Werken met Office 365

Werken met Office 365

Home

Welkom bij de 2e Wikiwijs over de basisvaardigheden, deze keer gaan we aan de slag met Office365, het werken met Word, Excel en Powerpoint. Zowel offline en online. Misschien weet je al veel. Misschien nog niet. Hoe dan ook, je gaat aan de slag met opdrachten die je helemaal doorloopt. Aan het einde van les 1, 2 (en 3) heb je een opdracht afgemaakt en gedeeld met je mentor.

 

Je leert:

  • Hoe je een goed verslag maakt waarbij je gebruik maakt van de opties die Word biedt.
  • Hoe je een goede presentatie maakt via Powerpoint waarbij je gebruik maakt van de opties die Powerpoint biedt.
  • Hoe je gemiddeldes kan berekenen, tabellen kan maken en grafieken kan maken met Excel.

 

 

Les 1: Word

Word gebruiken we eigenlijk allemaal al wel. Het is hét programma om teksten mee te schrijven, verslagen te maken enzovoorts.In deze les leren we je hoe je nóg beter gebruik kan maken van een paar goede opties die Word heeft. Ook leren we je om samen te werken binnen 1 document en hoe je alles veilig op kan slaan in je OneDrive, waar we het al eerder over hebben gehad. Let's go!

 

Word openen

Word openen kan op verschillende manieren, sommige mensen hebben Word op hun bureaublad staan, anderen in de taakbalk (onderin), en anderen alleen via het menu.

Via het windows menu heeft iedereen hem staan, dus die leggen we hier uit.

Klik op het 'windows' menu knopje helemaal links onderin je scherm en scroll helemaal onderaan naar de W. Daar zie je dan Word staan. Klik daarop en Word opent zich.

 

 

Basisfuncties Word

Word heeft een aantal basisfuncties, waarvan je de meeste vast al wel kent. We lopen ze toch nog even door, het gaat om een aantal van deze functies:

 


Hieronder geven we per onderdeel een uitleg wat je er mee kan:


Hier kan je het lettertype aanpassen, zo kan je tekst er ook zo uitzien, of misschien vind je dit mooier, of houd je van lekker standaard, of zakelijk. In ieder geval, je kan aanpassen hoe de tekst zelf er uit ziet. Daarnaast kan je hem heel groot , of op standaard houden, of misschien wil je wel heel klein je tekst maken.


 

Met de B je tekst dikgedrukt maken, met de I je tekst schuingedrukt en met de U je tekst onderstrepen. Zo kan je bepaalde tekst nadruk geven, die stukjes tekst vallen dan extra op.

 


Met deze opties kan je er helemaal een feestje van maken. Zo kan je tekst een 3D effect geven, tekst een kleurtje geven, of de achtergrond van de tekst markeren. Ook dit zorgt ervoor dat de tekst extra nadruk krijgt. Dit kan alleen wel soms heel druk overkomen, vandaar dat de opties bij punt 2 vaker gebruikt wordt.


 

Dit gaat over de tekstrichting. Hoe wil je dat je tekst op de pagina staat?

Hier

hier

of hier?

Als je de meest rechterknop gebruikt, dan 'lijn je de tekst uit' en wordt er zo veel mogelijk het blad gevuld, dit ziet er wat rustiger uit. Hieronder een voorbeeldje:

  • Helemaal uitgelijnd:

Ik verscheurde je foto, 'k heb je brieven verbrand. In mijn hart moet ik huilen maar ik doe nonchalant. Ik verscheurde je foto maar ik zie je nog steeds, want ik weet dat ik je nooit meer vergeet.Ik verscheurde je foto, 'k heb je brieven verbrand. In mijn hart moet ik huilen maar ik doe nonchalant. Ik verscheurde je foto maar ik zie je nog steeds, want ik weet dat ik je nooit meer vergeet.

