1789: Derde stand begint Nationale Vergadering voor gelijke rechten in een nieuwe grondwet.
Gelijkheid en mensenrechten in de grondwet, vooral voor rijke burgers van belang. Voorbeeld: de wet Le Chapelier.
1791: Na een vluchtpoging krijgt de koning alleen nog uitvoerende macht (constitutionele monarchie).
1792: Frankrijk wordt een republiek als er oorlog uitbreekt en de radicale sansculotten en Jakobijnen onder Roberspierre aan invloed winnen.
De revolutie radicaliseert: nieuwe kalender, godsdienst van de Rede, terechtstelling van de koning.
Terreur onder Robespierre: de guillotine voor alle tegenstanders van de revolutie. Ook invloed voor het gewone volk.
1794: Na de executie van Robespierre komt er een Directoire: regering van gematigden waarbij de rijke burgers profiteren van de oorlog. Napoleon wordt populaire generaal.
1804: Na een staatsbankroet en dreigende opstand wordt Napoleon eerst Consul, dan alleenheerser en tenslotte keizer.
Napoleon verovert grote delen van Europa en voert daar vernieuwingen in die de erfenis vormen van de Franse Revolutie, voorbeeld: De Code Civil.