde item plakken
Ctrl+Z
Een actie ongedaan maken
Ctrl+A
Alle items in een document of venster selecteren
Alt+Tab
Schakelen tussen geopende apps
Windows-logotoets +L
Je pc vergrendelen
Windows-logotoets +D
Het bureaublad weergeven en verbergen
Ctrl+Alt+Tab
Schakelen tussen alle geopende apps met de pijltoetsen
Esc
De huidige taak stoppen of afsluiten
Sneltoetsen spel
8. ICT helpdesk
Laptop helpdesk
Problemen met je laptop?
Blijf niet rondlopen met een laptop die stuk is.
Ook als software niet werkt, moet je dat laten verhelpen. (Software die je voor school nodig hebt!).
We proberen de storing zo snel mogelijk te verhelpen, veel storingen kunnen binnen een dag worden opgelost.
Laptops die via de RentCompany zijn aangeschaft kunnen daar naar terug worden gestuurd. In veel gevallen is deze service gratis, alleen bij aanwijsbare fouten als val- en waterschade wordt er een eigen risico van €50,- in rekening gebracht.
Je weet hoe je bestanden moet uploaden naar de OneDrive.
Je weet waar je de OneDrive map in de verkenner kunt vinden.
Je kent een aantal apps.
Je weet wat online werken is.
Je weet wat offline werken is.
Je weet hoe je een map maakt.
Je weet hoe je een nieuw bestand maakt.
Je weet hoe je een bestand een andere naam geeft.
Je weet hoe je een document kunt delen.
Je weet dat er een One drive app is.
Introductie
Wat is Office 365?
Microsoft Office 365 is een verzameling van internet-diensten, bedoeld voor bedrijven, thuisgebruik en het onderwijs. Deze internetdiensten worden deels aangeboden als online diensten, deels als applicaties op desktop-pc, tablet en telefoon en als combinatie van beide. De applicaties op desktop / pc is vergelijkbaar met het kantoorpakket Microsoft Office met het verschil dat men via Office 365 altijd de beschikking heeft over de meest recente versie.
Bij het volgende scherm typ je je e-mailadres van school in.
Daarna klik je op: Volgende.
Maak een bladwijzer van deze website in je favorieten balk.
Klik aan de rechterkant van de adresbalk op het sterretje.
Je kunt al je bladwijzers terugvinden door op de drie puntjes rechts bovenin te klikken en dan naar bladwijzers te gaan.
Apps
Dit zijn alle apps die je kunt gebruiken in Office 365.
Outlook
Iedere app kun je vanuit Outlook laten starten in een nieuw tabblad.
Klik met je rechtermuisknop op het icoontje.
Outlook is dus je mailprogramma.
Het werkt niet hetzelfde als je offline Outlook, maar veel functies zijn hetzelfde.
Links zie je de mappen voor de Postvak IN, Verzonden items (verzonden mails), Verwijderde items (prullenbak).
Als je op Mappen gaat staan kun je met het + teken mappen bij maken.
Klik op Nieuw bericht om een nieuwe e-mail te schrijven.
Bovenaan staan de opties voor verzenden, bijvoegen, beveiligen en verwijderen.
Vul altijd een onderwerp in.
CC gebruik je om iemand mee te laten lezen met jou verzonden e-mail.
BCC gebruik je als verschillende ontvangers niet elkaars e-mailadres mogen zien.
OneDrive online
Online met je bestanden werken heeft als voordeel dat alle bestanden direct in de Cloud, in ons geval OneDrive, worden opgeslagen. Je hebt altijd toegang tot je bestanden, ook al zit je in de woestijn (moet er wel wifi of mobiel netwerk zijn natuurlijk).
Bij het volgende scherm typ je je e-mail adres van school in.
Daarna klik je op: Volgende.
Maak een bladwijzer van deze website in je favorieten balk.
Klik aan de rechterkant van de adresbalk op het sterretje.
Zet ook je adresbalk aan.
Online bestanden bekijken
Wil je de bestanden die je hebt opgeslagen weer terugvinden dan is het handig om per vak/onderwerp een map te maken zodat niet alle bestanden door elkaar komen te staan.
Om een bestand te openen ga je weer naar OneDrive, kies je de juiste map en klik je het bestand aan dat je wilt openen.
Online document offline bewerken
Als je online werkt, dus in Office 365 dan zul je merken dat Word, Excel en Powerpoint niet hetzelfde zijn als Word, Excel en Powerpoint offline.
Je kunt van online overstappen op offline. Je moet er wel aan denken dat je dan regelmatig CTRL S (=opslaan) gebruikt om je bestand goed op te slaan.
Open een bestand op je OneDrive in office 365 (dus online).
Dit is een voorbeeld van een Word bestand.
Als je een nieuw bestand hebt gemaakt, geef het dan een naam. Je klikt dan in de donkerblauwe balk. Typ in de balk de bestandsnaam.
Klik dan op de knop: Openen in desktop-app.
De offline versie van Word wordt opgestart. Dat gaat automatisch.
Het lint ziet er dan weer uit zoals je gewend bent.
Denk eraan dat je het document regelmatig opslaat met CTRL-S.
1.
2.
Online bestanden bekijken.
Klik met je muis onderin de taakbalk op het OneDrive wolkje
Klik met de linkermuisknop op Online weergeven.
Je gaat naar de Online versie.
1.
2.
Je ziet dan "OneDrive" op het scherm staan.
Klik op "Mijn bestanden".
Je kunt nu alle documenten in de juiste map opzoeken.
Je kunt je bestanden opslaan op je OneDrive op je laptop. Dat heet offline opslaan. Je hebt daarvoor geen WIFI nodig.
Maarrrrr...
Als je toch je bestanden online wilt hebben staan dan moet je de al (offline) opgeslagen bestanden synchroniseren met OneDrive online.
Er staat al een map op je laptop, maar het kan zijn dat deze nog geactiveerd moet worden.
Ga naar de Verkenner. Die staat onderaan op je taakbalk.
Of zoek met de zoekfunctie in de taakbalk.
In de lijst met mappen staat de map OneDrive.
Klik daarop.
Als je voor de eerste keer op deze map klikt krijg je een inlogscherm.
Log in met je school e-mailadres.
Wachtwoord; dezelfde waarmee je inlogt op het netwerk.
De OneDrive wordt ingesteld op je laptop en er komt gelijk een online synchronisatie (bestanden komen in de Cloud te staan).
Taakbalk
Rechtsonder op je taakbalk staat het OneDrive icoontje.
Klik daarop met je muis.
Er verschijnt een menu.
Je ziet hier staan welke documenten recent zijn geüpload naar je OneDrive
Klik op "Online weergeven" om direct naar de online omgeving te gaan.
Als je klikt op "Map openen" dan wordt de map op je laptop geopend.
Synchroniseren
Als je op je laptop in de OneDrive map een map of document aanmaakt dan zie je die map ook in OneDrive van Office 365.
Ga dat maar eens uitproberen.
Ga in de verkenner naar OneDrive.
Maak daar een map aan, die noem je bijvoorbeeld Testsync.
Ga daarna inloggen op Office 365.
Dan klik je de app OneDrive aan.
Als je alles goed hebt ingesteld dan staat daar ook een map Testsync.
Als je mappen aanmaakt dan zorg je ervoor dat je opgeslagen bestanden makkelijker terug kunt vinden zodat je sneller weer aan de slag kunt. Bovendien ziet het er strak en georganiseerd uit.
Klik op 'Klik vervolgens op 'OneDrive'+ Nieuwe toevoegen'
Klik op 'Map'
Geef je map de juiste naam van het vak, doe dit netjes met een hoofdletter
Tips bij het aanmaken van mappen
Zorg voor een map per schooljaar
Maak in de map van het schooljaar een map per vak dat je in dat jaar hebt
Als je wilt kun je dit verder onderverdelen in mappen per opdracht
Documenten aanmaken
Zoals je een map aanmaakt zo maak je ook een nieuw document aan.
Klik in de linkernavigatiebalk op: Documenten.
Klik naast de knop Nieuw op het driehoekje.
Maak in het rolmenu een keuze.
Kies bijvoorbeeld Word.
Boven in het document verander je de naam.
Ga op het woordje document staan en pas de naam aan.
Het document is al opgeslagen op je OneDrive.
Documenten delen
Als je samen met anderen iets wilt bewerken, kun je makkelijk bestanden delen en samenwerken met klasgenoten.
Als je op deze manier samenwerkt, kunnen alleen die bepaalde personen de gedeelde bestanden openen en bewerken.
Maak een nieuw document aan.
Geef het document een naam. Dat doe je door in de blauwe balk op Document te klikken en de naam aan te passen.
Typ tekst in het document.
Deel het document met een klasgenoot.
Klik rechtsboven in de taakbalk op: Delen.
Vul een e-mail adres in.
Je kunt ook nog een kort berichtje meesturen.
Bericht toevoegen (optioneel).
Klik daarna op verzenden.
Gedeeld document openen
Ga naar je mailbox en open het e-mailtje.
In de e-mail staat een knop met Open, als je daar op klikt wordt het gedeelde document geopend
De e-mail is een notificatie. Gooi deze daarom weg.
Ga naar je OneDrive online en kijk bij gedeeld.
Kijk ook bij de knoppen gedeeld met mij en gedeeld door mij.
Je kunt nu samen aan hetzelfde document werken.
De rode kaders geven aan wie er tekst intypt.