  • Standaard:

Ik verscheurde je foto, 'k heb je brieven verbrand. In mijn hart moet ik huilen maar ik doe nonchalant. Ik verscheurde je foto maar ik zie je nog steeds, want ik weet dat ik je nooit meer vergeet.Ik verscheurde je foto, 'k heb je brieven verbrand. In mijn hart moet ik huilen maar ik doe nonchalant. Ik verscheurde je foto maar ik zie je nog steeds, want ik weet dat ik je nooit meer vergeet.

 

Zie je het verschil aan het einde van regels?



De laatste van de basisfuncties zijn opsommingstekens, waarmee je in het kort iets opsomt. Als het niet belangrijk is in welke volgorde iets is, dan gebruik je de bullets (de bolletjes) of streepjes. Een voorbeeldje:

Er zijn veel soorten herdershonden:

  • Duitse herder
  • Hollandse herder
  • Mechelse herder
  • Turkse herder
  • Australische herder

 

Maar het kan ook zo zijn dat de volgorde van de opsomming belangrijk is, dan gebruik je getallen:

Bij Word heb je bovenin 10 tabbladen staan:

  1. Bestand
  2. Start
  3. Invoegen
  4. Ontwerpen
  5. Indeling
  6. Verwijzingen
  7. Verzendlijsten
  8. Controleren
  9. Beeld
  10. ACROBAT

 


 

OPDRACHT:

Stap 1:

Open het document  "Tractors" hier onderaan de pagina.

 

Stap 2:

Verander het lettertype naar een lettertype dat jij mooi vindt, maak er grootte 12 van.

 

Stap 3:

Geef de titels en tussenkopjes een andere kleur.

 

Stap 4:

Lijn de tekst helemaal uit.

 

Stap 5:

Maak van de soorten trekkers een opsomming zonder volgorde.

 

Stap 6:

Sla het bestand op je OneDrive op. Geef je bestand de naam: "Jouw naam + wordoefening1". Maak een nieuwe map aan met "ICT" en sla daar het bestand in op.

 

Titels en kopjes gebruiken

Bij de opdracht heb je de titels en kopjes een andere kleur gegeven, nu gaan we kijken hoe we dat nog makkelijker kunnen doen. Er is in Word namelijk een functie voor:

 

 

Je kan op 2 manieren deze 'stijlen' gebruiken. Je kan het eerst schrijven, dan de woorden selecteren en dan kijken welke stijl je wilt hebben (Kop 1 is bijvoorbeeld een stijl) en daar op klikken. Maar je kan ook eerst de stijl kiezen en aanklikken en dan gaan typen.

 

  • De titel gebruik je zoals het woord al zegt, voor de titels. Vaak voor een begin van een hoofdstuk bijvoorbeeld.
  • Kop 1 is voor de grote tussenkoppen, zoals een paragraaf.
  • Kop 2 is voor de kleine tussenkoppen.

 

Opdracht

 

  1. Open je bestand over de tractors die hebt opgeslagen bij de vorige oefening.
  2. Gebruik bij de titel ook de stijl 'titel'.
  3. Gebruik bij alle tussenkopjes de stijl 'Kop 1'
  4. Sla het bestand weer op, kies voor 'opslaan als' en maak er "jouw naam + wordoefening2" van.

 

 

Extraatje:

Als je op het driehoekje mét streepje erboven aan de rechterkant klikt kan je kiezen voor "stijl maken", hier kan je dan zelf kiezen hoe de kopjes er uit moeten zien.

Automatische inhoudsopgave

Nu heb je je tekst al voorzien van stijlen. Het mooie hieraan is dat je nu automatisch een inhoudsopgave kunt laten maken. Nu is dit bestand natuurlijk nog niet zo groot, maar er komen straks verslagen die veel meer bladzijdes hebben, dus dan is het wel handig om een inhoudsopgave te hebben. Ik ga je laten zien hoe dat kan:

 

 

Je gaat eerst naar de plek toe waar je de inhoudsopgave wilt hebben, bij deze oefening komt hij helemaal bovenaan te staan, dus zet daar je 'cursor' neer (waar je weer verder kan typen).

