Module Lezen V4 - kopie 3

Module Lezen V4 - kopie 3

Start

Inleiding

Goed kunnen lezen is erg belangrijk. Tijdens je studie en later als je werkt, zul je merken dat teksten steeds moeilijker worden.
Het is daarom belangrijk dat je leesvaardigheid en tekstinzicht geoefend worden.
Leesvaardigheid is ook een belangrijk onderdeel van het Centraal Examen.

In de module Lezen komen aan de orde:

  • Leesstrategieën
  • Schrijfdoelen en tekstsoorten
  • Publiekgerichtheid
  • Tekstopbouw
    (de indeling, vaste tekststructuren, de alinea en tekstverbanden)

Planning

De module 'Leesvaardigheid' bestaat uit de volgende onderdelen:

Onderdeel Tijd
Inleiding 1 les
Leesstrategieën 2 lessen
Tekstsoort 3 lessen
Publieksgericht 2 lessen
Tekstbouw 1 2 lessen
Tekstopbouw 2 2 lessen
Extra 2 lessen
Totaal 14 lessen

Leesstrategien

Inleiding

Bekijk voordat je de theorie over leesstrategieën gaat bestuderen eerst het volgende filmpje:


Als je daarna de theorie goed hebt bestudeerd, ga je de bijbehorende opdrachten maken. Je kan de opdrachten zelf nakijken, maar vraag hulp aan je docent als je er niet uit komt.
Als je de opdrachten hebt gemaakt, kun je verder gaan met het onderdeel Schrijfdoelen en tekstsoorten.

Een tekst lezen kan je op verschillende manieren, met verschillende strategieën.
Welke strategie je kiest, hangt af van het doel waarmee je de tekst wilt lezen.
Bepaal dus altijd eerst je doel en kies daarna de juiste leesstrategie.

In de Kennisbank vind je de verschillende strategieën, de mogelijke doelen en de aanpak die je het beste kan gebruiken. Klik op de Kennisbank om ze te bekijken.

KB:​ Leesstrategieën

Opdracht 1

Hieronder staan twaalf leessituaties.
Hoe lees je de verschillende teksten uit nummer 1 tot en met 12?
Bepaal wat de gebruikte strategie is.

  1. In een boek over levensovertuigingen de historische wortels van het humanisme vinden.
  2. In een folder van Baobab kijken naar mogelijke vakantiebestemmingen in Nepal.
  3. Als je informatie over het humanisme hebt gevonden, kom je moeilijke woorden tegen en je zoekt de betekenis daarvan op.
  4. Je leest de flaptekst.
  5. Een tekst doorlezen, voordat je de vragen gaat lezen en maken.
  6. Bij het leren van een proefwerk Geschiedenis over Europa onderstreep je de hoofdzaken.
  7. Je bepaalt wat de hoofdgedachte van de tekst is.
  8. Je bladert de folder van Pritachtigmark door.
  9. Je zoekt in een tekst naar de verbanden tussen de verschillende onderdelen.
  10. Je kijkt wie een bepaald artikel heeft geschreven en waar het gepubliceerd is.
  11. Je leest een hoofdstuk over de Tachtigjarige Oorlog op verschillende manieren, maakt een uittreksel en leest dat meerdere malen door.
  12. Je zoekt in de catalogus van jullie bibliotheek naar een boek voor je lijst.

Opdracht 2

  1. Oriënterend lezen
    1. Lees van de tekst ‘Niet te bevatten’ de titel, de eerste en de laatste alinea.
    2. Bepaal onderwerp, tekstdoel en tekstsoort.
    3. Wie is de auteur?
    4. Wat is de bron?
    5. Bekijk de illustratie.
  2. Intensief lezen
    1. Lees de tekst helemaal.
    2. Zoek de betekenis op van:
      • periferie, controverse en favelas.
    3. “onlangs van de aardbodem verdwenen toestel van deze maatschappij”
      Waar verwijst hij naar?
    4. Wat is de aanleiding tot dit artikel?
    5. Wat is de hoofdgedachte?

 

Tekst - 'Niet te bevatten'
Het verdrietigst word ik van de BN’ers die op Twitter gaan zeggen dat ze het heel erg vinden en dat ze meeleven met de nabestaanden van de slachtoffers. Daar zit je als intens verdrietige familie echt op te wachten. Dat een of andere niet te harden zangeres, een door haar grote tieten beroemd fotomodel en een bejaarde sportjournalist met je meeleven. Daar knap je echt van op. Dat maakt het verlies stukken draaglijker. Vorige week meldde hetzelfde showbizzspul nog dat ze het van de zwemmer Ian Thorpe zo moedig vonden dat hij eindelijk heeft bekend dat hij de rugslag toch het lekkerste vindt. Ook daar hebben ze uitgebreid over getwitterd. Was die Australische zwemnicht trouwens heel blij mee.

Dat Willem-Alexander laat weten dat hij het verschrikkelijk vindt, snap ik. Dat is zijn werk. Daar hebben we hem voor. En ook Rutte en Opstelten moeten zich laten horen. En dat verder allerlei mensen uit de periferie van de slachtoffers melden dat het niet te bevatten is begrijp ik ook, maar die ijdeltuitende BN’ers die hun volgers laten weten dat ze er zo mee zitten. Donderstraal toch een eind op. Las ook dat een of andere middeleeuwse SGP’er de slachtoffers zou gedenken in zijn gebeden. Tot wie bidt hij dan? God? Die net als zijn collega Allah al dit zinloze geweld al eeuwen door de vingers ziet?

Vorige week hing ik wat rond op mijn iPad en las mijn vrouw vijf vlak onder elkaar staande nieuwskoppen voor. Over seksueel misbruik, hongersnood, vluchtelingenkampen, raketaanvallen en massaontvoeringen van pubermeisjes. Daarna wenste ik haar een prettige vakantie. Hier kon ze niet om lachen. Op diezelfde iPad zocht ik daarna een lekker restaurant in het Franse plaatsje waar we op dit moment vertoeven. Daar constateerden we dat het huidige geweld in de wereld niet veel erger is dan in onze jeugd. Toen hadden we Vietnam, Cambodja, Lichtend Pad, Hutu’s, Tutsi’s en andere open haarden. In die tijd speelden Israël en Palestina trouwens ook al in de eredivisie. Na dit geconstateerd te hebben kozen we allebei vis en bestelden daar een flesje Saint Veran bij. Toen vroeg ik mijn vrouw wat ze eigenlijk van de controverse tussen Van Persie en Van Hooijdonk vond. Hier moest ze wel om lachen. Toen ik haar probeerde uit te leggen hoe het zat tussen Hugo Borst en Louis van Gaal viel ze in slaap. Ze werd weer wakker toen ik haar vertelde dat een meneer in de buurt van Rotterdam van zijn geamputeerde been een staande schemerlamp laat maken. Ik vertelde haar dat ik overweeg om als ik tachtig ben een bedlampje van mijn lul te laten fabriceren. Mijn vrouw vroeg wanneer ik eindelijk volwassen werd.
Op dat zelfde moment pakten aardige mensen hun koffers. Stoned van de voorpret gingen ze op reis naar het Verre Oosten. Sommigen gingen zelfs nog verder. Voor een congresje naar Australië. Ze vlogen Malaysia Airlines en ik vrees dat ze naar aanleiding van het onlangs van de aardbodem verdwenen toestel van deze maatschappij allemaal een zelfde soort grapje hebben gemaakt. Onschuldige voorpret. Niet wetende dat ze hun noodlot tegemoet vlogen.

Zomaar uit de lucht gehaald door een stel idioten die vinden dat ze gelijk hebben. Poetin ontkent, Oekraïne ook en bange Rutte let goed op zijn woorden omdat de handelsbelangen te groot zijn. Die bloembollen! Onderhand is ons land terecht in shock en hangt er hier in Frankrijk geen vlag halfstok. Ze hebben het gelezen en vinden het ook heel erg. Waarna ze overgaan tot de orde van de dag. Geen Bekende Fransman of -vrouw die op twitter laat weten dat ie meeleeft met de nabestaanden.

