Cleaning with a smile :-)

Cleaning with a smile :-)

Cleaning with a smile!

Studentenhandleiding

Wat gaan we doen

In deze lessen gaan we kennismaken met het planmatig schoonmaken van de woonkamer, de slaapkamer en het sanitair.

Je levert aan het eind van alle lessen een verslag in. In dit verslag ziet er zo uit:

  • Een voorblad met de titel: Cleaning met een :-)
  • De inhoudsopgave
  • Kort verslag van de opdrachten (wat je hebt gedaan, wat je ervan vond)
  • De 3 werkplannen
  • De reflectie op de opdrachten volgens de STARR-methode

Je vindt het lege verslagdocument onder bij het kopje toets.

Tijdens de lessen wordt er uitleg gegeven over de het schoonmaken, waar je op moet letten. Maar ook hoe je hygiënisch werkt en hoe je kan voorkomen dat je teveel doet of ziek wordt van het werk

Daarna ga je zelfstandig aan de slag. Je gaat lezen over een praktijksituatie en beantwoord de vragen die daarbij horen. Voor het beantwoorden van de vragen kun je de theorie er nog eens op naslaan. Ook kun je onder het kopje materialen zien wat je zoals nodig hebt voor het schoonmaken van een ruimte. Bij de praktijksituatie staan opdrachten, deze kun je in het verslag doen. 

Daarna ga je de opdracht voorbereiden. Deze opdrachten maak je in groepjes van 5 personen. De resultaten ga je de volgende les presenteren. Maar voor je met de opdracht begint moet je eerst bedenken hoe je dat gaat doen, wat je daarvoor nodig bent en met wie je misschien nog meer afspraken moet maken. Daarvoor kun je met je groepje een plan van aanpak maken. Onder het kopje plan van aanpak kun je een document vinden wat je daarvoor kunt gebruiken.

Kijk ook bij de regels voor filmen, foto’s maken en het doen van een interview. Hier staat wat wel mag en wat niet mag.

Ook ga je een werkplan maken voor alle onderdelen. Dit zijn er dus 3. 1 voor het schoonmaken van de woonkamer, 1 voor het schoonmaken van de slaapkamer en 1 voor het schoonmaken van het sanitair. Ook hier kun je weer goed gebruikmaken van de theorie en materialen.  Dit werkplan maak je alleen en thuis.

Bij het maken van de opdrachten ben je bezig met de praktijk. Schrijf hier een STARRverslag over. Dit zijn er dus 3. Je neemt een klein onderdeel waar jij bij het maken van het filmpje, fotoverhaal, interview veel van hebt geleerd.

  • Je schrijft wat er aan de hand was (Situatie).
  • Je schrijft wat er van je verwacht werd op dat moment (Taak)
  • Je schrijft wat je aan het doen was op dat moment (Actie)
  • Je schrijft wat er door wat jij deed gebeurde (Resultaat)
  • Je schrijft wat je hebt geleerd van wat er gebeurde en wat je eventueel later anders zou doen(Reflectie)

Regels voor het maken van een filmpje, foto's en interview

Regels en tips voor het maken van een filmpje

  • Maak eerst een verhaaltje/plannetje zodat jullie weten wat je gaat filmen, het liefst zo duidelijk mogelijk. Dit heet een script.
  • Het filmpje duurt minimaal 2 minuten en maximaal 4 minuten
  • Jullie zorgen voor voldoende licht zodat goed te zien is wat je wil laten zien
  • Het filmpje mag worden opgenomen in het praktijklokaal of op een stageplek. MAAR jullie mogen niet zomaar iemand filmen. Als er een persoon op de film kan komen moeten jullie ALTIJD vragen of hij of zij dat goed vindt. Als er een kind (tot 12 jaar) op kan komen moeten ouders altijd toestemming geven.
  • Je vertelt in het filmpje duidelijk wat er te zien  is.
  • Tijdens het opnemen en laten zien van de gevraagde handeling draagt degene die het demonstreert een uniform of witte polo.
  • Er zitten geen schokkende beelden in je filmpje zoals blote buiken, broeken die half afzakken, of iets wat hierop lijkt.
  • Jullie mogen gebruik maken van je telefoon, ipad of andere camera.
  • Jullie kunnen een filmpje in 1 keer opnemen of later monteren. Dat is aan jullie.