Meer informatie OneDrive
In het onderstaande filmpje wordt de basis van het werken met OneDrive in Office 365 kort uitgelegd.
App op je smartphone
Je kunt op je smartphone OneDrive installeren.
Zoek in de store naar OneDrive
Installeer de app
Meld je aan met je school e-mailadres en wachtwoord
Zo kun je op je smartphone ook je documenten bekijken.
In het onderstaande filmpje worden deze stappen nogmaals doorlopen.
Wat weet je al?
Oefen met Quizlet.
Opdracht Office 365
1.1 Opdracht introductie Office 365
Open een word document. Beschrijf aan de hand van het onderstaande filmpje wat je hebt bekeken wat je allemaal kan doen met office 365. Dit document sla je op in de ICT map op OneDrive onder de naam office365_voornaam_achternaam_klas (bijvoorbeeld office365_jan_jansen_1a).
1.2 Printscreen van je OneDrive
Als je mappen hebt aangemaakt voor alle vakken op je OneDrive, dan ga je een screendump maken.
Een screendump is een plaatje van je beeldscherm.
Open de verkenner en zoek waar OneDrive staat met alle nieuwe mappen.
Als je het knipprogramma nog niet kent gebruik dan de toets: PrtSc. Meestal vind je deze rechtsboven op je toetsenbord.
Open het document office365_voornaam_achternaam_klas
Ga met CTRL + enter naar de volgende pagina
Typ bovenaan: screendump OneDrive
Plak dan de screendump door CTRL V in het document.
Je zoekt bij de downloads het bestand schoolregels. Hier staan de 15 schoolregels bij ons op school.
Schrijf de 4 regels op die jij het belangrijkste vind.
3.
Ga nu 4 items (onderdelen) opzoeken die jij belangrijk vindt op de website van de Noordgouw. Dus dingen die op de website staan die jij leuk of handig vindt dat ze er op staan.
Typ deze items netjes in je document
Mis je nog dingen op de schoolsite, schrijf dat dan ook op
Lever het bestand in via de ELO.
Weet je niet hoe je moet inleveren op de ELO? Dan klik je links op het onderdeel magister, daarna klik je op INLEVEREN via de ELO
11. Magister
Wat ga je leren?
Je weet hoe je Magister moet opstarten.
Je weet hoe je moet inloggen.
Je weet hoe je je gegevens kunt aanpassen.
Je weet waar je het rooster kunt vinden.
Je weet hoe je de agenda kunt gebruiken.
Je weet waar je je cijfers kunt vinden.
Je weet hoe je de Magister app moet downloaden.
Je weet hoe je een opdracht via Magister moet inleveren
Overal waar je voor school moet inloggen gebruik je dezelfde gebruikersnaam en hetzelfde wachtwoord.
Wachtwoord vergeten
Wachtwoord kwijt?
Vraag een nieuw wachtwoord aan middels de knop "geen toegang tot je account?". Voorwaarde hiervoor is dat er een geldig emailadres aan het account gekoppeld is.
Wanneer dit niet het geval is, kan er geen mail worden verstuurd en wordt er een foutmelding getoond.
Neem contact op met de applicatiebeheerder van Magister (dat is meneer H. Dokter) als deze foutmelding in beeld komt of als de knop "geen toegang tot je account?" ontbreekt.
Klik op het Magisterlogo om vanuit ieder scherm in Magister terug te keren naar het Vandaagscherm.
Vandaagscherm
Op het vandaagscherm heb je een overzicht over je rooster voor de dag, je ongelezen berichten, openstaande opdrachten en recente cijfers.
Onder het kopje Vandaag is je rooster te zien met de meest recente updates. Let op: dit is pas vanaf 8:00 uur op de dag zelf up-to-date, dus gebruik altijd Untis om je rooster te bekijken!
Agenda
Via de knop Agenda (1) kun je het rooster van de komende 7 dagen zien .
Via de plusknop kunnen persoonlijke- en planningsafspraken aangemaakt worden.
Klik op het tabblad Weergave (2) om een andere dag te kunnen selecteren.
Cijferoverzicht
In het kopje Cijfers (1) staan je behaalde cijfers.
Als eerst krijg je de meest recente cijfers te zien. Via uitgebreide weergave (2) kun je al je cijfers zien.
Wissel via het tabblad Weergave om een andere cijferperiode te bekijken.
Klik op een cijfer voor meer informatie. De extra informatie zal rechts in het scherm getoond worden in het tabblad Details. Ook kun je weer terug naar je laatste cijfers met de knop rechtsboven.
Stap A: Klik links in het menu op het woord ELO, klik op opdrachten.
Stap B: Klik op de opdracht die je moet inleveren.
Stap C: Klik rechts bovenin op inleveren.
Stap D: Scroll naar beneden en klik op bestand toevoegen.
Stap E: Klik rechts op je One-Drive - De Noordgouw en zoek het bestand op wat je wilt inleveren. (KIJK OF HET DE JUISTE NAAM HEEFT, naam opdracht+eigen naam+klas)
Stap F: Onderaan moet het document naast het paperclipje staan.(je kan nu controleren of je het juiste document inlevert) Klik dan op verzenden.
Stap G: Check of bij kopje ingeleverd staat dat je hem hebt ingeleverd. Als je slim bent, maak je hier screenshot van voor de zekerheid. Dan heb je bewijs.
Opdracht "Maak een instructie"
Je gaat een instructie voor je ouder(s)/verzorger(s) maken over hoe ze moeten inloggen op Magister.
Gebruik DOE woorden; Klik, doe, ga, enz...
Je begint bij de schoolsite van de Noordgouw en je eindigt met uitloggen van Magister.
In je instructietekst komt:
Hoe ze vanaf de noordgouw website op Magister komen
Sla je document op onder de naam Instructie Magister + je eigen naam in je onedrive map
Nu kun je starten met het maken van je instrucite.
Wat is een instructie tekst?
Leg stap voor stap uit wat je moet doen. Gebruik korte zinnen.
De stappen zijn aangegeven met bolletjes, cijfers of streepjes.
De stappen beginnen met doe woorden: pak, doe, klik enz.
Tekeningen of foto's zorgen voor duidelijkheid.
Ben je klaar met de opdracht dan zorg je ervoor dat deze is opgelagen op de OneDrive.
Lever de opdracht in via de ELO.
12. Outlook: je schoolmail
Wat ga je leren?
Je kent je school e-mailadres
Je kent het programma om je e-mail te bereiken.
Je eigen school e-mailadres
Iedere leerling krijgt een eigen e-mailadres. Dat adres moet je voor ALLE schoolzaken gebruiken.
Dus als er (op school) om een emailadres wordt gevraagd dan vul je ALTIJD je eigen school e-mailadres in.
Dat is:
Vul je leerlingnummer@noordgouw.nl in (voorbeeld: 11111@noordgouw.nl)
Klik op aanmelden.
Je gaat naar de aanmeldingspagina voor de Noordgouw.
Je vult nog een keer je e-mailadres en je wachtwoord in.
Opdracht e-mail sturen
Voor deze opdracht gebruik je Outlook. Kijk eerst het onderstaande filmpje en voer vervolgens de opdracht uit.
Opdracht 'Stuur een e-mail'
Open Outlook.
Ga links op het lint naar: Nieuwe e-mail.
Aan: Hier komt het e-mailadres van je docent
CC: Deze mag leeg blijven, dit is handig als je de e-mail ook naar iemand anders wilt sturen.
Onderwerp: Waar gaat de e-mail over. Hier komt nu: Opdracht e-mail sturen naar docent.
Begin je e-mail met: Geachte heer of mevrouw...
Schrijf in deze e-mail wat je van de ICT lessen vind. De leuke en de minder leuke dingen.
Denk aan hoofdletters en punten.
Gebruik niet te lange zinnen.
Let op hoe je deze e-mail afsluit.
Je eindigt een e-mail altijd met: met vriendelijke groet, en dan...
Voornaam en achternaam (denk aan hoofdletters) en je klas.
Lees je e-mail nog even door.
Klik op verzenden.
13. Word
We werken op school met Office365. In dit pakket zit onder andere het programma Word. In deze reeks ga je meer leren hoe je hiermee kunt werken en hoe je in Word een net en verzorgd verslag kunt maken.
Wat ga je leren?
Wanneer je de onderstaande onderwerpen leest, probeert en gebruikt dan kun je straks alle basishandelingen doen die nodig zijn voor het goed te kunnen werken met word.
Openen Word
Hoe start je Word op.
Klik op de Windowsknop op je toetsenbord of klik op je scherm op het vakje 'Zoeken'.
Typ dan in: "Word" en doe dan 'Enter' of klik op 'Openen'
Wees slim en klik ook op "Aan de taakbalk vastmaken". Hierdoor kun je het programma nog sneller starten.
Openen document
Hoe open je een nieuw of een bestaand document?
Nieuw document
Klik op de knop 'Leeg document'
Bestaand document openen
Klik op Openen.
Klik op 'OneDrive - De Noordgouw'
Klik op de juiste map en vervolgens op het juiste document
Recent document openen
Klik op 'Start'
Kik op 'Recent'
Je krijgt een overzicht met recent (onlangs) geopende documenten.
Opslaan
Wanneer je wilt opslaan in de OneDrive (DIT WIL JE)
LET OP, selecteer altijd de juiste printer. Op school is dit de Canon-Follow-Me printer.
