Argumenteren

Argumenteren

Vooraf

Waarom oefenen met argumenteren?

Dagelijks gebruiken we argumenten zonder dat we er erg in hebben. Denk bijvoorbeeld aan een gesprek dat je hebt met vrienden over de keuze van jullie vakantiebestemming. Grote kans dat je met argumenten aangeeft waarom je wel naar Turkije wilt en niet naar Griekenland.

Ook als (toekomstig) technicus ga je argumenten gebruiken. Klanten, collega’s en leidinggevenden kunnen vragen waarom materiaal A wel geschikt is en B niet. Daarnaast bestaat de mogelijkheid dat het bedrijf waar je werkzaam bent aan jou vraagt een opdracht van een klant uit te werken. Aan die klant zul je dan je keuzes verantwoorden en kies je bijvoorbeeld juist materiaal C, omdat na brononderzoek gebleken is dat dit materiaal goedkoper is, maar toch ook dezelfde functionaliteit heeft als materiaal A of B.

De belangrijkste functie van argumenteren is overtuigen. Zowel in het dagelijks leven als tijdens je werk heb je daarmee te maken. Dit komt voor tijdens verschillende situaties. Ook tijdens vergaderingen en sollicitatiegesprekken worden vaak argumenten gebruikt.

Ten slotte staan we er ook bij stil dat bij het examen Spreken en Gesprekken overtuigen centraal staat en je daarop beoordeeld wordt. Goed overtuigen helpt je om een mooi cijfer te halen!

 

Leerdoelen

De leerdoelen  van deze periode zijn, dat je:

  • een onderscheid kunt maken tussen standpunt en argument
  • een onderscheid kunt aangeven tussen drogreden en argument
  • een schriftelijk betoog kunt schrijven met een inleiding, stelling, standpunt, drie argumenten en een conclusie. Daarbij maak je gebruik van signaalwoorden.

Inhoud van de lesstof

Je leert argumenteren vooral door te lezen, te luisteren en door veel te oefenen. Daar ga je met deze WikiWijs mee aan de slag. Hier vind je uitleg, filmpjes, achtergrondinformatie en oefeningen om te maken. De opdrachten kun je zelfstandig doorlopen en er zijn ook samenwerkingsoefeningen.

Ten slotte is er aan het einde van de periode een eindtoets: het schriftelijk betoog.

Bij vragen kun je altijd terecht bij de docent.

Heel veel succes!

Wat kun je al?

Maak een keuze uit een van de twee artikelen, lees het en maak daarna de vragen.

Deze oefening heeft te maken met het herkennen van standpunten en argumenten. In deze WikiWijs oefen je met argumenten, tegenargumenten, ontkrachtingen en conclusies. Daarnaast leer je signaalwoorden te herkennen en te gebruiken in je schriftelijk betoog.

Uitleg Argumenteren: de basis

In het onderstaande filmpje wordt uitgelegd wat de basis is van argumenteren

Samengevat:

De signaalwoorden die gebruikt kunnen worden staan in de onderstaande lijst. Overigens zijn er meer signaalwoorden opgenomen dan in het filmpje genoemd zijn. Je kunt ze allemaal bij de oefeningen gebruiken.

 

Signaalwoorden om je standpunt duidelijk te maken

Ik vind

Volgens mij

Dus, daarom

Kortom

Daarom

Ik denk dat

Ik ben van mening dat

Mijn mening is

Signaalwoorden om je argumenten kracht bij te zetten

Want

Omdat

Doordat

Aangezien

Gezien het feit dat

Immers

Namelijk

Signaalwoorden om je tegenargument te ondersteunen

Maar

Echter

Hiertegenover

Aan de andere kant

Anderzijds

 

Oefening met tekst

Oefening met tekst 1

Lees de onderstaande teksten en maak daarna de vragen

Formule 1 in Nederland: ja, het kan. En nee, het moet niet. En als we er dan toch iets van vinden… dus dan maar in Zandvoort, of nee, in Assen… Maxmania mag dan door ons land razen, dat wil niet zeggen dat iedereen staat te juichen bij het idee van een F1-race in ons land(je). Daarom zijn we het nog niet eens over wáár dat dan zou moeten gebeuren.

Bron: De Telegraaf

Oefening met tekst 2

Te beginnen met de tegenstanders - en dat zijn er best wat. Zij wijzen vooral op de nadelige (milieu)-effecten van het Formule 1-circus. frederiquedujardin118 zegt bijvoorbeeld: „Want, willen we iets aan het milieu doen, dan zullen we uiteindelijk met dit soort ongein als eerste moeten stoppen. Bovendien geeft het een hoop herrie en luchtvervuiling.” En Kees_1001 ziet de rekening al op de deurmat vallen: „Racen, vliegen, zware industrie… het kan allemaal niet op, zolang de burger maar klimaatneutraal wordt en naar mijn mening gaat de burger hiervoor de hoofdprijs betalen.” Dus, zegt poesje44852: „Laat de F1 toch lekker in België, omdat we daar gewoon naar toe kunnen rijden Scheelt files, CO2 en gezeik.”

