HC: Duitsland in Europa 1918 - 1991

HC: Duitsland in Europa 1918 - 1991

Duitsland 1918 - 1991

In deze historische context over Duitsland 1918-1991 behandelen we de volgende vragen:

  1. Wat leidde tot de opkomst van het nationaalsocialisme en welke gevolgen had dit voor Duitsland en Europa (1918-1945)?

  2. Hoezeer beïnvloedde het ontstaan en het verloop van de Koude Oorlog de geschiedenis van Duitsland na de Tweede Wereldoorlog (1945-1961)?

  3. Wat verklaart de hereniging van beide Duitslanden en hun succesvolle integratie in Europa (1961-1991)?

Colofon

Het arrangement HC: Duitsland in Europa 1918 - 1991 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

Auteur
VO-content
Laatst gewijzigd
2022-01-12 14:42:05
Licentie
CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie

Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

  • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
  • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
  • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

Toelichting
Deze opdracht valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor geschiedenis voor havo, leerjaar 4 en 5. In deze historische context over Duitsland in Europa staan drie vragen centraal: Vraag 1: Wat leidde tot de opkomst van het nationaalsocialisme en welke gevolgen had dit voor Duitsland en Europa (1918-1945)? De Eerste Wereldoorlog resulteerde in het einde van het Duitse keizerrijk en de oprichting van de Weimarrepubliek. De nieuwe republiek werd geconfronteerd met politieke instabiliteit, economische crisis en het vernederende Verdrag van Versailles. Ondanks enige stabiliteit en economisch herstel tijdens de jaren 1924-1929, werd Duitsland opnieuw getroffen door de economische crisis van 1929, wat leidde tot groeiende steun voor de nazi's. Hitler kwam aan de macht in 1933 en vestigde een totalitair regime, waarbij hij de rechten en vrijheden van burgers onderdrukte. Nazi-Duitsland begon territoriale expansie en onderdrukking van minderheidsgroepen, met name de Joden, wat uiteindelijk leidde tot de Holocaust. De tekst benadrukt de politieke, economische en sociale factoren die hebben bijgedragen aan de opkomst van Hitler en de nazi's. Vraag 2: Hoezeer beïnvloedde het ontstaan en het verloop van de Koude Oorlog de geschiedenis van Duitsland na de Tweede Wereldoorlog (1945-1961)? Na de Sovjet-overwinning bij Stalingrad in 1943 en de verdrijving van de nazi's uit Afrika, begonnen de Geallieerden zich voor te bereiden op een invasie in West-Europa. Het hacken van Duitse communicatiecodes gaf hen de mogelijkheid om Duitse aanvallen op zee te voorspellen en konvooien te beschermen. In juni 1944 lanceerden de Geallieerden de grootschalige landing in Normandië, bekend als D-Day, wat het begin van het einde betekende voor de Duitse overheersing. Na de oorlog verdeelden de Geallieerden Duitsland in vier bezettingszones en ontstond er een ideologische scheiding tussen Oost en West, die culmineerde in de bouw van de Berlijnse Muur in 1961. De Bondsrepubliek Duitsland (BRD) in het westen en de Duitse Democratische Republiek (DDR) in het oosten ontwikkelden zich op economisch en politiek gebied op totaal verschillende wijzen. De Muur symboliseerde de Koude Oorlog en de verdeeldheid van Duitsland, terwijl de wens voor hereniging levendig bleef. Vraag 3: Wat verklaart de hereniging van beide Duitslanden en hun succesvolle integratie in Europa (1961-1991)? Tijdens de regering van Adenauer in de BRD ontstond er een patstelling met de DDR, waarbij hereniging onwaarschijnlijk leek. Dit veranderde toen Willy Brandt aantrad als kanselier van de BRD en begon met zijn Ostpolitik, waarbij hij toenadering zocht tot de DDR en andere landen achter het IJzeren Gordijn. In 1972 erkenden de BRD en de DDR elkaar als gelijkwaardige staten. De tijd van detente zorgde voor verbeterde relaties tussen oost en west, en de Sovjet-Unie stemde in met de toenadering. De hervormingen van Gorbatsjov leidden tot het einde van de Breznjevdoctrine en meer politieke vrijheid in Oost-Europa. De val van de Muur in 1989 en de hereniging van Duitsland in 1990 waren historische momenten, maar de integratie verliep moeizaam. De hereniging bracht uitdagingen met zich mee en Duitsland kreeg een leidende positie in de EU, maar wordt nu geconfronteerd met nieuwe uitdagingen zoals de weerstand tegen de macht van de EU en het vluchtelingenbeleid.
Leerniveau
HAVO 4; HAVO 5;
Leerinhoud en doelen
Geschiedenis;
Eindgebruiker
leerling/student
Moeilijkheidsgraad
gemiddeld
Trefwoorden
arrangeerbaar, duitsland in europa, geschiedenis, h45, hereniging duitslanden, koude oorlog, nationaalsocialisme, stercollectie, tweede wereldoorlog, weimarrepubliek
close
Colofon
gemaakt met Wikiwijs van kennisnet-logo
open