Regels en tips voor het maken van foto’s

  • Maak eerst een verhaaltje/plannetje zodat jullie weten wat je gaat fotograferen en waarom, het liefst zo duidelijk mogelijk. Dit heet een script.
  • Jullie zorgen voor voldoende licht zodat goed te zien is wat je wil laten zien
  • De foto’s mogen worden opgenomen in het praktijklokaal of op een stageplek. MAAR jullie mogen niet zomaar iemand fotograferen. Als er een persoon op de foto kan komen moeten jullie ALTIJD vragen of hij of zij dat goed vindt. Als er een kind (tot 12 jaar) op kan komen moeten ouders altijd toestemming geven.
  • Tijdens het fotograferen draagt degene die de handeling demonstreert een uniform of witte polo.
  • Er staan geen schokkende beelden in je foto’s zoals blote buiken, broeken die half afzakken, vieze wonden of iets wat hierop lijkt.
  • Jullie mogen gebruik maken van je telefoon, ipad of andere camera.

Regels en tips voor het doen van een interview

  • Maak van te voren een vragenlijst met vragen die je wil stellen.
  • Maak een afspraak met degene die jullie willen interviewen, dan heeft diegene er ook tijd voor.
  • Maak een afspraak waar jullie die persoon willen interviewen.
  • Vertel waarom jullie die persoon willen interviewen. Vertel dat het voor een schoolopdracht is en dat het gesprek niet wordt gepubliceerd in een krant of nieuwsblad.
  • Maak van te voren afspraken wie welke vragen stelt. Jullie mogen 1 persoon de vragen laten stellen, maar jullie mogen ook allemaal vragen stellen.
  • Het is handig om geluidsopname te maken, maar vraag hier toestemming voor bij de persoon die je gaat interviewen.
  • Als je geen geluidsopname maakt is het handig dat 1 uit jullie groep aantekeningen maakt. Het is heel handig dat degene die aantekeningen maakt de vragen dan al op papier heeft staan en dat hij of zij alleen maar het antwoord hoeft op te schrijven.

Voorbeeld plan van aanpak

Hoe wordt alles beoordeeld?

Je krijgt geen cijfer maar een waardering voldoende en onvoldoende. Op alle onderdelen moet een voldoende worden gescoord.

Opdracht les 1: collage maken

Je scoort een voldoende als

  • iedereen ongeveer evenveel heeft gedaan.
  • er duidelijk en helder gesproken wordt voor de klas

 

Je scoort een onvoldoende als

  • je geen presentatie doet

 

Opdracht les 2: reinigingsmiddelen

Geen beoordeling, dit doen we klassikaal

Opdracht les 3: opdracht 1

Je scoort een voldoende als

  • je duidelijk verschil maakt wat er dagelijks, elke week, en 1x maand en 1x per maand moet gebeuren

 

Je scoort een onvoldoende als

  • je de opdracht niet doet

Opdracht les 3, opdracht 2

Je scoort een voldoende als

  • het filmpje volgens de regels voor filmpjes is gemaakt

 

je scoort een onvoldoende als

  • je niet aan de regels voor filmpjes  voldoet
  • je geen filmpje instuurt

 

Opdracht les 4: opdracht 1

Je scoort een voldoende als

  • je duidelijk verschil maakt wat er dagelijks, elke week, en 1x maand en 1x per maand moet gebeuren

 

Je scoort een onvoldoende als

  • je de opdracht niet doet

Opdracht les 4: opdracht 2

Je scoort een voldoende als

  • iedereen ongeveer evenveel heeft gedaan.
  • er duidelijk en helder gesproken wordt voor de klas

 

Je scoort een onvoldoende als

  • je geen presentatie doet

 

Opdracht les 5: opdracht 1

Je scoort een voldoende als

  • je duidelijk verschil maakt wat er dagelijks, elke week, en 1x maand en 1x per maand moet gebeuren

 

Je scoort een onvoldoende als

  • je de opdracht niet doet

Opdracht les 5, opdracht 2

Je scoort een voldoende als

  • het filmpje volgens de regels voor filmpjes is gemaakt
  •  

Je scoort een onvoldoende als

  • je niet aan de regels voor filmpjes  voldoet
  • je geen filmpje instuurt

 

Opdracht les 5:opdracht 3

Je scoort een voldoende als

  • het interview in de vorm van een krantenbericht is

Je scoort een onvoldoende als

  • je geen interview hebt gedaan
  • het interview niet in de vorm van een krantenbericht hebt gemaakt.

