Ook de baby in de buik, oftewel de foetus heeft voeding en zuurstof nodig om te groeien. Ook moet de baby zijn afvalstoffen en koolstofdioxide weten te lozen. De oplossing? Een navelstreng en de placenta. Aan de buik van de foetus zit een navelstreng. De navelstreng zit aan de placenta. De navelstreng is een groot bloedvat. Het dikke vat is de slagader, zuurstofrijk, de dunne vatten die om het dikke vat spiraliseren zijn de aders. De bloedvaten uit de placenta nemen voedingsstoffen en zuurstof op van de moeder. De placenta geeft afvalstoffen en koolstofdioxide af aan de moeder. De navelstreng is de verbinding tussen de placenta en de foetus.
Het bloed van de foetus en dat van de moeder is niet hetzelfde bloed. Het bloed komt ook niet met elkaar in contact. Het wisselen van stoffen uit het bloed van de moeder en de baby gebeurd door diffusie.
Als je goed kijkt raken de bloedvatten van de placenta en de moeder elkaar niet. De stoffen in het bloed worden overgedragen door diffussie.