Inleiding
Als je naar de foto's kijkt. Wat valt er dan op en wat hebben de foto's met elkaar te maken?
- Kennen we nog andere bruggen?
- Hoe zien die bruggen er uit?
We gaan het vandaag hebben over het bouwen van bruggen.
We weten dat hier in en rond Apeldoorn verschillende bruggen zijn. Maar niet alleen in Nederland hebben we bruggen. Bruggen komen over de gehele wereld voor in allerlei: vormen, maten en ontwerpen.
Opdracht
- Jullie gaan zo in groepen van 3 of 4 een zo stevig mogelijke brug bouwen van papier.
- De brug moet een verbinding kunnen maken tussen twee tafels die 30 centimeter uit elkaar staan.
- De brug moet een zo zwaar mogelijk gewicht kunnen houden. (Denk hierbij aan etuis of andere voorwerpen uit de klas).
Je neemt een ontwerpende rol aan.
Hoe ga je te werk
Bedenk met je groep: (dit benoemen jullie ook tijdens de presentatie aan de andere groepen aan het einde van de les)
- Hoe maak je de brug zo stevig mogelijk?
- Zoek zelf informatie op over het bouwen van een brug. Met als achterliggende gedachte: 'Hoe krijgen we onze brug zo stevig mogelijk' en 'Hoe zorgen wij ervoor dat onze brug het meeste gewicht kan houden.
- Zijn er verschillende manieren van bouwen waardoor de burg steviger wordt? (constructies)
- Hoe komt de brug er uit te zien?
- Wie in de groep doet wat? (Iedereen heeft een aandeel!
Aan het eind van de les:
- Heb je met je groepje een zo stevig mogelijke brug gemaakt.
- Kan de burg een zo zwaar mogelijk gewicht houden (denk aan etuis of andere voorwerpen).
- De burg moet een ruimte tussen twee tafels van 30 centimeter overbruggen.
Jullie hebben voor het uitvoeren van de opdracht 40 minuten!
Benodigdheden
- Lijm.
- Een schaar.
- Papier (wit A4 en A3)
- Een groepje van drie of vier leerlingen.
De papieren liggen klaar op de instructietafel. Je zorgt zelf dat je een schaar en lijm hebt.
Beoordeling
Jullie hebben gewerkt aan de brug, als het goed is hebben jullie nagedacht over:
- Hoe maak je de brug zo stevig mogelijk?
- Zijn er verschillende manieren van bouwen waardoor de burg steviger wordt? (constructies)
- Hoe komt de brug er uit te zien?
- Hoe hebben jullie informatie opgezocht over de constructie van een burg?
- Wie in de groep doet wat? (Iedereen heeft een aandeel!)
Jullie houden in groepen de presentatie over de brug die jullie hebben gemaakt. Neem de bovengenoemde vragen mee in je vertelling!
We gaan samen kijken naar wat de andere groepen hebben gemaakt en hoe ze te werk zijn gegaan.
Afsluiting
Jullie hebben allemaal goed nagedacht over de punten die ik mee heb gegeven voor de opdracht, top!
Bespreek samen met je groepje:
- Welke problemen kwamen jullie tegen voor het maken van de brug?
- Welke problemen kwamen jullie tegen tijdens het maken van de brug?
- Is jullie iets opgevallen tvoor en tijdens het maken van de brug?
Leerkracht
Doelen
Lesdoel:
Aan het einde van de les hebben de leerlingen in groepen van 3 of 4 een zo stevig mogelijke brug gebouwd, dit hebben de kinderen gedaan door ook informatie op te zoeken op het internet.
Kerndoelen:
Natuur en Techniek
Kerndoel 44: De leerlingen leren bij producten uit hun eigen omgeving relaties te leggen tussen de werking, de vorm en het materiaalgebruik.
Kerndoel 45: De leerlingen leren oplossingen voor technische problemen te ontwerpen, deze uit te voeren en te evalueren.
Nederlands - Modeling onderwijs
kerndoel 2: De leerlingen leren zich naar vorm en inhoud uit te drukken bij het geven en vragen van infromatie, het uitbrengen van verslag, het geven van uitleg, het instrueren en bij het discussiëren.
Kerndoel 4: De leerlingen leren informatie te achterhalen in informatieve en instructieve teksten, waaronde schema's, tabellen en digitale bronnen.