Opdracht les 6: de toets

Je scoort een voldoende als

  • je 6 punten of meer hebt gescoord

 

Je scoort een onvoldoende al

  • je minder dan 6 punten hebt gescoord

 

Les 1: Wat is vuil?

Welke soorten vuil zijn er?

Om op de juiste manier schoon te maken moet je weten met welke vuilsoort je te maken hebt .

Vuilsoorten

Soorten vervuiling

Omschrijving

Percentage totale vuil

Schoonmaakmethoden

Stof en losliggend vuil

Droog vuil (stof, snippers, paperclips etc.)

80%

  • Vegen
  • Afstoffen
  • Klamvochtig afnemen
  • stofzuigen

Nat en lichtgehecht vuil

Aangekleefd vettig of vochtig vuil, licht gehecht (vlekken loopstrepen, vloeistoffen etc.)

15%

  • (vlak)Moppen
  • Uitwrijven
  • Vochtig afnemen en nadrogen
  • Sproei-extraheren
  • Deppen

Sterk gehecht vuil

Sterk hechtend en ingedrongen vuil (Ingetrapt vuil, kauwgom, oude waslagen etc.)

5%

  • Sprayen
  • Schrobben
  • Shamponeren / sproei-extraheren
  • strippen

 

Waarom je huis schoonmaken?

 

In vuil en stof kunnen ziekteverwekkers zitten, zoals bacteriën en virussen. Door schoon te maken, haal je ook deze ziekteverwekkers weg. Hierdoor maak je de kans op ziekte kleiner.

Wat zijn ziekteverwekkers?

Met het woord ziekteverwekkers bedoelen we alle micro-organismen die ziekte bij mensen kunnen veroorzaken. Deze micro-organismen zijn vaak zo klein, dat je een microscoop nodig hebt om ze te kunnen zien. Er zijn verschillende soorten ziekteverwekkers. De meeste besmettelijke ziekten worden veroorzaakt door bacteriën of virussen.

Waar zitten deze ziekteverwekkers?

Ziekteverwekkers kunnen op allerlei plekken zitten. Bijvoorbeeld op tafels, vloeren, deurklinken en de wc. Deze ziekteverwekkers kunnen er ook zijn als niemand in je huis ziek is. Maar als er wel iemand ziek is, is de kans hierop groter.

Hoe word je daar ziek van?

Als ziekteverwekkers in je lichaam komen, kun je ziek worden. De meeste ziekteverwekkers komen via de mond of je neus je lichaam binnen. Dit kan op verschillende manieren gebeuren.

Voorbeelden:

  1. Met je handen raak je een deurklink aan waar ziekmakende bacteriën op zitten. Nu zitten deze bacteriën ook op je handen. Vervolgens stop je met je handen eten in je mond. De bacteriën op je handen komen nu in je mond.
  2. Er zitten ziekteverwekkers in het stof op de vloer. De deur gaat open en het stof dwarrelt op. De ziekteverwekkers komen nu vrij in de lucht. Bij het inademen komen ze via je neus in je lichaam.

Schoonmaken voorkomt ziekte

Je kunt niet helemaal voorkómen dat je ziekteverwekkers binnen krijgt. Maar je kunt dit risico wel kleiner maken. Goed schoonmaken helpt hierbij. Bij het schoonmaken haal je ziekteverwekkers weg. De kans dat je ze op je handen krijgt of inademt wordt daardoor kleiner. Zo voorkomt schoonmaken ziekte.

Hoe vaak moet ik schoonmaken?