Of ik het niet verschrikkelijk vind? Natuurlijk wel. Maar het is al jaren overal verschrikkelijk. Mijn lange leven lang. Overal en ergens. Vooral ergens anders. Daar waar we normaal op tien kilometer hoogte overheen vliegen. En nu heeft een oetlul een paar van ons uit de lucht geknald en zijn we in shock. Terecht. Maar moeten we niet eigenlijk altijd in shock zijn? Om alles en iedereen. Vorige maand voetbalden we voor miljarden dollars nog probleemloos naast de creperende favelas. Geen BN’er twitterde daar iets over. Ik ook niet. Pas als Van Gaal er was neergeknald. Dan hadden we geschreeuwd en gehuild: „Niet te bevatten!”

Bron: NRC - Niet te bevatten

Tekstsoort

Inleiding

Als iemand iets schrijft, heeft hij een doel met die tekst: dat wat hij wil bereiken.
Om dat doel te bereiken, kiest hij het soort tekst waarmee hij dat doel het beste kan bereiken.
Bekijk voordat je de theorie gaat bestuderen eerst het volgende filmpje:


Klik op de Kennisbank om de belangrijkste schrijfdoelen en tekstsoorten te bekijken.

KB: Doelen en soorten teksten

Doelen en soorten teksten
Een schrijver van een amuserende tekst wil jou vermaken.
Hij speelt in op je gevoelens en zal je willen ontroeren of aan het lachen proberen te maken. Amuserende teksten zijn bijna altijd fictie (zie opmerking hieronder), maar ook bijvoorbeeld een column zal vaak naast informerend en overtuigend ook amuserend willen zijn.
Veel teksten willen je informeren. De schrijver wil dan kennis met je delen.
Als de tekst je ook iets wil leren, spreken we van een uiteenzetting.
De eigen mening van de schrijver zal hierbij geen rol spelen.

Een speciale vorm van informeren is beschouwen/opiniëren.
In een beschouwing wordt een onderwerp op verschillende manieren bekeken.
Welke meningen zijn erover, wat voor een oplossingen zijn er, wat zijn de voor- en nadelen van de oplossingen? In een betogende test wil de schrijver dat jij zijn standpunt gaat delen. Hij zal argumenten voor zijn standpunt geven, bijvoorbeeld dat Zwarte Piet wel of niet moet blijven in zijn huidige verschijningsvorm.
Als een schrijver wil dat je iets gaat doen, spreken we van activeren.
Als je bijvoorbeeld iemand nomineert voor de Ice Bucket Challenge, dan wil je dat hij een emmer ijswater over je hoofd giet en dat hij een donatie doet aan de ALS Association.

Opmerking zakelijke ↔ fictionele teksten

 

  • Zakelijke teksten gaan over gebeurtenissen in de werkelijkheid.
    De lezer mag verwachten dat ze ware feiten bevatten.
    Berichten in kranten, op websites van kranten en teksten in studieboeken noemen we ook wel non-fictie.
  • Fictionele teksten gaan niet over werkelijk gebeurde zaken.
    De schrijver heeft ze bedacht.
    De personen en gebeurtenissen bestaan niet in het echt.
    Daarom noemen we stripverhalen, verhalen, romans en gedichten: fictie.

Opdracht 3

Maak de opdrachten bij de volgende tekst:

Tekst


Vaders hebben voortaan niet twee, maar vijf dagen verlof na de geboorte van hun kind.
Ook krijgt een vader het bevallingsverlof van de moeder als zij overlijdt bij de geboorte van hun kind.
Dat heeft minister Asscher vanmiddag gezegd na afloop van de ministerraad, die in verband met Goede Vrijdag een dagje naar voren geschoven was. Hij zei: “Het gaat om een uitbreiding van het verlof van twee naar vijf dagen. Dat geeft de vader net een volle week de tijd om bij hun pasgeboren kind te zijn.”


Asscher maakte zich al langer sterk voor een uitbreiding van het vaderverlof - onbetaalde vrije dagen die door de werkgever niet geweigerd kunnen worden.
Eind vorig jaar zei hij in het zondagse programma van Eva Jinek dat de eerste vijf dagen na de geboorte cruciaal zijn voor de band tussen ouder en kind.
Vijf dagen is alsnog niet veel, erkende Asscher vandaag, maar hij ziet het desondanks als een belangrijke uitbreiding. “Je ziet dat als vaders heel jong betrokken zijn bij de opvoeding van hun kinderen, ze later ook betere afspraken maken over de verdeling tussen werk en zorg.”

Voor vaders die als enige ouder achterblijven, was ‘niets geregeld’
Op jaarbasis komt daar nog eens een kleine groep van zo’n 25 vaders bij die hun vrouw verliezen tijdens de bevalling van een kind.
Zij nemen voortaan het verlof van de vrouw (tien weken) over. Asscher: “Voor hen was niets geregeld. Je wilt dat een vader relatief onbezorgd voor zijn kind kan zorgen. Het gaat om tien weken, het bevallingsverlof van de vrouw neemt hij dan over.”
Asscher maakte ook bekend dat het kabinet heeft besloten dat werkenden die voor een zieke vriend of bekende zorgen voortaan recht hebben op zorgverlof. “In deze tijd hebben mensen allerlei verbanden. Dus niet alleen maar de eerstegraads familie”, aldus Asscher. “Je moet wel kunnen aantonen dat het echt nodig is.”

Bron:
NRC Nieuws


Vragen 

  1. Noteer het onderwerp.
  2. Wat is het tekstdoel?
  3. Wat is de tekstsoort?

 

Opdracht 4

Maak de opdracht bij de volgende tekst:

Tekst
Er zijn veel clichémanieren om een horrorfilm op gang te krijgen, maar het 'reizigers in noodweer kloppen aan bij een spookhuis'-begin is toch echt de topper.
In het geval van The Damned belandt een Amerikaanse familie met Colombiaanse aanhang bij een omineus verlaten hotel, ergens in het Colombiaanse achterland.
De eigenaar blijkt een jong meisje in de kelder gevangen te houden, dat daar natuurlijk niet voor niets zit en al net zo vanzelfsprekend door onze helden wordt bevrijd.

Vervolgens breekt de hel los binnen de krakende muren van het hotel en neemt het luie scenario steeds stommere wendingen richting het verrassend bedoelde eindbeeld.
Het zal allemaal wel, denk je al gauw.
Twee sterren voor het soms geïnspireerde camerawerk.

Bron: Volkskrant


Vragen

  1. Noteer het onderwerp.
  2. Wat is het tekstdoel?
  3. Wat is de hoofdgedachte?
  4. Wat is de tekstsoort?
  5. “Twee sterren voor het soms geïnspireerde camerawerk.”
    Hoeveel sterren zal de film zelf krijgen, denk je?

Bekijk het filmpje:
 

Opdracht 5

Maak de opdracht bij de volgende tekst:

Tekst
Nerds zijn populairder dan ooit. De ‘Big Bang Theory’ is een hit op tv, de term ‘nerd’ is een soort van coole geuzennaam geworden en ze zijn gewild bij de vrouwtjes. Echt waar.

 

Na de Apple-geniuses zijn het nu de bèta’s in het algemeen: volgens wiskundemeisje Ionica Smeets zijn zij de beste vriendjes ever. En zij kan het weten, want ze kent ze en is er met een getrouwd. Om te bewijzen dat ze gelijk heeft, tikte ze zeven overtuigende argumenten op. In Volkskrant Magazine beschreef Smeets de voordelen van een bètaman als vriendje:

Hij is slim
Een lekker lijf of een sportieve inborst zijn handig, maar deze mannen zijn slim. Heel slim. Stel je voor dat hij met z’n analytische hersens een perfect weekendje weg plant. Dat moet wel fantastisch worden. Oh, en er is een dikke kans dat hij rijk wordt, want daar hebben bèta’s een handje van.

Hij is volwassen
Een bètaman zit tot zijn 25e in de boeken/achter de computer/aan de soldeerbout en is daardoor waarschijnlijk geen voetbalhooligan of partyanimal geworden. Hij stelt zich niet aan, weet wie hij is en is trots op wat hij kan zonder dat hij daarover loopt te patsen.

