Introductieles
Doel en opbouw van de lessen.
Doel & opbouw van de lessen
Doel van de lessen:
Alle lessen van het project hebben te maken met Oorlog, Vrede en Vrijheid. Je krijgt tijdens dit project informatie over verschillende aspecten van de Tweede Wereldoorlog. Je leert hoe Hitler aan de macht kwam en welke gevolgen dit had voor Duitsland en Europa. Hiervoor gebruiken we film, muziek, verhalen, gedichten en kunst. Ook gaan we op bezoek bij oorlogsmonumenten en praten we met een oorlogsveteraan.
De opbouw van het project:
- Je krijgt één introductieles.
- De meeste lessen doe je in het leerhuis met je eigen docenten.
- Er is een les buiten de school (Grebbeberg.)
- Tijdens één les komt er een oorlogsveteraan vertellen over zijn ervaringen en je mag vragen stellen.
- Er zijn 22 opdrachtkaarten met verschillende onderwerpen waar je uit kan kiezen.
- Je werkt naar één eindopdracht toe (een vlog.)
Werken met de opdrachtkaarten.
Werken met de opdrachtkaarten.
Doel van de opdrachtkaarten:
Je leert niet alleen door de lessen van je docent, maar vooral ook omdat je zelf op onderzoek gaat.
Je gaat aan de slag met opdrachtkaarten, die je zelf mag kiezen.
Je bepaalt dus zelf waar je nog meer over wil weten en wat je graag wil doen.
Om je te helpen met kiezen, werken we met pictogrammen op de kaart.
Tijdens de introductieles wordt uitgelegd hoe je de pictogrammen op de kaarten kunt lezen.
Als je klaar bent met de opdrachten op de kaart, laat je je werk zien aan jouw docent. Hij of zij tekent de kaart af in jouw map.
Waar let de docent op bij het aftekenen?
* Is de hele opdrachtkaart afgerond?
* Is er netjes/ zorgvuldig gewerkt?
In het geval van een kunstwerk of tekening: Netjes af, goed afgemaakt?
In geval van tekst: Is er in hele zinnen antwoord gegeven? Zijn er hoofdletters, punten, komma's, vraagtekens en uitroeptekens gebruikt waar dat nodig is? Is de spellingscontrole gebruikt?
Overzicht van alle opdrachtkaarten.
Eindopdracht: maak een vlog!
Eindproduct: een vlog!
Aan het eind van dit project heb je een vlog gemaakt, waarin het volgende is verwerkt:
- Je laat zien wat je hebt geleerd en gedaan/ gemaakt tijdens het project. (Opdrachtkaarten)
- Je gebruikt geleerde kennis/ begrippen op de juiste manier én je snap alles wat je zegt.
- Je laat sfeerbeelden zien, gebruikt muziek en jouw gedicht om jouw gevoel en ideeën over het thema te tonen.
- Je laat zien wat je interessant vond of wat indruk op je heeft gemaakt.
- Je benoemt in jouw vlog wat het woord "vrijheid" voor jou betekent.
Tips voor een perfecte vlog.
Beoordeling van jouw vlog.
De beoordeling van jouw vlog:
Maak een vlog. (Rubric)
Naam leerling: …………………………………………………… Beoordeeld door: ………………………………………………………….
|
CATEGORIE
|
5 punten
|
4 punten
|
3 punten
|
2 punten
|
Voorbereiding
|
Voorbereiding en oefenen van presentatie
|
De leerling is goed voorbereid op wat hij/ zij wil vertellen en heeft duidelijk geoefend.
|
De leerling lijkt voldoende voorbereid op wat hij/zij wil vertellen, maar zou nog moeten oefenen.
|
De leerling is redelijk voorbereid en er is onvoldoende geoefend.
|
De leerling weinig tot niet geoefend en was niet voorbereid m.b.t. wat hij/ zij ging vertellen.
|
|
|
|
|
|
|
|
CATEGORIE
|
20 punten
|
15 punten
|
10 punten
|
5 punten
|
Inhoud en begrip
|
Werk laten zien/ bewijs van het werken met de opdracht- kaarten.
