2H07 §6 Modus en mediaan

Modus en Mediaan

Centrummaten

Het gemiddelde van een reeks getallen zegt iets over de hele serie.
Er zijn nog twee zogenaamde centrummaten waarmee je moet kunnen werken:

de modus en de mediaan.

 

De modus is van een serie uitkomsten de uitkomst die het meest voorkomt.

 

De mediaan is van serie getallen het middelste getal.
Die serie getallen moet dan wel op volgorde staan van klein naar groot!

Soms is er geen middelste getal! Je neemt dan het gemiddelde van het middelste tweetal getallen.

                                                                                                     

Voorbeeld 1.

Bereken van een groep getallen de modus.

13, 7, 11, 8, 11, 12, 8, 9, 7, 13, 8, 10

Stap 1: Zet de getallen in opklimmende grootte.       OF   Maak een turftabel

7, 7, 8, 8, 8, 9, 10, 11, 11, 12, 13, 13                             

Stap 2: Zoek het getal op dat het meest voorkomt.           Schrijf de frequenties bij je turftabel

7, 7, 8 , 8 , 8 , 9, 10, 11, 11, 12, 13, 13                          

De modus is 8

Voorbeeld 2

Bepaal de modus bij onderstaand staafdiagram.

      

De modus is hier 3, daar is de staaf het hoogst.

 

 

 

Voorbeeld 3

Bepaal van een groep getallen de mediaan.

13, 7, 11, 8, 12, 8, 9, 7, 13, 8, 10

Stap 1: Zet de getallen in volgorde, van klein naar groot

7, 7, 8, 8, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 13

Stap 2: Er zijn in totaal 11 getallen. Dit is een oneven aantal.
Het middelste getal is dan het
6e getal.*

volgnummer 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11

getal

7 7 8 8 8 9 10 11 12 13 13

De mediaan is dus 9

* Je kunt dit ook berekenen met:  11 : 2 = 5½, afgerond op helen wordt dat 6. Het 6e getal is dus de mediaan. Dit doe je bij een oneven aantal getallen.

Voorbeeld 4

Bepaal van een groep getallen de mediaan.

13, 7, 11, 8, 11, 12, 8, 9, 7, 13, 8, 10

Stap 1: Zet de getallen in volgorde, van klein naar groot

7, 7, 8, 8, 8, 9, 10, 11, 11, 12, 13, 13

Stap 2: Er zijn in totaal 12 getallen. Dit is een even aantal.
Bij een even aantal getallen moet je de middelste 2 opzoeken; hier dus het 6e en 7e getal
.*

volgnummer 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
getal 7 7 8 8 8 9 10 11 11 12 13 13

 

De modus is dan (9 + 10) : 2 = 9,5

* Je kunt dit berekenen met: 12 : 2 = 6. Je neemt dan het 6e en het daarop volgende (= 7e) getal.
Van die 2 getallen bereken je het gemiddelde Dit doe je bij een even aantal getallen.

Voorbeeld 5

Bepaal bij onderstaande tabel wat de mediaan is.

  schoenmaat 38 39 40 41 42 43 44 45
  frequentie 16 21 19 23 31 37 35 19


In totaal gaat het om 16 + 21 + 19 + 23 + 31 + 37 + 35 + 19 = 201 waarnemingen.
Dit is een oneven aantal, dus het middelste getal is (201 : 2 = 100½, afgerond 101) het 101e getal.

Ja gaat nu "tellen" in de tabel om te bepalen in welke kolom het 101e getal moet zitten.
Soms kun je dan de tabel uitbreiden met een extra regel om daarin te "tellen":

  schoenmaat 38 39 40 41 42 43 44 45
  frequentie 16 21 19 23 31 37 35 19
  16 37 56 79 110 147 182 201


Het 101e (>79) getal moet dus in de kolom bij 110 zitten, dus de mediaan is (schoenmaat) 42.

Filmpje ....................................................................................................................

Bekijk ook het volgende filmpje:

 

  Opgaven

2H07.5 Opgaven ................................................................................................................

  Getallen 1

 

Bekijk de rij getallen.

4, 5, 5, 5, 6, 6, 7, 7, 8

  1. Welk getal is de modus van deze rij getallen?
  2. Wat is de mediaan van deze rij getallen?
  3. Bereken ook het gemiddelde van deze rij getallen.

 

 

 

  Getallen 2

 

Bekijk ook deze rij getallen.

4, 5, 5, 5, 5, 6, 6, 7, 7, 8

  1. Welk getal is de modus van deze rij getallen?
  2. Wat is de mediaan van deze rij getallen?
  3. Bereken ook het gemiddelde van deze rij getallen

 

  Getallen 3

 

Bekijk nu ook deze rij getallen.

8  6  7  4  5  6  7  7  9  5

  1. Welk getal is de modus van deze rij getallen?
  2. Wat is de mediaan van deze rij getallen?
  3. Bereken ook het gemiddelde van deze rij getallen.

 

  Proefwerk

 

Klas 3A heeft een proefwerk gemaakt. De resultaten zie je in de frequentietabel.

  cijfer    frequentie 
4 2
5 3
6 7
7 11
8 5
9 1
  29

 

  1. Welk cijfer is de modus van alle cijfers?
  2. Zet de getallen op een rijtje en bepaal de mediaan van deze cijfers.
  3. Bereken ook het gemiddelde van alle cijfers.

