Het onderwerp van deze digitale les is BEVRUCHTING.
Zoals jullie weten is bevruchting een belangrijk onderdeel van de geslachtgemeenschap. Deze les is daarom ook belangrijker dan je denkt, wanneer je kennis hebt over hoe de bevruchting plaats vindt, kunnen we er voor zorgen dat we bevruchting voorkomen. Het kan zijn dat je daar al veel over weet, maar de volgende les zal in het teken staan van het voorkomen van bevruchting. Nu eerst de bevruchting!
Deze les hebben we de volgende leerdoelen:
De leerling kan in eigen woorden de weg beschrijven die een zaadcel aflegt in het lichaam van de vrouw.
De leerling kan benoemen op welke plek in het lichaam van de vrouw een zaadcel een eicel kan bevruchten.
De leerling kan in eigen woorden omschrijven wat er na de bevruchting met de eicel gebeurt.
De leerling kan op zijn/ haar eigen manier uitleggen hoe een eeneiige en een twee-eiige tweeling ontstaat.
De leerling kan in eigen woorden uitleggen hoe een baby aan zuurstof en voeding komt voor de geboorte.
Voor dat we beginnen even een korte opdracht!
Wat? Je komt zo meteen terecht in een document, daarin staan 3 vragen die jij moet beantwoorden. 1. waarop staat bekend. Schrijf hier op wat je al van dit onderwerp weet. 2. benieuwd. Schijf hier op wat je nog wilt weten. 3. bewaard houden we nog even tot het einde.
Wie? Iedereen voor zichzelf
Hoe? Doe dit in het google forms document. Het linkje naar dit document staat onder deze instructie.
Tijd? 5 minuten
Klaar? Ga verder met de rest van de les.
Uitkomst? Aan het eind van de les schrijven jullie op bij bewaard, wat jullie bewaard is gebleven van de les. We spreken aan het eind van de les de opdracht.
Wat: Je gaat de uitleg lezen en bestuderen, zoals je gewend bent om te doen. Aan het einde van de uitleg kun je kijken naar een kennisclip, waarin alle theorie nog een keer word uitgelegd.
Tijd: Je hebt 20 minuten de tijd om de theorie te bestuderen.
Hoe: Dit doe je zelfstandig. Dikke tip! Maak aantekeningen.
Uitkomst: Je hebt de theorie begrepen en kunt de theorie in je eigenwoorden vertellen.
Hulp: De kennisclip. Als je ergens een vraagje over hebt mag je die natuurlijk altijd stellen!
Klaar: Ga door naar het kopje ‘’korte opdracht’’.
Eicellen en zaadcellen
Grootte
Dacht je dat allen cellen klein waren? Dan heb je het goed mis! Een eicel is de grootste cel van een mens, deze eicel kunnen wij nog net met het blote oog zien. Zaadcellen zijn daarin tegen hele kleine cellen en hebben een lange staart waarmee ze zich kunnen voortbewegen. Eicellen moet worden voortbewogen door trilharen in de eileider. De eicel beweegt in de richting van de baarmoeder.
levensduur
De eicellen van de vrouw ontwikkelen zich in de twee eierstokken in de warme buikholte. Bij de productie van mannelijke zaadcellen komt veel warmte vrij, daarom ontwikkelen de zaadcellen zich in de teelballen die zich net buiten het warme deel van het lichaam bevinden. Als de productie van de zaadcellen in het lichaam zou plaatsvinden zo de te hoge temperatuur ervoor kunnen zorgen dat de hoeveelheid en de kwaliteit van de zaadcellen verslechterd.
Een meisje heeft al voor de geboorte een groot aantal onrijpe eicellen. Na de geboorte sterven steeds meer onrijpe eicellen. Vanaf de puberteit zullen er iedere 28 dagen ongeveer 10 eicellen rijpen. Daarvan wordt er echter slechts één volledig rijp. Als deze eicel niet bevrucht wordt door een zaadcel, zal ook deze cel langzaam afsterven met de menstruatie tot gevolg. Bij de menopauze (overgang) zijn er geen eicellen meer over.
Bij een jongen vormen de eerste zaadcellen in de puberteit. Daarna gaat het altijd maar door. Een man zal tot op hoge leeftijd zaadcellen vormen.
Bevruchting
Wanneer twee mensen geslachtsgemeenschap hebben tijdens of rond de ovulatie (eisprong) kan een vrouw zwanger raken. Tijdens een zaadlozing, met een chique woord ejaculatie, gaan er ongeveer 200 miljoen zaadcellen richting de baarmoedermond. Voor dat de spermacellen de eicel bereiken moeten zij flink wat obstakels voorbij! Eerst moeten ze een slijmpropje aan het begin van de baarmoeder passeren. Sommige zaadcellen overleven dit niet en blijven achter. De zaadcellen die dit wel overleven, zwemmen de eileiders in.
Wanneer de een eicel en een zaadcel elkaar treffen noemen wij dit bevruchting. Bij de bevruchting vindt er een versmelting plaats. Dat wil zeggen dat de twee cellen samen één cel gaan vormen. De cel die ontstaat na de bevruchting heet zygote.
