HAVO 4 Tijdsbeeld, tijdvakken en contexten

HAVO 4 Tijdsbeeld, tijdvakken en contexten

Intro geschiedenis H4

persoonlijke tijdlijn

Je hebt al eerder geschiedenis gehad. Op school. Daarnaast heb je ook vast wel eerder iets gelezen, bekeken of bezocht wat met geschiedenis te maken had, bijvoorbeeld een tentoonstelling over de tweede wereldoorlog, een film over spionage, of gewoon met kerst gezellig een tv-film over Sissi.

Dat ga je nu in je eigen tijdlijn zetten. Dat is dus een overzicht van wat je stiekem allemaal van geschiedenis weet. Je kunt daar een stuk papier voor gebruiken, maar je kunt het ook digitaal doen, bijvoorbeeld in Bookwidget.com.

 

 

https://www.bookwidgets.com
tool voor het maken van een tijdlijn

een thema door de tijdvakken heen

Je kiest een thema dat goed bij je past. Je beschrijft dat thema en hoe dat zich ontwikkelt per tijdvak. Dat doe je per tijdvak in een powerpoint, prezi of filmpje. Dat moet je ook presenteren. Presentatie moet tussen de drie en zeven minuten duren. De mogelijke thema's zijn:

Technologie

Middelen van bestaan

gezagsverhoudingen

familie

kunst

economie

globalisering

religie

Je werkt samen met 1 of 2 andere leerlingen, die hetzelfde thema gekozen hebben.

jaarplan H4

Je hebt dit jaar drie lesblokken, die ieder met een toets worden afgesloten. Daarnaast heb je regelmatig presentaties over je thema door de tijdvakken heen. Voor deze presentaties krijg je ook een cijfer. Midden in blok 2 is er een tussentijdse toets over tijdvakken 1 t/m 6.

In blok 1 maak je kennis met het werken met de methode geschiedenis werkplaats en behandelen we tijdvakken 1 tot en met 4. Je leert kenmerkende aspecten kennen, maar ook welke informatie je uit bronnen kunt halen en je leert dat mensen in een andere tijd en plaats anders dachten dan jijzelf.

 

In blok 2 ga je verder met de tijdvakken 5 en 6, maar maak je ook kennis met verdiepingsstof: Nederland 1515-1919. Aan de hand van deze "historische context" leer je ontwikkelingen te herkennen en in perspectief te plaatsen. Daarnaast ga je stevig aan de slag met het maken van aantekeningen en samenvatten, in verschillende formats. Je leert bronnen te beoordelen en je oefent het maken van examenvragen.

 

In blok 3 zijn tijdvakken 7en 8 aan de beurt en gaan we met de eindexamencontext "het Britse Rijk". Je leert ook hier ontwikkelingen herkennen en ordenen. Ook zul je gaan leren hoe deze historische context met verschillende kenmerkende aspecten verweven is. Opnieuw zul je bronnen beoordelen, oorzaak en gevolg herkennen en krijg je een preview van de examentraining

Tijdvak 1: Jagers en Boeren

de leefwijze van jagers verzamelaars

walking with cavemen

http://www.bradshawfoundation.org

je leert over het ontstaan van de mens en over zijn geleidelijke verspreiding.

 

Je maakt kennis met de leefwijze van jagers en verzamelaars en ontdekt waarom het van belang is dat je hierover leert: wat is het belang van dit stukje voor wie wij nu zijn. Je kunt de impact van deze leefwijze begrijpen op technologie, woning, middelen van bestaan en familieverhoudingen.

je leest hiervoor paragraaf 1.1 van het handboek.

 

--opdracht: je maakt een lijst van zaken die je als individu en die je als groep nodig hebt om te overleven. Hoe kom je aan die spullen?