Hoe vaak je moet schoonmaken is persoonlijk. Sommige mensen willen iedere dag stofzuigen. Anderen vinden wekelijks schoonmaken voldoende. Daar zijn eigenlijk geen regels voor, maar wel goede tips:

Wordt een plek snel vies, maak deze dan vaker schoon. Plekken die snel vies worden zijn bijvoorbeeld de wc en de vloer. Dingen die mensen veel aanraken worden ook snel vies. Bijvoorbeeld deurklinken, lichtknoppen, trapleuningen en kranen. Het rooster in je afzuigkap of de ruimte bovenop kasten zijn voorbeelden van plekken die minder snel vies worden. Deze moet je wel af en toe schoonmaken, maar niet elke schoonmaakbeurt.

 

Opdracht

Opdracht

Maak in viertallen een collage op een A3 papier of via een digitaal programma met alles wat je over schoonmaken weet. Dat mag van schoonmaken thuis tot schoonmaken bij een bedrijf of instelling zijn. De materialen liggen klaar in de klas. Of je maakt gebruik van deze website om te kijken hoe je een mindmap maakt en gaat deze gebruiken.

     

Als de collage klaar is geef je een presentatie aan de klas.  

Hieronder staat een links voor mindmaps

http://www.mindmup.com

Les 2: Reiningingsmiddelen

Theorie

Schoonmaakmiddelen

Voor het schoonmaken van de verschillende vuilsoorten die we in les 1 hebben besproken ben je verschillende soorten schoonmaakmiddelen nodig. Schoonmaakmiddelen zijn onder te verdelen in drie soorten middelen, te weten:

  • Reinigingsmiddelen
  • Desinfecteermiddelen
  • Onderhoudsmiddelen

 

Reinigingsmiddel

Reinigingsmiddelen zijn de producten die we veel gebruiken en ook allemaal wel kennen. Je kunt bij reinigingsmiddelen denken aan bijvoorbeeld zeep of een allesreiniger. Deze middelen worden gebruikt om juist het zichtbare vuil te verwijderen.
 

Desinfecteermiddel

Desinfecteermiddelen worden voornamelijk gebruikt om onzichtbaar of niet zichtbaar vuil te verwijderen. Men kan hierbij denken aan micro-organismen. De bedoel van een desinfecteermiddel is dus om bacteriën en schimmels te doden. Een voorbeeld van een zo’n soort schoonmaakmiddel is bijvoorbeeld bleekwater.
 

Onderhoudsmiddel

Onderhoudsmiddel is een middel om voorwerpen te beschermen en de gevolgen van slijtage te beperken. Voorwerpen welke behandeld zijn met een onderhoudsmiddel gaan langer mee.
 

Gebruik van een schoonmaakmiddel

Op de verpakking van een schoonmaakmiddel kun je lezen hoe en waarvoor je het moet gebruiken. Houd je nauwkeurig aan de gebruiksaanwijzing en gebruik de juiste dosering. Een scheutje extra leidt niet tot een schoner resultaat, maar te weinig schoonmaakmiddel kan wel leiden tot een minder goed resultaat. Kies daarnaast natuurlijk een middel wat past bij het type vuil. Een reinigingsmiddel is bijvoorbeeld niet bedoeld voor het verwijderen van onzichtbaar vuil. De schoonmaakmiddelen kunnen in combinatie met andere middelen chemische reacties opleveren. Ook dat is niet verstandig, dus ga deze nooit met elkaar mengen. Bedenk ook dat sommige schoonmaakmiddelen schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid. Houd je dus altijd aan de gebruiksaanwijzing.
 
Sommige middelen kunnen eventueel brandbaar zijn. Ventileer daarom de ruimte altijd goed en rook vooral niet tijdens het gebruik van deze middelen. En er bestaan ook middelen die milieubelastende stoffen bevatten. Om het milieu wat te ontlasten zou je deze middelen zoveel mogelijk kunnen proberen te vermijden. Denk hierbij aan middelen met sterke zuren, fosfaten en oplosmiddelen, zoals chloor en terpentine. De zuurgraad van een stof wordt aangegeven met een pH-waarde. Gebruik bij voorkeur een middel met een pH-waarde van ongeveer 7.

youtube

Opdracht

  • Reinigingsmiddelen
  • Desinfecteermiddelen
  • Onderhoudsmiddelen

Schrijf van elk middel op waarvoor je het gebruikt en welke soorten je hiervan ken. Als je klaar bent ga je je uitkomsten vergelijken met de student die naast je zit.