Hij heeft een baan
In tijden van crisis is er genoeg werk voor de bètaman. Blijkbaar komen vooral statistici gemakkelijk aan de bak. Handig om te weten, bij het jagen of zoeken op datingsites.

Hij is enthousiast
Herinner je je Alexander Klöpping bij DWDD? Hij is enthousiast als hij over techniek en gadgets praat en stuitert nog net niet van z’n stoel als hij een echt leuk nieuwtje heeft. De bètaman doet niet aan cool en onverschillig en dat maakt ‘m eh, cool!

Hij is handig
Mannen zijn sowieso handig om lampen in te draaien en kleine klusjes in huis op te knappen, maar bètamannen zijn nog net een stukje handiger. Ze zorgen ervoor dat je wifi het doet en dat je via je laptop Spotify op je stereo kan besturen.

Hij heeft tijd voor je
De meeste nerds – en ik gebruik ‘t woord liefdevol – houden niet van sport en hebben weinig sociale verplichtingen dus hij heeft tijd genoeg voor jou. En als jij dan eens op stap wil met je vriendinnen, kan hij best zonder je. Hij heeft vast wat leuks te doen: een boek over programmeren lezen bijvoorbeeld of iets met een soldeerbout.

Hij leert snel
Hij weet misschien niet zo goed waar je de beste cocktails kan krijgen of wat er in de mode is, maar hij is slim dus hij leert snel. Met een beetje hulp – en een goede motivatie – kan hij gemakkelijk een superslimme hipster worden. Win-win!

Bron: ​Dating Blog
 


Vragen

  1. Noteer het onderwerp.
  2. Wat wil Ionica Smeets met dit artikel bereiken?
  3. Wat is een nerd?
  4. Welke leesstrategie paste je toe om erachter te komen wat een nerd is?

 

Opdracht 6

Maak de opdracht bij de volgende tekst:

Tekst
In de Verenigde Staten gaan kalasjnikov-geweren als warme broodjes over de toonbank, nadat de regering van president Obama de import van het wapen had verboden. Dat meldt de Amerikaanse krant The Washington Post.
De Amerikanen hebben sancties ingesteld tegen de maker van de kalasjnikov, het Russische Kalasjnikov Concern, waardoor het wapen niet meer geïmporteerd mag worden. Het is een van de maatregelen tegen Rusland in het Oekraïne-conflict. Na de bekendmaking begonnen wapenfanaten vrijwel direct het wapen op grote schaal in te slaan.

Koopdrift
Dat er ook veel soortgelijke wapens te koop zijn waar geen verbod op rust maakt de kopers niet uit. "Het Russische origineel wordt beschouwd als een van de beste", zegt een woordvoerder van een van de grootste wapenimporteurs in de VS tegen The Washington Post.
Jaarlijks worden tienduizenden kalasjnikovs in de Verenigde Staten geïmporteerd en verkocht. Omdat de wapens zo in trek zijn, levert dat wapenhandelaren nu veel geld op. Maar de sanctie kan er volgens Amerikaanse experts toe leiden dat ze op de illegale markt komen als ze in reguliere wapenwinkels niet meer te koop zijn.

Investering
Er zijn volgens de krant ook klanten die het geweer kopen als investering. Zij denken dat het in de toekomst een 'collector's item' wordt dat veel geld gaat opleveren. Sommigen hadden hiervoor nooit wapens in huis. Die groei van het aantal wapenbezitters kan leiden tot gevaarlijke situaties, zo wordt er gewaarschuwd.
Ook al verdienen de wapenhandelaren nu goed aan het wapenembargo, ze maken zich wel druk om de toekomst. Volgens sommigen is de maatregel een eerste stap om de verspreiding van wapens in de VS aan banden te leggen.

Michail Kalasjnikov
De Rus Michail Kalasjnikov was de ontwerper van het automatische vuurwapen, dat ook AK-47 heet.
Hij overleed vorig jaar december en kreeg een staatsbegrafenis.
Zijn geweer is wereldwijd erg populair. In een brief aan de patriarch van de Russisch-Orthodoxe Kerk heeft Kalasjnikov op latere leeftijd nog geschreven dat hij er psychisch onder leed dat door zijn uitvinding zo veel mensen zijn gedood.

Bron: NOS


Vragen
Beantwoord nu de volgende vragen door het juiste antwoord te kiezen.

  1. Wat is het onderwerp van deze tekst?
    1. De kalasjnikov
    2. Maatregelen tegen Rusland
    3. Koopdrift
  2. Wat is het doel van de schrijver?
    1. Informeren
    2. Amuseren
    3. Opiniëren
    4. Activeren
    5. Overtuigen
  3. Wat is de tekstsoort?

Publieksgericht

Inleiding

Een goede schrijver houdt bij het schrijven van zijn teksten rekening met zijn publiek.
Hij past zijn toon en taalgebruik aan bij wat zijn publiek verwacht en ook houdt hij rekening met wat al bekend is over het onderwerp.

Bekijk voordat je verder gaat met de theorie eerst het volgende filmpje:


Klik op de Kennisbank om erachter te komen voor welk publiek een tekst geschreven is.

KB: Publiekgerichte teksten

 

Opdracht 7

Voor welk publiek zijn de volgende teksten bedoeld?
Geef per tekst aan voor welke doelgroep ze bedoeld zijn.

Tekst 1
Begin op tijd
Waar veel leerlingen de fout in gaan, is dat ze het kiezen van een vervolgopleiding te lang uitstellen. Je krijgt dan dat ze tijdens de periode van de examens nog een studie moeten kiezen en soms wordt dit zelfs pas in de vakantie besloten. Hierdoor heeft de leerling vaak een verkeerd beeld van de opleiding en zal in veel gevallen vervroegd stoppen. Dit is natuurlijk zonde. Als je in VWO 4 en VWO 5 al veel open dagen hebt bezocht zal dit niet zo snel gebeuren. Door je vroeg te oriënteren kun je er veel tijd aan besteden en een goede keuze maken.

Enorm aanbod
Er is een enorm aanbod aan studies. Hierdoor wordt de keuze moeilijk. Er zijn tegenwoordig zoveel verschillende studies dat je gewoon niet weet waar je moet beginnen. Wat je kunt doen is het maken van een studiekeuzetest, hierover dadelijk meer. Als je dan eindelijk op een studie bent uitgekomen, dan kun je die vaak ook nog bij meerdere universiteiten doen. Vaak zit er dan een miniem verschil tussen die opleidingen. Het is dan verstandig om bij alle universiteiten een keer langs te gaan.

Studiekeuzetest
Een studiekeuzetest kan erg handig zijn, maar kan ook misleidend zijn. Zo zijn er een aantal studiekeuzetesten van opleidingen die je sowieso een bepaalde opleiding als advies geven. Dit geeft natuurlijk een verkeerd beeld van de perfecte studie voor jou. Het is daarom verstandig om meerdere studiekeuzetesten te doen en te kijken welke opleidingen veel voorkomen in de top tien. Deze opleidingen kun je vanaf nu in de gaten gaan houden. Kijk naar de opleidingen die je leuk lijken, maar ook naar de gene waar je nog niet zo veel van weet.

Open dagen
Als je eenmaal een lijstje hebt met een aantal opleidingen waar je meer over wilt weten, kun je naar open dagen gaan. Deze worden meerdere keren per jaar door universiteiten georganiseerd. Vaak wordt je overdonderd met prijzen die de opleidingen en universiteit de afgelopen jaren hebben ontvangen, maar hier heb je eigenlijk niet zo veel aan. Wat je vooral moet doen is met studenten praten. Deze weten waar je tegen aan loopt en waarom de opleiding bij hun past.

Meeloopdagen
Als je lijstje met opleidingen is geslonken tot een paar opleidingen is het handig om meeloopdagen te gaan bezoeken. Hierbij loop je een dag mee met een student en krijg je een goede indruk hoe alles gaat. Waarschijnlijk ga je colleges volgen waar je weinig van snapt, omdat jij qua stof nog een jaar achter loopt. Toch kun je een goede indruk krijgen van de opleidingen die je bezoekt. Hopelijk kun je na de meeloopdagen een geschikte studie kiezen.

