Welkom op mijn Wikiwijs-arrangement
Het thema 'massamedia' staat centraal in dit arrangement. Op deze pagina behandel ik paragraaf 1: 'De betekenis voor de samenleving'. Het niveau van de leerstof is VMBO-KGT en is bedoelt voor leerlingen uit jaar 4.
Ik heb de paragraaf opgedeeld in vier subparagrafen. Elke subparagraaf heeft een eigen kopje gekregen die je rechts van de pagina ziet. Door op het kopje te klikken verschijnt er een rij met subkopjes. Werk steeds van boven naar beneden.
Bovenaan vind je altijd de leerstof. Hierin staat altijd één leerdoel centraal. Het leerdoel staat bovenaan de pagina.
Vervolgens vind je de uitleg.
In het rijtje subkopjes vind je onder het kopje 'samenvatting' een samenvatting van de leerstof. De samenvatting staat in een sjabloon als afbeelding. Je kunt de tekst in de samenvatting dus niet selecteren, kopieren of aanpassen. Wel kan je de sjabloon als geheel kopieren en als stensil uitprinten.
Vervolgens vind je een kennisclip van de subparagraaf. Hierin wordt door middel van een presentatie en een voice-over uitleg gegeven.
Verder staan in de rij met subkopjes opdrachten. Door de opdrachten te maken oefen je met de leerstof. De hoeveelheid opdrachten verschilt per subparagraaf.
Per subparagraaf heb ik twee oefeningen gemaakt. Je kan het zien als gewone oefeningen maar je kan ze ook beschouwen als diagnostische toets. Het is steeds verplicht om 'Oefeningen (1)' te maken. Als je meer verdieperende vragen wil maken mag je ook 'Oefeningen (2)' maken. De leerlingen die te horen hebben gekregen van de docent dat de ook verplicht die oefeningen moeten maken, maken dus altijd 'Oefeningen (1)' en 'Oefeningen (2)'. Jouw gegeven antwoorden worden verzonden naar de docent. Als leerling zul je hier individueel feedback krijgen van jouw docent
Als afsluiting van de subparagraaf staat er altijd een eindtoets is. De vragen in deze eindtoets zijn te vergelijken met de vragen van 'Oefeningen (1)'. De eindtoets maak je pas als de docent dit aangegeven heeft. Ook deze antwoorden zullen worden verstuurd naar jouw docent. Hier zal een cijfer uit komen die je te horen krijgt van je docent. Als je de gemaakte toets in wilt zien kun je altijd contact opnemen met je docent.
Ik wens je een leerzame tijd op mijn Wikiwijs-pagina!
1.1 Soorten media
Leertekst
1.1 Soorten media
► Onderscheid maken in verschillende soorten media.
Voordat we gaan kijken naar verschillen in soorten media, gaan we eerst kijken naar het begrip massamedia.
Daarvoor gaan er eerst nog kijken naar het begrip media. Met media bedoelen we middelen om informatie over te dragen.
Denk aan internet, video's, de krant, televisie, etc. Dit zijn allemaal verschillende soorten media. Je ziet dus al dat meida een heel breed begrip is.
Maar als je het dan hebt over massamedia, dan heb je het over middelen om informatie over te dragen aan veel mensen (massa).
In dit hoofdstuk zijn er drie soorten media (mediums) die je moet kennen:
Gedrukte media Audiovisuele media Interactieve media
(oude media) (nieuwe media)
Gedrukte media
Hieronder valt de krant, maar ook boeken, bladen en tijdschriften. Gedrukte media wordt ook wel 'oude media' genoemd, omdat het de oudste vorm van medium is die we hebben.
Audiovisuele media
Hieronder valt alles waar je naar kan kijken of luisteren. Denk aan televisie kijken, films/video's (op YouTube) en muziek of radio luisteren.
Interactieve media
Hieronder valt vooral internet en alles medums waarbij je internet op kan gebruiken, zoals smartphones en spelcomputers.
Interactieve media wordt ook wel 'nieuwe media' genoemd, omdat dit de nieuwste soort media is die we hebben.
Omdat je op deze vormen van media (mobiel/games) invloed kan uitoefenen, noem je het interactief. Je hebt er interactie mee en je kunt steeds op elkaar reageren. Het wordt beinvloed door jouw eigen handelen.
Het is dus niet zo dat je naar iets kijkt wat al van tevoren bepaald is, of dat je iets leest wat al gedrukt is, maar je hebt er juist invloed op. Je bepaald zelf wat er gebeurt.
