Welkom jongens en meisjes bij deze les economie met als hoofdonderwerp: financiële educatie
In deze les gaan jullie het hebben over heel veel zaken die met geld te maken hebben. Zoals het omgaan met geld, inkomsten en uitgaven, hoe je kan sparen en wat de mogelijkheden daarvan zijn. En hoe je een begroting kan maken met je inkomsten en uitgaven,
De leerdoelen van de les zijn:
De leerlingen leren op welke manier zij geld kunnen verdienen.
De leerlingen kunnen na de les prioriteiten stellen en voorbeelden daarvan noemen.
De leerlingen kunnen drie reden opnoemen waarom je kan sparen.
De leerlingen kunnen de soorten uitgaven benoemen.
De leerlingen kunnen een begroting opstellen.
Jullie zullen deze les beginnen met een instaptoets, hiermee kan ik zien hoeveel kennis jullie al bezitten over dit onderwerp.
Als je klaar bent met de instaptoets klik je op de instructiepagina en ga je daar doormiddel van foto’s, teksten en video’s kennis op doen over hoe je om kan gaan met geld, hoe je kan sparen en nog veel meer.
Daarna krijg je een opdracht die je in Exel moet verwerken naar aanleiding van de stof die je hebt gekregen. Wanneer deze opdracht is goed gekeurd, ga je aan de slag met het maken van de oefentoets. Als je een voldoende hebt voor de proeftoets moet het helemaal gaan goed komen met het proefwerk.
Heb jij al een bijbaantje of krijg je zakgeld van je ouders? Dit zijn twee manieren hoe jij aan geld kan komen wat voor jezelf is. De makkelijkste manier is om zakgeld van je ouders te krijgen, want daar hoef je niet voor te doen. Hieronder kan je zien hoeveel leerlingen die op de middelbaar school zitten als zakgeld krijgen.
Vind je dat je te weinig zakgeld krijgt, dan heb je nog verschillende manieren hoe je aan geld kan komen. In onderstaand filmpje vind je een aantal manieren.
In het filmpje heb je gezien dat je ook geld kunt verdienen door klusjes te doen voor je buren, ouders, opa en oma. Ik zou zeggen ga het bij de mensen in je omgeving vragen of zij nog hulp met iets nodig hebben. En verdien wat bij!
Als je met je klusjes doen geld hebt verdiend, ga jij het dan meteen uit geven of ga jij het liever sparen. Sparen betekent dat je het geld niet nu uitgeeft, maar voor later bewaart.
Je kunt verschillende redenen hebben als je spaart:
Sparen voor een doel: Je wilt iets kopen maar je hebt er nu nog niet genoeg geld voor.
Sparen uit voorzorg: Zo heb je geld achter de hand voor onverwachte kosten
Sparen voor de rente: Als je je spaargeld op de bank zet, krijg je er rente over.
Ga maar verder naar paragraaf 2.
Paragraaf 2
Het kopen van goederen en diensten om in je behoeften te voorzien, noem je ook wel consumeren. Je kunt ook zelf wat maken om zo in je eigen behoeften te voorzien. Dat heet zelfvoorziening. Voorbeelden van zelfvoorziening zijn je eigen kleding maken, je eigen groente en fruit telen. Dit doe je meestal omdat je het zelf ook echt leuk vindt om te doen.
Tamara en haar vriendinnen zijn uitgenodigd voor een verjaardagsfeest van hun vriendin Linda. Alleen heeft Tamara de dag na het verjaardagsfeest een proefwerk economie. Ook staat ze gemiddeld voor het vak er niet goed voor, namelijk een 5 gemiddeld. Als zij heel het weekend gaat leren en minimaal een 6 haalt voor haar proefwerk, staat ze weer voldoende voor het vak.
Tamara moet nu kiezen of ze naar het verjaardagfeestje gaat of toch gaat leren voor het proefwerk economie. Ze vindt het altijd leuk om met haar vriendinnen een feestje te vieren, maar ze weet ook dat ze echt een voldoende moet staan voor economie om zo over te kunnen gaan.
Ze moet dus een belangrijke keuze nemen en kijken welke behoeften voor haar het meest belangrijk is. Een behoefte is iets wat je graag wilt doen of hebben. Het bepalen welke behoefte voor Tamara het belangrijk is en welke het minst belangrijk is noem je prioriteiten stellen.
Als je werkt krijg je loon, dit noemen we ook wel inkomen. Naast inkomen heb je ook uitgaven. De uitgaven kan je in drie groepen verdelen:
· Vaste lasten: Dit zijn uitgaven waar je aan vast zit en die je met een vaste regelmaat moeten doen, zoals de huur, autokosten en abonnementen.
· Huishoudelijke uitgaven: Zijn gewone uitgaven voor je huishouden. Je bepaalt telkens zelf hoeveel je uitgeeft aan boodschappen, cadeautjes etc.
