De wereld van de multinationals - v456

De wereld van de multinationals - v456

De wereld van de multinationals

Introductie

Door de industriële revolutie in West-Europa van rond 1800 werd de productie van kleinschalige werkplaatsen verplaatst naar grotere fabrieken met talloze arbeiders.
Een deel van deze fabrieken ontwikkelde zich tot multinationale ondernemingen: bedrijven die in meer landen goederen of diensten produceren en/of verkopen.
Vanaf 1970 verplaatsen deze multinationals meer en meer hun productie naar niet-westerse landen en na 1989 ook naar Oost-Europa.

Het verplaatsen van de productie heeft gevolgen voor het transport van grondstoffen en halffabricaten en later voor het transport van de geproduceerde goederen naar de afzetmarkten. Je ziet dan ook de internationale handel meegroeien.

Waarom werd de productie naar niet-westerse landen verplaatst? En waarom lijkt er sinds enkele jaren een trendverschuiving gaande van globalisering naar lokalisering?
In deze opdracht lees je er meer over.

Wat ga je leren?

Hoofdvraag

  • Zal na een periode waarin steeds meer productie in fabrieken vanuit westerse landen naar andere landen wordt verplaatst, een periode aanbreken waarin productie juist steeds meer in westerse landen plaatsvindt?

Deelvragen

  • Waarom verplaatsten multinationale ondernemingen in westerse landen vooral na 1970 steeds meer van hun fabrieken naar landen buiten het Westen?
  • Wat heeft dat voor gevolgen gehad voor de werkgelegenheid en de samenstelling van de beroepsbevolking in westerse landen?
  • Wat heeft dat voor gevolgen gehad voor de werkgelegenheid en de samenstelling van de beroepsbevolking in landen waar de productie naartoe werd verplaatst?
  • Welke criteria hanteerden multinationale ondernemingen als ze buiten het Westen plekken uitkozen om er hun productie te laten plaatsvinden?
  • Wat is outsourcing en waarom gaan multinationale ondernemingen hiertoe over?
  • Waarom besluiten steeds meer multinationale ondernemingen hun productie terug te halen naar westerse landen en soms zelfs naar het land waar hun hoofdkantoor staat?

Begrippen

Economische globalisering:

  • Kapitaalstromen
  • Internationale arbeidsverdeling
  • Multinationale ondernemingen
  • Productieketen

Wat ga je doen?

Activiteiten

Vooraf

Wat kun je al?

Bestudeer de Kennisbank en maak de instaptoets.

Aan de slag

Stap 1

Je leest over de productieketen, de internationale arbeidsverdeling en het uitgroeien van bedrijven tot multinationale ondernemingen. Je zoekt op een Bosatlaskaart op waar dergelijke ondernemingen zijn gevestigd en wat ze produceren.

Stap 2

Je leest over het verplaatsen van maakindustrie naar verre landen en de redenen en gevolgen daarvan. Je bekijkt een video en beantwoordt vragen.

Stap 3

In deze stap wordt uitgelegd wat outsourcing is. Je bekijkt een video en beantwoordt vragen.

Stap 4

Sommige maakindustrieën keren terug vanuit het buitenland. Waarom dat zo is, lees je in deze stap. Je leest een artikel en beantwoordt vragen.

Afronding

Samenvattend

Omschrijf de begrippen. Vergelijk ze met een klasgenoot.

Eindopdracht A

Maak de eindtoets.

Eindopdracht B

Stel in groepen een advies op over voortgaande globalisering of doorzettende lokalisering.

Examenvragen

Oefen de eindexamenvragen.

Terugkijken

Kijk terug op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht is de studiebelasting ongeveer 3 SLU.

Wat kun je al?

Bestudeer de Kennisbank.

Internationale betrekkingen

Maak nu de instaptoets.