Samen aan een document werken
Voor groepswerk is het heel handig om een document te delen zodat je er samen aan kunt werken. Met Office365 is dit heel makkelijk geworden en is deze functie ingebouwd in de verschillende apps.
1. Klik rechtsboven op 'Delen' en dan weer op 'Delen'
2. Typ de naam in van de persoon met wie je het document wilt delen, klik de juiste persoon aan en druk op 'Verzenden'
3. De persoon die je zojuist hebt uitgenodigd ontvangt een e-mail en kan via de link in hetzelfde document werken.
Samenwerken via de browser
Handleiding samenwerken in word.
Volg de onderstaande stappen en je kan samenwerken in een word document.
Open het document waarin je wil samenwerken of open een nieuw document.
1. Klik rechtsboven op Delen.
Er opent zich nu een menu.
1. Klik op “Iedereen met een koppeling kan bewerken”
Het menu vouwt zich nu uit.
2. Klik op “Specifieke personen”
1. Voeg de naam in de persoon waarmee je wilt samenwerken.
2. Klik op Verzenden.
Je kan nu samen tegelijk samenwerken in hetzelfde document.
Lint
Hoe werkt het lint.
Het lint heeft vier onderdelen:
De tabbladen
De groepen
De opdrachten
Het snelmenu
De tabbladen
De Groepen
De opdrachten
Spelling- en grammatica controle
Klik op controleren bovenin het lint.
Klik rechts op Spelling- grammaticacontrole.
Rechts zie je nu de suggesties voor je niet goed gespelde woorden.
Knippen en Plakken
Bekijk het filmpje om te leren hoe je moet knippen en plaken
Knippen
Selecteer Knippen of druk op Ctrl + X.
Plakken
Selecteer Plakken of druk op Ctrl + V.
Opmerking:Plakken gebruikt alleen uw laatst gekopieerde of geknipte item.
Kopiëren
Selecteer Kopiëren of druk op Ctrl + C.
Herstellen van een actie
Uitproberen:
Ctrl + 0 = Open een Document
Ctrl + N = Maak een nieuw Document.
Als je iets verkeerd hebt gedaan dan kun je dat ook weer ONGEDAAN maken.
Gebruik daarvoor het Terug pijltje in het Snelmenu.
Je kunt een aantal stappen terug gaan.
Het gaat nog sneller met de toetsencombinatie Ctrl + Z
Kop- en Voettekst
Ga naar Invoegen > Koptekst of Voettekst.
Kies de gewenste stijl voor de koptekst.
Tip: Bepaalde ingebouwde kop- en voettekstontwerpen bevatten paginanummers.
Voeg tekst voor de kop-of voettekst toe of wijzig deze. Zie uw bestaande kop-en voetteksten bewerkenvoor meer informatie over dingen die u kunt doen met kopteksten.
Selecteer Koptekst en voettekst sluiten of druk op Esc om af te sluiten.
Paginanummers invoegen
Selecteer Invoegen > Paginanummer en kies vervolgens de gewenste locatie en stijl.
Als je op de eerste pagina geen paginanummer wilt, selecteer je Eerste pagina afwijkend.
Als je wilt dat de nummering begint met 1 op de tweede pagina ga je naar Paginanummer > Opmaak paginanummers en stel je Beginnen bij in op 0.
Lettertype aanpassen
Open een oefendocument en noem deze "Krokodil"
Gebruik het oefenbestand Krokodil.
Het lettertype van de tekst kun je aanpassen.
Selecteer een deel van de tekst.
Of selecteer alle tekst met CTRL + A.
Klik op het tabblad Start.
Klik in het lint de opties voor Lettertype.
Door met je muis over de lettertypes te slepen verandert je tekst ook.
Maak een keuze door je muis los te laten.
Sla dit document op in de cloud. Deze lever je in aan het einde van deze module
Klik in het balkje voor lettertypes op het zwarte driehoekje.
Symbolen
Sommige tekens kun je niet op het toetsenbord vinden. Die moet je invoegen via de symbolen.
Klik op het tabblad Invoegen.
Klik in de groep symbolen op Symbool.
Je ziet een klein keuzemenu.
Klik op Meer symbolen.
Je hebt nu veel mogelijkheden.
Klik op het symbool dat je wilt gebruiken.
Klik dan op Invoegen.
Opsommingen
Bekijk en luister het onderstaande filmpje
Een opsomming ziet eruit als een lijst.
Je gaat boodschappenlijstje maken voor een feestje.
Typ bovenaan de lijst: Boodschappen voor het feestje.
Klik dan op de knop om een opsomming te maken.
Je kunt kiezen voor een eenvoudige opsomming of een nummering.
Typ b.v. Cola
Klik dan op enter.
Typ nog 10 dingen die je nodig hebt.
Selecteer dan nog een keer de hele tekst van de opsomming.
Klik op het driehoekje naast de opsommingknop.
Je kunt dan nog veel meer tekens kiezen.
Kies een teken uit.
Wordart
Met Wordart kun je prachtige letters maken. Je document ziet er dan ineens heel bijzonder uit.
Je gaat een tekst maken met WordArt.
Selecteer de tekst. Of klik eerst op het Tabblad Invoegen.
Klik in de groepTekst op WordArt.
Je krijgt dan een menu met verschillende mogelijkheden.
Kies er een uit.
Je kunt eerst tekst selecteren en dan WordArt kiezen.
Je kunt ook eerst Wordart kiezen en dan de tekst intypen.
Kijk maar wat jij het handigst vindt.
Met Vormindeling kun je de letters nog mooier maken.
Als er een tekstkader staat dan krijg je een Tabblad te zien dat Vormindeling heet.
Ga dat maar eens uitproberen.
Dan kun je dit misschien maken.
Afbeelding toevoegen
Ga op een van de volgende manieren te werk:
Selecteer Invoegen > Afbeeldingen voor een afbeelding die op uw pc staat.
Selecteer Invoegen > Onlineafbeeldingen voor een afbeelding die op het internet staat.
Tip: Voor een afbeelding uit uw OneDrive gaat u naar de vervolgkeuzelijst links bovenaan en schakelt u van Bing naar OneDrive.
Selecteer de gewenste afbeelding en selecteer vervolgens Invoegen.
Het formaat van afbeeldingen wijzigen of afbeeldingen verplaatsen
Als u het formaat van een afbeelding wilt wijzigen, selecteert u de afbeelding en versleept u een hoekgreep.
Als u tekst rond een afbeelding wilt laten teruglopen, selecteert u de afbeelding en selecteert u vervolgens een optie voor tekstterugloop.
Stijl aanpassen
Je kunt voor de stijl (de opmaak) van je document verschillende opties kiezen.
Klik op Start.
Kies in het tabblad Stijlen een opmaak.
Bijvoorbeeld voor een Inhoudsopgave Kop1.
Voor de tekst Kop 2.
Voor tekst onder een foto Kop 3.
Om je werkstuk in hoofdstukken in te delen geef je elk hoofdstuk een kop.
Dan kun je later een Inhoudsopgave maken.
Selecteer de tekst waarvan je een koptekst wilt maken.
Klik dan linksboven op het tabje Start.
Klik in het blok stijlen op: Kop1, Kop2 of Kop 3.
De tekst wordt een Koptekst ofwel hoofdstuktekst.
Automatische Inhoudsopgave
Hoe maak je een automatische inhoudsopgave.
Weet je het nog van de Stijlen?Die moet je eerst bij de hoofdstukken hebben ingesteld.
Als je dat hebt gedaan dan kun je automatisch de Inhoudsopgave maken.
Wanneer je een hoofdstuk aanpast of verplaatst dan wordt dat door Word aangepast als je de inhoudsopgave bijwerkt.
Meestal maak je een Inhoudsopgave op pagina 2 van je document.
Sta je op pagina 2?
Klik dan op het tabblad Verwijzingen.
Klik daarna op Inhoudsopgave.
Kies Inhoudsopgave 1 of 2.
De Inhoudsopgave wordt automatisch gemaakt.
Als je iets hebt gewijzigd in je werkstuk dan moet je de automatische inhoudsopgave ook bijwerken.
Ga in de Inhoudsopgave staan.
Klik in het Tabblad Inhoudsopgave op: Bijwerken.
Of klik met je rechtermuisknop en kies dan: Bijwerken
Titelpagina toevoegen
Hoe maak je een titelpagina (voorblad).
Je werkstuk is pas af met een titelpagina. Of voorblad.
Met Word kun je dat heel makkelijk maken.
Klik in het lint op het tabblad: Invoegen.
Klik links op pagina's.
Kies voor: Voorblad.
Je krijgt een aantal voorbeelden van voorbladen.
Kies er een uit.
Vul de gegevens in.
Sla je document op.
Je kunt ook natuurlijk het voorblad aanpassen.
Met tekstvakken, lettertypes, randen en afbeeldingen.
Probeer dat maar eens uit.
Als je helemaal zelf een voorblad wilt ontwerpen dan kies je voor Invoegen> lege pagina.
Met tekstvakken, lettertypes, randen en afbeeldingen kun je de pagina indelen zoals je dat zelf wilt.
Sneltoetsen
Wat zijn sneltoetsen?
Welke sneltoetsen zijn er?
Sneltoetsen is een combinatie van 2 of meer toetsen.
Als je die tegelijk indrukt kun je heel snel een menu of handeling opstarten.