We gaan de uitkomsten klassikaal bespreken.

Filmpje over reinigingsmiddelen

Les 3: Woonkamer schoonmaken

Praktijksituatie

Bij een kleinschalig wonen project in de wijk ben je aan het werk als helpende. Er wonen 6 licht dementerende bewoners in de woning waar je vandaag werkt. Jou collega heeft samen met de bewoners een heerlijke appeltaart gebakken. Je hebt zelf ook meegeholpen. Maar na de activiteit is de tafel die bij de keuken staat en de vloer eronder erg vuil geworden. Er liggen appelstukjes, deeg en restanten van de koffie. Aan jou de taak om dit op te ruimen. De bewoners gaan allemaal even een dutje doen, je kan er dus goed bij.

Opdrachten praktijksituatie

Hieronder vind je een aantal opdrachten. Deze opdrachten zijn bedoelt om te kijken of je je kan voorstellen waar je tegenaan loopt in de praktijk. Je mag zo vaak mogelijk proberen om de antwoorden te geven. je kunt de antwoorden vinden onder de hoofdstukken wat is vuil, reinigingsmiddelen, theorie en materialen.

Soms moet je een antwoord geven die daar niet staat omdat je daar zelf over na moet denken. Je gaat je mening geven. Deze antwoorden zet je het verslag. Dit kun je vinden onder toets.

Als je meer wilt weten over wat kleinschalig wonen is, kun je deze video bekijken.

Theorie

Schoonmaken van de woonkamer

Het schoonmaken van de woonkamer is best veel werk. En niet alle activiteiten moeten elke week. En niet alle activiteiten moeten elke week. Je hebt te maken met dagelijkse werkzaamheden, wekelijkse werkzaamheden en periodieke werkzaamheden. Periodiek betekent dat het wel een keer moet gebeuren maar dat dit bijvoorbeeld 1x per 3 maanden kan zijn, of 1 x per half jaar. Om te weten wat je wanneer moet doen zijn er overzichtskaarten.

In dit hoofdstuk gaan we deze 4 items behandelen. Daarna kijken we naar de kleurcodering. Ook kijken we nog naar een handige manier van werken.

Dagelijkse werkzaamheden

Om je huis bewoonbaar en leefbaar te houden doe je elke dag wel een paar dingen in je huishouden. Je wast bijvoorbeeld elke dag af, je ruimt de losliggende kranten op, je zet de stoelen weer recht. Je ruimt de tafel op na het eten. Ook het verwijderen van bloemblaadjes en stoffen kunnen hierbij horen. Als er huisdieren zijn of kinderen moet er ook vaak elke dag worden gestofzuigd. Dit zijn allemaal werkzaamheden die elke dag nodig zijn.

Als je deze dingen ook elke dag doet blijft de woonkamer schoon en heb je minder werk als je begint met de wekelijkse werkzaamheden.

Wekelijkse werkzaamheden

Deze werkzaamheden moeten in ieder geval elke week gebeuren. Je kan denken aan het stofzuigen van de bank, schoonmaken van de ramen, de kasten en deuren goed afnemen. Het stoffen van beeldjes, fotolijstjes, schilderijtjes. Door wekelijkse deze dingen te doen hou je de woonkamer schoon.

Periodieke werkzaamheden

Periodieke werkzaamheden zijn werkzaamheden die 1x per 3 maand, per half jaar of per jaar moeten gebeuren. De ramen doe je in bijvoorbeeld 1x per drie maanden. 1 x per jaar doe je de grote klussen. Dit zijn werkzaamheden als het plafond schoonmaken, de kasten van binnen schoonmaken en stoffen, het schoonmaken van de lampen. De grote schoonmaak zou ook hieronder kunnen vallen.

Overzichtskaarten of schoonmaakschema

Om te weten wat je wanneer moet doen zijn er zogeheten overzichtkaarten of schoonmaakschema. Hieronder zie je 2 voorbeelden maar de organisatie waar je voor werkt heeft vast andere kaarten.