Dan ga je:

  1. Naar 'Verwijzingen'
  2. Naar 'Inhoudsopgave'
  3. Kies voor 'automatische inhoudsopgave 1'

 

Als het goed is ziet het er nu ongeveer zo uit:

 

Je hebt nu een inhoudsopgave gemaakt! Zet de inhoudsopgave op de eerste pagina en de tekst op de 2e pagina. Dit kan je doen door met de cursor voor het woord tractor te gaan staan en dan op CTRL + ENTER te drukken. Hou nu het bestand open en ga door naar de volgende opdracht.

Paginanummers

Als je zo'n mooie inhoudsopgave hebt gemaakt, staat er al automatisch een paginanummer achteraan. Alleen staan er nog geen paginanummers op de bladzijdes zelf. Dat gaan we nu doen.

 

Opdracht

 

1. Ga naar 'invoegen'.

2. Klik op 'paginanummer'

3. Klik op 'onderaan pagina'

4. Kies voor de 3e optie.

5. Sla daarna je bestand opnieuw op, kies voor 'bestand' en dan 'opslaan als', verander de naam van het document naar "Jouw naam + wordoefening3".

 

Dan heb je nu de paginanummers aan staan:


Altijd even checken of het is gelukt, als het goed is heb je nu de paginanummers onderaan staan. Zo niet? Dan nog een keer dezelfde stappen doorlopen.

Afbeeldingen gebruiken

We gaan nu de lay out (hoe het er uit ziet) verder aanpassen. Een verslag met tekst is zoals hij nu is (met de kopjes en de opsommingstekens) wel heel overzichtelijk, maar nog niet heel mooi. Een goede afbeelding, of afbeeldingen, erbij zetten maakt een verslag een stuk fijner om te lezen. Een mooie afbeelding helpt ook om de tekst beter te begrijpen.

We hebben hiervoor 2 manieren.

 

Manier 1:

Je hebt een afbeelding al eerder opgeslagen en wilt die gebruiken.

1. Ga naar 'invoegen', kies voor 'afbeeldingen'. Dan opent jouw verkenner map en hier kan je op zoek gaan naar de afbeelding die je er in wilt hebben.

 

Manier 2:

Maar eigenlijk wil ik je deze laten zien.

Kies voor 'invoegen' en dan 'online afbeeldingen'. Zo hoef je niet meer eerst een afbeelding op te slaan, maar kan je hem direct vanaf het internet toevoegen.

 

Bij 'Afbeeldingen zoeken met Bing' kan je in het zoekveld je zoekwoord invullen. Het voordeel van het werken met Bing is dat alle foto's door iedereen gebruikt mogen worden. Bij Google is dit officieel niet zo.

 

Typ nu in het zoekveld 'tractor' in en klik dan op enter. Dan krijg je dit:

 

Selecteer nu 1 foto en klik op 'invoegen'. Zo'n plaatje komt nu op de plek waar jij het laatst stond met je cursor te staan:

 

Dat is niet altijd de mooiste plek. Als jij helemaal precies zelf wilt bepalen waar de afbeelding komt te staan ga je met je muis boven de afbeelding staan, je ziet dan dit icoontje verschijnen:

 

Klik daar op, en dit venster verschijnt:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Je kan dan door de verschillende opties van 'tekstterugloop' te proberen, kijken wat het beste bij jou past. En wanneer je tevreden bent, laat je de afbeelding staan. Klaar!

 

Opdracht

  1. Je hebt manier 2 gevolgd en zo de opdracht gemaakt.
  2. We zijn klaar met het werken in dit bestand. Sla hem voor de laatste keer opnieuw op via 'opslaan als' en sla hem op met "Jouw naam + wordoefening 4".