(Digitaal) Proefstuderen
Als je er na de meeloopdagen nog niet uit bent kun je ervoor kiezen om te gaan proefstuderen. Dit kan zowel digitaal als op de universiteit zelf. Hierbij krijg je alvast een voorproefje van de opleiding. Vaak zullen de opdrachten leuk zijn en goed bij de opleiding passen.

Bron: Educatie en School

Tekst 2
Een verhuizing naar een verzorgingshuis gaat vaak met veel gemengde gevoelens gepaard.
Het is een periode van verandering, van loslaten en van onzekerheid voor de persoon in kwestie.
Niet alle spulletjes, waaraan dikwijls herinneringen zijn verbonden, kunnen meeverhuizen.
Dat wat meegaat, moet zo zorgvuldig mogelijk worden ingepakt en op de plaats van bestemming weer worden uitgepakt.
Bij een verhuizing naar een verzorgingshuis is het belangrijk dat alles meteen een plekje krijgt, zodat er een huiselijk gevoel ontstaat en het gevoel van leegte snel verdwijnt.

Seniorenhulp Nederland heeft veel mensen geholpen die in dezelfde situatie zaten en helpt u bij alle facetten van een verhuizing naar een verzorgingshuis.
Wij zorgen voor het verhuizen en richten de nieuwe kamer ook weer in.
De oude woonruimte laten wij leeg en schoon achter. Zo is de ruimte acceptabel voor de verhuurder of makelaar. Seniorenhulp Nederland zoekt voor de spulletjes, die bij een verhuizing naar een verzorgingshuis niet meegaan, een goede nieuwe plek bij mensen die dit nodig hebben.
Wij dragen diverse stichtingen en goede doelen een warm hart toe.

Voor een complete verhuizing naar een verzorgingshuis belt u met Seniorenhulp Nederland op 010- 888 22 15.
Vraag onze brochure aan en vertrouw op onze expertise.

Bron: Seniorenhulp

Tekst 3
Taaladvies
  • Stel hier uw vraag
Nieuwe adviezen
  • Het regent pijpestelen
  • Eenheidsworst
  • De tweeling is/zijn
  • Achterbaks zijn
  • Paal en perk aan iets stellen
Populaire adviezen
  • Hun / hen
  • Er + voorzetsel + werkwoord: los of aaneen
  • Staande uitdrukkingen: ten alle tijden / te allen tijde
  • Verwijswoorden: haar, zijn, hem, het, zij, hij
  • Lange afstandsloper / langeafstandsloper
  • Engelse werkwoorden in het Nederlands (algemene regels)
  • Meld u aan / meldt u aan
Spreek van de week
  • Het regent pijpestelen. Waar komt 'Het regent pijpestelen' vandaan en wat wordt ermee bedoeld?
Woordpost
  • nefast funest, rampzalig

Bron: Onze taal

Tekst 4
"Het begin van de wijsbegeerte is de verwondering"
"De ziel van de mens is onsterfelijk en onvergankelijk"

Plato is met Aristoteles de grootste filosoof van de Oudheid. Zijn dialogen, waarin Socrates een prominente rol speelt, behoren tot het hoogtepunt van de westerse filosofie.
Plato wordt geboren in een aristocratische familie tijdens de Gouden Eeuw van Athene. Hij is voorbestemd tot een politieke carrière, maar besluit onder invloed van Socrates zijn leven te wijden aan filosofie. Na de terechtstelling van Socrates richt Plato buiten de stad een filosofische school op, de Academie.

In de Phaedo beschrijft Plato voor het eerst zijn 'ideeënleer': in een metafysische, alleen voor het denken toegankelijke wereld, bestaan oervormen van de concrete, in de alledaagse werkelijkheid waar te nemen dingen. Dat verklaart waarom dingen herkenbaar zijn en blijven, maar tegelijkertijd toch voortdurend veranderen. Zo blijft een paard te herkennen als paard, ook als het slechts drie poten heeft, zwart of wit is, of gaandeweg ouder wordt - de essentie van het paard blijft bestaan.

Bovenaan deze ideeënwereld staan 'het goede, ware en schone.' Zij wakkeren het verlangen om goed te doen, de drang naar juiste kennis en de zoektocht naar schoonheid aan. De zetel van deze drang naar het hogere is de ziel, het onsterfelijke deel van de mens. Het lichaam is volgens Plato een kerker, waaruit de ziel bij de dood ontsnapt. Tijdens ons leven kunnen we al een voorschot nemen op onsterfelijkheid door filosofie te beoefenen. In de beroemde vergelijking van de grot vergelijkt Plato ons met gevangenen die met de rug naar het licht de schaduwen op de muur voor de echte werkelijkheid houden. Filosofen gaan op zoek naar de bron van het licht en proberen mensen te behoeden voor deze schijnkennis.

Ook Plato's opvattingen over staatkunde vloeien voort uit deze ideeënleer. In de Politeia beschrijft hij de ideale staatsvorm: een maatschappij die geleid wordt door vorsten die kennis hebben van de ideeën zodat zij als rechtvaardige 'filosoof-koningen' regeren.

Bron: Filosofie - Plato

Opdracht 8

Je docent verdeelt de klas in groepjes van ongeveer vier leerlingen.
Deze groep zoekt op internet de website van een roddelblad, een populairwetenschappelijk en een wetenschappelijk tijdschrift.

Je bekijkt in hoeverre de tijdschriften wat betreft taalgebruik, onderwerp en lay-out overeenkomen met de besproken kenmerken in de theorie.

Gebruik daarvoor dit formulier.

Tekstopbouw 1

Inleiding

Tekstindeling
Een zakelijke tekst (artikel, brief, beschouwing, enzovoort) heeft vaak een vaste indeling: inleiding, middenstuk en slot. Elk deel heeft een specifieke functie en kan uit meer dan één alinea bestaan. Het middenstuk bestaat meestal uit verschillende alinea’s, inleiding en slot vaak uit één.

KB: Functies van tekstdelen

Tekststructuur
Veel teksten zijn opgebouwd volgens een vaste structuur. Het is belangrijk dat je die herkent omdat je daardoor de tekst beter begrijpt. Deze structuren geven antwoord op een aantal vragen. Als je je voorbereidt op het schrijven van een tekst, is je schrijfplan volledig als je antwoorden hebt op de onderliggende vragen. Bestudeer het volgende onderdeel in de Kennisbank.

KB: Tekststructuur

De theorie over tekstindeling en tekststructuren wordt samengevat in het filmpje:

 

Opdracht 9

Tekstopbouw: vaste tekststructuren
Vaste tekststructuren geven antwoord op een aantal vaste vragen.
Bijvoorbeeld bij de voor- en nadelenstructuur:

Inleiding Vraag Welke zaak wordt behandeld?
Middenstuk Voor- en nadelen Wat zijn de voordelen?
Wat zijn de nadelen?
Slot Eindconclusie Wat is de eindconclusie?


Als je je voorbereidt op het schrijven van een tekst, is je schrijfplan volledig als je antwoorden hebt op de onderliggende vragen.
Kijk eerst nog eens goed naar de gevraagde tekststructuur.
Neem de tabel over en vul in de kolom 'Vaste vragen' in welke vragen je kunt stellen.

 

Probleem - oplossingsstructuur   Vaste vragen:
Inleiding probleem  
Middenstuk oorzaken, gevolgen en mogelijke oplossingen  
Slot de beste oplossing  

 

Verklaringsstructuur   Vaste vragen:
Inleiding beschrijving verschijnsel  
Middenstuk redenen, oorzaken en gevolgen  
Slot beste verklaring, samenvatting  

 

Vroeger/nu/toekomststructuur   Vaste vragen:
Inleiding introductie onderwerp  
Middenstuk situatie vroeger, situatie nu  
Slot toekomstverwachting  

 

Vraag - antwoordstructuur   Vaste vragen:
Inleiding vraag  
Middenstuk antwoorden  
Slot samenvatting of conclusie  

 

Opdracht 10

Tekstopbouw: tekstindeling/tekststructuren
Lees de tekst en beantwoord daarna de vragen.