Bijvoorbeeld bij het online gamen moet je steeds reageren op de acties van een andere speler.
Of bij een Whatsapp-gesprek reageer je steeds op het berichtje van de ander.
We hebben nu drie soorten media gezien. In principe staan ze los van elkaar, maar ze gaan steeds meer op elkaar lijken.
Als je bijvoorbeeld naar een programma op televisie kijkt, kan je tegenwoordig al steeds vaker meedoen en meepraten aan het programma. Zo'n programma wordt dan interactief.
Hier zie je bijvoorbeeld dat tijdens een uitzending van En tijdens een aflevering van het programma
het programma The voice of Holland wordt opgeroepen om Voetbal Inside wordt opgeroepen om de App te downloaden
mee te praten op o.a. Twitter en Facebook. Er staat zelfs bij: "Voor meepraten, vragen stellen en video's."
Ditzelfde zien we bij de gedrukte media. Nog altijd kunnen we kranten en tijdschriften in de winkel kopen, maar steeds vaker kun je diezelfde krant ook op je tablet kopen. Als je dit doet kun je ook op linksjes klikken en bijbehorende filmpjes bekijken. Zo'n krant wordt dan opeens audiovisueel (video's) en interactief (linkjes).
We zien dus dat deze drie soorten media steeds meer één worden.
Media heeft verschillende functies in de samenleving. Hieronder gaan we ze stap voor stap langs.
Er zijn algemene functies en politeke functies.
Algemene functies
Er zijn vijf algemene functies. Deze worden gebruikt om cultuur over te dragen.
Informerende functie: Leveren van nieuws aan de samenleving. Dit doet het journaal of nieuws bijvoorbeeld. Je weet hierdoor wat er in
Nederland en in de wereld gebeurt en wat er speelt.
Socialiserende functie: Het overbrengen van normen en waarden. Dit doen talkshows vaak. Door hiernaar te kijken zal je jezelf steeds meer
afvragen welke normen en waarden belangrijk zijn voor jouzelf en de samenleving. Hierdoor vorm je voor jezelf jouw
eigen identiteit. Soms wordt deze functie ook wel de opvoedfunctie genoemd.
Bindende functie: Het bevorden van de sociale cohesie, ofwel het creëren van saamhorigheid. Door naar een bepaald programma te
kijken voelen mensen zicht met elkaar verbonden. Dit kan dus echt samen, maar ook alleen. Als je bijvoorbeeld weet
dat al jouw vrienden Ik hou van Holland kijken, kan jij het ook gaan kijken en er de volgende dag op school over
praten. Dan verbind dat jullie ook ondanks dat jullie het niet samen gekeken hebben.
Duizenden mensen kijken samen naar een WK wedstrijd van het Nederlands voetbalelftal
op het Museumplein in Amsterdam. Door met elkaar hiernaar te kijken,
voel je je verbonden met iedereen die op het plein staat.
Educatieve functie: Het leveren van kennis. Door naar dit soort programma's te kijken leer je wat. Programma's waarvan je iets leert zijn bijvoorbeeld Klokhuis en SchoolTV.
Amusementsfunctie: Media die er is om je te vermaken en ter ontspanning. Bijvoorbeeld dat je naar een drukke dag school de televisie
aanzet en naar je favoriete serie zapt. Of dat je bijvoorbeeld een uurtje gaat lezen of gamen.
Politieke functies
Er zijn vijf politieke functies. Deze helpen ons bij de democratische besluitvorming, oftewel bij het vormen van onze democratie.
Agendafunctie: De media zorgt ervoor dat maatschappelijke problemen onder de publieke en politieke aandacht komen.
Journalisten gaan bijvoorbeeld op zoek naar maatschappelijke problemen en plubliceren die. Ze maken er
bijvoorbeeld een reportage van voor op televisie, of ze schrijven er een artikel over voor in de krant. Zo komt dat
probleem dan weer onder de aandacht van de burgers en de politieke partijen.
Politieke partijen zullen er uiteindelijk iets van vinden en het probleem oplossen.
Commentaarfunctie:
De media geeft commentaar op allerlei zaken en gebeurtenissen. Journalisten doen dit bijvoorbeeld op televisie of in
de krant. Maar de media biedt ook aan iedereen de mogelijkheid om zijn mening te geven. Je kan bijvoorbeeld als
scholier de krant een brief sturen met je mening over iets. Die ingezonden brief kan dan in de krant komen te staan.
Andere mensen zullen dat stuk lezen en er iets van vinden. Uiteindelijk kan het dan lijden tot bepaalde beslissingen.