 

We zijn nog niet helemaal klaar met Word, ga daarvoor naar de volgende bladzijde.

Samen in een word bestand werken

Je krijgt soms een opdracht (van een docent) waarbij je samen iets in moet leveren. Bijvoorbeeld samen een verslag inleveren. Dan is het fijn als je daarin ook samen kunt werken. Helemaal fijn als er 1 iemand ziek is, dan kan je nog steeds verder, want je deelt de bestanden. Ook kan je het bestand met je docent delen, zodat hij of zij kan zien wat jullie doen en jullie eventueel kan helpen. Via Word kan je dit delen heel makkelijk doen:

 

 

Opdracht

 

  1. Klik in de rechterbovenhoek op 'delen'.
  2. Vul de e-mailadressen in bij 'personen uitnodigen'. Weet je de adressen niet? Klik dan op het adresboekje ernaast, en zoek dan naar de namen. Deel het bestand met je mentor.
  3. Klik op delen.
  4. Diegene met wie je het bestand deelt, krijgt een e-mailtje en kan nu ook het bestand bewerken en zo kan je er samen in verder werken.

 

 

Je bent nu klaar met de les over Word!

Les 2: Powerpoint

Powerpoint is hét meest bekende en meest gebruikte programma om presentaties mee te geven. Tijdens deze les geven we je allerlei handige tips om Powerpoint zo goed mogelijk te kunnen gebruiken. We doen dit op eenzelfde manier als bij de les over Word. Je gaat met Powerpoint aan de slag en maakt, door alle stappen door te lopen, een kant en klare powerpoint presentatie. 

 

 

Powerpoint openen

We gaan eerst Powerpoint openen. Dit doe je op dezelfde manier als met Word. Wellicht staat het al op je bureaublad, of op je taakbalk helemaal onderin. Als dat niet zo is, open je het windows menu (met het windows knopje helemaal links onderin) en ga je naar de P van Powerpoint. Als het goed is vind je daar Powerpoint2016.

 

 

Opdracht

  1. Open Powerpoint en open een 'lege presentatie'. Je bent nu klaar om te beginnen met het maken van je Powerpoint!

 

Basis Powerpoint

Als je powerpoint hebt geopend is dit de basis:

 

  • Aan de linkerkant zie je het menu waarop je straks al je dia's ziet staan.
  • Aan de bovenkant heb je het menu om je powerpoint helemaal te maken zoals jij dat wilt.
  • Op het grote scherm zie je de dia waar je op dat moment mee bezig bent.

Indeling dia's

De allereerste dia wordt automatisch aangemaakt en staat ook op de indeling 'titeldia'. Dit is zo omdat alle Powerpoint presentaties beginnen met een soort van voorblad. Op dit voorblad zet je de titel van je presentatie, je eigen naam en eventueel de datum:

 

Nu zie je dat in het linkermenu wat je hebt gedaan ook nog in het klein zichtbaar is. Als je nu een nieuwe dia toe wilt voegen klik je op het driehoekje bij 'nieuwe dia', dan kan je zelf bepalen welke indeling je wilt. Als je op 'nieuwe dia' klikt bepaalt het programma zelf welke indeling je krijgt.

 

Daar kan je een beetje mee spelen om te kijken welke je het prettigst vindt om mee te werken.

 

Opdracht

 

  1. Je vult het voorblad in.
  2. Je kiest een nieuwe dia.
  3. Je slaat het bestand op in OneDrive. Sla het op in de map 'ICT' (die je bij de vorige les van Word hebt aangemaakt) en geef het de naam "JOUW naam + powerpoint1"

 

Ga nu door naar de volgende bladzijde.

Ontwerpen (lay-out)

Ontwerpen heeft 2 kanten, aan de ene kant heb je de inhoud. Wat zet je in een powerpoint en wat ook niet? Aan de andere kant heb je het letterlijke ontwerpen van hoe het er uit komt te zien. Beide gaan we doen bij deze opdracht.

