Na het einde van de laatste ijstijd werden in het Midden-Oosten voor het eerst akkers aangelegd.
Dat maakte dat mensen voor hun levensonderhoud niet langer helemaal afhankelijk zijn van hun omgeving, van de manier waarop door het klimaat en de planten- en dierenwereld landschappen zijn gemaakt.
Ze zijn steeds meer in staat om bestaande landschappen om te vormen naar eigen behoeften. Mensen zijn nu zelfs in staat om hele nieuwe landschappen te maken.
Hoe dat in zijn werk gaat, komt met enkele praktijkvoorbeelden in deze opdracht aan de orde.
Wat ga je leren?
Hoofdvraag
Hoe veranderen mensen landschappen en hoe scheppen ze nieuwe landschappen om in hun behoeften te voorzien?
Deelvragen
Waarom veranderen of scheppen mensen landschappen?
Waaraan kun je landschappen herkennen die door mensen zijn veranderd of gemaakt?
Op welke geofactoren proberen mensen greep te krijgen om landschappen te veranderen of te scheppen?
Als mensen een of meer geofactoren door ingrijpen beïnvloeden, veranderen ook andere geofactoren. Hoe kan dat?
Begrippen
Geofactoren:
gesteente en reliëf
klimaat en lucht
bodem
water
flora
fauna
de mens
Wat ga je doen?
Activiteiten
Vooraf
Voorkennis
Bestudeer de Kennisbank en maak de instaptoets.
Aan de slag
Stap 1
Je ziet duidelijk verschil tussen landschappen die door mensen zijn aangepakt en ongerepte landschappen. Zoom met Google Earth in op landschappen in Nederland.
Stap 2
Lees hoe Tiwanaku-boeren in het Andesgebied en Arabieren in Spanje op slimme wijze landbouwgrond creëerden door terrasvormig land aan te leggen en de grond te irrigeren.
Stap 3
Lees en kijk de video over de aanleg van de Aswan Dam in Egypte en welke voordelen deze dam biedt voor de omgeving.
Stap 4
Wat terrassenlandschappen zijn en hoe ze worden toegepast, zoek je uit in deze oefening.
Stap 5
Je leest hier over hoe door menselijk handelen de Afsluitdijk en een aantal polders werden aangelegd.
Afronding
Samenvattend
Maak een begrippenlijst. Vergelijk deze met een klasgenoot.
Eindopdracht A
Maak de eindtoets.
Eindopdracht B
Onderzoek met Google Earth een gebied in je omgeving en maak een verslag.
Examenvragen
Maak de eindexamenvragen.
Terugkijken
Kijk terug op de opdracht.
Tijd
Voor deze opdracht staat een belasting van ongeveer 3 SLU.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Voordat de landbouw was uitgevonden, konden landschappen worden omschreven als: “gebieden die in hun uiterlijk een geheel vormen, bestaande uit een aantal natuurlijke elementen die zich op een bepaalde manier tot elkaar verhouden, die een onderlinge samenhang vertonen (grondsoort, reliëf, waterhuishouding, bodem, hoogteligging, het vormt een dynamisch systeem)”.
Maar nu moet deze omschrijving worden aangevuld met: “en uit een aantal door de mens aangebrachte bouwstenen (bewoningsvorm, grondgebruik, verkaveling, infrastructuur)”.
Het verschil tussen de periode voor de uitvinding van de landbouw en de huidige tijd is vanaf grote hoogte of vanuit de ruimte nog goed te zien, want er zijn nog landschappen die niet door menselijk ingrijpen zijn veranderd.
Geofactoren
Het ingrijpen van de mens heeft allerlei gevolgen voor gesteente en reliëf, planten- en dierenwereld, bodem, water, dampkring en klimaat. Dat zijn allemaal factoren, die we geofactoren noemen, waardoor landschappen ontstaan en vormgegeven worden.
In deze opdracht laten we het klimaat buiten beschouwing en spreken we alleen over de dampkring.
Als mensen bossen rooien en akkers aanleggen, verdwijnen sommige soorten dieren en planten en komen er andere voor in de plaats. De lucht wordt dan minder vochtig omdat een landschap met minder of geen bomen minder waterdamp afgeeft aan de lucht.
Als mensen op de akkers bestrijdingsmiddelen spuiten om schadelijke planten en dieren te doden, sterven niet alleen die soorten uit, maar ook andere soorten die met de giftige stoffen in aanraking komen.
Als mensen één geofactor beïnvloeden binnen dit dynamische systeem, dan veranderen andere geofactoren ook, vanwege de onderlinge relaties, zonder dat het de bedoeling is.
Hoe dat komt, zie je in dit videofragment: van 0.30 min. “Laten we beginnen met” tot 3.29 min. “waarbij alles met elkaar te maken heeft."