Controlerende functie:
Politici zijn belangrijke personen met veel macht. Het is dus belangrijk dat ze zich goed en eerlijk gedragen.
De media controleert daarom of politici hun werk wel goed doen. Journalisten bekijken of ministers zich wel aan hun
afspraken en beloftes houden. Misstanden komen door deze functie aan het licht.
Deze functie wordt ook wel de waakhondfunctie genoemd.
Dit is een bericht waar je ziet dat de media de overheid controleert.
Een journalist schrijft over de salarissen van topmensen in de publieke sector, die volgens de afspraak
niet hoger zouden mogen zijn dan wat de minister-president verdient (de balkenendenorm).
Opiniërende functie:
Hierbij gaat het erom dat de media jou helpen een mening te vormingen over een onderwerp of gebeurtenis. Belangrijk
om te onthouden is dat de media niet hun mening geven, maar ze helpen jou een mening te vormen (opinie
betekent mening).
Door bijvoorbeeld naar een debat of discussieprogramma te kijken, kun je voor jezelf ook een mening vormen. En dat
kan weer heel belangrijk zijn voor als je mag gaan stemmen. Met welke politieke partij ben je het het meest eens?
Bepaalde programma's, artikelen of documantaires kunnen ervoor zorgen dat mensen aan het denken gezet worden
en ergens een mening over krijgen, wat weer gevolgen kan hebben voor de politieke besluitvorming.
Spreekbuisfunctie:
Elke vorm van media functioneert ook als spreekbuis of doorgeefluik. We zagen bij de commentaarfunctie dat media en
burgers commentaar en hun mening kunnen geven over bepaaalde zaken of gebeurtenissen. Als zo'n stuk daadwerkelijk
in de krant of in het journaal wordt getoont spreek je van de spreekbuisfunctie. De meida zorgt dus dat allerlei standpunten
en meningen van politici en burgers te horen zijn voor de hele samenleving.
Burhers kunnen hun eigen onderwerpen inbrengen, bijvoorbeeld via sociale media of door - net als in het eerder genoemde
voorbeeld - een brief te sturen naar de krant met het onderwerp/probleem. Maar journalisten kunnen ook zelf op zoek gaan naar onderwerpen.
1.3 Rol media
Leertekst
1.3 Rol Media
► Voorbeelden herkennen/noemen van terreinen waarop massamedia een centrale rol spelen, zoals bij democratische besluitvorming, cultuuroverdracht, en vrijetijdsbesteding.
In de vorige paragraaf zijn de functies van massamedia behandeld. Die functies hadden vooral betrekking op het individu. Die functies waren vooral persoonlijk en kunnen dus voor iedereen verschillen.
Nu gaan we kijken welke rol de massamedia heeft voor de hele samenleving, dus welke centrale rol massamedia heeft.
De media speelt een belangrijke centrale rol bij:
• Cultuuroverdacht: het overbrengen van normen, waarden, cultuurkenmerken, kennis, strandpunten en ervaringen. Dit geheel vormt je referentiekader.
• Democratische besluitvorming: het ondersteunen van de democratie.
• Vrijetijdsbesteding: het vermaken van mensen. De functie is bedoeld ter ontspanning en tijdverdrijf. Denk hier bijvoorbeeld aan het kijken van films of series en het lezen van boeken of roddelbladen.
1.4 Technologische ontwikkeling
Leertekst
1.4 Technologische ontwikkeling
► Uitleggen welke gevolgen technologische ontwikkelingen op (interactieve) massamedia hebben.
Technologische ontwikkelingen hebben gevolgen voor de massamedia. We hebben het al eerder gezien dat verschillende soorten media op elkaar lijken en met elkaar kruisen. Zo zagen we al eerder dat verschillende televisieprogramma's steeds vaker de optie geven op mee te praten via sociale media. Zo'n programma wordt dan interactief.
Een aantal andere dingen die veranderen of veranderd zijn door de technologische ontwikkelingen zijn:
De verkoop van gedrukte media neemt af.
Steeds meer mensen lezen hun krant of tijdschrift op internet of op hun tablet. Oorzaak hiervoor is de
digitalisering. Tegenwoordig kan je op elk apparaat de complete krant lezen. Een extra voordeel hiervan is
nog dat nieuws op internet elke minuut wordt geüpdatet. Voordat het nieuws in een gedrukt platform
verschijnt ben je al een dag, week of maand verder.
Het televisiegebruikt neemt af.