 

Inhoud

Bij een powerpoint is het belangrijk om niet álle tekst die je wilt gaan presenteren in de powerpoint te zetten. Kijk maar even naar onderstaande 2 voorbeelden:

Voorbeeld 1

Voorbeeld 2

 

In voorbeeld 1 staat de hele tekst die een leerling wil presenteren, maar het is zo veel tekst dat het niet duidelijk is voor de doelgroep (voor wie hij presenteert). Bij voorbeeld 2 staan alleen maar steekwoorden, en daardoor zijn het 'kapstokjes' waardoor je doelgroep weet waar het over gaat. Daarnaast staat het veel rustiger.

Dus: Houd rekening met hoeveel tekst je kwijt wilt/moet op je powerpoint!

 

Lay-out (hoe komt het er uit te zien).

Als het goed is is jouw powerpoint presentatie nog helemaal wit. Dat gaan we nu veranderen. Er zijn veel ontwerpmogelijkheden, tijdens deze les leggen we je de belangrijkste uit.

Ga in de bovenste balk naar 'ontwerpen' en klik dan op het driehoekje aan de zijkant. Dan zie je alle ontwerpen van powerpoint.

Het is nu belangrijk om een ontwerp te kiezen dat bij jou past, bij het onderwerp past én dat bij de doelgroep past. Als je bijvoorbeeld een presentatie doet over je kat die net overleden is, zijn vrolijke kleurtjes misschien wat minder fijn. En als je een presentatie zou doen voor alleen maar docenten, of op een ouderavond, dan is het fijn om een rustig ontwerp te kiezen.

 

Opdracht

  1. Neem eerst bij de 2e dia van jouw presentatie de tekst over zoals hierboven voorbeeld 2, zowel de titel als de tekst.
  2. Kies dan een ontwerp uit wat jij vindt passen.
  3. Sla het bestand opnieuw op door naar 'bestand' en 'opslaan als' te gaan. Sla hem dan op onder "Jouw naam + powerpoint2"

 

Overgangen en animaties

Je kan een powerpoint presentatie opleuken door een leuke/gekke overgang van de ene dia naar de andere. Maar let op! Te veel van dit soort 'opleuk' dingen leiden af van jouw presentatie, dus kies bijvoorbeeld voor 1 animatie die je bij elke dia doet. Of gebruik er geen, dat kan natuurlijk ook altijd.

 

Om de overgangen te regelen ga je naar het tabblad 'overgangen'. Daar zie je meteen allerlei opties, probeer ze maar eens uit.

 

Opdracht

 

1. Kies een overgang uit tussen dia 1 en 2.

 

Ga door naar de volgende bladzijde.

Gebruiken afbeeldingen

Je hebt nu al een mooie powerpoint gemaakt. Je hebt nu 2 dia's, je hebt verschillende dia indelingen uitgeprobeerd, je hebt tekst toegevoegd, een ontwerp gekozen én een overgang gekozen. We zijn dus al best ver. Nu gaan we door met nog een belangrijk onderdeel van een powerpoint; afbeeldingen! Powerpoint is juist zo fijn omdat het je doelgroep (het publiek waar je voor presenteert) helpt om je presentatie goed te kunnen volgen. Maar bij powerpoint kan je ook extra aandacht geven aan plaatjes waar dat anders moeilijker zou zijn. Dus we gaan een plaatje  toevoegen!