Aan de slag

Stap 1: Maakindustrie dichtbij

Rond 1800 kwam de industriële revolutie op gang en verplaatste de productie zich van de huizen en kleine werkplaatsen naar de fabrieken, eerst in Groot-Brittannië en daarna ook in andere westerse landen. Fabrieken voor van alles en nog wat: textiel, auto’s, machines, materialen voor de aanleg van spoorlijnen, meubels, chemische producten, fietsen, huishoudelijke apparaten, etc.

Die fabrieken werden gebouwd en geleid door fabrikanten die zelf nog met regelmaat tussen de machines door liepen.
Langzaamaan is de afstand tussen bedrijfsleiding en werkvloer groter geworden, de fabrieken werden grote ondernemingen met een hoofdkantoor. Het eigendom kwam in handen van aandeelhouders van over de hele wereld en directies kwamen in loondienst.
Uiteindelijk werd de band met de oorspronkelijke productieomgeving losser en losser. Als vervolgens de lonen langzaam stijgen en de kosten van de massaproductie hier te hoog worden, zoekt men naar alternatieven ergens anders.
Door de verbetering in de transporttechniek wegen de hogere transportkosten niet op tegen de lagere kosten van arbeid. Niet zelden wordt daarom de maakindustrie verplaatst naar het buitenland, naar lagelonenlanden.

Het brengt een internationale arbeidsverdeling op gang. Sommige ondernemingen groeiden uit tot multinationale ondernemingen, ondernemingen met vestigingen in diverse landen.



De productieketen, de reeks stappen die gemaakt werden om van grondstoffen kant-en-klare producten te maken zag er ongeveer zó uit: grondstoffen (bijvoorbeeld ijzer of katoen) werden naar fabrieken vervoerd en daar verwerkt tot producten (zoals machines of kledingstukken).
Grondstoffen werden van dichtbij aangevoerd of van veraf, bijvoorbeeld uit Afrika en kant-en-klare producten werden over korte of langere afstand naar de afnemers vervoerd. De rest van de productieketen was geconcentreerd in gebieden waar de fabrieken bij elkaar stonden.

In fabrieken vonden veel mensen werk omdat de productie vaak arbeidsintensief was, of anders gezegd, omdat er veel arbeidskrachten nodig waren om grote aantallen te fabriceren. De textielindustrie bijvoorbeeld is arbeidsintensief, vooral daar waar geweven stoffen tot kledingstukken worden verwerkt. Met name dit soort bedrijven heeft baat bij lagere  loonkosten.

Zoek op in de Grote Bosatlas de kaart: Nederland - Politiek, Godsdienst en Onderwijs

GB55 Kaart 51J - Beroepsbevolking na 1900

Stap 2: Verplaatsing van maakindustrie

Kijk naar het eerste fragment van deze video: van begin tot 1:18 min. “om het zo maar te zeggen.”



Het verhaal achter dit videofragment begint omstreeks 1970. Vooral vanaf dat jaar verplaatsten multinationale ondernemingen sommige van hun fabrieken naar landen waar de loon- en andere productiekosten lager waren. Eerst naar landen in de omgeving, daarna naar landen verder weg zoals naar Thailand, de Filipijnen en Bangladesh.
Vooral arbeidsintensieve productie, zoals die van kleding, werd verplaatst. Steeds meer werd de wereld het werkterrein van de multinational. Fabrieken met een weinig arbeidsintensieve productie of met hoogopgeleid personeel, werden niet verplaatst.

Verplaatsen maakindustrie

Als je als directeur van een multinationale onderneming een fabriek naar een ander land wilt verplaatsen, waar moet je dan in ieder geval op letten?