Gebruik de CTRL toets met
a
Alle tekst selecteren
b
Tekst Vet maken
c
Tekst kopiëren
d
Lettertype veranderen
e
Tekst centreren
f
Tekst zoeken
g
Ga naar...
h
Tekst zoeken en vervangen
i
Tekst schuin
n
Nieuw document maken
Ga deze toets combinaties maar eens uitproberen.
Nog meer sneltoetsen.
Gebruik de CTRL toets met
o
Bestand openen
p
Tekst printen
s
Document opslaan.
u
Tekst onderstrepen.
v
Tekst plakken
w
Bestand opslaan en sluiten.
x
Tekst knippen (weghalen)
z
Handeling ongedaan maken.
enter
Pagina einde invoegen. Nieuwe pagina
Ga deze toets combinaties maar eens uitproberen.
Leestekens
Hieronder lees je hoe je leestekens moet gebruiken in word.
Invoegen van
Druk op:
à, è, ì, ò, ù
À, È, Ì, Ò, Ù
CTRL+` (ACCENT GRAVE), de letter
á, é, í, ó, ú, ý
Á, É, Í, Ó, Ú, Ý
CTRL+' (APOSTROF), de letter
â, ê, î, ô, û
Â, Ê, Î, Ô, Û
CTRL+SHIFT+^ (CARET), de letter
Afdruk opties aanpassen
Hoe verander je de afdrukstand van je document.
Klik op het tabblad Indeling
Klik op het pijltje onder het icoontje Afdrukstand.
Kies dan liggend of staand.
Hoe verander je de marges van de pagina.
Het kan zijn dat je het deel waar je tekst en afbeeldingen staan groter wilt maken. B.v. omdat je alles op één pagina wilt hebben.
Dan kun je de marges van een pagina aanpassen. Een marge is de vrije of lege ruimte naast de tekst.
Klik op het tabblad Indeling
Klik op het pijltje onder het icoontje Marges
Je kunt de marges op verschillende manieren aanpassen.
Wil je een zelf de marges aanpassen klik dan op: Aangepaste marges.
Je kunt dan heel precies instellen hoe groot de marges moeten worden.
Je moet er wel aan denken dat de pagina nog wel afgedrukt moet kunnen worden.
Maak de marges niet te smal.
Hoe verander je kleur van je pagina.
Klik op het tabblad Ontwerpen
Klik op Paginakleur
Je kunt kiezen uit:
Geen kleur
Meer kleuren
Opvuleffecten
Klik op Opvuleffecten
Je ziet dan dit menu.
Klik op Eén kleur om de achtergrond één kleur te geven.
Er zijn meer mogelijkheden.
De Tabs: Bitmappatronen, Patroon en Afbeelding geven nog meer mogelijkheden.
Uitproberen dus!
Afbeeldingen aanpassen
Hieronder lees je:
Hoe je afbeeldingen moet aanpassen.
Hoe pas je de kleur van je afbeelding aan.
Hoe pas je artistieke effecten toe.
Hoe pas je de stijl van een afbeelding aan.
Hoe pas je de positie van je afbeelding op de pagina en in de tekst aan.
Hoe draai je een afbeelding.
Hoe pas je de grootte en de vorm van je afbeelding aan.
Hieronder zie je de checklist waaraan je verslag moet voldoen.
Onderdeel
Beschrijving
Voorblad/titelpagina
Maak een voorblad. (uitleg) Op je voorblad staan de volgende onderdelen:
Titel
Eigen naam
Naam docent
Datum van inleveren
Plaatje die over je werkstuk gaat
(Automatische) Paginanummers
Voeg automatische paginanummers toe onderaan de pagina. (uitleg)
(Automatische) Inhoudsopgave
Pagina 2, Voeg een automatische inhoudsopgave toe. (uitleg). Tip: laat deze pagina eerst leeg en ga eerst door met de volgende stap!
Titels per pagina
Voeg aan elke pagina die je begint een titel toe die je toevoegt aan je automatische inhoudsopgave. Kijk hiervoor nogmaals hier
Inleiding
Pagina 3, In deze inleiding schrijf je de aanleiding van je verslag. Wat je gedaan hebt en wat de docent als lezer ongeveer gaat lezen in dit verslag.
Bewerkt plaatje
Pagina 4, voeg een foto toe van een hond of een kat. (uitleg)
Pas een artistiek effect toe, de stijl, de kleur en draai hem op zijn kop. (uitleg)
Voeg onder het plaatje 3 willekeurige symbolen toe die niet op je toetsenbord staan. (uitleg)
Opsomming
Pagina 5, voeg een foto van jezelf toe. Maak onder deze foto een opsomming waarin je in steekwoorden iets over jezelf verteld. (uitleg) Bijvoorbeeld:
Naam
Leeftijd
Klas
Gezinsgrote
Of je een dier hebt
Welke sport je doet
Enz.
Word Art
Pagina 6, maak een pagina met Word Art. (uitleg) Maak er een mooie pagina van met je eigen naam in het midden. Wees creatief.
Zet onder je eigen naam de letters íct. LET OP. De í is met een APOSTROF!(uitleg)
14. Mediawijsheid
Week van de mediawijsheid
Framed
Met Framed speel je een simulatiespel waarin jij keuzes maakt. Hoe ga je om met groepsdruk en waar liggen jou grenzen? En wat gebeurt er als je over deze grenzen heen gaat?
Veilig internet
Op deze pagina kun je beginnen met de Diploma Veilig Internet game, een spel waarin je leert wat je wel én niet moet doen als je op internet zit. Dit leer je door Nienke, Erik, Sem en Shanti in dit spel te helpen om Erik's oom Ap te bevrijden!
Thema's die aan bod komen zijn:
Zoeken en vinden
De hele dag verbonden
Veiligheid en privacy
Nep en echt
Contacten
Sociale netwerken
Cyberpesten
Seksualiteit en media
Tips
Handig werken met je browser.
Tekst voorlezen:
Je browsers dat zijn je Internet programma's.
FireFox
Opera
Chrome (Op school adviseren we het gebruik van Chrome)
Als je een zoekwoord intikt bij een zoekmachine dan gaat deze zoeken in zijn eigen database.
Direct zoeken op het web gebeurt dus niet.
Het resultaat van jouw zoekopdracht hangt dus af van de database van de zoekmachine.
Daarnaast bepaald de populariteit van de pagina`s, welke pagina eerst wordt weergegeven.
Internet Privacy
Een zoekmachine ziet je IP-adres (kenteken van je computer) en kan zien waar je vandaan surft.
Het IP-nummer is een uniek nummer.
Zo is hiermee te achterhalen waar de computer staat. Via welke provider wordt gewerkt en vaak in welke plaats en land er verbinding met internet wordt gemaakt.
Zo weet Google als je op de site komt dat je Nederlandstalig bent.
Als je google.com intypt krijg je de Nederlandse site.
Google slaat 18 maanden jou IP-adres en zoektermen op.
Als je minder vindbaar wilt zijn kan je beter meta zoekmachines gebruiken.
In dit hoofdstuk werk je vooral aan de volgende leerdoelen:
Denken zoals een computer
Instructies maken
Herhalingen herkennen
Instructies inkorten
Voorwaarden in instructies opnemen, zoals 'totdat' en 'als...dan...anders'
Patronen herkennen
Functies gebruiken
Variabelen maken
Aan het eind van dit hoofdstuk maak je een toets. Hiervoor heb je ook codes nodig van een aantal puzzels. Zorg dat je tijdens het maken van deze puzzels een worddocument open hebt waarin je de codes kunt plakken totdat je de toets moet maken.
15.1 Waarom computational thinking
Waarom zou je nu willen kunnen denken als een computer? Dat is namelijk wat je in dit gedeelte leert.
Hier is wel een goede reden voor. Computers zijn heel goed in het uitvoeren van instructies, maar kunnen zelf niet nadenken. Om er voor te zorgen dat een computer toch doet wat jij wilt moet jij dus kunnen denken als een computer.
Het gaat om logisch nadenken en dan stap voor stap aangeven wat jij bedoelt. Je kunt een computer niet een grote opdracht geven, maar zult dat moeten verdelen in allemaal kleine stapjes.
Al deze kleine stapjes zijn instructies. Als je die allemaal achter elkaar zet in computertaal dan ben je bezig met coderen of programmeren.
Nu kun je denken: "Waarom moet ik dat kunnen?", maar computers zijn overal. Wat je werk later ook gaat worden, je krijgt e maken met computers en dan is het goed om te weten hoe een computer werkt.
15.2 Instructies geven
Een goede instructie geven is best wel lastig. Want wat voor jou heel logisch kan zijn, hoeft voor een ander helemaal niet zo logisch te zijn. Dus kan het nodig zijn om hele kleine stapjes te nemen in je instructie.
Een voorbeeld zie je in het onderstaande fimpje, waarbij iemand een route moet afleggen op een blauwe vloer zonder denkbeeldige lijnen aan te raken. Dit lukt alleen als de instructies juist gegeven worden.
15.3 Zelf instructies geven
Je gaat dit nu zelf ook oefenen.
Stap 1.
Hiervoor kijk je eerst de uitleg door hier te klikken: CodeStudio.
Kijk ook het onderstaande filmpje:
Stap 2.
Open een word document en geef deze de titel: Computational thinking + je eigen naam
Sla elke broncode van elke puzzel op in je Computational thinking + je eigen naam bestand in word.
15.4 Herhalingen
Bij het vorige hoofdstuk, instructies maken, heb je vaak een zelfde instructie achter elkaar gezet. Dat noemen we herhalingen.