 

Afbeelding toevoegen

 

Ga naar 'invoegen', kies voor 'online afbeeldingen' en typ kat  in bij het zoekveld. Kies dan een mooi plaatje uit en kies voor 'invoegen'. Je dia ziet er dan ongeveer zo uit:

Superleuk plaatje, maar hij kan nog leuker, vind ik. Aan de randen van het plaatje zie je bolletjes, als je op één van de bolletjes in de hoeken gaat staan met je muis en je 'trekt' hem naar buiten word je plaatje groter en kan je je dia nog mooier maken. Zoiets als dit:

 

Opdracht

 

  1. Ga naar de dia over katten.
  2. Volg de stappen zoals hierboven om een afbeelding toe te voegen.
  3. Sla je bestand opnieuw op onder "Jouw naam + powerpoint 3"

 

Gebruiken video's

Naast afbeeldingen kan je ook video's toevoegen aan je presentatie. Dat kan op meerdere manieren. We laten het je hier zien. Lees eerst deze pagina door en kies daarna pas welke manier je gaat doen voor de opdracht.

 

Optie 1: Een link toevoegen

De makkelijkste manier om een video toe te voegen is om een link in je dia te zetten. Als je naar youtube gaat en je hebt een video gevonden die je wilt delen kan je in de video op dit icoontje klikken in de rechterbovenhoek:

Dan verschijnt er een link, en die kan je kopieren. Als je dan naar je powerpoint presentatie gaat kan je hem via een hyperlink plakken:

Ga hiervoor naar 'invoegen', kies dan voor 'hyperlink', plak het adres bij 'adres' en klik op OK. Het ziet er dan zo uit:

Het werkt wel. Maar het kán nog leuker.

 

Optie 2: Een online video toevoegen

Je kan ook een video écht toevoegen, dat doe je zo:

Ga naar 'invoegen', klik op het driehoekje onder 'video' en kies voor 'onlinevideo..'. Er opent dan een scherm waar je ook op YouTube kan zoeken. Zoek dan naar een leuke kattenvideo, klik hem aan en klik dan op 'invoegen':

Dan staat er al een video in jouw presentatie. Wanneer je de presentatie gaat afspelen druk je alleen nog even op de video en hij start direct.

 

Optie 3: Een eigen video toevoegen

Je kan ook nog een eigen video toevoegen, die op je laptop staat. Omdat je zelf een hele leuke grappige kat hebt (zoals bij dit voorbeeld), of omdat je een video moest maken en dan moet lezen zien. Je volgt dan dezelfde stappen als bij optie 2, alleen kies je dan voor 'video op mijn pc' en zoek je je mappen door om je eigen video toe te voegen.

 

Opdracht

 

  1. Maak een nieuwe dia aan.
  2. Geef de dia een titel.
  3. Voeg een kattenfilmpje toe door één van de bovenstaande opties te kiezen.
  4. Sla hem voor de laatste keer op. Bestand, opslaan als en dan "Jouw naam + powerpoint 4".

 

We zijn bijna klaar met Powerpoint, nog 1 kleine oefening!

Samenwerken in Powerpoint

Je krijgt soms een opdracht (van een docent) waarbij je samen iets in moet leveren. Bijvoorbeeld samen een presentatie voorbereiden. Dan is het fijn als je daarin ook samen kunt werken. Helemaal fijn als er 1 iemand ziek is, dan kan je nog steeds verder, want je deelt de bestanden. Ook kan je het bestand met je docent delen, zodat hij of zij kan zien wat jullie doen en jullie eventueel kan helpen. Via Powerpoint kan je dit delen heel makkelijk doen, net als bij Word.

 

Opdracht

 

  1. Klik in de rechterbovenhoek op 'delen'.
  2. Vul de e-mailadressen in bij 'personen uitnodigen'. Weet je de adressen niet? Klik dan op het adresboekje ernaast, en zoek dan naar de namen. Deel het bestand met je mentor.
  3. Klik op delen.
  4. Diegene met wie je het bestand deelt, krijgt een e-mailtje en kan nu ook het bestand bewerken en zo kan je er samen in verder werken.

 

 

Je bent nu klaar met de les over Powerpoint!