--opdracht: je maakt een lijst van kennis en vaardigheden die je als groep nodig hebt om te overleven. hoe kom je aan die kennis en vaardigheden

het ontstaan van landbouw

Je leert waarom er een overgang van jagen naar landbouw plaatsvond en welke impact dat had op de levens van mensen in die tijd en op de samenleving. Je leert ook over de geleidelijkheid van veranderingen. Hierbij hoort paragraaf 1.2 van je handboek.

bandkeramiek aardewerk
bandkeramiek aardewerk

de eerste steden

Je leert over hoe de eerste steden zich ontwikkelden uit landbouwgemeenschappen. Daarbij zie je welke veranderingen er in de samenleving optreden, maar ook dat er continuiteit is. Je ziet ook de overeenkomsten en verschillen met je eigen tijd. Bijbehorende paragraaf is 1.3

Tijdvak 2: Grieken en Romeinen

Griekse denkers en dichters

Orpheus en Eurydice

De mythe van Orpheus

 

Orpheus was de zoon van een koning en van de Muze van de Muziek (een soort godin, dochter van Zeus) Calliope. Zelf was Orpheus een fantastische zanger en lierspeler,- dat is een soort gitaar. Omdat hij zo’n muzikale held was lagen natuurlijk alle meisjes aan zijn voeten. Hij trouwde uiteindelijk met de beeldschone waternimf Euridice.

 

Lang en gelukkig zou je zeggen, maar Euridice was zo mooi, en bovendien vaak een beetje doorschijnend gekleed, dat ze de mannen van zich af moest slaan. Op een wat minder goede dag werd zij aangerand door een satyr, waarvoor zij vluchtte en op haar vlucht werd ze door een slang gebeten en stierf.

 

Orpheus was ontroostbaar en weigerde sindsdien te zingen. Dat vonden de mensen en de goden erg jammer. Mensen kwamen bij hem langs om hem te smeken toch weer de lier op te pakken en zijn stem te laten horen. De goden stuurden een bode om hem over te halen weer te gaan zingen, maar Orpheus zei dat hij alleen nog zou gaan zingen als hij zijn vrouw weer levend terug zou krijgen.

Uiteindelijk besloten de goden dat Orpheus zijn Euridice mocht terugkrijgen, maar daar zaten wel voorwaarden aan vast: hij moest haar komen halen in de onderwereld.

Al neuriend begaf hij zich naar de onderwereld. Onderweg in de onderwereld kwam hij natuurlijk allerlei zwaargestraften tegen die vanwege hun brutaliteit tegen de goden een steen tegen de helling moesten oprollen, die dan vlak voor de top weer naar beneden rolden (Sysiphus) of die in het water, onder een druiventak stonden, maar er niet van konden drinken of eten (Tantalus).

Eenmaal aangekomen bij de Hades, de god van de onderwereld, kreeg hij zijn vrouw terug, maar wel onder nog een voorwaarde: zij zou achter hem aan moeten lopen en hij mocht niet omkijken.

 

Vanaf dit punt bestaan er twee versies van het verhaal:

Versie A: Orpheus mocht niet omkijken maar wel praten met haar, en checkte constant of ze nog wel achter hem aan liep. Hij vertrouwde het blijkbaar niet of ze hem volgde, en toen ze een keer niet snel genoeg antwoordde, keek hij even achterom. Ze was er nog, maar de voorwaarde was geschonden en haar schim werd teruggehaald naar het dodenrijk.

 

Versie B: Hij mocht ook niet praten en Euridice vroeg honderduit hoe hij zich voelde en of hij ook zo blij was. Orpheus hield zijn kaken stijf op elkaar, maar raakte langzaam aan een beetje geirriteerd. Euridice ging nu hardop twijfelen of hij nog wel van haar hield, en bleef staan. Toen draaide Orpheus zich geergerd om en zei dat ze door moest lopen. Euridice moest dus terug naar het dodenrijk.

 

Orpheus keerde alleen terug op aarde en bezwoer nooit meer met vrouwen om te gaan. Hij wijdde zich nu aan de jongensliefde en adviseerde iedereen hetzelfde te doen. Aan zijn bestaan kwam een einde toen een groep extatische vrouwen hem vonden en hem verweten dat hij vrouwen versmaadde. In hun razernij en dronkenschap verscheurden zij hem levend.

