Als je een betoog gaat schrijven dan maak je gebruik van verschillende begrippen.
Hieronder een lijstje:
Stelling |
Uitspraak waar je het mee eens of oneens bent |
Standpunt |
Uitspraak waarvan je probeert aan te tonen dat die juist of terecht is |
Argument |
De uitspraak/onderbouwing van het standpunt |
Tegenargument |
De uitspraak/onderbouwing die een andere uitspraak ontkracht/afzwakt |
Verwerping |
De uitspraak/onderbouwing die een tegenargument ontkracht/afzwakt |
Signaalwoorden |
Woorden die gebruikt worden om standpunt, argumenten en tegenargumenten aan te geven |
Betoog |
Een standpunt dat ondersteund is door minimaal één argument. Een betoog kan zowel mondeling als schriftelijk gedaan worden. |
Drogreden |
Oneerlijk of bedrieglijk argument. Soms worden onware argumenten ook als drogredenen beschouwd. |
Argumenten en drogredenen kunnen worden ingedeeld naar soort. De volgende PowerPoint geeft daar uitleg over.