 

  Proefwerk Duits

 

Klas 3B heeft een proefwerk Duits gemaakt. De resultaten zie je in de frequentietabel.

cijfer   frequentie 
5 4
6 8
7 6
8 4
9 2
  24

 

  1. Welk cijfer is de modus van alle cijfers?
  2. Zet de getallen op een rijtje* en bepaal de mediaan van deze cijfers.
    * Of kan dit anders? En, zo ja, hoe dan?
  3. Hoeveel procent van de leerlingen heeft een lager cijfer dan de mediaan?

 

  Inkomen

 

In een bedrijf werken 35 mensen.

De directeur verdient € 8000,− per maand.
De vier onderdirecteuren verdienen ieder € 3000,− per maand.
De overige dertig werknemers verdienen ieder € 1900,− per maand.

  1. Bereken het gemiddeld inkomen in dit bedrijf.
  2. Wat is het modale inkomen in dit bedrijf?

 

  Lengte meisjes

 

In de frequentietabel zie je verdeling van de lengtes in cm van 90 meisjes.

klasse (cm) frequentie
150 tot 160 6
160 tot 170 26
170 tot 180 37
180 tot 190 17
190 tot 200 4
  90

 

  1. De modale klasse is de klasse met de hoogste frequentie.
    Welke klasse is de modale klasse?
  2. In welke klasse bevindt zich de mediaan?

 

  Schoenmaten

 

Gebruik de gegevens van opgave   3   uit het onderdeel Turven en tellen.

  1. Welke schoenmaat is de modus?
  2. Welke schoenmaat is de mediaan?

 

 

  Wijze van vervoer

 

Gebruik de gegevens van opgave   4   uit het onderdeel Turven en tellen.

  1. Welke manier van reizen is de modus?
  2. Wat is de mediaan van de reistijden?

 

 

10    Jouw eigen cijfers

 

Een klus voor jou:

  1. Maak van je eigen cijfers, van periode 1 t/m 3, voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde een gecombineerde turftabel/frequentietabel.
  2. Bepaal het gemiddelde van al deze cijfers. Je hoeft geen rekening te houden verschillende wegingsfactoren
  3. Bepaal van al deze cijfers de modus en de mediaan. Laat duidelijk zien hoe je die hebt bepaald.

De uitgewerkte opdracht lever je in bij je docent.

Uitwerkingen

2H07.5 Uitwerkingen ..............................................................................................................

   

 

  1. Modus is het meest voorkomend getal. De modus is 5
  2. Mediaan is het middelste getal. Mediaan is 6
  3. Gemiddelde is  (4 + 5 + 5 + 5 + 6 + 6 + 7 + 7 + 8) : 9 = 53 : 9 ≈ 5,9

 

   

 

  1. Modus is het vaakst voorkomend getal. Modus is 5
  2. Mediaan is het gemiddelde van de twee middelste getallen. Mediaan is (5 + 6) : 2 = 5,5
  3. Gemiddelde is (4 + 5 + 5 + 5 + 5 + 6 + 6 + 7 + 7 + 8) : 10 = 58 : 10 = 5,8

 

   

 

  1. Modus is het vaakst voorkomend getal. Modus is 7
  2. Zet de getallen eerst op volgorde:
    4  5  5  6  6  7  7  7   8  9
    Mediaan is het gemiddelde van de twee middelste getallen. Mediaan is (6 + 7) : 2 = 6,5
  3. Gemiddelde is (8 + 6 + 7 + 4 + 5 + 6 + 7 + 7 + 9 + 5) : 10 = 64 : 10 = 6,4

 

 

   

 

  1. Modus is het vaakst voorkomend cijfer. Modus is 7
  2. Zet de getallen eerst op een rijtje:
    4  4  5  5  5  6  6  6  6  6  6  6  7  7  7  7  7  7  7  7  7  7  7  8  8  8  8  8  9
    Mediaan is het middelste getal. Mediaan is 7
  3. Gemiddelde is (4 × 2 + 5 × 3 + 6 × 7 + 7 × 11 + 8 × 5 + 9 × 1) : 29 = 191 : 29 ≈ 6,6

 

   

 

  1. Modus is het vaakst voorkomend cijfer. Modus is 6
  2. Zet de getallen eerst op een rijtje:
    5  5  5  5  6  6  6  6  6  6  6  6  7  7  7  7  7  7  8  8  8  8  9  9
    Mediaan is het gemiddelde van de twee middelste getallen. Mediaan is (6 + 7) : 2=6,5
  3. 12 van de 24 leerlingen scoren lager dan de mediaan, dat is 12 : 24 = 0,5 = 50%

 

 

   

 

  1. (8000 + 4 × 3000 + 30 × 1900) : 35 = 77000 : 35 = 2200 euro
  2. Het inkomen dat het meest voorkomt: € 1900,−

 

   

 

  1. Modale klasse is de klasse "170 tot 180"
  2. De mediaan bevindt zich in de klasse "170 tot 180" (waarneming 45 en 46)

 

   

 

*

 

 

   

 

*

 

10     

 

  1. *
  2. *
  3. *

Test jezelf

2H07.5 Test jezelf ...............................................................................................................

Je sluit de paragraaf Modus en mediaan af met een toets.

Na het maken van de vragen krijg je een score en kun je de gegeven antwoorden vergelijken met de goede antwoorden.


Succes!

Test jezelf:Modus en mediaan