  • De beschikbaarheid van arbeidskrachten die in je fabriek kunnen werken. Wat voor opleiding en vaardigheden moeten ze hebben? Heb je veel of weinig arbeidskrachten nodig?
  • De lonen die je aan deze arbeidskrachten moet betalen. Daar heeft ieder land zijn eigen wetten en regels voor.
  • De kwaliteit van de vestigingsplaats. Hoeveel ruimte is er beschikbaar voor de fabriek? Hoeveel kost de grond waarop de fabriek gebouwd moet worden? Hoe makkelijk is de vestigingsplaats van je nieuwe fabriek bereikbaar voor de aanvoer van grondstoffen en de afvoer van kant-en-klare-producten? Hoe betrouwbaar is de infrastructuur? (ook elektriciteitsvoorziening)
  • Beschikbaarheid van kapitaal. Kun je makkelijk aan geld komen om de bouw van de fabriek te bekostigen, bijvoorbeeld door geld te lenen van een bank?
  • De kwaliteit van de overheid: duidelijke wet- en regelgeving, goed belastingstelsel, afwezigheid van corruptie.
  • Hoe veilig en profijtelijk het is om in het land van je keuze de nieuwe fabriek te bouwen. Loop je een grote of slechts een kleine kans dat je project strandt door oorlog of wijdverbreide geweldpleging, wanbestuur door lokale en nationale machthebbers, een onbetrouwbare ambtenarij en rechtspraak, of een zwakke economie?
  • In hoeverre het land waar de nieuwe fabriek moet komen economische globalisering kent (inbedding in de wereldeconomie als geheel). Is het makkelijk om goederen het land in of uit te brengen of moet je je houden aan allerlei regels en allerlei heffingen betalen? Is het makkelijk om kapitaal naar het land te brengen dat nodig is om de fabriek te bekostigen, of anders gezegd: kunnen kapitaalstromen snel en makkelijk het land in en uit en zonder grote kosten?

Gevolgen verplaatsing maakindustrie

  • Grondstoffen en eindproducten moeten steeds grotere afstanden afleggen. De productieketen wordt over de wereld verspreid (zie afbeelding hierboven). Daardoor neemt de internationale handel sterk in omvang toe en dat wordt bevorderd doordat landen belemmeringen voor hun onderlinge handel, zoals invoerheffingen en grenscontroles, hebben opgeruimd.
  • De kosten voor vervoer nemen toe. Daar staat tegenover dat vervoerskosten per afgelegde kilometer lager zijn geworden door de komst van grote vliegtuigen in de burgerluchtvaart (waardoor vliegen voor mensen én goederen goedkoper werd) en van de container (waardoor flink kan worden bespaard op de kosten van het in- en uitladen van schepen, treinen en vrachtwagens).
  • Ten slotte heeft het verplaatsen van fabrieken gevolgen voor de werkgelegenheid in de landen waar de fabrieken vandaan kwamen en de landen waar de fabrieken naartoe gingen.

Stap 3: Outsourcing

Veel producenten hebben hun aanpak in de loop der tijden aangepast. Een belangrijke verandering in het productieproces is uitbesteding of outsourcing.
Een fabrikant maakt dan niet meer alle onderdelen zelf, maar laten sommige/veel/alle onderdelen door derden maken.

Zo zou een Nederlandse fietsenfabrikant de productie van frames, wielen, tandwielen, trappers, verlichting, etc. allemaal kunnen uitbesteden aan derden om zelf alleen nog maar de montage te doen.
Outsourcing drukt de kosten omdat producenten zich op onderdelen kunnen toeleggen en die onderdelen aan verschillende fabrikanten kunnen leveren. Zo hebben bijvoorbeeld heel veel fietsen een versnelling van Shimano. Dat bedrijf kan tegen lagere prijzen een betere kwaliteit leveren.

Hoe dat in zijn werk gaat, zie je in het tweede videofragment: van 1:18 min. “Een echte” tot einde.

Stap 4: Maakindustrie keert terug

Maakindustrie keert terug naar het Westen

Niet elk bedrijf dat zijn productie heeft verplaatst naar het buitenland heeft daar positieve ervaringen mee opgedaan. Dat bleek uit een enquête die TNS Nipo in 2013 hield onder de eigenaars die hun productie deels over de grenzen hadden uitbesteed aan toeleveranciers.
Ondervraagde ondernemers klaagden over:

  • stijgende loonkosten ter plaatse;
  • slechtere kwaliteit van producten;
  • problemen tijdens het vervoer;
  • verlies van productie door problemen met de communicatie;
  • hoge uitgaven voor transport;
  • snelle veranderingen in wisselkoersen van de valuta’s van de landen waar de productie plaatsvond.