Klassenmanagement
De les begint met een gezamelijlke start. Tijdens de start krijgen de leerlingen de link met de 'Webquest' en bekijken we de opbouw van de les. Dit neemt ongeveer 5 minuten in beslag.
De leerlingen werken verder in groepen van drie of vier leerlingen aan de les. In de les staat beschreven wat de kinderen moeten doen en hoeveel tijd ze hebben voor de opdracht (40 minuten).
Nadat de kinderen 40 minuten bezig zijn geweest met het ontwerpen van hun brug laat ik alle groepjes hun brug presenteren. De presentaties mogen maximaal 1 minuut per groepje duren. De vragen die in de Webquest staan moeten de kinderen beantwoord hebben.
Hoe komt Nederlands terug in mijn les:
Tijdens de les gebruiken de kinderen de Webquest. In de webquest staat beschreven hoe de leerlingen te werk moeten gaan, deze aanwijzingen volgen de leerlingen op (kerndoel 4).
Tevens sluiten we de les af met presentaties, hierdoor werken de kinderen aan hun mondelinge taalvaardigheid (kerndoel 2).
Rol van de leerkracht
Ontwerpend leren:
Opzetten van de les: Tijdens het opzetten van de activiteit heb ik een ontwerpende en onderzoekende houding aan gehouden. Ik heb me verdiept in hoe je een brug van papier kunt maken en wat de verschillende constructies zijn van het bouwen van een brug. Ik ben zelf de drager van het onderwerp.
Tijdens de uitvoering van de les:Ik begin de les met het aansturen van de leerlingen. Ik vertel hoe de leerlingen te werk kunnen gaan met de Webquest, wat ze onder de kopjes kunnen vinden en hoe lang de kinderen hebben voor de gehele les. Als de leerlingen in groepen ontwerpend aan het leren zijn neem ik de rol in van begeleider. Tijdens de afsluiting zorg ik dat alle groepen hun ontwerp hebben gepresenteerd en wat hun bevindingen hierbij zijn. Dit kunnen de leerlingen in principe zelf, maar als niet alle vragen aan bod komen kan ik de leerlingen hierin begeleiden door vragen te stellen of om verduidelijking te vragen.
Uitleg van de opdracht
Groep: 8.
Materialen: tablets, papier, lijm en scharen.
Doel van de les: Aan het einde van de les hebben de leerlingen zelf informatie opgezocht over de constructies van bruggen, waardoor de leerlingen tijdens de kern van de les een zo stevig/sterk mogelijke brug kunnen maken die zoveel mogelijk gewicht kan houden.
Beginsituatie leerlingen: De leerlingen hebben nog niet eerder gewerkt met een webquest, hierdoor leg ik eerst uit wat de opbouw is van de Webquest. Wel zijn de leerlingen goed in staat om zelf onderzoek te doen naar een bepaald onderwerp en weten de leerlingen hoe ze informatie op moeten zoeken. Tevens kunnen de leerlingen ook de opgedane kennis vertalen naar een practisch doel.
Beschrijving van de les:
Inleiding: Tijdens de start van de les kijk je samen met de leerlingen naar de Webquest en leg je de leerlingen uit waar je wat kunt vinden. Dit doe je omdat de leerlingen op deze manier straks zelf aan het werk kunnen met de opdracht. De inleiding bespreek ik samen met de leerlingen. Ook een deel van de uitleg en de vragen die tijdens dit onderdeel aan bod komen zou ik samen met de leerlingen doen.
kern: De kinderen zijn met hun groep van drie of vier kinderen zelfstandig aan het werk. De kinderen verdelen zelf de taken over wat iedereen moet doen.
Slot: Tijdens het slot van de les begeleid ik de kinderen met de presentaties. Ik zorg ervoor dat alle groepen de presentatie hebben uitgevoerd en dat ze tijdens de presentatie de gestelde vragen meenemen in hun vertelling. De afsluiting doen de leerlingen zelf binnen hun eigen groepje.
Koppeling aan de indicatoren van het vakdidactisch portfolio:
- De inhoud van de lesactiviteit heeft betrekking op één van de kerndoelen zoals geformuleerd onder het domein Natuur & Techniek van de SLO (TULE)
- Tijdens de activiteit is de rol van de student die van observeerder, teruggetrokken begeleider, houder van het overzicht.
- Tijdens de acitiviteit is de rol van de leerling die van ontdekker/onderzoeker, uitvinder/ontwerper.
https://www.youtube.com/watch?v=XYXAc5O_3q8