Stap 2: Slimme landbouw
Tiwanaku-boeren waren slimme boeren
De Altiplano is een hoogvlakte in de Andes die aan weerszijden van de grens tussen Bolivia en Peru ligt. Op die vlakte ligt het Tititacameer. Deze vlakte heeft een klimaat dat trekjes heeft van een hooggebergteklimaat. Het waait er vaak hard en ’s nachts daalt de temperatuur vaak tot onder het vriespunt. Ook varieert de hoeveelheid neerslag die er valt sterk van jaar tot jaar. In sommige jaren valt voldoende regen voor een goede groei van de gewassen, in andere jaren verdorren de gewassen min of meer en valt de oogst schraal uit. Er vallen op de Altiplano ook nog regelmatig hagelbuien die schade aanrichten aan gewassen. Kortom: het is een gruwelijk klimaat en niet bepaald geschikt om landbouw te bedrijven. Tenzij je het doet zoals de Tiwanaku-boeren het deden, tussen de 1e en 12e eeuw na Chr. De Tiwanaku leefden destijds op de Altiplano. Hun nazaten, de Aymara’s, wonen er nog.
In het landschap in de buurt van het Titicacameer legden de boeren verhoogde velden aan. Eerst legden ze een laag klei op de bodem die vrijwel geen water doorlaat en daarbovenop een laag grind en zanderige grond die water kan vasthouden. De velden waren vijf tot tien meter breed en 200 meter lang. Tussen de velden groeven de boeren greppels. Ze vulden die greppels en hielden die gevuld met water dat ze via natuurlijke geulen en kanalen aanvoerden uit heuvels in de buurt. Samen vormden de greppels, geulen en kanalen een irrigatiesysteem waarmee de gewassen beschermd konden worden tegen de gevolgen van langdurige droogte. De akkerbouwers voerden precies zoveel water aan als nodig was om de grond van de velden voldoende vochtig te houden. Uiteindelijk werd het water van het irrigatiesysteem via aquaducten naar het Titicacameer afgevoerd.
Arabieren in Spanje (711-1492)
De Arabieren of Moren kwamen in de achtste eeuw naar Spanje en zijn er acht eeuwen gebleven. Het heeft Spanje geen slecht gedaan. De Moren hebben, gewend aan droogte, allerlei technieken geïntroduceerd waarmee sinaasappels, saffraan en andere tropische producten werden geteeld. Met hun vernuftige irrigatiesystemen kon zelfs bergachtig land worden gecultiveerd.
Door de aanleg van terrassen in combinatie met bevloeiingskanalen konden steile berghellingen worden benut. In de Alpujarras (bergachtige streek in Andalusië) zijn hiervan nog genoeg voorbeelden te vinden. Water uit smeltwaterriviertjes, grotere rivieren en regenwater werd met behulp van onder- en bovengrondse kanalen met dammen, zijriviertjes via de akkers naar de zee geleid.
Men diende er met beleid en uitgebalanceerde technieken voor te zorgen dat het water in voldoende hoeveelheden, niet te snel (overstroming) en niet te langzaam (stagnatie) naar de gewassen werd gevoerd.
Waar geen gebruik van smeltwater gemaakt kon worden, boorden de Arabieren met behulp van slimme apparaten die door dieren in beweging werden gebracht, naar water in dieper gelegen bronnen en brachten dit naar de oppervlakte, waar het in grote reservoirs werd opgeslagen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De nieuwe Hoge Aswandam en de oudere Lage Aswandam zijn twee dammen die de Nijl bij Aswan in Egypte afsluiten. De stuwdam creëerde het meer van Nasser, een 550 kilometer lang reservoir dat deels in Sudan ligt.
Vroeger overstroomde de Nijl elk jaar in de zomer. Deze overstromingen lieten vruchtbaar slib achter op de oevers van de Nijl, waardoor de bodem ideaal was voor landbouw. De overstromingen waren echter onvoorspelbaar en richtten vaak schade aan. Daarom werd het nodig geacht om ze beheersbaar te maken door middel van een dam.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Kijk naar de video ‘Gemaakt land’.
Achtereenvolgens zie je de aanleg van de Afsluitdijk en de aanleg van de Wieringermeerpolder, de Noordoostpolder, Westelijk en Zuidelijk Flevoland.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Jullie doen het onderzoek in groepen van twee of drie.
Voor het onderzoek heb je Google Earth nodig. Dit programma laat je vanuit de ruimte inzoomen op de aarde.
Zoek met je muis naar en zoom in op een landschap in jouw buurt/jouw provincie dat door menselijk ingrijpen is veranderd of nieuw is gevormd.
Om het gebied dat je onderzoekt op Google Earth vast te leggen, kun je het ook 'Toevoegen aan Project'.
Ga met wat je in dat landschap aantreft na met welke reden mensen het landschap hebben veranderd.
Ga ook na welke geofactoren mensen daarbij hebben gewijzigd.
Van dat onderzoek maken jullie een verslag met afbeeldingen.
Hoe je zo'n verslag kunt maken, lees je in de Gereedschapskist.
In overleg met jullie docent kunnen jullie het onderzochte landschap voor de klas toelichten.
Lever het verslag daarna in bij je docent.
Beoordeling
Jullie docent zal jullie verslag op de volgende punten beoordelen:
Is het verhaal van jullie verslag duidelijk en helder uitgelegd?
