HU Minor

HU Minor

Module 1. D&P Organiseren van een activiteit.

Les 1. Inkopen

Een belangrijk onderdeel van een evenement is het eten, ook wel de catering genoemd.
Deze opdracht gaat over het invullen van een bestellijst, hoe je recepten moet omrekenen en hoe je verschillende soorten voedsel moet opslaan en bewaren.

Bekijk:

Afbeeldingsresultaat voor inkopen

 

Theorie Inkopen.

Als je een evenement organiseert moet je ook nadenken over wat je gasten willen eten. Afhankelijk van wanneer op de dag je evenement is zal je binnen verschillende soorten eten keuzes moeten maken. In de ochtend zal je niet snel voor een bord warm eten kiezen, en s’ avonds laat is het vaak logischer om kleine hapjes te serveren. Het is dus belangrijk hier goed over na te denken zodat je gasten van het eten kunnen genieten. Ben je niet in staat om zelf de hapjes of het eten te maken kan je gebruik maken van een cateringbedrijf. Een cateringbedrijf is gespecialiseerd in het maken van eten voor grote groepen mensen. Uiteraard zit hier vaak een wat hoger prijskaartje aan dan als je het zelf zou maken.

Om van tevoren te weten wat de kosten zijn kun je gebruik maken van een bestellijst.    Je kan ook voor je eigen dagelijkse boodschappen een bestellijst gebruiken.

Opdracht 1. Lunchen

Je hebt van verschillende mensen doorgekregen wat ze willen eten als lunch:

- Sophie wil een tarwebolletje met rauwe ham.
- Ingmar eet graag twee witte kadetjes met brie.
- Gregor heeft honger: hij wil twee tarwepistoletjes met jonge kaas en een wit kadetje met kipsaté.
- Lidia wil graag een tarwepistoletje met shoarmasalade.
- Mirela wil twee broodjes: een wit pistoletje met kipfilet en een tarwebolletje met zalm.

Vul het formulier in.

Wat kost de bestelling in totaal?
Schrijf het juiste antwoord op in het oranje vakje rechts onderaan.

Opdracht 2. Omrekenen

Jullie vinden regelmatig lekkere recepten om te koken.

Helaas zijn deze vaak niet voor het aantal personen waarvoor jij van plan bent te gaan koken.

Om ervoor te zorgen dat je niet te veel of te weinig eten maakt moet je dan de hoeveelheden van je ingrediënten omrekenen.

Reken hieronder de ingrediënten in de lijst van 1 persoon om naar 8 personen.

Opdracht: Vul de tabel in.

Theorie Houdbaarheid.


 

De meeste mensen in Nederland kunnen zonder boodschappen te doen niet koken. Iedereen heeft te maken met boodschappen doen.

De boodschappen moet je goed opbergen.
Om ervoor te zorgen dat je gekochte boodschappen nog vers zijn op het moment dat je ze wil gebruiken om te eten moet je goed weten welke boodschappen je waar moet opbergen. Het opbergen van je boodschappen kan op 3 verschillende plekken, namelijk de koelkast, de vriezer en in een (keuken)kast.

De Koelkast. Er zijn altijd bacteriën die dol zijn op vlees, kip, vis, brood, melk en ander lekker eten. Ze storten zich op het eten en planten zich voort. Zonder tegenactie zou ons voedsel bederven dan bederven.

Gelukkig kunnen wij iets doen: het eten opbergen op een koele plaats. De meeste soorten bacteriën houden niet van kou. Er zijn ook producten die we nou eenmaal lekkerder vinden als ze koud genuttigd worden. Melk vinden de meeste mensen lekkerder als het goed koud is omdat de smaak licht veranderd als het lauw wordt.

In de koelkast bewaar je producten die:
- snel bederven als ze buiten de koelkast staan;
- beter smaken als ze koel worden geserveerd.


 

De Diepvriezer. Producten die langer bewaard moeten blijven kunnen in de diepvriezer. De temperatuur is zo laag, lager dan -18 graden dat de producten bevriezen en de bacteriën doodgaan. Je moet er natuurlijk wel aan denken het eten op tijd te ontdooien, want het wordt keihard. Bij het ontdooien wordt het eten weer besprongen door bacteriën. Dus: na het ontdooien moet je eten snel bereiden.

In de diepvriezer bewaar je producten die:
- lang bewaard moeten blijven op koude temperatuur
- lekker zijn als ze koud worden geserveerd (ijs).