|
De leerling laat 5 of meer voorbeelden zien van wat hij of zij heeft gemaakt of gedaan tijdens het project.
|
De leerling laat 4 voorbeelden zien van wat hij of zij heeft gemaakt of gedaan tijdens het project.
|
De leerling laat 2 of 3 voorbeelden zien van wat hij of zij heeft gemaakt of gedaan tijdens het project.
|
De leerling laat maar 1 voorbeeld zien wat hij of zij heeft gemaakt of gedaan tijdens project.
|
Begrip en gebruik van sleutel-begrippen.
|
De leerling laat duidelijk zien dat het onderwerp goed begrepen is, gebruikt sleutelbegrippen die aangeboden zijn en legt verbanden tussen de opgedane kennis en eigen leven.
|
De leerling laat zien dat het onderwerp voldoende begrijpt en legt soms verbanden tussen opgedane kennis en eigen leven.
|
De leerling begrijpt het onderwerp redelijk en legt redelijk verbanden tussen opgedane kennis en eigen leven.
|
De leerling begrijpt het onderwerp matig en legt matig of verkeerde verbanden tussen opgedane kennis en eigen leven.
|
|
Eigenheid en creativiteit van VLOG.
(Gebruik van gedicht, sfeerbeelden en muziek.)
|
De leerling heeft een vlog gemaakt dat bij hem of haar past. Mening en gevoel m.b.t. het thema komen duidelijk naar voren op creatieve, originele en eigen manier.
|
De leerling heeft een vlog gemaakt dat bij hem of haar past. Mening en gevoel m.b.t. het thema komen voldoende naar voren op creatieve manier.
|
Er is minder eigenheid in het vlog. Mening en gevoel over het thema komen redelijk naar voren.
|
Mening en gevoel over het thema komen matig naar voren.
|
|
|
|
|
|
|
|
CATEGORIE
|
7 punten
|
6 punten
|
5 punten
|
4 punten
|
Presentatie
|
Uitspraak en volume
|
De leerling spreekt luid en duidelijk. (100% - 90% ) van de tijd.
Spreekt de woorden goed uit.
|
De leerling spreekt voldoende duidelijk.( 89 tot 75 %) van de tijd.
En spreekt woorden zelden niet goed uit.
|
De leerling spreekt redelijk duidelijk (74 tot 60% van de tijd) en spreekt woorden soms verkeerd uit.
|
De leerling is weinig verstaanbaar (minder dan 60%) en spreekt woorden vaak verkeerd uit.
|
Zingebruik
|
De leerling gebruikt het hele vlog complete zinnen en juiste woorden.
|
De leerling gebruikt het grootste deel van het vlog complete zinnen en juiste woorden.
|
De leerling gebruikt soms (60%) complete zinnen en juiste woorden.
|
De leerling spreekt matig of niet in volledige zinnen en gebruikt geen juiste woorden.
|
Tempo
|
De leerling spreekt niet te snel of te langzaam.
|
De leerling spreekt zelden te snel of te langzaam.
|
De leerling spreekt soms te snel of te langzaam.
|
De leerling spreekt vaak te snel of te langzaam.
|
Houding en oogcontact
|
De leerling straalt veel vertrouwen uit en durft in de camera te kijken.
|
De leerling straalt voldoende vertrouwen uit en durft vaak in/ naar de camera te kijken.
|
De leerling straalt soms vertrouwen uit en durft soms in de camera te kijken.
|
De leerling durft weinig in de camera te kijken of doet dit zelden. De leerling heeft geen zelfverzekerde houding/ of clowneske houding.
|
Enthousiasme
|
Lichaamstaal en gezichtsuitdrukking zorgen voor sterke betrokkenheid bij de kijker.
|
Lichaamstaal en gezichtsuitdrukking zorgen voldoende voor betrokkenheid bij de kijker.
|
Lichaamstaal en gezichts-uitdrukking zorgen redelijk voor betrokkenheid bij de kijker.
|
Er is matig of clowneske lichaamstaal of gezichtsuit-drukking, waardoor er weinig betrokkenheid
ontstaat bij de kijker.
|
Bijzonderheden/ opmerkingen.
|
BBL: 55 punten = 6
KBL: 60 punten = 6
GTL: 65 punten = 6
|
Les 1. Wat weten we over de Tweede Wereldoorlog?