Oefening met tekst 3

Dat neemt niet weg dat een aanzienlijke groep bezoekers van Telegraaf.nl datzelfde lawaaiige, extravagante, maar ook glamoureuze en spannende evenement maar wat graag ziet komen. Jean B vat dat het kortste samen: „ Ik vind het mooi, als dat komt?” En daar is dannyvdmoo334 het hartgrondig mee eens, maar die ziet beren op de weg: „Absoluut! Moet weer komen. Maar die ouwetjes verzieken het voor de rest in hun te dure flat aan de kust.” Daarmee verwijst hij kennelijk naar de Zandvoort-pensionado’s, de uitgewerkte Nederlanders die van hun spaarcentjes een flatje hebben gekocht aan de Zandvoortse boulevard en mogelijk helemaal niet zitten te wachten op ’een bak herrie’ in hun dorp.

Oefening met tekst 4

Races kunnen in Zandvoort alleen in de winter georganiseerd worden, omdat In de rest van het jaar en vooral in de zomer de badplaats stampvol is .” Hij (of zij) concludeert dan ook: „Daarom zou Assen immers een goede keuze zijn . In Drenthe is er meer steun voor het evenement en Assen is goed bereikbaar. Parkeerproblemen kennen ze daar ook niet.”

Deeloefeningen Argumenteren: de basis

Toets: Deeloefening 1

Start

Oefening: Deeloefening 2

Start

Uitleg schriftelijk betoog

Hoe schrijf ik een vlammend betoog?

In het filmpje is uitgelegd hoe je een betoog kunt schrijven. Hieronder vind je de gesproken tekst uitgewerkt.

 

Meer ogen, meer veiligheid

Zondagavond zag ik in het journaal dat cameratoezicht in discussie is, maar het werkt wel goed. Daarom vind ik het hoognodig dat er op zoveel mogelijk plaatsen veel camera’s geplaats worden. In dit betoog ga ik mijn mening geven of cameratoezicht een goed idee is. Zelf ben ik het eens met deze stelling.

Mijn eerste argument om meer camera’s te plaatsen is dat mensen zich beter gedragen en het werkt dus preventief.

Ten tweede blijkt dat als er meer camera’s komen dat er minder agenten nodig zijn op straat. Dit is dus goedkoper en agenten kunnen zich meer richten op het vangen van de boeven.

Als laatst argument geeft cameratoezicht een gevoel van veiligheid en zijn mensen minder bang.

Cameratoezicht is helaas geen goed idee, omdat het de privacy schendt van de burger, maar bij normaal gedrag heb je ook niets te vrezen en hoef je dus ook niet bang te zijn.

Daarnaast is het ook nog zo dat de opgenomen beelden vaag en onbruikbaar zijn. Gelukkig wordt de techniek steeds beter en de beelden zijn dan ook bruikbaarder.

Ten slotte concludeer ik  dat cameratoezicht preventief werkt, minder geld kost en dat mensen zich veiliger voelen. Burgers hoeven niet bang te zijn voor privacy en in de toekomst zullen de beelden steeds beter worden. Kortom, cameratoezicht heeft ontzettend veel voordelen en het wordt de hoogste tijd dat er meer veiligheid en extra ogen op straat komen.

 

Bij het volgende tabblad staan we stil bij de opbouw van het betoog.

Opbouw schriftelijk betoog

Voor de opbouw van het betoog kijk je vooral naar de volgorde en het gebruik van witregels en alinea's.

Meer ogen, meer veiligheid

Zondagavond zag ik in het journaal dat cameratoezicht in discussie is, maar het werkt wel goed. Daarom vind ik het hoognodig dat er op zoveel mogelijk plaatsen veel camera’s geplaats worden. In dit betoog ga ik mijn mening geven of cameratoezicht een goed idee is. Zelf ben ik het met deze stelling eens.

Mijn eerste argument om meer camera’s te plaatsen is dat mensen zich beter gedragen en het werkt dus preventief.

Ten tweede blijkt dat als er meer camera’s komen dat er minder agenten nodig zijn op straat. Dit is dus goedkoper en agenten kunnen zich meer richten op het vangen van de boeven.

Als laatste argument geeft cameratoezicht een gevoel van veiligheid en zijn mensen minder bang.

Cameratoezicht is helaas geen goed idee,omdat het de privacy schendt van de burger, maar bij normaal gedrag heb je ook niets te vrezen en hoef je dus ook niet bang te zijn.

Daarnaast is het ook nog zo dat de opgenomen beelden vaag en onbruikbaar zijn. Gelukkig wordt de techniek steeds beter en de beelden zijn dan ook bruikbaarder

Ten slotte concludeer ik  dat cameratoezicht preventief werkt, minder geld kost en dat mensen zich veiliger voelen. Burgers hoeven niet bang te zijn voor privacy en in de toekomst zullen de beelden steeds beter worden. Kortom, cameratoezicht heeft ontzettend veel voordelen en het wordt de hoogste tijd dat er meer veiligheid en extra ogen op straat komen

 

Luister naar het geluidsfragment.