De keukenkast. Producten zoals koffie, rijst of ongekookte pasta moeten in de keukenkast worden opgeborgen. In de koelkast zouden deze producten vochtig en zacht worden. Producten die je in een keukenkast bewaard zij producten die op kamertemperatuur het langste houdbaar zijn. Het zonlicht kan niet in de keukenkast komen. Zonlicht is slecht voor koffie, koekjes, rijst en veel andere producten.  Bacteriën houden niet zo van dat droge spul. Maar, muizen, en insecten lusten wel graag dingen als rijst, of meel, of koekjes. Daarom moeten deze producten veilig in de kast worden bewaard.

In de keukenkast bewaar je producten die:
- lang houdbaar zijn
- op kamertemperatuur moeten worden bewaard
- beschermd moeten worden tegen zonlicht en ongedierte

 

Opdracht 3. Houdbaarheid

Het is vandaag maandag. Jan en Wendy hebben boodschappen gedaan voor de kookles van aanstaande vrijdag:

- kipfilet, die is nog 3 dagen houdbaar
- rijst
- halfvolle melk, die is nog 8 dagen houdbaar
- uien, er staat geen houdbaarheidsdatum op      
- kipbouillontabletten, een jaar houdbaar
- zonnebloemolie, een half jaar houdbaar
- rode paprika, er staat geen houdbaarheidsdatum op


 

Schrijf op hoe je de producten opbergt: in de keukenkast, in de koelkast of in de diepvriezer.

Licht ook toe waarom je het product daar bewaard.

De kipfilet berg ik op in de
Omdat:

 

De rijst berg ik op in de
Omdat:

 

De melk berg ik op in de
Omdat:

 

Uien bewaar ik in de
Omdat:

 

Kippenbouillontabletten bewaar ik in de
Omdat:

 

Zonnebloemolie bewaar ik in de
Omdat:

 

Ik bewaar de paprika in de
Omdat:

 

 

Theorie: voeding bereiden en bewaren

Als je niet op de goede manier met voedsel omgaat, kun je ziek worden.
Het moeilijke is dat je ziekteverwekkers niet kunt zien!

Wat kun je doen om de risico’s zoveel mogelijk te voorkomen?

 

Kopen

Door al in de winkel te letten op voedselveiligheid, heb je minder kans op voedselinfecties. Koop bederfelijke producten als laatste en zet ze bij thuiskomst meteen in de koelkast. Let goed op de houdbaarheidsdatum en zorg dat de verpakking heel is.

 

Wassen

Door je handen goed te wassen, spoel je bacteriën weg, ook schadelijke. Was je handen altijd voor het eten en voor het bereiden van voedsel, maar ook na het aanraken van rauw vlees en na toiletbezoek.

 

Scheiden

Door bij de voorbereiding hygiënisch te werk te gaan, voorkom je de kans op kruisbesmetting. Zorg dat bereid eten niet in contact komt met producten die nog rauw zijn. Gebruik apart keukengerei voor gaar en rauw vlees en vis.

 

Verhitten

Door je eten goed te verhitten dood je bacteriën, ook de schadelijke. Verhit warm eten dus goed, vooral vlees, kip, eieren, vis en schaal- en schelpdieren. Schep je eten tussendoor om als je het opwarmt in de magnetron, om de hitte te verdelen.  

 

Koelen

Door je boodschappen en maaltijdrestjes goed gekoeld te bewaren, bederven ze minder snel. Bacteriën vermeerderen zich veel minder snel bij een lage temperatuur. Bewaar bederfelijke producten daarom in de koelkast op 4 °C.

 

http://www.voedingscentrum.nl/Assets/Uploads/voedingscentrum/Images/Consumenten/Mijn%20boodschappen/Veilig%20eten/icoon_kopen.jpg

http://www.voedingscentrum.nl/Assets/Uploads/voedingscentrum/Images/Consumenten/Mijn%20boodschappen/Veilig%20eten/wassen_kleur.png

http://www.voedingscentrum.nl/Assets/Uploads/voedingscentrum/Images/Consumenten/Mijn%20boodschappen/Veilig%20eten/Scheiden_KL.png

http://www.voedingscentrum.nl/Assets/Uploads/voedingscentrum/Images/Consumenten/Mijn%20boodschappen/Veilig%20eten/Koken_KL.png

http://www.voedingscentrum.nl/Assets/Uploads/voedingscentrum/Images/Consumenten/Mijn%20boodschappen/Veilig%20eten/Koelen_KL.png

Kopen

Wassen

Scheiden

Verhitten

Koelen

 

Opdracht 4. Vragen voeding bereiden en bewaren

  1. Noem een tip bij het kopen van voedsel.




  1. Waarom is het belangrijk regelmatig je handen te wassen? Gebruik in je antwoord het woord ‘bacteriën’.




  1. Noem vier momenten waarop je altijd je handen moet wassen.







  1. In de tekst staat: ‘Zorg dat bereid eten niet in contact komt met producten die nog rauw zijn’. Hoe kun je hiervoor zorgen? Geef een voorbeeld.