Dat kan ook makkelijker. Je kunt namelijk ook opdracht geven om een bepaalde instructie te herhalen.
Dat kan zijn dat je dit een bepaald aantal keer doet:
Maar je kunt ook een herhaalblok hebben dat een instructie herhaald totdat iets lukt:
Alle instructies die binnen het herhaalblok staan worden herhaald. Dus als er een patroon moet komen kan het ook zijn dat er meer instructies binnen het herhaalblok staan, bijvoorbeeld:
15.5 Herhalingen schrijven
Je gaat nu zelf oefenen met het schrijven van herhalingen.
Hiervoor ga je naar CodeStudio en maakt de levels 4 tot en met 11.
Bekijk ook weer de broncode!
Let op: kopiëer de code van puzzel 6 even in je word document.
15.6 Voorwaarden
Een voorwaarde is iets dat moet gebeurten totdat er iets anders gebeurt.
Bijvoorbeeld: je moet blijven zwemmen totdat je weer kunt staan of je moet blijven leren totdat je het diploma hebt gehaald.
Het stukje informatie tot het woord 'totdat' noemen we een voorwaarde.
Bij het vorige hoofdstuk, instructies maken, heb je geleerd om een bepaalde instructie te herhalen.
Dat kan zijn dat je dit een bepaald aantal keer doet:
Maar je kunt ook een herhaalblok hebben dat een instructie herhaald totdat iets lukt:
Dit blok heeft dus een voorwaarde. De computer zal deze instructie blijven herhalen totdat het varken bereikt is.
15.7 Voorwaarden schrijven
Je gaat ook nu weer zelf aan de slag om voorwaarden te schrijven.
Je hebt net geleerd dat er voorwaarden bestaan die zorgen dat iets gebeurt totdat er een bepaalde situatie plaatsvindt. Maar er zijn ook andere voorwaarden te bedenken. Een veel gebruikte voorwaarde in programmeertaal is ook de als....dan....anders regel.
Hoe zit dat?
Een kort voorbeeld hierbij misschien wel hoe jij in de winkel staat: als de Coca Colain de aanbieding is, dan koop je Coca Cola, anders koop je eigen merk cola.
Je zult deze keuze dan waarschijnlijk maken omdat je Coca Cola best duur vindt en het extra geld er niet voor over hebt.
Wanneer jij een als....dan....anders regel in de computer invoert dan kan de computer zelf meer beslissingen maken en hoef je zelf minder te doen, dat is handig.
15.9 Als....dan....anders oefeningen
Je gaat zo weer een aantal oefeningen doen op CodeStudio.
In deze oefeningen is er een bij die op zoek is naar nectar. Deze nectar is alleen te vinden in een bloem, dus alleen als hij op een bloem komt dan kan hij nectar halen.
Soms komt de bij op een honingraat terecht. Daar kan hij geen nectar halen, maar alleen honing maken.
Jij moet dus de goede opdracht geven zodat hij op een bloem nectar haalt en op een honingraat honing maakt.
Je begint straks makkelijk, maar uiteindelijk zul je dit blok moeten gebruiken:
Hier zie je de als....dan....anders voorwaarde heel duidelijk:
Als de bij op een bloem komt, dan pakt hij nectar, en anders (want dan is er dus geen bloem maar een honingraat) maakt hij honing.
Let op: kopiëer de code van puzzel 4 even in je word document.
15.10 Voorwaarden combineren
Als je verschillende voorwaarden combineert kun je de computer laten werken met minder instructies.
We gaan dat nu oefenen door in CodeStudio puzzel16 t/m 20 te maken.
Let op: kopiëer de code van puzzel 17 even in je word document.
15.11 Variabelen
Een refrein is een telkens terugkerend patroon in de muziek. Net zoals in muziek kun je bij programmeren ook patronen gebruiken. In de volgende oefeningen ga je hiermee aan de slag.
Nieuwe instructies voor het tekenen
Je gaat tekenen met behulp van de volgende nieuwe instructies:
In de eerste instructie zie je het woord 'pixels' staan. Een pixel is elk van de punten waaruit het beeld van een beeldscherm is opgebouwd (Bron: Van Dale). Deze instructie betekent dat je 100 'beeldschermpuntjes' vooruit moet.
In de tweede instructie kun je aangeven dat je naar rechts of naar links moet draaien en met hoeveel graden. Een cirkel is 360 graden (een volledige draai) en 90 graden is een haakse bocht.
Je gaat nu uitproberen hoe je zelf kunt werken met functies en variabelen.
Hiervoor begin je met de opdrachten 1 t/m 6 van CodeStudio.
Let op: kopiëer de code van puzzel 3 even in je word document.
15.12 Functies
De vierkanten en driehoeken die je in de oefening hebt getekend, zijn eigenlijk herhalende patronen, net als een refrein in muziek. Je kunt ze één keer beschrijven en er daarna naar verwijzen. Zo'n stukje code wordt een functie genoemd.
Elke functie heeft een eigen naam die in de groene balk staat. Deze naam beschrijft wat de functie doet.
In het grijze gedeelte zie je wat er gebeurt als de functie wordt uitgevoerd.
Net zoals je in een liedje moet aangeven wanneer het 'refrein' gezongen moet worden, moet je bij programmeren aangeven wanneer de functie uitgevoerd moet worden. In dit voorbeeld sleep je de instructie "teken een vierkant" naar de juiste plaats om de functie uit te voeren:
Je kunt dit nu zelf proberen door puzzel 1 t/m 5 te maken van CodeStudio.
15.13 Functies met variabelen
Het refrein van het liedje uit de vorige opdracht is steeds bijna hetzelfde. Als we dit vertalen naar programmeertaal, kunnen we van het refrein een functie maken. Maar we moeten ook kunnen aangeven welke kleuren we voor de hemel of de zon willen gebruiken.
Kleine stukjes van het refrein moeten veranderbaar zijn. Dit noemen we variabelen. In programmeertalen wordt heel vaak met variabelen gewerkt.
In CodeStudio staat er een sterretje voor de naam van de functie. Hiermee kun je een variabele toevoegen aan de functie.
In het onderstaande filmpje wordt uitgelegd hoe je dit moet doen.
Je gaat dit oefenen door in CodeStudio de puzzels 1 t/m 10 te maken.
Let op: kopiëer de code van puzzel 7 even in je word document.
Afronding
Toets: Afsluitende toets computational thinking
0%
Je hebt een heleboel geleerd over hoe computers denken.
Om te kijken wat je hebt onthouden en begrepen ga je deze toets maken. Je moet hierop 80% goed scoren voor een voldoende.
Na afloop van de toets krijg je een evaluatie op wat er niet goed ging. Heb je lager gescoord dan 80% dan moet je de toets opnieuw maken.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
In dit hoofdstuk ga je vooral oefenen met de volgende vaardigheden:
Een eenvoudige webpagina maken met basis HTML
Tekst opmaken met verschillende HTML-tags
De achtergrondkleur van een webpagina aanpassen
Titels en koppen creëren
Lijsten maken met opsommingstekens of nummers
Afbeeldingen toevoegen aan een webpagina
Een afbeelding als achtergrond instellen
Hyperlinks maken naar andere websites
Een stylesheet (CSS) maken om de opmaak van je webpagina te regelen
Verwijzen naar een externe stylesheet in je HTML-bestand
Klassen maken in je CSS voor specifieke opmaak
Verwijzen naar deze klassen in je HTML om de opmaak toe te passen
16.1 Introductie
Stap 1.
Kijk naar je toetsenbord.
Druk op CTRL en U
Je ziet nu de broncode van de website waar je nu op zit te kijken. Elke website heeft zijn eigen code.
Stap 2.
Bekijk het onderstaande filmpje met je oordopjes in.
HTML (HyperText Markup Language) is een computertaal waarmee je webpagina's kunt maken. Het gebruikt speciale codes, genaamd "tags", om tekst, afbeeldingen en andere inhoud te organiseren en weer te geven. Bijvoorbeeld, de <h1>-tag maakt een grote koptekst en de <p>-tag maakt een paragraaf tekst. Alles wat je op een website ziet, zoals titels, teksten en foto's, wordt geregeld door HTML. HTML is de basis van elke webpagina die je bezoekt op het internet.
Basis Webpagina in HTML
Webpagina's worden gemaakt met codes die een browser vertaalt naar een leesbare pagina. In deze gids leer je hoe je een eenvoudige webpagina kunt maken met HTML.
Wat is HTML?
HTML staat voor HyperText Markup Language. Het is de taal die we gebruiken om webpagina's te maken.
HTML Tags
HTML bestaat uit tags. Een tag is een stukje code dat begint met < en eindigt met >. Bijvoorbeeld, de <html> tag geeft aan dat het document een HTML-document is.
Basisstructuur van een HTML-document
Hier is de basisstructuur van een HTML-document:
<!DOCTYPE html>
<html>
<head>
<title>Mijn Eerste Webpagina</title>
</head>
<body>
<h1>Welkom op mijn webpagina</h1>
<p>Dit is een alinea tekst.</p>
</body>
</html>
Uitleg van de structuur
<!DOCTYPE html>: Dit vertelt de browser dat het om een HTML5-document gaat.
<html>: Hiermee begint het HTML-document.
<head>: Hier zet je informatie over de webpagina, zoals de titel.
<title>: De tekst tussen deze tags wordt de titel van de webpagina, die je bovenaan in het tabblad van de browser ziet.
