Een refrein is een telkens terugkerend patroon in de muziek. Net zoals in muziek kun je bij programmeren ook patronen gebruiken. In de volgende oefeningen ga je hiermee aan de slag.
Je gaat tekenen met behulp van de volgende nieuwe instructies:
In de eerste instructie zie je het woord 'pixels' staan. Een pixel is elk van de punten waaruit het beeld van een beeldscherm is opgebouwd (Bron: Van Dale). Deze instructie betekent dat je 100 'beeldschermpuntjes' vooruit moet.
In de tweede instructie kun je aangeven dat je naar rechts of naar links moet draaien en met hoeveel graden. Een cirkel is 360 graden (een volledige draai) en 90 graden is een haakse bocht.
Je gaat nu uitproberen hoe je zelf kunt werken met functies en variabelen.
Hiervoor begin je met de opdrachten 1 t/m 6 van CodeStudio.
Let op: kopiƫer de code van puzzel 3 even in je word document.