Tekst
Een klassiek dilemma uit de deugdethiek, opgelepeld omdat het Maand van de Filosofie is, thema ‘Mens en techniek’.
Vijf mensen liggen op het spoor, er komt een trein aan. De machinist kan echter nog schakelen naar een ander spoor, waar maar één iemand ligt. De meeste mensen zullen het erover eens zijn dat de tweede optie (één dode) de beste uitkomst biedt.

Je kunt een computer prima programmeren om die berekening te maken, zo schreef de Britse digidenker Tom Chatfield onlangs in een essay over de mogelijkheden van ‘geautomatiseerde ethiek’.
De mankementen komen ook aan bod. Want stel je voor dat er maar één spoor is.

Weer liggen daar vijf mensen. Jijzelf staat op een brug en ziet de dreigende trein komen. Naast je staat een dikke man met het juiste gewicht om de trein tegen te houden en vijf doden te voorkomen. Duw je hem?
Hoewel de uitkomst hetzelfde zou zijn (één dode), is het moeilijk om deze vraag net zo rationeel te beantwoorden. De dikke man die je moet duwen laat voelen dat een morele overweging meer is dan een berekening of druk op de knop. Helaas is de dikkerd wel een heel fysiek voorbeeld in een wereld die zich voor een groot deel virtueel afspeelt.

Morele dilemma’s draaien niet langer om het eigenhandig duwen van dikke mannen, maar om dataopslag en het gebruik van drones, te besturen van veraf. Wie een pistool afvuurt, heeft tenminste nog met de terugslag te maken, of met de kruitgeur die vrijkomt. Niet alleen het slachtoffer, ook de dader voelt zijn geweld. Vanachter een scherm worden gruwelen in gang gezet met een druk op ‘Enter’; fysiek gezien niet meer dan het sturen van een mail.

Elke uithoek van de wereld is bereikbaar, maar onze handen houden hetzelfde formaat. Het betekent dat we gemakkelijk vergeten dat abstracte beslissingen reële gevolgen hebben.

De Iraakse kunstenaar Wafaa Bilal verloor zijn broer aan Amerikaans vuur. Hij stond voor de deur van zijn huis, maar van bovenaf bezien waren er geen huizen en mensen, alleen coördinaten. In 2007 sloot Wafaa zich dertig dagen op in een kamer met een paintballgeweer en een webcam. Kijkers konden vanachter hun computer schieten. De verf was geel, maar Wafaa kleurde bont en blauw – 65.000 keer werd hij beschoten.

Toch is de gedachte dat gladde swipe-schermen ons doen afglijden en dat de virtualisering moreel besef laat verdwijnen te cynisch en conservatief.

Wafaa ontmoette bijvoorbeeld een virtuele vetzak: via een forum werd een ‘Virtual Human Shield’ opgericht. Ze klikten massaal, de hele dag, iedere seconde, op het pijltje naar links, en lieten Wafaa’s geweer afwijken.
Wat kwaad kan doen, moet ook de kracht bezitten iets goeds te dienen.

Bron: NRC

Vragen

  1. Wat is het onderwerp?
  2. Waarmee wordt de aandacht getrokken van de lezer?
    1. De actualiteit
    2. Een anekdote
    3. Een voorbeeld
    4. Het belang van de lezer
  3. Verdeel de tekst in inleiding middenstuk en slot.
    • Inleiding = alinea ...
    • Middenstuk = alinea ...
    • Slot = alinea ...
  4. Wat valt je op aan de alinea's?
  5. Welke tekststructuur is hier gebruikt?
    1. voor- en nadelenstructuur
    2. argumentatiestructuur
    3. probleem - oplossingstructuur
    4. vraag - antwoordstructuur
  6. Wat wordt er in het middenstuk besproken?
  7. Leg uit:
    “Toch is de gedachte dat gladde swipe-schermen ons doen afglijden en dat de virtualisering moreel besef laat verdwijnen te cynisch en conservatief.”
  8. Leg in dit verband de volgende alinea uit.
    “Wafaa ontmoette bijvoorbeeld een virtuele vetzak: via een forum werd een ‘Virtual Human Shield’ opgericht. Ze klikten massaal, de hele dag, iedere seconde, op het pijltje naar links, en lieten Wafaa’s geweer afwijken.”
  9. Wat is het schrijfdoel van de auteur. Leg je antwoord uit.
    1. informeren
    2. amuseren
    3. overtuigen
    4. activeren
  10. Wat voor een tekst is dit?
    1. uiteenzetting
    2. betoog
    3. column
    4. beschouwing
  11. Leg de titel uit.
  12. Wat is de hoofdgedachte van deze tekst?

 

Tekstopbouw 2

Inleiding

De alinea
Een tekst is opgebouwd uit alinea’s. De kernzin geeft de hoofdgedachte van de alinea weer. Meestal is dat de eerste zin en soms de laatste. Een andere plaats is echter ook mogelijk.
Lees de voorbeeldtekst.

Tekst

 

Neurofeedback is een behandelmethode waarbij afwijkende hersenactiviteit getraind wordt om klachten te verminderen.

Bij mensen met hersenletsel of klachten zoals stress, pijn, vermoeidheid of hyperactiviteit, is de hersenactiviteit ontregeld. De hersenen werken bijvoorbeeld te traag, waardoor alledaagse handelingen veel energie kosten. Hoe meer de hersenen ontregeld zijn, hoe ernstiger de klachten kunnen zijn. Met neurofeedback kun je leren de hersenactiviteit te beïnvloeden zodat deze weer flexibel en stabiel wordt.

Neurofeedback bestaat uit het laten zien van de afwijkende hersenactiviteit aan de cliënt (feedback).
Als een hersengolf op een bepaald moment te veel aanwezig is, ziet u dat onmiddellijk als negatieve feedback op een beeldscherm. Zodra de hersengolf weer normale waardes heeft krijgt u positieve feedback. Hierdoor wordt een leerproces gestart waarbij de hersenen zelf leren om beter geactiveerd te zijn. De hersenen leren de toestanden van betere activiteit vast te houden. Hoe vaker neurofeedback wordt uitgevoerd, hoe beter de veranderingen in de hersenen worden vastgelegd.
Het effect van neurofeedback is echter niet alleen zichtbaar als veranderde hersenactiviteit, maar ook als betere prestaties van de hersenen en vermindering van klachten.

Bron: BMC Kampen


In de eerste twee alinea’s van de voorbeeldtekst zijn de eerste zinnen
(de eerste alinea bestaat maar uit één zin) de kernzinnen.
Zij bevatten de belangrijkste mededeling.
In de derde alinea bevat de laatste zin de belangrijkste mededeling.
Hij vat samen waarom neurofeedback nuttig is.

Verbanden en verbindingswoorden
In elke tekst zit verband. Als dat niet zo is, is de tekst slechter te begrijpen voor een ander. Verbanden binnen zinnen, tussen zinnen, tussen alinea’s en grotere tekstgedeelten worden aangegeven met verbindingswoorden.

Hieronder volgen een paar voorbeelden.

Voorbeeld 1
Hij is leuker dan zijn broer.

> verband binnen een zin: dan = vergelijking

Voorbeeld 2
Drinkwaterbedrijf Vitens meldde dat er een storing was bij het station dat water in de omgeving van Zaltbommel levert. Als gevolg daarvan konden inwoners van onder andere Zaltbommel, Kerkdriel en Velddriel tijdelijk beter geen kraanwater drinken.

> verband tussen zinnen: Als gevolg daarvan = oorzaak - gevolg

Voorbeeld 3
Het bezit van wietplanten

Sinds 2013 geldt dat wie vijf wietplanten of minder heeft, nooit vervolgd wordt.
Vijf wietplanten zelf kweken neemt de wind uit de zeilen van het zwarte, illegale kweekcircuit.
Je mag die wietplanten alleen hebben als je geen lamp gebruikt en de wiet geen stankoverlast veroorzaakt.
Wietplanten kunnen namelijk sterk ruiken. Deze geur wordt door sommige mensen als overlast ervaren.

> verband binnen een zin: en = opsomming
tussen zinnen: namelijk = reden
en tussen alinea's: alleen ... als = voorwaarde

In de Kennisbank staat een schema met de belangrijkste verbanden met voorbeelden van verbindingswoorden.

