Door de industriƫle revolutie in West-Europa van rond 1800 werd de productie van kleinschalige werkplaatsen verplaatst naar grotere fabrieken met talloze arbeiders.
Een deel van deze fabrieken ontwikkelde zich tot multinationale ondernemingen: bedrijven die in meer landen goederen of diensten produceren en/of verkopen.
Vanaf 1970 verplaatsen deze multinationals meer en meer hun productie naar niet-westerse landen en na 1989 ook naar Oost-Europa.
Het verplaatsen van de productie heeft gevolgen voor het transport van grondstoffen en halffabricaten en later voor het transport van de geproduceerde goederen naar de afzetmarkten. Je ziet dan ook de internationale handel meegroeien.
Waarom werd de productie naar niet-westerse landen verplaatst? En waarom lijkt er sinds enkele jaren een trendverschuiving gaande van globalisering naar lokalisering?
In deze opdracht lees je er meer over.