Heb je bij de geofactoren die zijn benoemd ook goede omschrijvingen gegeven?
Sluiten afbeeldingen in het verslag goed aan bij het verhaal en vullen ze het verhaal goed aan?
Een verslag is een goede manier om een onderzoek te beschrijven dat je hebt uitgevoerd.
Examenvragen
Op deze pagina vind je examenvragen van ExamenKracht van vorige jaren.
De vragen sluiten zo goed mogelijk aan bij de opdracht die je net hebt afgerond.
Maak bij het beantwoorden ook gebruik van dat wat je al eerder geleerd hebt. Als je de vraag niet kunt beantwoorden, probeer het dan later opnieuw. Nadat je een vraag beantwoord hebt, kun je deze zelf nakijken en je score aangeven.
Meer oefenen?
Wil je met nog meer examenvragen oefenen?
Als je school deelneemt aan VO-content kun je verder oefenen door in te loggen op ExamenKracht (www.examenkracht.nl).
Terugkijken
Intro
Lees de Introductie van de opdracht nog eens door.
Kreeg je bij het lezen een goede indruk over wat er in deze opdracht besproken wordt?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de hoofdvraag en deelvragen nog eens door.
Kun je uitleggen wat geofactoren zijn en wat ze te maken hebben met het veranderen van landschappen?
Hoe ging het?
Tijd
Voor deze opdracht staat ongeveer 3 SLU.
Had je voldoende tijd voor deze opdracht?
Inhoud
In de opdracht vergelijk je ongerepte landschappen met door mensen aangelegde landschappen.
Kun je uitleggen met welk doel mensen landschappen creëren of veranderen?
Samenvattend
Was het eenvoudig om de genoemde begrippen te omschrijven?
Vond je het nuttig om de begrippen met een klasgenoot te vergelijken?
Eindopdrachten
Heb je de eindtoets gemaakt? Had je een goede score?
Heb je met klasgenoten met Google Earth een landschap in je buurt bestudeerd?
Zijn jullie erachter gekomen welke geofactoren zijn gewijzigd bij de aanleg van het landschap?
Examenvragen
Heb je geoefend met de examenvragen? Had je veel antwoorden goed?
Het arrangement Mensen (her)scheppen landschappen - h45 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Aardrijkskunde voor HAVO leerjaar 4 & 5. In het domein "Aarde'' wordt het thema ''Mensen (her)scheppen landschappen'' besproken. In dit onderdeel wordt besproken hoe menselijk ingrijpen invloed heeft op verschillende geofactoren, waaronder gesteente en reliëf, planten- en dierenwereld, bodem, water, dampkring en klimaat. Twee voorbeelden worden gebruikt om te laten zien hoe slimme landbouw mogelijk is: de Tiwanaku-boeren en de Arabieren in Spanje. Vervolgens wordt de Aswandam bij de Nijl besproken, die de mogelijkheid biedt om water door te laten wanneer dat stroomafwaarts nodig is. Het terraslandschap wordt ook behandeld, waarbij wordt uitgelegd hoe landbouw in bergachtige gebieden mogelijk wordt gemaakt. Als laatste wordt ons eigen land, Nederland, belicht. Hier wordt verteld hoe we als Nederlanders land hebben gemaakt van grond die eerder de zee was. Deze voorbeelden illustreren de impact van menselijke activiteiten op onze omgeving en hoe we slimme technieken kunnen toepassen om het land optimaal te benutten en het milieu te beschermen.
Leerniveau
HAVO 4;
HAVO 5;
Leerinhoud en doelen
Landschappen (en menselijke activiteit);
Aardrijkskunde;
Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Aardrijkskunde voor HAVO leerjaar 4 & 5. In het domein "Aarde'' wordt het thema ''Mensen (her)scheppen landschappen'' besproken. In dit onderdeel wordt besproken hoe menselijk ingrijpen invloed heeft op verschillende geofactoren, waaronder gesteente en reliëf, planten- en dierenwereld, bodem, water, dampkring en klimaat. Twee voorbeelden worden gebruikt om te laten zien hoe slimme landbouw mogelijk is: de Tiwanaku-boeren en de Arabieren in Spanje. Vervolgens wordt de Aswandam bij de Nijl besproken, die de mogelijkheid biedt om water door te laten wanneer dat stroomafwaarts nodig is. Het terraslandschap wordt ook behandeld, waarbij wordt uitgelegd hoe landbouw in bergachtige gebieden mogelijk wordt gemaakt. Als laatste wordt ons eigen land, Nederland, belicht. Hier wordt verteld hoe we als Nederlanders land hebben gemaakt van grond die eerder de zee was. Deze voorbeelden illustreren de impact van menselijke activiteiten op onze omgeving en hoe we slimme technieken kunnen toepassen om het land optimaal te benutten en het milieu te beschermen.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Mensen (her)scheppen landschappen
Slimme landbouw
De Aswandam
Terraslandschappen
Land uit zee
Mensen (her)scheppen landschappen
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.