Hierna volgen vijf vragen. Vul het juiste antwoord in. Kies dan een woord dat betrekking heeft op een mening, standpunt, een argument of een tegenargument.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.