Les 1: Wat weten we van de Tweede Wereldoorlog?
Doel van deze les:
In deze les ga je kennis ophalen. Dit betekent dat je met je klas gaat nadenken over wat je allemaal weet van de Tweede Wereldoorlog.
Daarna krijg je een samenvatting te zien van de Tweede Wereldoorlog.
Sleutelbegrippen:
Start Tweede Wereldoorlog, bombardement op Rotterdam (14 mei 1940), vliegtuigbommen, mijnen, munitie, bezetting, opslagplaatsen, geallieerden, dictator, Nazi’s, Jodenster (1942), Jodenvervolging, concentratiekampen, verzet, D-Day (decision-day), bevrijding (5 mei 1945), nationaal monument op de Dam, herdenken.
Bekijk deze film Tweede Wereldoorlog. (14.11 min)
Bron: Wereldtijdpad, Gepubliceerd op 2 feb. 2015
Opdrachtkaarten bij les 1.
Les 2; Over de slag bij de Grebbeberg
Les 2: Over de slag bij de Grebbeberg.
Doel van de les:
Je krijgt een film te zien over de start van de oorlog tussen Nederland en Duitsland. Je leert hoe Nederland zich voorbereidde op een oorlog en hoe er gevochten is op de Grebbeberg.
Sleutelbegrippen: Grebbelinie, Nieuwe Hollandsche waterlinie, verdedigingslinie, Naziregime, Nazi-Duitsland, slachtoffers, bombardementen, schootveld, neutraliteit, mobilisatie van het leger, kazematten, forten, bunkers, loopgraven, slag om Woudenberg, overgave, bezetting.
Verleden van Utrecht afl.8 De slag om de Grebbelinie (13.53 min)
Bron: RTV Utrecht, 30 november 2011
Opdrachtkaarten bij les 2.
Les 3; Verraad.
Les 3: Verraad.
Doel van de les:
Aan het einde van deze les weet je wat de NSB is. Je kunt de link leggen met de NSB en de NSDAP, de politieke partij van Hitler. Je kan de overeenkomsten benoemen tussen beide partijen.
Sleutelbegrippen:
Nationaal Socialistische beweging, armoede, werkeloosheid, Amsterdamse Bos, crisis, politieke partij, Anton Mussert, Muur van Mussert in Lunteren, landverraders, collaborateurs, Jeugdstorm, Hitler-jügend (Hitlerjeugd), capitulatie.
Kinderen van de NSB. (15 min)
Over de rol van de NSB voor én in de oorlog.
Opdrachtkaarten bij les 3.
Les 4; Verzet.
Les 4: Verzet.
Doel van de les:
Je krijgt deze les twee filmpjes te zien over het verzet in Nederland.
Film één gaat over het studentenverzet.
Film twee gaat over meneer Walraven (Wally) van Hal, de "Bankier van het verzet".
Aan het eind van deze les weet je wat "het verzet" inhoudt. Je leert hoe het verzet georganiseerd was, wat de mensen binnen het verzet deden én hoe (en door wie) het gefinancierd werd.
Sleutelbegrippen:
Frits Jordens, studentenverzet, voedselbonnen, discriminatie van Joden, Jodenvervolging, voedselschaarste, Maliebaan in Utrecht, NSBDA (zwarte soldaten), sicherheitspolizei, onderduikadressen, vervalsen, razzia’s, kindercomité, bonkaarten, Westerbork, crèche Kindjeshaven, codeboek, gedwongen tewerkstelling, Walraven van Hal, Bankier van Verzet, meneer Berends, Ome Piet, Meneer van Tuijl, Nationaal Steunfonds, de olieman.
