Uitwerking

De Staten-Generaal komt bijeen

Lodewijk XVI August van Frankrijk

In 1789 ziet de absolute vorst Lodewijk XVI geen kans meer een sluitende begroting op te stellen: Frankrijk dreigt onder schulden te bezwijken. Als laatste redmiddel roep de koning een Standenvergadering bijeen, iets wat in geen 175 jaar was gebeurd. In alle kiesdistricten worden vertegenwoordigers van de drie standen gekozen. Zij mogen ook boeken met klachten (cahiers de doléance) opstellen om die aan de koning voor te leggen. Maar tijdens de Staten Generaal wordt al snel duidelijk dat de koning niet van plan is de standenmaatschappij af te schaffen. Hij eist een stemming per stand in plaats van per hoofd, waardoor de derde stand geen kans heeft om echte hervormingen af te dwingen. De derde stand verlaat daarop de vergadering en begint een eigen bijeenkomst waar iedere afgevaardigde welkom is, maar waar per hoofd gestemd zal worden. De burgers zweren plechtig niet uiteen te gaan tot er een nieuwe grondwet met gelijkheid is. De koning ziet zich gedwongen de andere standen te laten aansluiten bij deze Nationale Vergadering, waarin vergaande voorstellen worden gedaan om een einde te maken aan het Ancien Régime. Dit betekent revolutie: alles wordt anders. Wat voor land moet Frankrijk worden?

Frankrijk wordt een constitutionele monarchie

De gematigde Verlichters hadden vooral gepleit voor een constitutioneel koningschap zoals in Groot-Brittannië, waarin de vorst de uitvoerende macht behoudt binnen de grenzen van een grondwet, en waarin de wetgevende macht in handen is van de vertegenwoordigers van het volk. Hierin zijn bijvoorbeeld de ideeën van Voltaire over de verlichte vorst en die van Montesquieu over de scheiding der machten te herkennen.

De Franse Revolutie biedt inderdaad vooral de gematigde, vooraanstaande en rijke burgers meer vrijheid en rechten. Zo worden de heerlijke rechten afgeschaft, om de boeren tevreden te stellen, maar vooral om de eigendomsrechten te beschermen. Het komt er op neer dat herendiensten en andere verplichtingen worden vervangen door een afkoopsom. Voor de gewone boeren verandert er in de praktijk dus weinig.

Ook de Verklaring van de Rechten van de Mens op 26 augustus 1789 belooft wel gelijkheid voor de wet - maar vrouwen, slaven, boeren en arbeiders krijgen geen rechten. Het enige recht dat in de praktijk streng wordt gehandhaafd, is het recht op eigendom.

Op 2 november 1789 worden de kerkelijke bezittingen in beslag genomen om de staatskas te vullen, want nog steeds verkeren de staatsfinanciën in crisis. Veel revolutionaire politici en burgers kunnen nu snel rijk worden door speculatie en handel in de verbeurd verklaarde goederen.

In 1791 probeert de koning met zijn gezin het land te ontvluchten, maar hij wordt vlakbij de grens bij Varennes herkend, gearresteerd en naar Parijs teruggebracht. Enkele maanden later wordt de nieuwe grondwet goedgekeurd met daarin gelijkheid van alle burgers voor de wet, waarbij 4 miljoen belasting betalende mannelijke burgers censuskiesrecht krijgen, maar 26 miljoen andere burgers nog steeds niets te vertellen hebben. Frankrijk is nu een constitutionele monarchie geworden waarin de koning alleen nog uitvoerende macht bezit. Op dit moment zijn (op papier) de idealen van de gematigde Verlichters voor een groot deel gerealiseerd.