De mythe van Orpheus is typerend voor de Griekse cultuur. Deze was vergeven van de verhalen en ideeen over hoe mensen en goden leefden. Grieken waren de bedenkers van het theater, waarin mensen door middel van toneelspel lessen leerden over menselijk gedrag en het lot. Daarnaast waren er in Griekenland, dat uit losse stadstaatjes bestond, elk met een eigen manier van bestuur, veel mensen die zich bezig hielden met nadenken over de juiste manier van leven, het verklaren van mysterien, de juiste manier van bestuur van een stad en met wetenschap. Dat maakt ze cruciaal voor wat er van ons geworden is

het Romeinse Rijk

Bij het Romeinse Rijk leer je hoe de omvang van een rijk de manier van besturen beinvloedt en hoe deze omvang ook tot ondergang kan leiden. Je leert over de monarchie van de eerste 200 jaar van het Romeinse rijk, toen het nog een klein staatje was. Verder onderzoek je hoe de expansie van het rijk leidde tot politieke veranderingen (eerst een republiek van edelen, daarna een republiek met volksinvloed, uiteindelijk een dictatuur)

romeins schip utrecht.
romeins schip utrecht.

grieks-romeinse cultuur

Je leert kunstvormen van de Grieks-romeinse cultuur herkennen, bijvoorbeeld beeldhouwkunst, bouwkunst en entertainment

De grenzen van het Romeinse Rijk

in de tweede eeuw bereikte het Romeinse rijk zijn grootste uitbreiding. Groei was daarna nauwelijks mogelijk. In het oosten waren er te sterke rijken, in het zuiden was er alleen woestijn en in het noorden waren er stammen in dichtbebost gebied. Daar viel niet veel te halen.

Wel hadden de Romeinen veel interactie met deze stammen. Er was handel en veel stammen werden ingehuurd als huursoldaten. Uiteindelijk verzwakte het rijk en vielen veel van deze stammen het Romeinse rijk binnen

Jodendom en Christendom

je leert hoe het Jodendom en Christendom ontstaan zijn en welke overeenkomsten en verschillen er tussen deze twee zijn. Hierbij hoort paragraaf 2.5

tijdvak 3: monniken en ridders

economie van de vroege middeleeuwen: het hofstelsel

Je leert over hoe het verval van het Romeinse rijk leidt tot het verdwijnen van handel en geldcirculatie. Je vindt uit hoe dit leidt tot een nieuwe organisatie van de economie en de samenleving. Hierbij hoort paragraaf 3.2

einde romeinse rijk en hofstelsel
einde romeinse rijk en hofstelsel

bestuur in de vroege middeleeuwen: het Feodale stelsel

Het verdwijnen van handel en geld had ook gevolgen voor het bestuur: dat moest nu zonder geld georganiseerd worden. In het feodale stelsel werd land het ruil-en betaalmiddel voor trouw en diensten aan vorsten. De paragraaf die hierbij hoort: 3.3

feodale stelsel
feodale stelsel

opkomst en verspreiding Islam

verspreiding Christendom in Europa

gregoriaans gezang

leven in een klooster

terugkeer van de handel

Tijdvak 4: Steden en Staten

landbouwverbeteringen rond 1000

Dankzij vernieuwingen in de landbouw (drieslagstelsel, keerploeg) werd er rond het jaar 1000 steeds meer geproduceerd. Doordat er weer overschot is, kan er gehandeld worden, kunnen sommigen zich uit de landbouw losmaken om ambachtsman te worden en begint er specialisatie in de landbouw. Omdat het ook weer veiliger is (door beginnende staatsvorming) komt er ook weer geld in omloop

stedelijke burgerij

De handel en ambachten in de stad werden uitgeoefend door beroepsverenigingen, de zogeheten gilden. Stadsbestuur kwam los te staand van het omliggende platteland. Steden kregen tegen betaling stadsrechten. De steden bestuurden zichzelf. Gewone burgers hadden weinig invloed

Eemnes en Laren vergeleken

Je gaat deze week twee keer op excursie: een keer naar Eemnes, en een keer de hei op in Laren. Je zult daarbij uitvinden hoe in de late middeleeuwen de bevolking van deze twee dorpen verschilden. Terug in de klas schrijf je een verslagje van 2-3 bladzijden over deze vergelijking, waarbij je let op middelen van bestaan, de rol van het landschap en welvaart van de bevolking