Er wordt steeds minder televisie gekeken. De reden hiervoor is dat vooral de jeugd steeds meer op het internet zit. De rol van bijvoorbeeld YouTube wordt steeds groter. Verder bestaat ook het 'interactief televisie kijken'. Je bent niet meer zoals vroeger gebonden aan tijden om je favoriete programma te kijken. Je kan elke programma instarten, pauzeren en terugkijken wanneer jij wil. Ook komt vrijwel elk programma op internet te staan. Soms al vijf minuten nadat het programma op televisie is afgelopen.
Hier zie je bijvoorbeeld een telecommunicatiedienst die zelfs reclame maakt om je televisie-abonnement
op te zeggen, en alleen een internetabonnement af te sluiten.
Als reclameslogan gebruiken ze de zin 'Het beste van tv komt toch op internet'. Hiermee willen ze dus
zeggen dat een televisieabonnement in deze tijd overbodig is en dat je aan een internetabonnement
genoeg hebt. Het beste komt toch wel op internet (aldus de telecomdienst).
Tegenwoordig komt niet eens alleen het beste van televisie op internet, maar bijna alles.
Het arrangement Massamedia - 1. De betekenis voor de samenleving is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Robert Doekhi
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2018-01-20 22:52:32
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Voor de cursus 'Arrangeren digitaal lesmateriaal' heb ik deze Wikiwijs-pagina gemaakt. Al langer had ik het idee om te beginnen met een eigen maatschappijleer-methode te schrijven. De opdracht voor deze cursus was een mooie aanleiding om hiermee te beginnen. Ik heb gekozen om het beeldmateriaal van een bekende maatschappijleer docent te analogiseren. Dit gaat om het beeldmateriaal op YouTube van docent Wessel Peeters. Hij heeft ook een eigen methode geschreven. Maar omdat naar mijn mening de video's veel meer informatie bevatten dan de methode wilde ik aan de hand van die video's een eigen methode ontwikkelen. Het uitgangspunt van mijn Wikiwijs-arrangement zijn dus ook de video's en de methode van Wessel Peeters. Het grootste deel heb ik zelf geschreven en ontwikkeld. Uiteindelijk heb ik Wessel op de hoogte gesteld van mijn idee en meteen toestemming gevraagd. Wessel vond het een leuk idee en gaf toestemming.
Het YouTube-kanaal van Wessel Peeters is te vinden op: www.youtube.com/user/wesselpeeters/
De site van Wessel Peeters is: www.wesselpeeters.eu
De methode van Wessel Peeters is te vinden op: www.maatschappijkunde.nl/
Verder heb ik de volgende (les)boeken als bron gebruikt:
Tools die ik gebruikt heb gebruikt voor mijn Wikiwijs-arrangement:
- Wikiwijs
- Easelly
Dit een een tool om dingen visueel te maken. Je kan een sjabloon kiezen en er mee doen wat je wilt.
Ik heb gekozen voor het visualiseren van de lesstof door het aan te bieden als samenvatting.
In Wikiwijs kan je ook een 'kop 2' toevoegen met 'samenvatting' en dan in de tekst de samenvatting typen.
Maar een visuele samenvatting met een leuke sjabloon nodigt meer uit voor leerlingen.
- PowerPoint
Met deze tool heb ik een presentatie gemaakt over de zaken die in mijn Wikiwijs-arrangement aan de aandacht komen. De presentatie heb ik later gebruikt voor mijn kennisclip.
- Screencast-O-Matic
Met deze tool heb ik mijn kennisclip opgenomen. Ik heb hiermee mijn beeldscherm (PowerPoint-presentatie) en mijn stem kunnen opnemen.
- Youtube
Met deze tool heb ik mijn kennisclip kunnen uploaden. Door dit te doen kon ik mijn video makkelij embetten naar mijn Wikiwijs-arrangement.
- Learningapps
Met deze tool heb ik twee apps ontwikkeld. Hiermee heb ik de opdrachten 'Sorteren per groep' en 'Zet de woorden terug' ontwikkeld.
- Google Formulieren
Met deze tool heb ik twee oefeningen gemaakt. Met de twee oefeningen komen twee leerwegen tot uiting. De ene oefening is van een makkelijk niveau en de andere oefening is van een meer uitdagend niveau. De antwoorden van de leerlingen die de oefening maken krijg ik binnen.
- Microsoft Forms
Met deze tool heb ik een summatieve toets gemaakt. Deze eindtoets kunnen de leerlingen zelf en overal maken. De antwoorden krijg ik binnen.
Aanvullende informatie over dit lesmateriaal
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