· Incidentele uitgaven: zijn meestal grote uitgaven en onverwachts, zoals vakantie, reparatie of vervanging van een wasmachine, koelkast, vakantie ed.
Wanneer je weet hoeveel geld je per maand gaat verdienen en weet hoeveel je wilt gaan uitgeven, kan je een begroting opstellen. Een begroting is een overzicht met je uitgaven en uitkomsten op een rijtje. Als je een begroting hebt gemaakt kan je precies zien hoeveel geld je over houdt.
Aan de linkerkant staan al de inkomsten bij elkaar op geteld en aan de rechterkant staan de uitgaves bij elkaar opgeteld. Als de inkomsten lager zijn dan de uitgaves is er een te kort. Dan moet je gaan kijken of je op iets moet besparen zodat je wel geld overhoudt of precies genoeg hebt. Als de inkomsten hoger zijn dan de uitgaves is er een overschot, je houdt dan geld over.
Als je wilt sparen voor iets, dan kan je door je begroting precies zien hoeveel geld je kan sparen. Dus wil je voor iets sparen stel dan een begroting op, zodat je jezelf daaraan kunt houden en dan het geld wat je over hebt kunt sparen voor je doel.
Op de foto kan je zien dan Hans en Lilian Jansen, 3 kinderen hebben, Merel, Erik en David. Het in komen uit loon van Hans en Lilian samen is €3.500,- per maand . Daarnaast krijgen ze voor hun 3 kinderen per €250,- kinderbijslag per maand. Ook doet Lilian een avondje oppassen op het kind van de buren hier verdiend zij €100,- per maand mee.
Daarnaast heeft het gezin naast inkomsten ook uitgaves. De uitgaves bedragen €1.000,- per maand voor de hypotheek, €80,- voor de elektriciteit per maand, €30,- voor het water per maand, €60,- voor het internet, €250,- voor de autokosten, € 240,- voor de boodschappen per maand, de sport kosten voor de kinderen zijn€180,- per maand.
Oefeningen Verrijking
Heb je bij de instaptoets meer dan 7 punten gehaald, maak dan de verrijking oefeningen
Had je minder dan 7 punten gehaald, maak dan de remediërend oefeningen.
Nu je weet wat een begroting inhoudt mag je een begroting maken voor het gezien van Hans en Lilian
Op de foto kan je zien dan Hans en Lilian Jansen, 3 kinderen hebben, Merel, Erik en David. Het in komen uit loon van Hans en Lilian samen is €3.500,- per maand . Daarnaast krijgen ze voor hun 3 kinderen per €250,- kinderbijslag per maand. Ook doet Lilian een avondje oppassen op het kind van de buren hier verdiend zij €100,- per maand mee.
Daarnaast heeft het gezin naast inkomsten ook uitgaves. De uitgaves bedragen €1.000,- per maand voor de hypotheek, €20,- voor de elektriciteit per week, €30,- voor het water per maand, €60,- voor het internet per maand, €250,- voor de autokosten, € 240,- voor de boodschappen per maand, de sport kosten voor de kinderen zijn€45,- per week.
Behoeften: Is iets wat je graag wilt doen of hebben.
Consumeren: Het kopen van goederen en diensten om in je behoeften te voorzien.
Huishoudelijke uitgaven: Zijn gewone uitgaven voor je huishouden. Je bepaalt telkens zelf hoeveel je er aan uitgeeft.
Incidentele uitgaven: zijn meestal grote uitgaven en onverwachts.
Prioriteiten stellen: Keuze maken, kijken welke behoefte belangrijk is en welke minder belangrijk is.
Sparen: Wanneer je geld opzij legt en het dus niet meteen uitgeeft.
Sparen voor een doel: Je wilt iets kopen maar je hebt er nu nog niet genoeg geld voor.
Sparen uit voorzorg: Zo heb je geld achter de hand voor onverwachte kosten.
Sparen voor de rente: Als je je spaargeld op de bank zet, krijg je er rente over.
Vaste lasten: Dit zijn uitgaven waar je aan vast zit en die je met een vaste regelmaat moeten doen.
Zakgeld: Is geld dat je van je ouders krijgt, zonder ervoor iets terug te doen.
Zelfvoorziening: Zelf wat maken om zo in je eigen behoeften te voorzien.
Eind toets
Bij het behalen van 7 vragen heb je een voldoende voor deze eindtoets. Als je minder dan 7 vragen goed hebt, moet je nog even de theorie opnieuw goed doornemen.
Bronvermelding
RSG Wolfs Bos, 16 februari 2017. Geraadpleegd op 1 april 2019 van,
Het arrangement Financiële educatie is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Nadia el Moussaoui
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2019-06-18 13:50:38
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Instaptoets
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.