KB: Verbanden en verbindingswoorden

In het volgende filmpje wordt de theorie over de alinea en verbanden en verbindingswoorden nog eens samengevat.

 

 

Opdracht 11

Tekstopbouw: verbanden
Welke verbanden geven de vetgedrukte woorden aan in de tekst?
Schrijf de woorden op en zoek - met behulp van de Kennisbank tekststructuur - het juiste verband.

Tekst
Je eet een reep chocola of een lapje varkensvlees en ja hoor: de dag erna een puist op je kin. Acne mag vooral een puberprobleem zijn, ook later kan opeens een nare pukkel opduiken. Is dat te vermijden door bepaalde voeding te laten staan?

Een fabeltje, verkondigden dermatologen decennialang. Ze baseerden zich op een beroemde chocoladestudie uit 1969, waarvoor proefpersonen met acne een maand lang dagelijks een chocoladereep of een placeboreep aten en daarna van reep wisselden. Een effect op hun puistjes bleef uit. Hoewel dat Amerikaanse onderzoek alleen over chocola ging, was het resultaat aanleiding om elk verband tussen puistjes en het eetpatroon van tafel te vegen.

Maar de laatste jaren wordt duidelijk dat de chocolademythe toch een kern van waarheid bevat. Want waarom troffen wetenschappers geen acne aan bij het Kitavan-volk op Papoea-Nieuw-Guinea en ook niet onder jagers-verzamelaars in Paraguay? En hoe kan het dat de Canadese Inuits geen last hadden van puistjes, totdat ze westerse eetgewoonten overnamen? 'We horen te vaak van patiënten dat hun acne verergert als ze bepaalde voeding eten', zegt hoogleraar dermatologie Peter van de Kerkhof (Radboudumc). 'Het gaat om chocola, maar ook om aardbeien, melk en vet. We kunnen er niet meer omheen.'

Zuivelproducten
Wetenschappelijk onderzoek heeft twee boosdoeners achterhaald. Zuivel is de belangrijkste. Amerikaans onderzoek onder ruim 40 duizend vrouwen duidt erop dat melkproducten acne kunnen verergeren. De tweede: snelle koolhydraten, die de suikerspiegel in het bloed snel laten stijgen. Denk aan witbrood en chips. En chocola.

Vorig jaar legden Amerikaanse wetenschappers in een overzichtsartikel uit hoe voedingsmiddelen acne kunnen bevorderen: ze brengen via een ingewikkelde route teweeg dat er meer androgenen, mannelijke geslachtshormonen, actief worden. En androgenen (die ook vrouwen in hun bloed hebben) jagen de talgproductie op, legt Van de Kerkhof uit. Een puistje ontstaat als het afvoerkanaal van een talgklier verstopt raakt waarna de ophoping, door toedoen van een huidbacterie, gaat ontsteken.

Toch is het wetenschappelijk bewijs nog te mager om pubers met acne op dieet te zetten, zegt hij. Want de studies van de afgelopen jaren hadden tekortkomingen: de groepen waren bijvoorbeeld erg klein of de proefpersonen moesten zich hun eetpatroon van jaren geleden herinneren.

Per persoon anders
Vandaar het advies van Van de Kerkhof: zoek het zelf uit. De gevoeligheid voor voedingsmiddelen kan per persoon verschillen. Laat bepaalde etenswaren een tijdlang staan, zegt hij, en probeer te achterhalen of daardoor de acne vermindert.

De veertig jaar oude chocoladestudie is inmiddels in een vakblad afgeserveerd: slecht opgezet en bovendien gesponsord door de chocolade-industrie. De eerste zin van dit puistjes-verhaal blijkt wél onzin: wie vandaag chocola eet kan daar niet morgen een pukkel van hebben. Puistjes hebben een aanlooptijd van een week of zes.

Bron: Volkskrant


Het gaat om de volgende vetgedrukte woorden:

  • Hoewel
  • Maar
  • Want
  • en
  • totdat
  • de belangrijkste
  • De tweede
  • Toch
  • Want
  • Vandaar
  • daardoor
  • bovendien

Opdracht 12

Tekstopbouw: verbindingswoorden
Je gaat nu een oefening maken. Selecteer een passend verbindingswoord en zeg ook welk verband het aangeeft.

  • Kies uit de volgende verbindingswoorden:
    als, doordat, dus, hoewel, mits, omdat, om te, soortgelijke, te danken aan, tenzij, verder en wanneer.
  • Kies daarna uit de volgende verbanden:
    tijd, opsomming, tegenstelling, vergelijking oorzaak - gevolg, doel - middel, voorbeeld/toelichting, reden/verklaring/argument, voorwaarde, samenvatting/conclusie.

 

Opdracht 12:Verbindingswoorden

Extra opdrachten

Opdracht 13

Lees de tekst en maak daarna de vragen.

Tekst
Je eet een reep chocola of een lapje varkensvlees en ja hoor: de dag erna een puist op je kin. Acne mag vooral een puberprobleem zijn, ook later kan opeens een nare pukkel opduiken. Is dat te vermijden door bepaalde voeding te laten staan?

Een fabeltje, verkondigden dermatologen decennialang. Ze baseerden zich op een beroemde chocoladestudie uit 1969, waarvoor proefpersonen met acne een maand lang dagelijks een chocoladereep of een placeboreep aten en daarna van reep wisselden. Een effect op hun puistjes bleef uit. Hoewel dat Amerikaanse onderzoek alleen over chocola ging, was het resultaat aanleiding om elk verband tussen puistjes en het eetpatroon van tafel te vegen.

Maar de laatste jaren wordt duidelijk dat de chocolademythe toch een kern van waarheid bevat. Want waarom troffen wetenschappers geen acne aan bij het Kitavan-volk op Papoea-Nieuw-Guinea en ook niet onder jagers-verzamelaars in Paraguay? En hoe kan het dat de Canadese Inuits geen last hadden van puistjes, totdat ze westerse eetgewoonten overnamen? 'We horen te vaak van patiënten dat hun acne verergert als ze bepaalde voeding eten', zegt hoogleraar dermatologie Peter van de Kerkhof (Radboudumc). 'Het gaat om chocola, maar ook om aardbeien, melk en vet. We kunnen er niet meer omheen.'

Zuivelproducten
Wetenschappelijk onderzoek heeft twee boosdoeners achterhaald. Zuivel is de belangrijkste. Amerikaans onderzoek onder ruim 40 duizend vrouwen duidt erop dat melkproducten acne kunnen verergeren. De tweede: snelle koolhydraten, die de suikerspiegel in het bloed snel laten stijgen. Denk aan witbrood en chips. En chocola.

Vorig jaar legden Amerikaanse wetenschappers in een overzichtsartikel uit hoe voedingsmiddelen acne kunnen bevorderen: ze brengen via een ingewikkelde route teweeg dat er meer androgenen, mannelijke geslachtshormonen, actief worden. En androgenen (die ook vrouwen in hun bloed hebben) jagen de talgproductie op, legt Van de Kerkhof uit. Een puistje ontstaat als het afvoerkanaal van een talgklier verstopt raakt waarna de ophoping, door toedoen van een huidbacterie, gaat ontsteken.

Toch is het wetenschappelijk bewijs nog te mager om pubers met acne op dieet te zetten, zegt hij. Want de studies van de afgelopen jaren hadden tekortkomingen: de groepen waren bijvoorbeeld erg klein of de proefpersonen moesten zich hun eetpatroon van jaren geleden herinneren.

Per persoon anders
Vandaar het advies van Van de Kerkhof: zoek het zelf uit. De gevoeligheid voor voedingsmiddelen kan per persoon verschillen. Laat bepaalde etenswaren een tijdlang staan, zegt hij, en probeer te achterhalen of daardoor de acne vermindert.

De veertig jaar oude chocoladestudie is inmiddels in een vakblad afgeserveerd: slecht opgezet en bovendien gesponsord door de chocolade-industrie. De eerste zin van dit puistjes-verhaal blijkt wél onzin: wie vandaag chocola eet kan daar niet morgen een pukkel van hebben. Puistjes hebben een aanlooptijd van een week of zes.