Staatsvorming en centralisatie

Dankzij de terugkeer van handel en geld, krijgen vorsten meer belasting binnen en kunnen ze afstappen van het feodale stelsel. Ze betalen nu ambtenaren en ook huurlingen voor hun diensten. De positie van de adel wordt slechter. Dankzij een beter netwerk kan de vorst zich ook zonder er zelf te zijn in heel zijn rijk doen gelden

de strijd tussen kerk en staat

Door de toenemende macht van staten komt de macht van de paus in het gedrang. Vorsten voelen zich niet meer aan de kerk ondergeschikt en proberen zelfs de kerk binnen de grenzen van hun rijk ondergeschikt aan zichzelf te maken. Dat leidt tot de investituurstrijd. Dat gaat over wie er de bisschop (dienaar van de kerk, maar ook grootgrondbezitter binnen een rijk) mag benoemen. 

Expansie van het christendom

Als de economie groeit en de staten stabiliseren komt er onrust in Europa. De kerk laat zich gelden en roept op tot een kruistocht. Voor veel ambitieuze edelen is dit een goede mogelijkheid om een stuk land voor zichzelf te winnen. Dat kan in Palestina, maar je kunt ook dichter bij huis tegen heidenen vechten. bijvoorbeeld tegen heidenen in Letland of ketters in Zuid-Frankrijk.

tijdvak 5: ontdekkers en hervormers

Kyrie, componist onbekend

kyrie- mis van paus Marcellus- geschreven door Palestrina

renaissance en oplevende belangstelling voor de oudheid

in de late middeleeuwen ontwikkelt zich eerst in Italiaanse steden, later ook in west-Europa een nieuwe mentaliteit. Mensen worden kritischer en onderzoekender. De belangstelling voor de klassieke oudheid en wetenschap neemt toe. Een nieuw mens en wereldbeeld: de renaissance.

de reformatie

luther
luther

tridentijnse mis

nadat er in de middeleeuwen al predikers waren geweest die een eenvoudiger leven en een sobere kerk wilden (dezen bleven toch binnen de kerk) kwam er in de zestiende eeuw echt verzet tegen de rijkdom en onzuiverheid van de kerk. Verschillende protestantse stromingen takten af van de katholiek kerk. 

europese overzeese expansie

al in de 14e eeuw is er via de zijderoute handelscontact tussen Europa, via het midden-Oosten met Azie. Door de opkomst van het Ottomaanse rijk wordt deze route moeilijker. De Portugezen verkennen geleidelijk de kusten van Afrika om zo een weg naar de rijkdommen uit Azie te vinden. De Spanjaarden steken de atlantische oceaan over om zo in Azie te komen, maar vinden Amerika. Daar blijken ook rijkdommen te vinden te zijn. Engelsen, Fransen en Nederlanders volgen in hun spoor.

Portugese en Spaanse ontdekkers
Portugese en Spaanse ontdekkers

voorbeeld: Pizarro verslaat de Incas

de Nederlandse opstand

aan het begin zijn er 17 Nederlandse gewesten verenigd onder het gezag van 1 vorst: Karel V.

Wanneer Karel V en zijn opvolger Filips II het beleid van centralisatie, geloofsvervolging en Europese oorlogen intensiveren neemt het verzet hiertegen bij de Nederlandse onderdanen toe. De opstand tegen Filips II is tegen de verwachting in succesvol. de 7 Noordelijke provincies weten zich los te maken en roepen een republiek uit.

tijdvak 6 regenten en vorsten

wetenschappelijke revolutie

zwaartekracht

Nadat er een nieuw mens en wereldbeeld ontstaan is gaan sommigen zich serieuzer en systematischer met wetenschap bezighouden. Copernicus, Kepler en Galileo bestuderen en beschrijven de baan van planeten. Newton beschrijft de zwaartekracht en er worden instrumenten ontwikkeld om de kosmos en de microbiologie te bestuderen.

wereldeconomie

Door de Europese overzeese expansie wordt de wereld een globale markt. Met name Europeanen nemen controle over de handelsstromen en organiseren hun handel door middel van aandelen, wisselbrieven en compagnieen

https://vandaagindegeschiedenis.nl/20-maart/
filmpje over de oprichting VOC

de republiek in de gouden eeuw

Eind 16e eeuw was duidelijk dat de Nederlandse opstand in de Noordelijke 7 gewestengelukt was. De Spanjaarden kon de republiek niet meer bedreigen. De handel en nijverheid draaiden geweldig en als gevolg daarvan was er een grote culturele bloei. De republiek kende een unieke bestuursvorm: een federale republiek, waarbij de gewesten grotendeels autonoom waren. Ook was er een precaire machtsbalans tussen de Stadhouders enerzijds en de Regenten anderzijds.