Verleden van Utrecht afl.9 Studentenverzet in Utrecht (14.30 min)
Een film van RTV Utrecht, 5 december 2011 gepubliceerd op You Tube.
Walraven van Hall. Bankier van het verzet (12.08 min)
Bron: Verzetsmuseum Amsterdam. Gepubliceerd op 10 sep. 2010, You Tube.
Opdrachtkaarten bij les 4.
Opdrachtkaarten bij les 4.
Opdrachtkaarten 8, 9 en 10 zijn mooie aanvullingen op deze les. Zij gaan allemaal over het verzet.
Natuurlijk mag je ook een andere kaart kiezen als je liever een ander aspect van de oorlog verder wil onderzoeken.
Opdrachtkaart 8. Het verzet: Hannie Schaft. Klik op onderstaand icoon.
Opdrachtkaart 8. Het verzet: Hannie Schaft.
Opdrachtkaart 9. Over spotprenten. Klik op onderstaand icoon.
Opdrachtkaart 9. Spotprenten.
Opdrachtkaart 10. Speel het onderduikspel. Klik op onderstaand icoon.
Opdrachtkaart 10 Het onderduikspel.
Les 5; De ellende van de oorlog.
Les 5: De ellende van de oorlog.
Doel van de les:
Tijdens deze les sta je "stil" bij de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog. Wat betekende de Tweede Wereldoorlog voor de mensen in Europa? Je leert over de concentratiekampen die speciaal voor "ongewenste" personen waren opgezet.
Film 1: De vernietigingskampen; als beesten in de trein. (4 min)
Film 2: Kamp Auschwitz; een vernietigingskamp voor 1,5 miljoen joden. (4 min)
Indien er tijd over is of in plaats van film 1 en 2, kun je ook film 3 kijken: (33 min)
Film 3: Ellis en Bernie
Sleutelbegrippen: concentratiekampen (werkkampen en vernietigingskampen), Jodenvervolging, razzia’s, hongerwinter.
Extra, bijvoorbeeld als afsluiting van de les....
Yvonne Salamon vertelt over het leven in concentratiekamp Bergen-Belsen. (5 min)
RTL Late Night Gepubliceerd op 4 mei 2016, You Tube.
Opdrachtkaarten bij les 5.
Les 6; Bevrijding.
Les 6: Bevrijding.
Doel van de les:
Je leert deze les hoe de bevrijding van Europa (én Nederland) tot stand kwam en wie er verantwoordelijk waren voor de val van het Duitse Rijk.
Sleutelbegrippen:
Geallieerden, capitulatie, bevrijding, D-Day (Decision Day), ondergang van het Derde Rijk, 5 mei en 8 mei.
Bekijk de film: Het einde van de oorlog in Nederland. (7.24 min)
Bron: Matthijs Rodijk Gepubliceerd op 27 aug. 2011
Bekijk de film: De laatste dagen van het Derde Rijk. (7.31 min)
Bron: Theo Manders, Gepubliceerd op 3 feb. 2013
Opdrachtkaarten bij les 6.
Les 7; Vrijheid door regels.
Les 7: Vrijheid door regels?
Doel van deze les:
Je leert deze les wat een dictatuur is én wat een democratie is. Je kan na deze les kenmerken van dictaturen noemen en kunt ook de verschillen met een democratie benoemen. Na deze les weet jij ook welke landen (nu) een dictatoriaal politiek systeem hebben. Je weet in grote lijnen hoe een democratie werkt.
Je krijgt antwoord op de volgende vragen:
Wie is de baas in Nederland?
Wie bepaalt wat de regels zijn?
Wat zijn de belangrijkste afspraken?
En wat gebeurt er in landen waar geen afspraken samen gemaakt worden?
Sleutelbegrippen:
geweld, soorten dictaturen, vrijheid van meningsuiting, vrijheid van pers, , coupe of staatsgreep, vrije en eerlijke verkiezingen, stemmen, volksvertegenwoordiging/ volksvertegenwoordigers, Eerste en Tweede kamer, Staten Generaal, grondwet, zetels, Minister, Minister-President, wetvoorstel, Kamervoorzitter, debat.