<body>: Tussen deze tags zet je de inhoud van je webpagina, zoals tekst, plaatjes en links.
<h1>: Dit is een koptekst. Er zijn verschillende kopteksttags van <h1> (de grootste) tot <h6> (de kleinste).
<p>: Dit is een alinea. Alles tussen de <p> en </p> tags wordt gezien als een alinea tekst.
Handige HTML Tags
<br>: Deze tag zorgt ervoor dat tekst op een nieuwe regel begint.
<p>: Gebruik deze tag voor een nieuwe alinea.
16.2 Front-end Developer
Stap 1.
Lees ondestaande tekst.
Front-end developer
Een front-end developer bouwt de voorkant van een website of applicatie, het deel dat bezoekers direct zien. Je kunt overal aan een website werken, zoals thuis of in het park, zolang je maar een laptop en internet hebt.
Als developer schrijf je code die ervoor zorgt dat bepaalde functies werken en dat een webpagina eruitziet zoals bedoeld. Deze code is een soort taal, vergelijkbaar met Engels of Nederlands, maar dan speciaal voor computers en ontwikkelaars.
Er zijn veel verschillende programmeertalen en elk jaar komen er nieuwe bij. Voor het bouwen van websites gebruiken ontwikkelaars meestal HTML en CSS. HTML wordt gebruikt om de structuur van internetpagina's te maken en CSS om de pagina's vorm te geven en stijlen toe te passen.
Stap 2.
Bekijk het onderstaande filmpje.
16.3 Start met bouwen eigen website
Stap 1.
Open je Onedrive
Ga naar de map ICT
Klik in de map op je rechter muisknop>Nieuw>Map.
Noem de map
LET OP> DE NAAM MOET KLOPPEN! DIT IS HEEL BELANGRIJK!!
Stap 2.
Klik op je Windows teken onderin je taakbalk en type "Kladblok"
Klik op de app zodat deze zichzelf opent.
Stap 3.
Kopieer de onderstaande code door deze te selecteren en op Ctrl+C te drukken en plak deze in je kladblok door op Ctrl+V te drukken in je kladblok.
Type tussen de titeltags.: Website van+ je eigen naam.
<title>Website van …
</title>
Stap 2.
Typ tussen de body-tags: Dit is mijn eerste oefening met HTML-code.
Zo moet het worden:
<body> Dit is mijn eerste opdracht met HTML-codes.
</body>
Als het goed is ziet je kladblok er als hieronder uit:
Druk op Control(ctrl)+S. Nu is je kladblok opgeslagen.
Stap 3.
Ga naar je Onedrive>ICT>Websitebestanden en open je bestand index.html. Als het goed is opent nu je webbrowser en zie je voor het eerst je eigen website.
Als je kijkt moet je helemaal bovenin je eigen naam hebben staan en in de hoofdtekst een zin met tekst zoals hieronder.
16.6 Tekst opmaken
Een webpagina kun je aanpassen door tekst op te maken en de achtergrond aan te passen. Daarvoor zijn verschillende codes.Hieronder zie jeen overzicht van de verschillende codes die we gaan gebruiken om jouw website nog mooier te maken.
Functie
HTML-Code
Resultaat
Tekst Vet maken
<b>voorbeeld</b>
voorbeeld
Tekst Schuingedrukt maken
<i>voorbeeld</i>
voorbeeld
Tekst Onderstrepen
<u>voorbeeld</u>
voorbeeld
Tekst Uitlijnen
<center>voorbeeld></center>
voorbeeld
Achtergrondkleur aanpassen
<body bgcolor="red">
Tekstgrote
<font size="4"> voorbeeld </font>
voorbeeld
Tekstkleur
<font color="red"> voorbeeld </font>
voorbeeld
Witregel
Voorbeeld<p>Voorbeeld
Voorbeeld
Voorbeeld
Nieuwe regel
Voorbeeld<br>Voorbeeld
Voorbeeld
Voorbeeld
Je kan al deze codes ook combineren! En wanneer we een tekst hebben in de code is dit in het engels. Dus oranje is dan orange.
Bedenk je wel goed het volgende. Wanneer je een opdracht geeft om bijvoorbeeld een tekst VET te maken. (<b>voorbeeld</b>) dan zal alles na deze code vet gedrukt blijven totdat jij aangeeft dat dit moet stoppen door middel van het / teken
Stap 1.
Open je websitebestand index.html met je kladblok.
Stap 2.
Kopieer de onderstaande 4 zinnen onder de zin: Dit is mijn eerste opdracht met HTML-codes.
<p>Deze regel is vet.<br>
Deze regel is schuingedrukt.<br>
Deze regel is onderstreept.</p>
<p>Deze regel is vet, schuingedrukt en onderstreept.</p>
Dat zie er uit zoals hieronder:
Stap 3
Nu ga je puzzelen. Gebruik de verschillende codes zoals bovenaan de pagina genoemd om uiteindelijk onderstaande resutlaat te krijgen. De eerste code krijg je cadeau. <p><b>Deze regel is vet.</b><br>
Sla je kladblok nu weer op door op Ctrl+S te drukken.
In deze uitleg staat ook hoe je teksten en achtergrondkleuren moet aanpassen op je eigen website. Lees dit goed!
Stap2.
Open je website met je kladblok.
Plak de onderstaande code onder je tekst: <p><i><b><u>Deze regel is vet, schuingedrukt en onderstreept.</i></b></u></p>
<p>Het woord blauw is blauw.<br>
Het woord paars is paars.<br>
Dit getal heeft grootte 7.</p>
<p>De achtergrondkleur van de pagina is nu oranje.</p>
Nu ga je de bovenstaande tekst aanpassen zodat hij klopt met de tekst. Uiteindelijk zal het er uitzien zoals hieronder. De eerste coderegel krijg je cadeau:
Vind je het leuk om andere kleuren en getallen te gebruiken dan mag dit!
16.8 Opsomming
Opsommingen maken in HTML
Stap 1.
Lees de onderstaande theorie.
Met HTML kun je gemakkelijk opsommingen maken. Er zijn twee soorten opsommingen die je kunt gebruiken:
Ongeordende lijst (bullets)
Genummerde lijst
Ongeordende lijst (bullets)
Voor een ongeordende lijst gebruik je de <ul> tag, wat staat voor "unordered list". Elke item in de lijst wordt aangegeven met de <li> tag, wat staat voor "list item".
Genummerde lijst
Voor een genummerde lijst gebruik je de <ol> tag, wat staat voor "ordered list". Net als bij de ongeordende lijst, wordt elk item in de lijst aangegeven met de <li> tag.
Stap-voor-stap uitleg
Maak een ongeordende lijst:
Gebruik de <ul> tag om de lijst te beginnen.
Voeg elk item toe met de <li> tag.
Sluit de lijst af met de </ul> tag.
Maak een genummerde lijst:
Gebruik de <ol> tag om de lijst te beginnen.
Voeg elk item toe met de <li> tag.
Sluit de lijst af met de </ol> tag.
Stap 2.
Open je website in je kladblok.
Maak een opsomming met bullets of cijfer met de onderstaande onderwerpen en maak hierbij gebruik van de bovenstaande code.
ICT
Is
Te
Gek
Echt prachtig
Deze opsomming plaats je onder je laatst gemaakt code: <body bgcolor="orange">
Als je dit goed hebt gedaan ziet het er als onderstaand uit:
16.9 Afbeeldingen
Afbeeldingen
Stap 1.
Lees de onderstaande theorie:
Stap 2.
Download deze onderstaande foto's en plaats deze in je map websitebestanden in je Onedrive.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Kijk goed op je rooster waar je hoe laat waar verwacht wordt. Tijdens de projecturen start je met Framed en de verwerkingsopdracht. Hiervoor verwachten we dat je jezelf inleest op de projectpagina. Leerlingen hebben hiervoor hun telefoon en oordopjes nodig. Deze mogen dus meegenomen naar de les. Wanneer je klaar bent met Framed dan geef je de leerlingen de opdracht om hun telefoon weer terug te brengen naar hun kluis.
Hierna kunnen de leerlingen zelfstandig werken aan het onderdeel onderzoeken. Mochten ze deze opdracht niet geheel afkrijgen, dan is dit geen probleem. De dag sluiten jullie af na het zesde uur.
Framed
Framed is een mobiele game die je klassikaal speelt. In deze meeslepende game verandert het normale schoolleven van tieners in een spannend verhaal over cybercrime waarin de jongere zelf de hoofdrol speelt. Elke beslissing verandert de verhaallijn en uitkomst van de game. In totaal zijn er drie mogelijke eindes en in het ergste scenario wordt de leerling in de game op het schoolplein gearresteerd door de politie. Na het spelen van Framed vindt een klassikaal gesprek plaats over wat online de norm is, wat ethisch juist is, waar de grens ligt van strafbaar gedrag en wat hiervan de consequenties kunnen zijn. Dit nagesprek zorgt ervoor dat ervaringen gedeeld worden en kennis aanblijft.
Voor wie is Framed bedoeld?
Framed is geschikt voor jongeren in de leeftijd van 12 tot 18 jaar. De game sluit aan bij vakken zoals maatschappijleer, burgerschap, informatica, techniek en Nederlands. Daarnaast is het een ideale game voor tijdens een mentorles. Na het spelen van Framed zijn jongeren digitaal weerbaarder en bewuster in hun burgerschap.
Waar vind je Framed en de ondersteunende lesmaterialen?