Fase 1:
Zaadcellen bereiken de eicel. Één van de velen zaadcellen dringt de eicel binnen.
Fase 2:
De zaadcel verliest zijn staart en om de eicel ontstaat een voor andere zaadcellen ondoordringbare laag.
Fase 3:
De kern van de zaadcel versmelt met de kern van de eicel. De bevruchting is een feit!
Innesteling
De twee versmolten cellen, oftewel de zygote deelt zich een aantal keer in de eileider en er ontstaat een klompje van enkele tientallen cellen. De zygote reist met behulp van de trilharen in de eileider naar de baarmoeder. Eenmaal aangekomen in de baarmoeder gaat het klompje cellen in de baarmoerwand zitten. Het moment dat het klompje cellen in de baarmoederwand gaat zitten wordt innesteling genoemd.
Na de innesteling groeit het klompje cellen verder. De cellen gaan het hormoon hGC produceren. Als vrouwen willen testen of ze zwanger zijn doen ze dit via een zwangerschapstest. Deze zwangerschap test kijkt of het hormoon hGC in de urine aanwezig is. Is dat het geval… dan ben je zwanger!!
Tweelingen
Soms worden er meerlingen geboren, dat wil zeggen meer dan één. In de meesten gevallen zijn dit tweelingen.
Een eeneiige tweeling ontstaat uit de samensmelting van één zaadcel en één eicel. Na een aantal delingen vindt er splitsing plaats: uit de twee helften ontstaan twee individuen die erfelijk identiek aan elkaar zijn.
Een twee-eiige tweeling ontstaat doordat er tegelijkertijd twee eicellen bevrucht worden. Twee derde deel van alle tweelingen is twee-eiig.
Placenta en navelstreng
Ook de baby in de buik, oftewel de foetus heeft voeding en zuurstof nodig om te groeien. Ook moet de baby zijn afvalstoffen en koolstofdioxide weten te lozen. De oplossing? Een navelstreng en de placenta. Aan de buik van de foetus zit een navelstreng. De navelstreng zit aan de placenta. De navelstreng is een groot bloedvat. Het dikke vat is de slagader, zuurstofrijk, de dunne vatten die om het dikke vat spiraliseren zijn de aders. De bloedvaten uit de placenta nemen voedingsstoffen en zuurstof op van de moeder. De placenta geeft afvalstoffen en koolstofdioxide af aan de moeder. De navelstreng is de verbinding tussen de placenta en de foetus.
Het bloed van de foetus en dat van de moeder is niet hetzelfde bloed. Het bloed komt ook niet met elkaar in contact. Het wisselen van stoffen uit het bloed van de moeder en de baby gebeurd door diffusie.
Als je goed kijkt raken de bloedvatten van de placenta en de moeder elkaar niet. De stoffen in het bloed worden overgedragen door diffussie.
Nu gaan we zelf eens aan de slag! Ik heb voor jullie drie opdrachtjes die jullie gaan helpen om de eindtoets te halen!
Opdracht 1:
Wat: Je gaat voor jezelf in tekeningen een soort samenvatting maken van de paragraaf die jullie gezamelijk het moeilijkst vinden. Het hoeft niet lang te duren want 2 á 3 tekeningen zijn goed, zolang jij het maar snapt!
Tijd: Je hebt 5 minuten de tijd om deze opdracht te maken.
Hoe: Dit doe samen met je buurman of buurvrouw en op je ipad. Ik wil het kunnen zien!
Uitkomst: Je hebt nu de voor jou moeilijkste paragraaf in tekeningen weergeven. Nu snap jij het een stuk beter.
Hulp: De kennisclip of de uitleg!
Klaar: Ga door naar de volgende opdracht.
opdracht 2:
Wat: Je klikt op het linkje het linkje zal jou naar Biologiepagina sturen. Je gaat de opdrachten maken die op de pagina staan.
Tijd: Je hebt 5 minuten de tijd om deze opdrachten te maken.
Hoe: Dit doe je zelfstandig op je ipad.
Uitkomst: Je hebt de opdrachten op biologie pagina gemaakt en bent nu een stukje beter voorbererid op de oefen- en de eindtoets.
Wat: Je klikt op het linkje hieronder. Je zult naar een website gaan waar je een memory spel ziet. Combineer de juiste plaatjes en vragen om te winnen!
Tijd: Je hebt 5 minuten de tijd om deze opdracht te maken.
Hoe: Dit doe je zelfstandig op je ipad.
Uitkomst: Je hebt het memory uitgespeelt en bent nu een stuk beter voorbereid op de oefen- en eindtoets.
Hulp: De kennisclip of de uitleg!
Klaar: Ga door naar het volgende kopje ‘’eindtoets’’.
En nu... de oefentoets! Na het maken van deze oefentoets krijg je direct feedback. Je kunt dus gelijk zien waar je nog even aandacht aan moet besteden!
Als je dat bestudeerd hebt kun je aan de slag gaan met de eindtoets!!
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Het arrangement Leerwerktaak 2 G is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Nathan de Vos
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2018-03-16 16:53:43
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Schema opdracht
Oefentoets
Eindtoets bevruchting
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.