Les 3: Excel

Les 4: Werken met Office365

Als je op je laptop of op de computer op school inlogt, zit je al automatisch in je Office omgeving (je kan meteen Word, Powerpoint en Excel openen als programma). Maar je kan ook op elke andere computer naar je Word, Powerpoint en Excel en hun bestanden gaan. En je kan het ook via je mobiel, iPad, tablet of iets anders bij. Klik daarvoor hierom naar een andere wikiwijs te gaan waar dat uitgelegd wordt. Deze pagina is om je even weer op te frissen hoe je online bij je bestanden komt.

 

 

Inloggen bij Office365

Om in te loggen ga je eerst naar naar zonecollege.nl.

 

Kies voor 'inloggen'

 

 

Kies dan op het woordje 'hier'

 

 

Vul dan in je 31JCaccount in en je wachtwoord in. Je komt dan in je eerste scherm binnen het 'intranet' van Zone. Kies dan voor het blokje Office365.

 

Je zit nu in Office 365. Ga naar een volgende les om meer te weten te komen.  

 

 

 

 

Let op! Misschien krijg je een extra schermpje te zien waarin je wat aanvullende informatie moet invullen:

 

Vul hier je 31JC mail adres in.

 

En vul hier je wachtwoord in.

 

Klik nu op 'Ja'.

 

Nu ben je alsnog aangemeld bij Office365.

Online werken in Word, Powerpoint etc.

Naast je bestanden in kunnen zien, kan je ook echt online werken met Word, Powerpoint en Excel. Als voorbeeld gebruiken we hieronder powerpoint, maar dit kan ook met de andere programma's.

 

Voorbeeld met powerpoint

Als je iets voor een vak zou maken, zou je eerst op een vak moeten klikken. Dat doen we niet, omdat we testen. Je gaat nu naar 'Nieuw' en dan 'Powerpoint-presentatie'. Je gaat dan naar powerpoint.

 

Vanaf hier kan je je presentatie gaan maken. Klik op de tekst in de dia en verander wat. Je ziet dan helemaal bovenin in het midden dat hij meteen jouw presentatie heeft opgeslagen. Waar nu presentatie staat, daar klik je op, dan kan je de naam aanpassen. Geef het de naam 'Test2 + je naam'.

Sluit het bestand af. Als je op de OneDrive pagina bent druk je op f5 bovenaan je toetsenbord, je ververst dan de pagina. Wat zie je dan in het scherm?Als het goed is dit(je moet misschien even naar onder scrollen):

 

Je powerpoint is dan meteen opgeslagen! Handig.

 

 

 

 

 

 

 

OneDrive

Je OneDrive gebruiken op de computer op school of op je laptop is eigenlijk heel makkelijk. Als je onderaan de taakbalk op de gele map klikt, opent de Verkenner map met alle mappen. Dit kun je installeren door de volgende stappen te doorlopen.

Bestanden synchroniseren met OneDrive in Windows (microsoft.com)

Bestanden synchroniseren met OneDrive op Mac OS X (microsoft.com)

 

In de Verkenner map kan je dan aan de linkerkant kiezen voor OneDrive Zone.College. Dan ben je al in je OneDrive.

Je kan ook via internet naar je Word, Powerpoint enzovoorts. Ga hiervoor naar 'Extra: Via internet werken met Office365'.

Opslaan in OneDrive

Als je werk wilt opslaan wanneer je in Word, Excel en Powerpoint iets gemaakt hebt, kan je dat direct opslaan in je OneDrive. Deze pagina is ter info, lees dit door voordat je naar les 2 gaat! Als voorbeeld voor iets opslaan gebruiken we Word.

 

Als je iets gemaakt hebt, en je wilt het opslaan, kies je eerst in de linkerbovenhoek voor 'bestand' en dan 'opslaan als', dan kom je hier:

 

Kies dan voor bladeren, er opent een nieuw venster:

Pak dan je OneDrive Zone.College map (staat aan de rechterkant ergens in het menu) en sla daar je werk in op. Wanneer het kan meteen bij het juiste vak.

