Introductie
Als je kijkt naar een groep kinderen, zie je heel veel verschillend gedrag. Het ene kind zit alleen in een hoekje met een auto te spelen, een ander kind zit op de bank en leest een boekje, drie kinderen zijn bezig met klei en aan een andere tafel zitten wat kinderen te kleuren. Op de kinderopvang is dat gedrag, anders dan op school, niet heel gestructureerd: de kinderen kunnen de vrijheid krijgen om te doen waar ze zin in hebben. Kinderen die op het oog maar een beetje wat zitten te doen, zijn zich toch aan het ontwikkelen. Ze proberen uit hoe dingen in elkaar zitten, hoe ze werken of wat er gebeurt als ze het een of ander ermee doen. Dat doen kinderen vaak intens; bijv. kinderen die vaak hetzelfde blokje in hetzelfde gaatje proberen te stoppen.
Ze proberen ook uit hoe sociale relaties werken: wat gebeurt er als ik dat potlood afpak van mijn buurman? Wat gebeurt er als ik ook met dat autootje wil gaan rijden? Hoe reageert de groepsleiding als ik op de tafel klim of als ik hard ga rondhollen? Allemaal praktijkvoorbeelden die je dagelijks meemaakt.
Pedagogen zijn vaak bezig met bedenken hoe je die ontwikkeling van kinderen kunt stimuleren, hoe je als volwassene kunt zorgen dat kinderen zich ontwikkelen, terwijl ze eigenlijk niet veel doen waar ze zin in hebben. Vaak zochten ze dat vooral in de omgeving van de kinderen, meer dan in de bewuste sturing door de volwassenen eromheen. Het idee daar achter is dat kinderen zich het beste kunnen ontwikkelen ‘leren’, als ze het zelf doen, het zelf bedenken; ik ga dit of dat doen.
Doelen
Toetsvormen en criteria
Eindopdracht Ontwikkeling en leren van kinderen
Opdracht:
Kies de pedagoog waar je mee werkt bij de stichting : Reggio Emilia ( Loris Malaguzzi), Emmi Pikler of…..
- Beschrijf de doelgroep waarmee je werkt (ontwikkeling)
- Een korte biografie van de pedagoog
- Een overzicht van de belangrijkste ideeën (uitgewerkt)
- De betekenis van die ideeën voor het dagelijks werk met kinderen
- Wat herken jij van de pedagogiek van de pedagoog op je werkplek
- Een tekst over wat jij vindt van de ideeën van de pedagoog en hoe integreer jij de pedagogiek in jouw handelen?
- Verdiep je in een tweede pedagoog en beschrijf enkele verschillen tussen de twee pedagogen. Wat heeft jouw voorkeur? Leg uit.
Maak gebruik van jouw pedagogisch beleid/werkplan, hfs 3 en 16 (PK 0-4 jr) en hfs 4 (PK 4-13)
Opdracht ‘ontwikkeling en leren van kinderen’
Als je kijkt naar een groep kinderen, zie je heel veel verschillend gedrag. Het ene kind zit alleen in een hoekje met een auto te spelen, een ander kind zit op de bank en leest een boekje, drie kinderen zijn bezig met klei en aan een andere tafel zitten wat kinderen te kleuren. Op de kinderopvang is dat gedrag, anders dan op school, niet heel gestructureerd: de kinderen kunnen de vrijheid krijgen om te doen waar ze zin in hebben. Kinderen die op het oog maar een beetje wat zitten te doen, zijn zich toch aan het ontwikkelen. Ze proberen uit hoe dingen in elkaar zitten, hoe ze werken of wat er gebeurt als ze het een of ander ermee doen. Dat doen kinderen vaak intens; bijv. kinderen die vaak hetzelfde blokje in hetzelfde gaatje proberen te stoppen.
Ze proberen ook uit hoe sociale relaties werken: wat gebeurt er als ik dat potlood afpak van mijn buurman? Wat gebeurt er als ik ook met dat autootje wil gaan rijden? Hoe reageert de groepsleiding als ik op de tafel klim of als ik hard ga rondhollen? Allemaal praktijkvoorbeelden die je dagelijks meemaakt.
Pedagogen zijn vaak bezig met bedenken hoe je die ontwikkeling van kinderen kunt stimuleren, hoe je als volwassene kunt zorgen dat kinderen zich ontwikkelen, terwijl ze eigenlijk niet veel doen waar ze zin in hebben. Vaak zochten ze dat vooral in de omgeving van de kinderen, meer dan in de bewuste sturing door de volwassenen eromheen. Het idee daar achter is dat kinderen zich het beste kunnen ontwikkelen ‘leren’, als ze het zelf doen, het zelf bedenken; ik ga dit of dat doen.
Opdracht:
Kies de pedagoog waar je mee werkt bij de stichting : Reggio Emilia ( Loris Malaguzzi), Emmi Pikler of…..
- Beschrijf de doelgroep waarmee je werkt (ontwikkeling)
- Een korte biografie van de pedagoog
- Een overzicht van de belangrijkste ideeën (uitgewerkt)
- De betekenis van die ideeën voor het dagelijks werk met kinderen
- Wat herken jij van de pedagogiek van de pedagoog op je werkplek
- Een tekst over wat jij vindt van de ideeën van de pedagoog en hoe integreer jij de pedagogiek in jouw handelen?
- Verdiep je in een tweede pedagoog en beschrijf enkele verschillen tussen de twee pedagogen. Wat heeft jouw voorkeur? Leg uit.
Maak gebruik van jouw pedagogisch beleid/werkplan, hfs 3 en 16 (PK 0-4 jr) en hfs 4 (PK 4-13)
Opdracht
Organisatie en planning
Les 1
Lesdoelen
|
Introductie op het vak
|
Theorie
|
Pedagogisch kader 0-4 en 4-12
|
Suggesties leeractiviteiten
|
|
Evaluatie lesdoelen
|
|
Huiswerk
|
Voorbereiding presentatie Vygotski
|
Les 2
Les 3
Les 4
Lesdoelen
|
|
Theorie
|
|
Suggesties leeractiviteiten
|
|
Evaluatie lesdoelen/ bijdrage PIT
|
|
Huiswerk
|
|
Les 5
Lesdoelen
|
|
Theorie
|
|
Suggesties leeractiviteiten
|
|
Evaluatie lesdoelen/ bijdrage PIT
|
|
Huiswerk
|
|
Les 6
Lesdoelen
|
|
Theorie
|
|
Suggesties leeractiviteiten
|
|
Evaluatie lesdoelen/ bijdrage PIT
|
|
Huiswerk
|
|
Les 7
Lesdoelen
|
|
Theorie
|
|
Suggesties leeractiviteiten
|
|
Evaluatie lesdoelen/ bijdrage PIT
|
|
Huiswerk
|
|
Les 8
Lesdoelen
|
|
Theorie
|
|
Suggesties leeractiviteiten
|
|
Evaluatie lesdoelen/ bijdrage PIT
|
|
Huiswerk
|
|
Inspiratie