Wat goed dat je aan de slag gaat met Framed! De mobiele game is via deze link te bereiken.Let op, de URL werkt alleen op een mobiele telefoon. De leerlingen moeten de URL dus zelf in de browser van hun telefoon intikken. Het opstarten van de mobiele game kan 1-3 minuten duren, afhankelijk van de internetsnelheid.
Hieronder vind je de lesbrief over de game. Daarin staat alle benodigde informatie om je goed voor te bereiden. In de lesbrief staat ook de URL voor toegang tot de mobiele game. Verder vind je hieronder de PowerPoint-presentatie die je in de klas kunt geven. In de presentatie staat ook de URL naar de mobiele game. Heb je moeite met het opstarten van de game? Raadpleeg dan de uitgebreide instructie.
Voor de game hebben leerlingen een internetverbinding nodig op hun telefoon. Als ze nog niet zijn aangemeld op het wifinetwerk hier op school dan kun je hier de uitleg vinden.
Hieronder kun je de verdiepende documenten vinden.
Je hebt net één of meerdere misdrijven gepleegd in het spel Framed. Nu is dit misschien niet iets wat jij in het echt ook zou doen, maar toch maak je sneller een minder handige keuze dan je zou denken.
Om ervoor te zorgen dat een ander deze fouten niet maakt ga je een poster maken op Canva om tips te geven over hoe je te gedragen op het internet.
Als je de tips op de poster hebt staan zorg je ook dat hier passende afbeeldingen bij komen en dat het geheel er leuk uitziet. De poster lever je in bij je mentor.
Onderzoeken
Hieronder zie je het filmpje waarmee we bezig gaan tijdens deze activiteitendag. Kijk het filmpje en je kan pauzeren indien nodig.
Als je alles gedaan hebt kun je het inleveren op Magister.
Onderzoeksvaardigheden
Internet Slim zoeken
Het internet is zo enorm groot dat het onmogelijk is te weten waar de informatie staat die je zoekt.
Om de informatie, afbeeldingen, video`s, muziek die je zoekt ook te vinden heb je een zoekmachine nodig.
Er zijn verschillende zoekmachines, dit zijn de meest bekende naast www.google.nl
Zet je een zoekvraag tussen aanhalingstekens, dan zoekt Google op het web naar pagina's waarop dezelfde woordcombinatie voorkomt.
Bijvoorbeeld:
"katten spelen veel"
Opdracht:
Ga zoeken en typ de zoekvraag tussen aanhalingstekens.
"ik lust geen spinazie"
"wat wil ik later worden"
... en bedenk er zelf ook nog een paar.
Sterretje
xxxxxx * xxxxxx
Met een sterretje (*) maak je een zogenaamde 'wildcard' in je zoekopdracht.
Op de plaats van het sterretje komt het woord (of woorden) die je niet weet. Was het nou Jan Peter Balkenende of Jan Pieter Balkenende?
Type dan in: "Jan * Balkenende". Het sterretje werkt alleen in de plaats van een heel woord in een hele zin (tussen aanhalingstekens).
Met het zoekwoord kerk* vindt je geen informatie over de 'kerkuil' of zo.
Opdracht:
Ga zoeken en typ de zoekvraag met een sterretje.
de *oceaan
gestreepte * katten
... en bedenk er zelf ook nog een paar.
Drie punten
xxxxxx...xxxxxx
Door gebruik te maken van drie punten (...) kun je een bereik aangeven bij allerlei numerieke (getallen) waardes, zoals gewichten, jaartallen en prijzen.
Je wilt bijvoorbeeld weten hoeveel verkeersdoden er zijn gevallen tussen 2013 en 2017. Je zoekopdracht kan er dan als volgt uitzien: verkeersdoden nederland 2013...2017.
Let op: de cijfers mogen geen spaties of puntjes bevatten: 20.000 wordt 20000.
Opdracht:
Ga zoeken en typ tussen de woorden drie puntjes ...
geboortes 1999...2017
verkeersdoden nederland 2013...2017
... en bedenk er zelf ook nog een paar.
Het een of het ander
Het één of het ander
OR betekent: zoek dit OF dat. Je gaat zoeken naar al deze woorden tegelijk, zonder dat ze samen
hoeven te staan. Deze truc is vooral handig als je niet zeker bent van de spelling.
Opdracht
Tilde
~xxxxxx
De tilde (zit meestal linksboven op je toetsenbord) (~) geeft de zoekresultaten weer, samen met de synoniemen (woorden die hetzelfde betekenen) van het zoekwoord.
Stel: je wilt iets weten over ‘computers’ en je typt ~computer, dan zoekt Google ook op woorden met dezelfde betekenis, zoals ‘pc’, ‘laptop’ en ‘hardware’.
Opdracht:
Ga zoeken en typ voor het woord een tilde ~
~synoniem
~voertuig
... en bedenk er zelf ook nog een paar.
Plus teken
+xxxxxx
Google let niet op losse getallen en letters en stopwoorden.
Is een algemeen woord of cijfer heel belangrijk voor de zoekopdracht, zet er dan een plusteken (+) voor.
Of plaats het tussen aanhalingstekens.
Wil je bijvoorbeeld zoeken naar Star Wars, Episode I, dan ziet je zoekopdracht er zo uit: Star Wars, Episode +I of zo: "Star Wars, Episode I".
Opdracht:
Ga zoeken en typ een plusje + in de zoekopdracht
wereldoorlog +1945
+2017 schoolvakanties
... en bedenk er zelf ook nog een paar.
Min teken
-xxxxxx
Door gebruik te maken van het minteken (-) kun je bepaalde woorden bij het zoeken overslaan.
Stel je bent op zoek naar informatie over suiker, maar je hebt geen zin om door alle sites heen te spitten met recepten waarin een schepje suiker is verwerkt. Google dan suiker -recept. Hierdoor worden alle sites met het woord 'recept' overgeslagen.
Als je er drie hebt bekeken ga je in Word, PowerPoint of Prezi een presentatie maken.
Dit moet er in staan.
Welke ziet het het mooiste uit?
Wat zijn de logo's van de zoekmachines?
Wat kun je snel opzoeken met deze zoekmachines?
Zoek een onderwerp waar je meer van wilt weten en vertel hier iets over.
Als de opdracht klaar is dan ga je deze inleveren op de ELO.
Meer weten?
Vet Veilige ICT Code
Wat is dat de VVIC?
Voorlezen tekst:
VET VEILIGE ICT CODE
Deze ICT gedragscode bevat afspraken over werken met je laptop, intranet, internet en e-mail
.
Ga zorgvuldig om met je laptop en het netwerk.
Wees voorzichtig met je gebruikersnaam en wachtwoord. Bedenk dat alles wat onder jouw naam gebeurt ook onder jouw naam wordt geregistreerd
Het is niet toegestaan je laptop te gebruiken voor zaken als, pesten, grofheden, (seksuele) intimidatie, racisme of discriminatie.
Hacken DDos aanvallen of pogingen daartoe zijn verboden.
Meld je af of schakel je laptop uit als je er niet meer mee werkt.
Maak gebruik van je eigen schoolmailaccount. Stuur nooit zomaar een e-mail.
Lees en beantwoord jouw post en leeg regelmatig jouw mailbox.
Bestanden op het netwerk zijn altijd door een aantal mensen te lezen.
Docenten hebben de mogelijkheid om via Lanschool mee te kijken op je laptop.
Je mag Lanschool niet uitschakelen.
Het is niet toegestaan om foto’s of filmpjes van leerlingen en/of docenten te maken en/ of te plaatsen op sociale media zonder toestemming van de betrokkene.
Houd je aan deze gedragscode. Bij overtreding heeft de directie het recht maatregelen te nemen. Wie schade veroorzaakt moet dit zelf betalen.
Aan het eind van het schooljaar is het aan te raden om je laptop op te schonen.
Wat moet je doen.
Cookies in je browser(s) verwijderen.
Bestanden uit je OneDrive verwijderen die je niet meer nodig hebt.
Bestanden die nog niet in mappen staan, in mappen zetten.
Je Outlook opschonen.
Meer ICT lessen
Verantwoord laptop gebruik
Stap[ 1
Ga naar http://aka.ms/ssprsetup in je webbrowser en voltooi het aanmeldingsproces met je "Werk- of schoolaccount", zoals bijvoorbeeld 500001234@hetperron.nl.
De volgende pagina verschijnt.
Stap 2.
Vul in het lege vak je huidige wachtwoord in. Klik op ‘Volgende’.
De volgende pagina verschijnt
.
Klik op: Dit niet opnieuw weergeven en Ja
Stap 3.
De volgende pagina verschijnt.
Stap 4.
Je moet 2 van de opties instellen.
Maak na het tekenen van je laptop een ontwerp voor een sticker.
Je mag op Google zoeken om inspiratie op te doen.
Als je ontwerp klaar is maak je een foto van het resultaat.
Je moet de foto inleveren via de ELO.
Laat je laptop nooit ergens onbeheerd achter.
Een laptop moet 4 jaar mee dus wees er zuinig op.
Bij les-of lokaalwisselingen: laptop altijd in je hoes. Je voorkomt daarmee val- of stootschade.
Je laptop niet “pimpen” dus geen uitwendige versiering aanbrengen.
Je werkt alleen op je 'eigen' laptop.
Downloaden van bestanden of programma's is toegestaan. Je bent daar zelf verantwoordelijk voor.
Gebruik veilige sites om programma's te downloaden.