Daarom besloot 10% van de ondervraagde ondernemers om de productie weer naar Nederland terug te halen en overwoog nog eens 5% dat te gaan doen. Ook in het buitenland, onder meer in Frankrijk en Spanje zijn ondernemers bezig om hun productie terug te halen naar hun eigen land.

Lees nu het onderstaande ingekorte en bewerkte artikel uit NRC Handelsblad.

Het gaat opeens hard met de ‘lokalisering’

De opvolger van de globalisering dient zich al aan: de lokalisering. [Dat is], grofweg, het verschijnsel waarbij een bedrijf zijn producten niet in een ver lagelonenland produceert, maar vlak bij huis. Of vlak bij de plek waar het die producten verkoopt.
[Zo maakte in de jaren zestig] Adidas voetbalschoenen in Oostenrijk. Daar waren ze zo goed in dat ze er midden jaren tachtig meerdere fabrieken hadden, die twee miljoen paar schoenen per jaar produceerden. In die hoogtijdagen had het bedrijf 1100 man in dienst. [De meeste van die schoenen werden in het buitenland verkocht,] tot in de Sovjet-Unie en Scandinavië [aan toe]. Toen viel de Muur. Goedkope voetbalschoenen uit Azië overspoelden de markt. In Oostenrijk konden de fabrieken de concurrentie al gauw niet meer aan. De laatste fabriek daar sloot in 1990. Arbeiders vonden werk bij andere fabrieken of in de zorg. Adidas transporteerde alle machines naar Slovenië, Georgië en Rusland. Daar stegen de lonen ook en de fabrieken verhuisden naar het Verre Oosten: India, China, Vietnam – steeds verder. Maar [komend najaar opent Adidas in zijn thuisland Oostenrijk] een speed factory, waar mensen worden vervangen door robots die voetbalschoenen maken. Er zit er al een in Duitsland. Ook in de VS werd er laatst een geopend. In Azië werkten er duizend of meer arbeiders in een fabriek; in een speed factory werken er 160. Hoe lang speed factories zullen bestaan, is de vraag. Binnenkort kun je voetbalschoenen met een 3D-printer in de winkel laten maken. Op maat. Sommige merken experimenteren er al mee en Adidas zal wel volgen. Binnenkort heb je dus helemaal geen fabriek meer nodig.
Het punt is niet of dit goed of slecht is. Dingen gaan zoals ze gaan. Maar ze gaan wel hard. Gillian Tett, een antropoloog die voor de Financial Times werkt, schreef laatst dat bedrijfsleiders in Amerika het over niets anders hebben dan lokalisering. Chinese lonen worden hen te hoog; door de digitalisering en de lage olieprijzen dalen de productiekosten in Amerika zelf. Uit onderzoek blijkt dat Amerikaanse bedrijven (…) steeds meer in eigen land investeren. Veel CEO’s (…) hebben het (…) over meer ‘fair trade’ (…). „Puur achter de laagste arbeidskosten aanlopen is het model van gisteren”, citeert Tett de topman van General Electric.
Productielijnen waren een poos superlang. Nu worden ze superkort. Wie gaan er profiteren van deze gedigitaliseerde economie? Voornamelijk beter opgeleiden. Die ontwerpen of bedienen de machines, richten de speed factories in of zorgen ervoor dat de zelfrijdende auto’s producten transporteren op de steeds kortere weg naar de klant. Velen (…) zijn flexwerkers. Volgens een rapport van de Lisbon Council, The Future of Work, moeten samenlevingen die succesvol willen zijn keihard investeren in onderwijs, in moderne belastingsystemen die zijn afgestemd met andere EU-landen (we hebben immers één markt) en in sociale stelsels die werkgevers flexibiliteit bieden en werknemers protectie.
Wij verwijten onze politici dat ze destijds, toen de globalisering werd vormgegeven, te roekeloos hebben gedereguleerd en geprivatiseerd. Als ze bedachtzamer waren geweest en meer oog hadden gehad voor politieke en sociaal-economische consequenties op termijn, had Europa de globalisering beter haar kant op kunnen buigen. (…) Wat verwijten wij de politici over twintig jaar? Dat ze niet adequaat op de lokalisering hebben gereageerd? Hopelijk niet.