Frankrijk wordt een republiek

De Nationale Vergadering valt nu uiteen in twee kampen: de Feuillants van de rechterzijde, voor wie de revolutie nu voltooid is, en de linkerzijde, waarin partijen zitten die (veel) verder wilden gaan: de republiek uitroepen en het kiesrecht uitbreiden. Deze partijen, de Girondijnen en de Jakobijnen, hitsen het gewone volk tegen de koning op. De Girondijnen sturen zelfs op een oorlog aan om de revolutie te redden: als het gewone volk moet vechten tegen de buitenlandse vijand, kan het niet tegen de regering in opstand komen. Intussen zoekt de koning contact met buitenlandse vorsten. Hij weet zich verzekerd van steeds meer steun in Franse streken waar royalisten (koningsgezinden) veel aanhang hebben. Tegelijkertijd bewapenen ontevreden radicale revolutionairen volkslegertjes om een machtsgreep van de koning te voorkomen en meer radicale hervormingen af te dwingen.

Slag bij Valmy in de Eerste Coalitieoorlog.

Als in april 1792 de Eerste Coalitieoorlog uitbreekt, komen er nog meer mogelijkheden voor gegoede burgers om te profiteren, bijvoorbeeld door voordelige contracten af te sluiten voor de levering van wapens en legervoorraden. Maar in de algemene paniek door de oorlog weten revolutionaire volkslegertjes (Sansculotten) in Parijs de macht te krijgen. Zij bedreigen de Nationale Vergadering en zetten die onder druk om verdergaande hervormingen af te dwingen, zoals mannenkiesrecht en vaste broodprijzen.

Robespierre en zijn Jakobijnen maken zich tot de spreekbuis van deze radicale revolutionairen en roepen verkiezingen uit om de volkswoede te dempen. In de aanloop daarnaar worden meer dan 1200 zogenaamde tegenstanders van de revolutie vermoord. Intussen kent de oorlog tegen de Pruisisch-Oostenrijkse troepen een dramatisch verloop. Tegen alle verwachtingen in behaalt het Franse volksleger enkele overwinningen.

In deze sfeer van oorlog en intimidatie vinden verkiezingen plaats, waaraan ongeveer 10% van de Fransen kan meedoen. In de nieuwe Conventie (de opvolger van de Nationale Vergadering) hebben de gematigde Girondijnen nog de overhand, maar ook de radicale Jakobijnen hebben veel aanhangers. De koning wordt nu afgezet: het koningschap wordt afgeschaft op 21 september 1792 en Frankrijk wordt een republiek.

Radicale revolutie en Terreur

Het radicale karakter van deze tweede revolutie is duidelijk als de regering een nieuwe kalender invoert met het jaar 1792 als jaar I. De maanden van het jaar krijgen nieuwe namen. In Parijs worden kerken gebruikt voor een nieuwe godsdienst: de dienst aan de Rede. Een ideaal van de radicale Verlichters wordt werkelijkheid. De nieuwe kalender en de nieuwe godsdienst betekenen een definitieve breuk met het verleden.

In januari van jaar II veroordeelt de Conventie de voormalige koning, nu burger Capet, wegens hoogverraad ter dood met 387 tegen 334 stemmen ter dood. Hij wordt in het openbaar met de guillotine geëxecuteerd.

Intussen lijden de Franse legers nederlagen. Nu wordt de hele bevolking verplicht om soldaten te leveren: de levée en masse. 300.000 mannen worden dienstplichtig soldaat. Deze dienstplicht leidt tot bloedige opstanden van boeren en burgers in het hele land. De Jakobijnen en de sansculotten op straat oefenen steeds zwaardere druk uit om keiharde maatregelen te nemen. Tenslotte geeft de Conventie toe en geeft de macht aan een soort oorlogsraad: het Comité de Salut Public en aan een speciale rechtbank. De opstanden worden bloedig neergeslagen. Op 26 mei lanceert Robespierre een actie tegen de Girondijnen, gesteund door 80.000 sansculotten met 150 kanonnen. De Girondijnse leiders worden gevangengezet. Robespierre en zijn radicale vrienden krijgen de macht in handen.

Robespierres regering ontaardt in een Terreur: ware en vermeende tegenstanders van deze tweede, radicale revolutie worden in deze oorlogstijd zonder proces als verraders bestempeld en ter dood gebracht met de guillotine. De Jakobijnen gebruiken hun macht om al hun politieke tegenstanders uit de weg te ruimen. Veel van hen vluchten naar het buitenland. Maar ook komen er onder de Terreur ook eindelijk enkele wetten tot stand die in het voordeel zijn van de armen, zoals gereguleerde prijzen voor levensmiddelen en armenzorg. Corrupte politici en oorlogsprofiteurs worden keihard aangepakt. Maar intussen groeit de tegenstand tegen Robespierres Terreur.

