HC: Verlichtingsideeën en de democratische revoluties 1650-1900

HC: Verlichtingsideeën en de democratische revoluties 1650-1900

Verlichting

In deze historische context over de verlichtingsideeën en de democratische revoluties 1650-1848 behandelen we de volgende vragen:

  1. Welke ideeën ontstonden tijdens de Verlichting over de ideale samenleving, 1650-1789?

  2. In welke mate is de Franse Revolutie verlicht te noemen, 1789-1815?

  3. Welke invloed had de Verlichting op de politieke cultuur, 1815-1900?

     

     

Colofon

Het arrangement HC: Verlichtingsideeën en de democratische revoluties 1650-1900 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

Auteur
VO-content
Laatst gewijzigd
2022-03-01 10:10:58
Licentie
CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie

Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

  • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
  • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
  • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

Toelichting
Deze opdracht valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor geschiedenis voor vwo, leerjaar 4, 5 en 6. In deze historische context over Verlichtingsideeën en de democratische revoluties staan drie vragen centraal: 1. Welke ideeën ontstonden tijdens de Verlichting over de ideale samenleving, 1650-1789? De wetenschappelijke revolutie in de 17e eeuw leidde tot de Verlichting, een periode van nieuwe ideeën. Wetenschappers zoals Galilei en Newton vertrouwden op observatie (empirisme) en redenering (rationalisme) om kennis te vergaren. Deze methoden werden ook toegepast op maatschappelijke vraagstukken, waarbij de Verlichters zich verzetten tegen de autoriteit van de Kerk en de Staat. Ze pleitten voor gelijkheid, vrijheid en rationaliteit in de samenleving, en keken kritisch naar de macht van vorsten en religieuze instellingen. De Verlichting verspreidde zich door Europa via boeken, tijdschriften en kunst, maar werd tegengewerkt door censuur. Sommige vorsten werden beïnvloed door Verlichtingsideeën, maar behielden toch absolute macht en onderdrukten radicale Verlichters. 2. In welke mate is de Franse Revolutie verlicht te noemen, 1789-1815? In 1789 roept koning Lodewijk XVI van Frankrijk de Staten-Generaal bijeen vanwege de financiële crisis in het land. Tijdens deze bijeenkomst wordt duidelijk dat de koning niet van plan is de standenmaatschappij af te schaffen. De derde stand begint Nationale Vergadering voor gelijke rechten in een nieuwe grondwet. Uiteindelijk sluiten de andere standen zich aan bij deze Nationale Vergadering en worden er revolutionaire voorstellen gedaan om het Ancien Régime te beëindigen. Frankrijk wordt een constitutionele monarchie, maar de vrijheden en rechten zijn vooral voor de gematigde en rijke burgers. De Franse Revolutie gaat gepaard met geweld en de Terreur, maar ook met veranderingen zoals het afschaffen van de standenmaatschappij en de invloed van de kerk. Uiteindelijk grijpt Napoleon de macht en wordt Frankrijk een keizerrijk, waarbij veel verworvenheden van de revolutie worden geëxporteerd naar andere landen. De Franse Revolutie heeft diepgaande veranderingen teweeggebracht en veel idealen van de Verlichting gerealiseerd. 3. In welke mate bepaalden verlichtingsideeën de politieke cultuur in Europa (1813-1900)? Het Congres van Wenen in 1815 streefde naar herstel van oude machten, maar veel van Napoleon's hervormingen (moderne wetgeving en eenheidsstaat) bleven behouden. De Industriële Revolutie bracht sociale en economische veranderingen met zich mee. Rijke burgers eisten politieke vrijheid en economische vrijhandel, terwijl arbeiders betere werkomstandigheden en rechten eisten. De Verlichting en Industriële Revolutie zorgden voor opkomst van liberalisme, socialisme, nationalisme en feminisme. Liberalen streefden naar individuele vrijheid, terwijl socialisten gelijkheid nastreefden en kwamen op voor de arbeiders zonder rechten of invloed. Nationalisten wilden eigen natiestaten, terwijl feministen opkwamen voor vrouwenrechten. Conservatieven verdedigden de traditie, terwijl confessionelen zich inzetten voor sociale hervormingen vanuit religieuze waarden. Deze politieke stromingen hebben in de politiek nog steeds invloed.
Leerniveau
VWO 6; VWO 4; VWO 5;
Leerinhoud en doelen
Geschiedenis;
Eindgebruiker
leerling/student
Moeilijkheidsgraad
gemiddeld
Trefwoorden
arrangeerbaar, empirisme en rationalisme, franse revolutie, geschiedenis, h45, kerk en staat, politieke cultuur, stercollectie, verlichtingsideeën en de democratische revoluties, vrijheid en gelijkheid

Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

VO-content Geschiedenis. (2019).

HC: Verlichting 1650-1900

https://maken.wikiwijs.nl/151383/HC__Verlichting_1650_1900

close
gemaakt met Wikiwijs van kennisnet-logo
open