Bron: Het gaat opeens goed met 'de lokalisering'
Door: Caroline de Gruyter

Afronding

Samenvattend

Bij 'Wat ga je leren?' worden de volgende begrippen genoemd.
Geef zelf een omschrijving van deze begrippen.

​Economische globalisering  
Kapitaalstromen  
Internationale arbeidsverdeling  
Multinationale ondernemingen  
Productieketen  
Outsourcing  


Bespreek de begrippen met een klasgenoot.

Eindopdracht A: Toets

Eindopdracht B: Presentatie

Advies aan de regering

Zullen multinationale ondernemingen doorgaan met het verplaatsen van maakindustrie naar lage(re)lonenlanden? Zal de globalisering in dit opzicht verdergaan? Of zet de tegengestelde trend, lokalisering door en halen ondernemingen de productie juist terug?

Welke kant het ook opgaat, de Nederlandse regering moet zich hierop instellen en beleid maken over scholing en de arbeidsmarkt waarin op de ontwikkelingen wordt ingespeeld. Daarom stellen jullie een advies aan de regering op over het te voeren beleid in de komende 20 jaar.

Je docent deelt de klas in twee groepen in:

  • De ene groep gaat ervan uit dat de komende 20 jaar ondernemingen fabrieken blijven verplaatsen naar lagelonenlanden. Het advies krijgt als titel “Advies aan de regering over voortgaande globalisering’.
  • De andere groep gaat ervan uit dat de trend van lokalisering zal doorzetten en dat dus steeds meer maakindustrie naar het Westen en ook naar Nederland terug zal keren. Het advies krijgt als titel “Advies aan de regering over doorzettende lokalisering’ mee.

Spreek met elkaar af wie het advies aan de klas zal presenteren als beide groepen klaar zijn met hun advies. Hoe je de presentatie kunt voorbereiden, lees je in de Gereedschapskist.

Tip: Lees de volledige tekst over Nederlandse bedrijven die aan lokalisering doen. De titel hiervan is ‘Lopende band terug op oude nest’.

Beoordeling

Je docent zal jullie advies beoordelen op de volgende punten. Mogelijk kan je docent besluiten de adviezen naar het Binnenhof in Den Haag te sturen.

  • Is het betoog helder en goed verzorgd?
  • Is duidelijk over welk advies het gaat: over voortgaande globalisering of over doorzettende lokalisering?
  • Hebben jullie het betoog goed onderbouwd met argumenten?
  • Zitten er niet te veel taalfouten in?

 

Presentatie maken

Jezelf op een goede manier presenteren is een belangrijke vaardigheid in deze maatschappij. Je laat zien waar je mee bezig bent geweest, waar je je in hebt verdiept en welke kennis je hebt opgedaan. Powerpoint of Prezi zijn programma's die jou kunnen helpen om informatie te presenteren.

 

Examenvragen

Op deze pagina vind je examenvragen van ExamenKracht van vorige jaren. De vragen sluiten zo goed mogelijk aan bij de opdracht die je net hebt afgerond.

Maak bij het beantwoorden ook gebruik van dat wat je al eerder geleerd hebt. Als je de vraag niet kunt beantwoorden, probeer het dan later opnieuw. Nadat je een vraag beantwoord hebt, kun je deze zelf nakijken en je score aangeven.