 

  1. Wat gebeurt er door het verhitten van eten?

A    Dan worden alle bacteriën sneller

B    Dan worden alle bacteriën gedood

C    Dan worden alleen de foute bacteriën gedood

D    Dan worden alleen de goede bacteriën gedood

Theorie. Bewaren

Als je producten gekocht hebt, kun je er veel aan doen om deze producten zo lang mogelijk te bewaren.

Tips voor langer bewaren

  • Stel de temperatuur in de koelkast in op 4°C. Bij die temperatuur vermeerderen bacteriën en schimmels nauwelijks.
  • Schenk melk in bekers en zet het pak terug in de koelkast. Of leg een aantal plakjes vleeswaren op een schaaltje en zet de rest terug in de koelkast. Na een uur buiten de koelkast is de houdbaarheid namelijk al een dag korter geworden.
  • Doe de koelkast snel weer dicht nadat je er iets uit gehaald hebt.
  • Let op de houdbaarheidsdatum als je de boodschappen opruimt. Zet eten met de kortste houdbaarheid vooraan. Dat is vooral belangrijk bij gekoelde producten, want die bederven sneller.  
  • Zet vlees en vis onder in de koelkast. Dat is de koudste plek, bovendien kunnen er zo geen sappen uit het vlees of de vis op andere producten lekken.
  • Bewaar groenten in de groentelade. Daar is de temperatuur wat hoger dan in de rest van de koelkast en zo beschadigen de groenten niet door de kou.
  • Bewaar eieren in de koelkast. Dit verkleint de kans op bederf.    
  • Stel de temperatuur van de vriezer in op ten minste -18 °C. Gooi bederfelijke producten weg als de ‘te gebruiken tot’ datum (TGT) is verlopen.
  • Producten met een ‘ten minste houdbaar tot’ datum (THT), kunnen vaak nog wel gegeten worden tot na deze datum. Kijk, ruik en proef om dit te bepalen.
  • De houdbaarheidsdatum op de verpakking geldt alleen voor ongeopende verpakkingen.
  • Laat kliekjes eerst afkoelen voordat je ze in de koelkast of vriezer zet.
  • Maak de koelkast minstens 1 keer per maand schoon met een sopje. Droog de koelkast met een schone doek, anders kunnen er weer bacteriën uitgroeien.

Opdracht 5. Bewaren

Hoe lang moet je vleeswaren buiten de koelkast bewaren voordat het een dag korter houdbaar is?

Welke temperatuur kan de koelkast het beste hebben (aan de binnenkant)?

Wat betekenen de afkortingen ‘THT’ en ‘TGT’?

Waar in de koelkast moet vlees en vis worden bewaard? Waarom?

Omdat:

 

Hoe vaak moet je minimaal de koelkast schoonmaken?

O Eens per week

O Eens per twee weken

O Eens per maand

O Eens per kwartaal

 

Ga naar http://games.voedingscentrum.nl/vaatdoekje/vaatdoekje.php en speel de drie spellen. Hoeveel punten heb je gehaald?

Behaalde punten bij spel ‘Kiplekker’

 

 Punten

Behaalde punten bij spel ‘Koelbewust’

 

 Punten

Behaalde punten bij spel ‘Boenen’

 

 Punten

Les 2. Schoonmaakmiddelen en Milieu

Je gaat met je team een poster maken over verschillende soorten schoonmaakmiddelen en het effect op het milieu.

Bekijk eerst deze aflevering van

Opdracht 1. Onderzoek doen.

Maak groepen van 3 leerlingen.

Maak met elkaar een interview.

Bekijk de afleveringen van het klokhuis om je te laten inspirenen voor vragen van je interview.

Eisen:

  • Het interview neem je af bij je ouders en minimaal 1 andere volwassenen.

  • Minimaal 3 vragen over ervaringen met verschillende schoonmaakmiddelen voor verschillende ruimtes.

  • Minimaal 3 vragen over de motivaties om deze middelen te gebruiken.

  • Minimaal 3 vragen over de invloed op het milieu van deze middelen.

  • Vragenlijst is uitgewerkt in Word of Publisher.

  • Laat je interview vragen goedkeuren bij de docent.

Bekijk: Schone was

Bekijk:Milieu bewust

Opdracht 2. Video hulp bij ontwerpen.

Video ondersteuning

Bekijk met je groepje 6 of 9 video’s die jullie kunnen gebruiken bij het maken van je ontwerp maken.

https://www.house-of-training.nl/video/welkom-bij-de-cursus-grafisch-vormgeven/

Welke  6/9 videos hebben jullie gebruikt ?

 

     
     
     

Opdracht 3. Poster maken in Publisher.