De Terreur was zeer gewelddadig en in veel opzichten in tegenspraak met de idealen van de Verlichting. Toch baseerde Robespierre zijn tirannie ook op opvattingen van Rousseau: die had immers ook geschreven dat de “Algemene wil” van het volk door de regering moest worden vastgesteld en uitgevoerd, ook als die inging tegen de wensen of rechten van individuele burgers.

Frankrijk weer een monarchie onder Napoleon

Napoleon Bonaparte

Robespierre maakt met zijn onbuigzame beleid steeds meer vijanden, ook onder voormalige medestanders die hun leven niet meer zeker zijn. In 1794 volgt een reactie. In juli worden Robespierre en andere radicale leiders gearresteerd en terechtgesteld. De gematigde, rijke burgers nemen nu de macht weer over, maar van een terugkeer naar het koningschap is geen sprake en veel wetten van de Terreur blijven gewoon bestaan. Maar de vaste prijzen voor levensmiddelen worden wel losgelaten, en door de verkoop van voormalige kerkelijke bezittingen zijn het nu weer de rijke burgers die kunnen profiteren en hun maatschappelijke positie verbeteren.

De nieuwe regering wordt het Directoire genoemd. De grondwet wordt gewijzigd; er zijn voortaan geregeld verkiezingen waaraan rijke burgers kunnen meedoen. In het nieuwe parlement krijgen de royalisten na elke verkiezing meer aanhangers. Aan de andere kant is er ook een opstand van ‘communisten’ die het particuliere grondbezit wilden afschaffen. Deze wordt hardhandig neergeslagen. Tenslotte plegen de leiders van het Directoire een staatsgreep en laten 65 koningsgezinde parlementsleden in een strafkolonie zetten.

Deze regering komt in grote problemen door de Tweede Coalitieoorlog waarvoor enorme sommen geld moeten worden geleend. Uiteindelijk gaat de staat zelfs bankroet, hetzelfde probleem dus dat de revolutie op gang bracht. Verder zijn de armoede en corruptie schrikbarend. Alweer wordt er een staatsgreep beraamd, door leden van het Directoire in samenwerking met een succesvolle en populaire generaal: Napoleon Bonaparte. De staatsgreep van 1799 bracht een driemanschap van drie Consuls aan de macht, maar al spoedig trekt Napoleon steeds meer macht naar zich toe. Hij schakelt zijn politieke tegenstanders uit en ontneemt het parlement de wetgevende macht. Door een verbond met de paus te sluiten, neemt hij de koningsgezinden de wind uit de zeilen. Hij laat zich uiteindelijk in 1804 tot keizer kronen op voorstel van de Senaat die hij zelf had benoemd, en wordt op 2 december gekroond in aanwezigheid van de paus. Napoleon treedt in de voetsporen van de Romeinse keizers en Karel de Grote en probeert een nieuw Europees rijk te veroveren.

De erfenis van de Franse Revolutie

Schijnbaar is de Franse Revolutie dus terug bij af. In werkelijkheid exporteert Napoleon veel verworvenheden van de revolutie naar de vele landen die hij verovert. Overal wordt de standenmaatschappij afgeschaft. Voortaan is niet meer afkomst, maar verdienste bepalend voor de maatschappelijke status. Onderwijs en zorg worden verbeterd en toegankelijk voor meer mensen. De invloed van de kerk wordt kleiner, het huwelijk en de burgerlijke stand worden een zaak van de overheid door de invoering van een nieuw wetboek: de Code Napoléon. In Europa gaan mensen zich meer en meer burger van een natiestaat voelen, in plaats van onderdaan van een vorst. Door deze diep ingrijpende veranderingen zijn uiteindelijk veel idealen van de Verlichting toch werkelijkheid geworden.