Opbouw betoog:

Begrippen

Als je een betoog gaat schrijven dan maak je gebruik van verschillende begrippen.

Hieronder een lijstje:

Stelling

Uitspraak waar je het mee eens of oneens bent

Standpunt

Uitspraak waarvan je probeert aan te tonen dat die juist of terecht is

Argument

De uitspraak/onderbouwing van het standpunt

Tegenargument

De uitspraak/onderbouwing die een andere uitspraak ontkracht/afzwakt

Verwerping

De uitspraak/onderbouwing die een tegenargument ontkracht/afzwakt

Signaalwoorden

Woorden die gebruikt worden om standpunt, argumenten en tegenargumenten aan te geven

Betoog

Een standpunt dat ondersteund is door minimaal één argument. Een betoog kan zowel mondeling als schriftelijk gedaan worden.

Drogreden

Oneerlijk of bedrieglijk argument. Soms worden onware argumenten ook als drogredenen beschouwd.

 

Argumenten en drogredenen kunnen worden ingedeeld naar soort. De volgende PowerPoint geeft daar uitleg over.

 

Deeltoets Argumenten en drogredenen

Wellicht dat je begint te begrijpen welke verschillende soorten argumenten en drogredenen er zijn. Met de volgende deeltoets neem je dat nog een keertje door. Hierbij koppel je de uitspraak aan het juiste soort argument of drogreden.

https://learningapps.org/view5259776

Oefening schriftelijk betoog

De volgende stap is het zelf schrijven van een betoog. We beginnen met het schrijven van een betoog over de Willemsorde. Kijk nogmaals naar het filmpje en maak daarna de vragen.

De Willemsorde

In de vorige oefening heb je gebruik gemaakt van een schrijfschema dat er als volgt uitziet:

 

Onderwerp: de Willemsorde

Opbouw

Onderwerp

Wat weet ik erover?

Gebruik steekwoorden

Titel

 

 

Alinea 1

Inleiding, stelling en standpunt

 

Alinea 2

Eerste argument

 

Alinea 3

Tweede argument

 

Alinea 4

Tegenargument en afzwakking

 

Alinea 5

Conclusie

 

 

Het schrijfschema ga je ook gebruiken bij de verdiepingsoefeningen, maar eerst ga de opdrachten maken op Studiemeter die bij het volgende tabblad staan beschreven

 

Studiemeter

Tot nu toe heb je veel geoefend met onder andere signaalwoorden. Het oefenen van signaalwoorden vind je ook terug op Studiemeter. Datgene wat je tot nu toe geleerd hebt kun je daarbij gebruiken.

Maak op Studiemeter van de methode ViaStarttaal Online van Stijl minimaal drie oefeningen van:

1. Tenzij/mits/hoewel

2. Want/maar/omdat

 

Verdiepingsoefeningen schriftelijk betoog

Maak minimaal twee van de drie verdiepingsoefeningen. De afzonderlijke onderdelen heb je al eerder geoefend:

Voor iedere oefening maak je gebruik van het stappenplan voor het schrijven van een overtuigende tekst:

  1. Lees het artikel
  2. Vul het schrijfschema in. Dit mag in een Word document, maar mag ook met papier en pen

Schrijfschema

Naam leerling:

Datum:

Onderwerp:

Opbouw

Onderwerp

Wat weet ik erover?

Gebruik steekwoorden

Titel

 

 

Alinea 1

Inleiding, stelling en standpunt

 

Alinea 2

Eerste argument

 

Alinea 3

Tweede argument

 

Alinea 4

Tegenargument en afzwakking

 

Alinea 5

Conclusie

 

 

  1. Schrijf je tekst (eerste versie)  Dit doe je met pen en papier, omdat ook het examen Schrijven met een pen gebeurt.
  2. Laat je tekst door een klasgenoot controleren
  3. Bespreek samen wat je kunt verbeteren. Let daarbij ook op spelling, formulering en interpunctie
  4. Herschrijf je tekst (tweede versie) met verbeteringen.
  5. Lever het schrijfschema, de eerste versie en de tweede versie in bij de docent

Verdiepingsoefening 3 Uitslapen

De eindtoets

Als je alle oefeningen van deze module hebt doorlopen mag je de eindtoets gaan maken. Vraag de toets aan bij de docent.

Wat neem je mee? Natuurlijk een pen!

Wat krijg je van de docent? 

1. De toetsopdracht

2. Een artikel

3. Het schrijfschema

4. Papier voor de eerste en tweede versie

 

De toets wordt beoordeeld op:

1. Conventies ( 2 punten): titel en gebruik van witregels en alinea's

2. Inhoud ( 6 punten): inleiding, argumenten, tegenargument en afzwakking en conclusie

3. Taal ( maximaal 5 punten): spelling, formulering en zinsbouw

 

Enquete

Jouw mening vinden we belangrijk!

We vinden het prettig als jij je mening geeft over deze digitale module. Klik op de link en laat het ons weten.

 

Enquête digitale module Argumenteren