Extra: Via je computer opslaan in OneDrive

Excel is een programma dat overal ter wereld gebruikt wordt. En dat komt omdat je in Excel je gegevens goed kunt ordenen, mooie grafieken kunt maken, maar vooral: omdat je in Excel kunt rekenen.

In het filmpje op de volgende pagina zie je dat Excel eigenlijk een rekenblad is met hokjes. Als je je cursor beweegt spring je van hokje naar hokje. Die hokjes gebruiken we om mee te gaan rekenen.

 

 

Excel openen

Excel openen kan op verschillende manieren, sommige mensen hebben Excel op hun bureaublad staan, anderen in de taakbalk (onderin), en anderen alleen via het menu.

Via het windows menu heeft iedereen hem staan, dus die leggen we hier uit.

Klik op het 'windows' menu knopje helemaal links onderin je scherm en scroll helemaal onderaan naar de E. Daar zie je dan Excel staan. Klik daarop en Excel opent zich.

 

 

Opdracht

 

  1. Open Excel.
  2. Open een 'lege werkmap'.
  3. Ga naar de volgende pagina voor de volgende opdracht.

 

Basis Excel

klik op de link wat is Excel onderaan de pagina en bekijk het filmpje 

 

 

 

 

Tabellen

Een tabel is een lijst met gegevens die netjes geordend zijn. Bijvoorbeeld een lijst van alle leerlingen in de klas, op alfabet. Of een lijst van alle cijfers die je hebt gehaald.

Een tabel kent rijen en kolommen.

 

 

Eén hokje in zo'n tabel noem je (in Excel) een cel.

In Excel kun je zo'n geordende lijst heel gemakkelijk maken.

Grafieken

Grafieken zijn heel handig om gegevens in één keer mooi en duidelijk te laten zien
Er zijn verschillende soorten grafieken. De bekendste soorten zijn de kolomgrafiek, de lijngrafiek en het cirkeldiagram. In Excel kun je die grafieken gemakkelijk maken. In het filmpje zie je:

  • Gemakkelijk een grafiek maken
  • Werken met 'aanbevolen grafieken'
  • De opmaak van een grafiek aanpassen

In de volgende video laten ze zien hoe je van een tabel een grafiek kunt maken.

 

Opdracht

  1. Kijk eerst het filmpje één keer helemaal.
  2. Open Excel op je computer/laptop.
  3. Kijk dan het filmpje en doe precies alles wat in het filmpje staat. Zet na elke stap elke keer je filmpje op pauze.
  4. Sla daarna je bestand op in de map 'ICT' met als naam "Jouw naam + Excel1".

 

Staafdiagram / kolomdiagram 1

Grafieken worden in veel vakken gebruikt, bijvoorbeeld in de biologie, economie en wiskunde. Er zijn diverse soorten grafieken. De drie meest gebruikte zijn het cirkeldiagram (soort taartgrafiek), kolomgrafieken/staafdiagrammen en lijngrafieken.

Niet ieder type grafiek is even geschikt voor ieder doel.

Belangrijk om te weten is dat de namen die Excel gebruikt voor de grafieken soms net even anders zijn dan bij wiskunde gebruikelijk is.

Met een staafdiagram kun je onderzoeksresultaten onderling snel vergelijken. De staven staan los van elkaar.

 

In Excel vind je dit diagram onder het kopje ‘kolomdiagram’. Kies daaruit het juiste type. Afhankelijk van het aantal gegevensreeksen wordt steeds één of meer kolommen getoond.

soorten grafieken

Gemiddelden/sommen berekenen

  • Het arrangement Werken met Office 365 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Laatst gewijzigd
    2022-01-21 11:41:27
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Hoe log je in Hoe open je diverse Office programma`s
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur en 0 minuten
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.