Maak met elkaar een duidelijk advies in de vorm van een poster voor de geïnterviewd deelnemers.

Denk bij je vormgeving na over:

  • Hoe kan je duidelijk weergeven wat de opbrengst is van jullie gehouden interviews?

  • Wat moet er allemaal duidelijk worden bij het bekijken van de poster?

  • Welke afbeeldingen gaan we gebruiken zijn deze rechten vrij/ of moeten we zelf foto’s maken?

  • Welke teksten komen op de poster.

  • Denk aan je kleurgebruik.

  • Denk aan gebruik van waarschuwingssymbolen.

  • Denk aan gebruik van milieubewuste logo’s.

  • Formaat A1.

Les 3. HACCP

Als je gaat koken in de keuken, ga je bezig met voedingwaren en gereedschappen.

Hoe je hier mee om moet gaan zijn regels aan verbonden. Dit heet HACCP!

HACCP staat voor: HAZARD ANALYSIS CRITICAL CONTROL POINTS ( engels)
Vertaald: Risico-inventarisatie voor voedingsmiddelen

De vraag vandaag is:

Wat moeten we doen voordat we met eten in aanraking komen & waarom?

Bekijk:

Opdracht 1. HACCP Hoe & wat?

De opdracht is als volgt:

1. Maak groepjes van maximaal 2 personen en zoek de antwoorden op de vragen hieronder op:

  • Wat is nu eigenlijk HACCP?

  • Voor wie is het?

  • Waarom is het?

  • Waar komt het vandaan?

  • Beschrijf de zeven principes van HACCP

  • Maak zelf een HACCP tabel die nodig is om aan de HACCP regels te kunnen doen

  • Hoe gaat het bij jullie thuis met de HACCP regels?

  • Wat vinden jullie van de HACCP? Leg ook uit waarom!!

  • Beschrijf waarom hygiëne belangrijk is in de keuken?

  • Wat zijn de keuken/hygiëne regels ?  Afbeeldingsresultaat voor haccp

Opdracht 2. Verslag maken.

Maak een duidelijk verslag inclusief tabel in Word

Werk volgens het stappenplan hieronder: Stappenplan, hoe maak je een goed verslag?

 

1. De voorbereiding

Er zijn diverse bronnen beschikbaar: internet (let er dan wel op dat je betrouwbare bronnen gebruikt!), boeken, kranten, tijdschriften, of personen die wat van het onderwerp af weten. Lees de verkregen informatie goed door en beslis welke informatie relevant is voor jouw onderwerp.

2. Maak een goede indeling van de hoofdstukken

Zoek uit welke informatie bij elkaar hoort en bundel het in losse hoofdstukken.

Onderdelen van het verslag.

a. Titelpagina: de voorkant van het verslag. Op je titelpagina zet je doorgaans de titel van het verslag, je naam, klas, docent, inleverdatum en eventueel een mooie afbeelding van het onderwerp.

b. Inhoudsopgave: in de inhoudsopgave staat vermeld uit welke onderdelen het verslag bestaat en op welke bladzijden deze onderdelen te vinden zijn.

c. Inleiding: in de inleiding vertel je wat er in het verslag besproken wordt.

d. Hoofdstukken: hierin staat alle informatie over het onderwerp besproken. Per hoofdstuk wordt een deelonderwerp behandeld. Elk hoofdstuk is weer in alinea’s verdeeld om het overzichtelijk te maken.

e. Slot: meestal is dit de conclusie of samenvatting. Het kan ook zo zijn dat je je eigen mening over het onderwerp moet geven of dat je terugblikt op het schrijven van het verslag. Wat heb je er van geleerd?

f. Bronvermelding: een overzicht van alle boeken, internetpagina’s, krant- en tijdschriftartikelen die je hebt gebruikt

g. Bijlagen (eventueel): indien je bijlagen hebt, plak je deze achterin het document. Denk aan uitwerkingen, grafieken, schema’s, etc.

Opdracht 3. Netjes & Verzorgd

Zorg ervoor dat je verslag netjes verzorgd is

Bedenk een goede titel en zorg voor een mooie titelpagina.
Werk je verslag daarnaast in het net uit en voeg afbeeldingen toe.

Afbeeldingsresultaat voor titelpagina

Afbeeldingsresultaat voor titelpagina

 

Opdracht 4. Controle

Laat iemand anders het verslag nogmaals doornemen op inhoudelijke en taalfouten.

Verwerk deze voor je het verslag inleverd bij de docent.

Gerelateerde afbeelding

  • Het arrangement HU Minor is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Elleke Zandstra Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2018-11-21 09:45:35
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Module 1. D&P Organiseren van een activiteit. Lessen inkoop, schoonmaakmiddelen, Haccp.
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur en 0 minuten
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.