Wat is een dictatuur? (2.53)
Nacht van de dictatuur. ProDemos Den Haag Gepubliceerd op 27 jun. 2017, You Tube.
Hoe werkt een democratie? (15 min)
Het Klokhuis Gepubliceerd op 3 mrt. 2017, You-Tube.
Opdrachtkaarten bij les 7.
Les van een oorlogsveteraan.
Les van een oorlogsveteraan.
Doel van de les:
Een veteraan komt op school vertellen wat hij of zij heeft meegemaakt. Je krijgt deze les de kans om vragen te stellen aan iemand die in een oorlogsgebied heeft gewerkt.
Excursie naar de Grebbeberg.
Bezoek aan de Grebbeberg.
Doel van de les:
Je gaat deze les op excursie gaan naar de Grebbeberg. Je hebt in les twee gezien wat er hier allemaal gebeurd is. Je maakt opdrachten en mag kijken op deze bijzondere plek.
Je gebruikt de informatie die je tijdens deze excursie opdoet in jouw eindopdracht. (Vlog.)
Vergeet niet je telefoon mee te nemen voor foto of film voor hun vlog.
Denk aan passend gedrag tijdens je bezoek aan de Grebbeberg! Je weet wat hier gebeurd is!
Maken en afronden van jouw vlog.
Werken aan je vlog.
Doel van de les:
Je krijgt deze les de tijd om je opdrachtkaarten af te maken en aan jouw vlog te werken.
Weet je niet meer zo goed hoe je een vlog moet maken? Kijk dan nog even naar de introductieles. Daar staan filmpjes met informatie over het maken van een vlog.
Inleveren van jouw vlog.
Een gedicht over de oorlog.
Doel van de les en informatie.
Inleiding:
Vrijheid lijkt heel gewoon, maar dat is het niet. Veel mensen leven niet in vrijheid.
Doel van de les:
Na deze les heb je een gedicht gemaakt over Oorlog, Vrede en of Vrijheid. Dit doen we door middel van een filmpje en drie werkbladen.
* Na deze les weet je wat vrijheid voor jou betekend en hebt nagedacht over jouw gevoel bij oorlog, vrede en vrijheid.
* En heb je (stap voor stap) geleerd hoe je hierover een gedicht kunt schrijven (al dan niet rijmend).
* Je weet waarom mensen gedichten schrijven en wat het doel is.
* Je weet waar je op moet letten als je een gedicht maakt.
* We gaan leren over rijm en rijmschema's, ritme en klanken.
Begrippen in deze les:
* poëzie = dichtkunst
* rijmschema (voorrijm, gepaard rijm en gekruist rijm)
* alliteratie (geinige geit)
* ritme (bijvoorbeeld limerick)
TIP: Dit gedicht kan onderdeel worden van je vlog. Je kan dit gedicht voorlezen op een bijzondere plek (bij een monument, kunstwerk, enz.) en laten opnemen door je vriend of vriendin.
Een gedicht maken stap voor stap.
Een gedicht maken stap voor stap.
We gaan nu stap voor stap een gedicht maken over vrijheid. We kijken hiervoor het filmpje van het klokhuis over poëzie.
Wat leren we als we naar deze film kijken?
* Waarom schrijven mensen eigenlijk gedichten?
* Wat is het doel?
* Waar moet je op letten als je een gedicht maakt?
* We gaan leren over rijm en rijmschema's, ritme en klanken.
http://schooltv.nl/video/het-klokhuis-poezie/ (Bron: NPS klokhuis, schooltv 1 oktober 2008.)
We gaan nu zelf aan de slag.
Stap voor stap gaan we ons gedicht over vrijheid vorm geven.
Hiervoor heb je een werkblad nodig. Dit krijg je van jouw docent.
Een film die je kunt kijken bij het dichtboekje.... De stadsdichters van Enschede....