Deze site is veilig om programma's te downloaden https://ninite.com/
Geven de gedownloade programma's problemen dan wordt er een image terug gezet, waardoor de laptop weer zijn basisinstellingen krijgt.
Problemen met je laptop? Ga naar de helpdesk.
Zorg ervoor dat je laptop in orde is en opgeladen.
Je moet je laptop iedere avond thuis opladen.
Je start je laptop pas op als de docent opdracht geeft.
De docent bepaalt welke website je mag bezoeken. Digitaal lesmateriaal open je via Magister --> leermiddelen.
(Tijdens de les geen Skype, Insta, Facebook, Twitter of andere sociale media.)
De webcam mag niet aan tijdens de les. Tenzij je een opdracht moet doen waarbij de webcam nodig is.
Je laptop is jouw gereedschap, laat andere leerlingen er niet op werken.
De laptop is je leermiddel. Dus die heb je altijd bij je.
Als je ver van school woont, maar ook als je dichtbij woont, dan heeft de laptop veel te lijden tijdens het vervoer.
Een laptop is een elektronisch apparaat en is gevoelig voor
stoten, vocht en temperatuursveranderingen.
Goed vervoeren is heel belangrijk. Kijk naar de voorbeelden.
Is dit goed? Echt niet...
... en dit dan? Kan ook echt niet.
Dit is de juiste manier van vervoeren.
De laptop moet je altijd mee naar huis nemen om op te laden, je komt met een volle accu naar school.
De laptop vervoer je in een rugzak of schoudertas.
De laptop nooit vervoeren onder de snelbinders van je fiets.
Het is jouw leermiddel. Het is niet aan te raden je hele familie gebruik te laten maken van je laptop.
Thuis zorg je natuurlijk heel goed voor je laptop!
Je laptop is een speciale laptop die gekozen is speciaal voor het onderwijs.
Voor het schooljaar 2019-2020 is er gekozen voor een
HP ProBook 430 G6 13 inch
Het besturingssysteem is Windows 10.
Je werkt in de cloud met Office 365.
De harde schijf is een SSD. (Solid State Drive).
De batterij gaat langer dan 8 uur mee, zodat deze betrouwbare
laptop geen moeite heeft met de langste schooldagen.
Rechts
Links
1
SD Card Reader
6
Power slot
2
USB 2.0
7
Display Port
3
Micro Sim Card
8
HDMI
4
VGA
9
RJ45
5
Lock Slot
10
USB 3.1
11
Audio
Functie toetsen
De toets met de Blauwe FN gebruik je samen met de toetsen bovenaan je toetsenbord.
Bij je laptop hoort een oplader die speciaal voor dit type laptop is. Gebruik géén andere lader.
Op de afbeelding staan verschillende typen opladers. Welke lijkt het meest op die van jou?
Je laadt je laptop thuis op en neemt een opgeladen laptop mee naar school.
De plug voor het opladen zit aan de linkerkant aan de achterzijde.
Steek de plug van de oplader recht in de poort en laat de laptop opladen.
Leg je laptop op een tafel.
Als het laden gereed is (dat zie je rechts onder in het scherm), haal dan de plug rustig uit de laptop.
Niet duwen of trekken!
Je kunt je oplader meenemen naar school maar dat hoeft niet. De Batterij gaat 6 tot 8 uur mee.
Rol de snoeren niet strak op.
Hoe maak je een mindmap
Je gaat een opdracht maken met behulp van een Mindmap.
Met een Mindmap probeer je informatie over een onderwerp op een mooie manier uit te beelden.
Je gebruikt hierbij veel kleuren en vormen. Waarom? Omdat je hersenen dat makkelijker onthouden dan saaie teksten!
Klik op deze link en lees eerst de informatie over mindmaps.
Of bekijk de video onder aan de pagina.
Je hoeft nu nog niets te maken dat komt straks.
Heb je alles goed gelezen dan ga je zelf aan de slag met het maken van een mindmap.
Deze Mindmap gaat over je Laptop. De LAPTOP is het hoofdonderwerp.
Je weet dat je dit in het midden moet schrijven.
De subonderwerpen zijn het type, software, enz.
Je mag ook vermelden welke Social Media er allemaal bestaat.
De mindmap mag je op papier of digitaal maken.
Maak gebruik van de programma's Word of PowerPoint
Of gebruik het programma Mindomo.
Klik op de afbeelding
Je moet hier wel een account voor aanmaken.
Klik op Registeren
Klik dan op Leerling.
Vul je dan je gegevens in.
E-mail adres van school.
Wachtwoord
Klik op Registreren.
Ga dan naar Outlook om de aanmelding te bevestigen (Confirmeren).
Maak je de Mindmap op papier, maak er dan een foto van.
Ben je klaar, lever je foto of digitale mindmap dan in via de ELO.
Wat heb je nodig?
Vel A3 tekenpapier
Liniaal
Potlood
Geo driehoek
Kleurpotloden of stiften
Meet de bovenkant van je laptop op. De lengte en de breedte.
Schrijf de maten boven in een hoek op je papier.
Ga nu de laptop op papier tekenen.
Begin met de linker boven hoek. Gebruik je Geo driehoek. Begin in de linker bovenhoek. Teken een hoek van 90 graden.
Zie foto.
Teken dan vanaf de linker hoek de breedte die je hebt opgemeten.
Pak dan weer je Geo driehoek en teken weer een hoek van 90 graden.
Zie foto.
Dan teken je de lengte van de laptop naar beneden.
Klik aan de rechterkant van het scherm op je naam.
Je krijgt een menu.
Klik op Uw instellingen.
In dit menu kun je Details aanpassen en je Wachtwoord wijzigen.
De rest van de opties komt later aan bod.
Je kunt je wachtwoord wijzigen.
Het meest handig is om het wachtwoord van Itslearning en van het netwerk hetzelfde te maken.
Als je dat nog niet gedaan hebt kun je nu het wachtwoord aanpassen.
Als het niet lukt ga dan naar de Helpdesk of stuur een mailtje naar w.ficker@hetperron.nl
In het digitale tijdperk kunnen je niet meer aankomen met de smoes dat de hond je huiswerk heeft opgegeten.
Maar je moet inloggen in Itslearning om te zien wat je moet doen.
De itslearning app geeft je directe notificaties en automatische herinneringen op het device waarop je het meest op kijkt.
De app is nu gratis te downloaden via Google Play (voor Android telefoons) en de App Store (voor iPhones).
Ga in de agenda de verjaardag van je familie invoeren; vader, moeder, broer(s), zus(sen).
Vul je eigen verjaardag in.
Vraag aan je mentor wanneer hij/zij jarig is, zet dat ook in je agenda.
Je kunt natuurlijk ook huiswerk in je agenda zetten.
Kijk ook of je een terugkerende afspraak in je agenda kunt zetten.
Ga naar de rechterkant van je scherm en klik op je leerlingnaam.
Klik op Details aanpassen.
Ga alle velden op de juiste manier invullen.
Voornaam + achternaam begint met een hoofdletter.
Nickname is je voornaam met de eerste twee leteers van je achternaam.
E-mail adres van de CSV.
Je mag een foto/afbeelding uploaden.
Geboortedatum moet je invullen.
Adres, postcode en telefoonummer NIET invullen!
Schrijf in het kort iets over jezelf. Denk eraan dat ALLE docenten dit kunnen lezen.
Als je klaar bent klik dan op: Opslaan.
Open Word.
Ga op Internet 5 emoij's zoeken bij de volgende uitdrukkingen:
BLIJ, BOOS, VERDRIETIG, VERLIEFD en nog eentje die jij leuk vindt.
Je moet eerst het bestandje opslaan:
Klik met de rechtermuisknop op het plaatje en kies: Afbeelding opslaan als.
Sla de afbeelding op in een map Afbeeldingen.
(Doe het op deze manier dan voorkom je dat je allerlei internet gegevens in je document zet die je niet nodig hebt).
Voeg de afbeeldingen in in je Word bestand.
Klik op Invoegen en kies Afbeeldingen.
Maak een leuke pagina en sla het bestand op in de map Nederlands.
Daarna ga je het bestand inleveren via de ELO.
Maak een schermopname met de Print screen toets.
Die kun je vinden aan de rechtkant, boven aan je toetsenbord.
Druk één keer op de toets.
Er opent een menu bovenaan het scherm waarop je kunt kiezen of je een uitsnede wilt maken, een vrije vorm wilt uitsnijden of het hele scherm wilt opnemen. Je klikt op jou keuze en selecteert wat je wilt opnemen.
Er wordt dan een opname van je scherm gemaakt.
Plak de schermopname in Paint of Word.
Sla het bestand op.
Let op: Als je PrtSc knop bovenaan je toetsenbord in het blauw geschreven staat moet je de Fn knop indrukgedrukt houden en dan de PrtSc knop indrukken.
Als de PrtSc knop niet werkt kan het zijn dat het gebruik hiervan nog vergrendeld is in je instellingen. Om deze functie te activeren moet je de volgende stappen uitvoeren:
Typ bij het vergrootglas de term 'PrtSc' in en klik op 'openen'
Zet het schuifje bij 'Snelkoppeling voor PrintScreen' op blauw, dus 'Aan'
Jing
Ben je heel snel klaar met de opdracht en wil je nog wat meer leren over screendumps maken.
Het arrangement ICT Vaardig op de Noordgouw is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen
4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en
publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of
bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Afsluitende toets computational thinking
Afronding HTML
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.