absolutisme

frans Filmpje over Louis XIV

Door de versterkte centralisatie van de late middeleeuwen ontstond er een nieuw type vorst: een met de wens en de middelen om zijn wil absoluut te laten gelden. Steeds vaker greep deze vorst in. Hij bepaalde de nieuwe regels en beschouwde zijn burgers als onderdanen die er omwille van hem waren.

Historische context: Nederland 1550-1919

wat leidde tot de nederlandse opstand

Tegenstellingen tussen het Spaanse gezag en de Nederlandse onderdanen leidden tot de Opstand:

Het Spaanse gezag wilde centraliseren, terwijl de Nederlandse steden en gewesten Autonomie wilden

Het Spaanse gezag wilde Katholicisme verplichten, terwijl de Nederlanders godsdienstvrijheid wilden

Spanje zag de Nederlanden als deel van hun wereldrijk en wilden hun reik uitbreiden. De Nederlanders verzetten zich tegen de hoge kosten daarvan (belastingen) en de schade voor de handel.

Naarmate het Spaanse gezag strenger werd in zijn eisen en bepalingen, groeide het verzet.

 

hoe kon deze opstand slagen?

De opstand kon door interne en externe factoren slagen:

Extern: Frankrijk en Engeland kwamen aan de zijde van de Republiek te staan: Frankrijk werd protestants en Engeland versloeg de Spaanse Armada

Extern: Spaanse imperial overstretch: Spanje voerde te veel kostbare oorlogen. dit ging ten koste van de slagkracht in Nederland

Intern: Nederland was rijk en was gewend zichzelf te besturen: dit zorgde voor een gedegen organisatie van de oorlog.

pacificatiezaal, Gent
pacificatiezaal, Gent

Armada verslagen

wat was er uniek aan de gouden eeuw

het Unieke van de Republiek zat hem in het bestuur en de sociale structuur van het land. Burgers (rijke burgers, dat wel) maakten de dienst uit in de steden en gewesten: de Regenten. Zij hadden deze politieke macht dankzij hun rijkdom, vaak door handel of nijverheid verkregen. Deze rijkdom was gegroeid door de grote economische vooruitgang van de 17e eeuw. dit zorgde ook voor een grote culturele bloei. Verdere bijzonderheid was de grote tolerantie voor andersgelovigen.

https://atlas.mindmup.com/daanvanmourik/economische_bloei/index.html
mindmaps gouden eeuw

anatomische les, hangt in het Mauritshuis
anatomische les, hangt in het Mauritshuis

Wat veranderde er in het bestuur van Nederland 1650-1840

Door de stagnatie van de economische groei nam de sociale mobiliteit af. Rijke burgers konden niet meer klimmen op de sociale ladder en waren gefrustreerd over het gebrek aan mogelijkheden. Eerst probeerden ze met hulp van de stadhouders invloed te verkrijgen. Nadat gebleken was dat de stadhouder aan de kant van de regenten stond vormden ze een patriottische beweging, die hervorming van het staatsbestel nastreefden. Met behulp van Franse revolutionaire legers nemen ze in nederland de macht over, om deze daarna te moeten overdragen aan Frankrijk

bataafse revolutie

het Koninkrijk der Nederlanden

Na de Franse revolutie verscheen Nederland in 1815 opnieuw op de kaart. De republiek was vervangen door een gecentraliseerd koninkrijk, met aanvankelijk ook Belgie als deel ervan. Hoewel er een Parlement, ministers en grondwet waren berustte toch alle macht bij de koning (Willem I)

Deze koning nam de modernisatie van Nederland ter hand: hij stimuleerde handel en industrie en liet spoorwegen en kanalen aanleggen.

democratisering

politiekmaatschappelijke stromingen in NL

emancipatiebewegingen en de sociale kwestie

tijdvak 7 pruiken en revoluties

tijdvak 8: Burgers en Stoommachines

HIstorische Context: Het Britse rijk 1600-1900