Bron: Volkskrant


Vragen

  1. Wat is het onderwerp?
  2. Waarmee wordt de aandacht getrokken van de lezer?
    1. De actualiteit
    2. Een anekdote
    3. Een voorbeeld
    4. Het belang van de lezer
  3. Verdeel de tekst in inleiding middenstuk en slot.
    • Inleiding = alinea ...
    • Middenstuk = alinea ...
    • Slot = alinea ...
  4. Welke tekststructuur is hier gebruikt?
    1. voor- en nadelenstructuur
    2. argumentatiestructuur
    3. probleem – oplossingstructuur
    4. vraag – antwoordstructuur
  5. Wat wordt er in het middenstuk besproken?
  6. Wat is het schrijfdoel van de auteur? Leg je antwoord uit.
    1. informeren
    2. amuseren
    3. overtuigen
    4. activeren
  7. Wat voor een tekst is dit?
    1. uiteenzetting
    2. betoog
    3. column
    4. beschouwing
  8. “De veertig jaar oude chocoladestudie” Welk studie wordt bedoeld?
  9. Wordt de vraag uit de titel beantwoord? Geef toelichting.
  10. Wat is de hoofdgedachte van deze tekst?
    1. Het is een fabeltje dat je puistjes krijgt van voeding.
    2. Chocola, maar ook om aardbeien, melk en vet veroorzaken puistjes.
    3. Het verschilt per persoon of je voeding puistjes veroorzaakt.
    4. Vooral je hormonen veroorzaken puistjes.

 

Opdracht 14

Lees de tekst en maak daarna de vragen.

Tekst
Als ik een student enthousiast hoor vertellen dat hij een promotieplaats kan krijgen, dan wil ik het liefste roepen: “Doe het niet! Ren, nu het nog kan.” Ik ken namelijk nogal veel ongelukkige promovendi. Ze worstelen met de eenzaamheid van hun werk, de angst voor de concurrentie en de vaak gebrekkige begeleiding. Niet zo gek dus dat een groot deel van hen de eindstreep nooit haalt. In Delft haakt maar liefst 40% van de kandidaten af. Rector Karel Luyben wil het promotierendement verhogen en gaat vooral kritisch kijken naar het eerste promotiejaar. Daarin valt nu ongeveer 10% af, maar blijkbaar is het de bedoeling om voortaan alvast een groter deel van de groep aan het begin weg te jagen.

Volgens mij is het veel effectiever om ervoor te zorgen dat meer mensen hun promotie afmaken. Degenen die na een paar jaar stoppen hebben vaak genoeg talent en doorzettingsvermogen om een proefschrift te schrijven, maar lopen op de één of andere manier vast.

Vaak gaat het mis bij de afronding. Een collega was al uit dienst en had zijn proefschrift in principe af. Maar zijn promotor bleef maar verbeteringen en uitbreidingen voorstellen. De jongen zou gestopt zijn, als niet iemand anders ingreep en aan zijn promotor vroeg waarom het proefschrift niet goed genoeg was om te verdedigen. Stomverbaasd antwoordde de hoogleraar dat het daarvoor al lang voldoende was, maar dat hij altijd bleef zeggen hoe het nóg beter zou kunnen. Een andere hoogleraar stuurde na vier jaar een email naar een promovendus met “Misschien wil je dat hele proefschrift er liever maar bij laten zitten?”. En dat terwijl ze alleen nog maar één hoofdstuk hoefde te herschrijven.

Een andere kennis kreeg continu grote klussen toegeschoven van haar begeleider: de bibliotheek opnieuw indelen, een voorselectie maken uit vijftig prijskandidaten en een complete internationale conferentie organiseren. Naast een zware onderwijstaak bleef er geen tijd over voor onderzoek. Ze is nu twee jaar uit dienst en hoopt ooit haar proefschrift af te maken.

Goede begeleiding kan zo veel uitmaken. Zelf sprak ik vrijwel elke week één van mijn promotoren, vaak niet langer dan een kwartier, gewoon om even te laten weten wat ik deed en hoe het ging. Dankzij die gesprekjes kwam ik door de moeizame perioden in mijn onderzoek en kwam mijn proefschrift netjes af.

Er worden cursussen Manage your professor gegeven om promovendi te leren hoe ze met hun begeleider moeten omgaan. Dat is toch de omgekeerde wereld? Ik snap ook niet dat hoogleraren waarbij acht promovendi achter elkaar níet gepromoveerd zijn nog nieuwe studenten mogen aannemen.

Ik weet zeker dat met iets meer begeleiding een veel groter deel van de promoties een succes zou worden. Leer hoogleraren dus hoe ze promovendi beter kunnen begeleiden en spreek hen aan op hun persoonlijke promotierendement. Als dat allemaal op orde is dan durf ik studenten weer van harte aanbevelen om te gaan promoveren. Want het is in wezen een prachtige baan.

Bron: Ionica - Promoveren


Vragen

  1. Wat is het onderwerp?
  2. Waarmee wordt de aandacht getrokken van de lezer?
    1. De actualiteit
    2. Een anekdote
    3. Een voorbeeld
    4. Het belang van de lezer
  3. Verdeel de tekst in inleiding middenstuk en slot.
  4. Wat valt je op aan de alinea’s?
  5. Welke tekststructuur is hier gebruikt?
    1. voor- en nadelenstructuur
    2. argumentatiestructuur
    3. probleem - oplossingstructuur
    4. vraag - antwoordstructuur
  6. Wat wordt er in het middenstuk besproken?
  7. Leg uit: “Rector Karel Luyben wil het promotierendement verhogen...”
  8. Ionica kent nogal wat ongelukkige promovendi.
    1. Wat zijn daarvan de oorzaken?
    2. Waar ligt de nadruk op als je kijkt naar de aangedragen oplossingen?
  9. Wat is het schrijfdoel van de auteur? Leg je antwoord uit.
    1. informeren
    2. amuseren
    3. overtuigen
    4. activeren
  10. Wat voor een tekst is dit?
    1. uiteenzetting
    2. betoog
    3. column
    4. beschouwing
  11. Laatste alinea “spreek hen aan op hun persoonlijke promotierendement” Wie zijn die hen en hun?
  12. De titel is “Promoveren?” Wat is daarop het antwoord van Ionica?
  13. Wat is de hoofdgedachte van deze tekst?

 

Antwoorden

Antwoorden

Leesstrategieën

Opdracht 1

  1. globaal
  2. oriënterend
  3. intensief
  4. oriënterend
  5. globaal (evt. intensief)
  6. intensief
  7. intensief
  8. oriënterend
  9. intensief
  10. oriënterend
  11. studerend
  12. zoekend

Opdracht 2

  1. Oriënterend lezen
    1. -
    2. onderwerp = omgaan met ellende
      tekstdoel = overtuigen en amuseren
      tekstsoort = column
    3. auteur = Youp van 't Hek
    4. bron = NRC van 19 juli 2014

  2. Intensief lezen
    1. -
    2. periferie = omgeving
      controverse = heftig meningsverschil
      favela = (Braziliaanse) sloppenwijk
    3. Het vermiste toestel van Malaysia Airlines, de MH370
    4. Het neerschieten boven de Oekraïne van vlucht MH17
    5. Youp vindt het vreselijk hoe er door bepaalde mensen met leed wordt omgegaan.


Tekstsoort

Opdracht 3

  1. bevallingsverlof voor mannen/vaders
  2. informeren
  3. krantenartikel/nieuwsbericht

Opdracht 4

  1. De film The Dammed
  2. opiniëren
  3. The Dammed is een slechte film
  4. recensie
  5. Eén ster

Opdracht 5

  1. Nerds
  2. Mensen overtuigen van het feit dat nerds goede (kunnen) vrienden zijn.
  3. Meestal jonge mensen die afzijdig staan van de populaire 'mainstreamcultuur' van jongeren.
    Zij zijn vaak introvert en wars van activiteiten waarbij sociale status een belangrijke rol speelt. Zij zijn minder geneigd om mode en trends te volgen.
  4. Intensief lezen

Opdracht 6

  1. De kalasjnikov
  2. Informeren
  3. Krantenartikel/nieuwsbericht


Publieksgericht

Opdracht 7

  1. Tekst - 1: Leerlingen van de bovenbouw VWO, in het bijzonder de examenkandidaten.
  2. Tekst - 2: Voor ouderen, maar ook hun kinderen die te maken krijgen met een verhuizing naar een verzorgingshuis.
  3. Tekst - 3: Voor mensen met een vraag over de Nederlandse taal/mensen die van taal houden en er meer over willen weten.
  4. Tekst - 4: Voor mensen die geïnteresseerd zijn in filosofie en in het bijzonder in de ideeën van Plato.