VWO 2016-TV2

VWO 2016-TV2 Vragen 1-5

VWO 2017-TV1

VWO 2017-TV1 Vragen 1-5

VWO 2019-TV1

VWO 2019-TV1 Vragen 1-4

VWO 2021-TV3

VWO 2021-TV3 Vraag 26

 

 

Meer oefenen?
Ga naar ExamenKracht en oefen ook met de nieuwste examens.

Terugkijken

Intro

  • Lees de Introductie van de opdracht nog eens door.
    Zijn de vragen aan het eind van de Introductie voldoende beantwoord in deze opdracht?
    Waarom wel of waarom niet?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de hoofdvraag en deelvragen nog eens door.
    Kun je uitleggen waarom bedrijven hun productie verplaatsen naar andere landen en waarom andere bedrijven juist weer willen lokaliseren?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Voor deze opdracht staat ongeveer 3 SLU.
    Heb je de opdracht binnen dit aantal uren kunnen doen?
  • Samenvattend
    Was het eenvoudig om de begrippen uit de opdracht te omschrijven?
    Had je klasgenoot dezelfde omschrijvingen?
  • Eindopdracht
    Welke eindopdracht heb je gedaan, de toetsvragen of het advies opstellen?
    Kostte het jullie moeite om een goed advies te schrijven?
  • Examenvragen
    Heb je de examenvragen gemaakt? Ging het goed?

Bronnen

Video's:

Websites:

  • Het arrangement De wereld van de multinationals - v456 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2022-02-15 14:06:14
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Aardrijkskunde voor VWO leerjaar 4, 5 & 6. In het domein "Wereld" wordt het thema ''De wereld van de multinationals" besproken. De industriële revolutie in de 19e eeuw bracht de verschuiving van kleinschalige productie naar fabrieken. Dit gebeurde eerst in Groot-Brittannië en later wereldwijd, het leidde tot de opkomst van multinationale ondernemingen en een internationale arbeidsverdeling, waarbij fabrikanten hun productie verplaatsten naar lagelonenlanden om kosten te drukken. Vanaf ongeveer 1970 verplaatsten multinationale ondernemingen arbeidsintensieve productie, zoals kleding, naar landen met lagere loon- en productiekosten, waarbij diverse factoren zoals beschikbaarheid van arbeidskrachten, lonen, vestigingsplaatskwaliteit, kapitaal, overheidskwaliteit, veiligheid en economische globalisering bepalend waren. Deze verschuiving leidde tot een wereldwijde productieketen, toenemende internationale handel en impact op werkgelegenheid in herkomst- en bestemmingslanden. Uitbesteding of outsourcing is een belangrijke verandering in het productieproces waarbij fabrikanten bepaalde onderdelen door externe partijen laten maken om kosten te drukken en zich te specialiseren, zoals een fietsenfabrikant die frames, wielen en andere componenten door derden laat produceren voor montage. De trend van lokalisering, waarbij bedrijven hun productie dichter bij huis plaatsen in plaats van naar lagelonenlanden te verplaatsen, wordt steeds sterker, aangezien factoren zoals stijgende lonen, kwaliteitsproblemen en transportuitdagingen invloed hebben op de beslissingen van bedrijven, en dit heeft gevolgen voor de productie, arbeidsmarkt en onderwijsvereisten.
    Leerniveau
    VWO 6; VWO 4; VWO 5;
    Leerinhoud en doelen
    Globalisering; Aardrijkskunde;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    6 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    aardrijkskunde, arrangeerbaar, lagelonenlanden, multinationals, outsourcing, productieketen, stercollectie, vwo456

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Gereedschapskist. (2019).

    Gereedschapskist activerende werkvormen

    https://maken.wikiwijs.nl/105906/Gereedschapskist_activerende_werkvormen

    VO-content - Kennisbanken. (2019).

    Kennisbank Aardrijkskunde - v456

    https://maken.wikiwijs.nl/152369/Kennisbank_Aardrijkskunde___v456