Tekstopbouw 1

Opdracht 9
Tekststructuur - 1:

Probleem - oplossingsstructuur   Vaste vragen:
Inleiding probleem Wat is het probleem?
Waarom is het een probleem?
Middenstuk oorzaken, gevolgen en mogelijke oplossingen Wat zijn de oorzaken en gevolgen?
Welke oplossingen zijn mogelijk?
Slot de beste oplossing Wat is de beste oplossing?


Tekststructuur - 2:

Verklaringsstructuur   Vaste vragen:
Inleiding beschrijving verschijnsel Wat is het verschijnsel?
Middenstuk redenen, oorzaken en gevolgen Wat zijn de redenen, oorzaken en mogelijke gevolgen van het verschijnsel?
Slot beste verklaring, samenvatting Wat is de meest logische verklaring?


Tekststructuur - 3:

Vroeger/nu/toekomststructuur   Vaste vragen:
Inleiding introductie onderwerp Wat is het onderwerp?
Middenstuk situatie vroeger, situatie nu Wat was daar in het verleden mee aan de hand?
Wat is de situatie nu?
Slot toekomstverwachting Wat gaat daar in de toekomst mee gebeuren?


Tekststructuur - 4:

Vraag - antwoordstructuur   Vaste vragen:
Inleiding vraag Wat is de vraag?
Middenstuk antwoorden Welke antwoorden zijn er?
Slot samenvatting of conclusie Welke conclusie kan je uit die antwoorden trekken?


Opdracht 10

  1. Morele dilemma’s /Welke nieuwe ethische problemen brengt de techniek met zich mee.
  2. De actualiteit (maand van de filosofie)
  3. Inleiding = alinea 1
    Middenstuk = alinea 2 t/m 7
    Slot = alinea 8
  4. Zij zijn erg kort en bestaan soms maar uit één zin.
  5. A. voor- en nadelenstructuur
  6. De nadelen en de voordelen van de geautomatiseerde techniek.
  7. Je kan met deze techniek ook goede dingen doen.
  8. Hier maken de leden van het forum gebruik van een ‘Virtual Human Shield om de vetzak te beschermen door het geweer te laten afwijken.
  9. C. overtuigen. Dat wat kwaad kan doen, moet ook de kracht bezitten iets goeds te dienen.
  10. C. column
  11. De techniek is zo eenvoudig (versturen van een mail) dat we niet door hebben wat de gevolgen van ons handelen op een computer kunnen zijn.
  12. Wat kwaad kan doen, moet ook de kracht bezitten iets goeds te dienen. => Als iets negatief kan werken, moet het ook iets goeds kunnen voortbrengen.


Tekstopbouw 2

Opdracht 11

hoewel tegenstelling
maar tegenstelling
want reden/verklaring
en opsomming
totdat tijd
de belangrijkste opsomming
De tweede opsomming
toch tegenstelling
want reden/verklaring
Vandaar oorzaak-gevolg
daardoor oorzaak-gevolg
bovendien opsomming


Opdracht 12

  1. Als je besluit die iPod te kopen kan je niet op vakantie. verband = tijd
  2. Zij werkte hard om te te kunnen overleven. verband = doel - middel
  3. De redactie zal nog één nummer uitbrengen, mits er voldoende kopij binnenkomt. verband = voorwaarde
  4. Doordat de verdachte zichzelf tegensprak, raakte de rechter geïrriteerd. verband = oorzaak - gevolg
  5. Hoewel het veld doorweekt was, trainde het Nederlands elftal rustig verder. verband = tegenstelling
  6. Omdat hij zoveel kritiek kreeg, legde hij zijn functie neer. verband = reden/verklaring/argument
  7. Ik geniet van goede muziek verder ben ik een filmliefhebber. verband = opsomming
  8. Je hebt vijf onvoldoendes op je rapport. Je zult dus harder moeten gaan werken. verband = samenvatting/conclusie
  9. Hij gebruikt wel vaker vreemde argumenten en soortgelijke gebruikt hij nu ook weer. verband = vergelijking
  10. Die onvoldoendes heeft hij te danken aan zijn grenzeloze luiheid. verband = oorzaak - gevolg
  11. Wanneer je je oor laat behandelen, moet je gelijk je neus recht laten zetten. verband = tijd
  12. Je mag meedoen tenzij je van plan bent de boel weer te verzieken. tenzij = voorwaarde


Extra

Opdracht 13

  1. Puistjes of acne
  2. D. Het belang van de lezer
  3. inleiding = alinea 1
    middenstuk = alinea 2 t/m 8
    slot: alinea 9
  4. C. probleem –oplossingstructuur
  5. In hoeverre voeding een rol speelt bij het ontstaan van puistjes.
  6. D. activeren Hij zegt dat je zelf maar eens moet uitproberen welke voeding een rol speelt bij het ontstaan van puistjes bij jou.
  7. B. betoog
  8. ‘chocoladestudie uit 1969’ zie alinea 2.
  9. Niet echt, zie een na laatste alinea: "zoek het zelf uit". De gevoeligheid voor voedingsmiddelen kan per persoon verschillen. Laat bepaalde etenswaren een tijdlang staan, zegt hij, en probeer te achterhalen of daardoor de acne vermindert.
  10. C. Het verschilt per persoon of je voeding puistjes veroorzaakt.

Opdracht 14

  1. Promoveren
  2. C. Een voorbeeld
  3. inleiding = alinea 1
    middenstuk = alinea 2 t/m 6
    slot = alinea 7
  4. C. probleem – oplossingstructuur
    Probleem = Veel te veel studenten maken hun promotie niet af.
    Oplossing = Verschillende oplossingen worden besproken, maar de beste is volgens de schrijfster een betere begeleiding van de promovendi.
  5. Mogelijke oplossingen om het geringe aantal mensen dat hun promotie afmaakt te laten stijgen.
  6. promovendus = iemand die gaat promoveren, schrijver van een proefschrift
    promotie = uitreiking van doctorsbul, de toekenning, respectievelijk verwerving van de academische graad van doctor in een bepaald vakgebied.
    promoter = degene die een student begeleidt bij zijn promotie en die het proefschrift moet goedkeuren.
  7. Hij wil dat meer studenten ook daadwerkelijk promoveren.
  8. a. de eenzaamheid van hun werk, de angst voor de concurrentie en de vaak gebrekkige begeleiding
    b. de begeleiding
  9. C. overtuigen. Ionica wil de lezer overtuigen van het feit dat een betere begeleiding van promovendi het aantal afvallers zal doen verminderen.
  10. C. column
  11. De hoogleraren
  12. Wel doen, maar de begeleiding moet beter.
  13. Als er betere begeleiding komt, zullen er meer studenten promoveren.
  • Het arrangement Module Lezen V4 - kopie 3 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    S Sennema Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    De module Lezen VWO is ontwikkeld door Fred Marsman (CambiumNed) en medewerkers van StudioVO.

    Fair Use
    In de Stercollecties van StudioVO wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use.
    Meer informatie: Fair use .

    Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de
    helpdesk VO-content .

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Leerniveau
    VWO 6; VWO 4; VWO 5;
    Leerinhoud en doelen
    Lezen van zakelijke teksten (Nederlands); Nederlands; Begrippenlijst en taalverzorging; Literatuur; Lezen van fictionele teksten en literaire teksten (Nederlands); Leesvaardigheid;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    14 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    leerlijn, rearrangeerbare

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content Nederlands. (2021).

    Module Lezen - v456

    https://maken.wikiwijs.nl/80981/Module_Lezen___v456

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Verbindingswoorden

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.