Het gaat erom dat je goed kunt zien waneer iets moet gedaan worden en of het ook gedaan is. heel handig als je niet altijd bij dezelfde mensen aan het werk bent. Of als je een keer moet invallen voor een collega.

Kleurcodering

Kleurcodering bij schoonmaken is essentieel, vooral bij professioneel schoonmaken. Het draait voornamelijk om hygiëne. Om het per ongeluk verwisselen van het juiste schoonmaakdoekje met het juiste sopje of desinfectiemiddel te voorkomen, is een standaard kleurcodering in het leven geroepen voor diverse schoonmaaktoepassingen.

Kruisbesmetting voorkomen

Een schoonmaaksysteem met kleurcodering wordt toegepast om kruisbesmetting van bacteriën te voorkomen. Bijvoorbeeld: een doekje waar al een toilet mee is schoongemaakt wordt vervolgens ook nog eens gebruikt om de keuken mee af te nemen. Niet echt fris en het doekje wat inmiddels een bron van bacteriën is wordt vervolgens gebruikt om een oppervlak te reinigen waar met voedsel wordt gewerkt.

Bijkomend voordeel van kleurcodering is dat voorkomen wordt dat een bepaald oppervlak beschadigd raakt omdat deze wordt afgenomen met een verkeerd/bijtend schoonmaakmiddel.

De kleuren en toepassingen

De hieronder uitgelichte kleuren zijn van toepassing op de kleur van de emmer. Het is hierbij wel cruciaal om het juiste doekje te gebruiken in combinatie met de juiste emmer. Om deze reden zijn ook schoonmaakdoekjes in verschillende kleuren uitgevoerd. Hier gaan we later op in.

Blauw

De blauwe emmer is voor algemene oppervlaktereiniging van het interieur zoals meubels, de werkplekken op het kantoor, kozijnen, randen, planken etc.

Rood

De kleur rood is een opvallende kleur en wordt vaak gebruikt om belangrijke signalen af te geven. Het is dan een logisch vervolg dat de rode emmer gebruikt wordt voor de toiletpotten en urinoirs.

Geel

De gele emmer is er voor de overige sanitaire oppervlaktes zoals een bad, wasbakken, kranen en tegels.

Groen

Voor toepassingen waar hygiënisch reinigen onontbeerlijk is, is er de groene emmer. Denk hierbij aan de OK en andere ruimtes in ziekenhuizen, verpleeghuizen en de keuken. Groen staat voor veiligheid, dus dat maakt het makkelijk te onthouden.

Blauw en rood

Standaard schoonmaaksets en schoonmaakkarren zijn over het algemeen alleen voorzien van een rode en blauwe emmer. De blauwe emmer is in dit geval voor het interieur en de keuken en de rode emmer voor de sanitaire voorzieningen.

Gekleurde schoonmaakdoekjes

Om ervoor te zorgen dat schoonmaakdoekjes niet per ongeluk verwisseld worden, zijn ook deze altijd uitgevoerd in verschillende kleuren. Hierdoor zijn ze makkelijk uit elkaar te houden en is de kans veel kleiner dat het doekje in de verkeerde emmer terecht komt.

Het handigst is het om voor dezelfde kleur aan te houden als de emmer, dus het blauwe doekje voor de woonkamer of het kantoor, het rode doekje voor toiletpotten en urinoirs, het gele doekje voor de overige oppervlakten in de badkamer en WC en het groene doekje voor keuken.

Handige volgorde

Er is altijd wel wat te doen maar wat is handig? Je kunt veel tijd winnen met een logische volgorde van je werkzaamheden. Je kan dit zelf bedenken maar een regel is dat je van boven naar beneden werkt en van achter naar voor. Dat betekent dat je eerst stoft en dan stofzuigt. En dat je in het verste hoekje van een kamer begint te dweilen zodat je bij de deur eindigt.

Nog een paar tips:

  1. Eerst opruimen!
    Alles wat los ligt of niet op zijn vaste plek breng je daar naar toe. Als je namelijk om alles heen gaat schoonmaken of alles moet opruimen terwijl je schoonmaakt duurt het lang en kun je niet doorwerken.
  2. Ga je ook ramenwassen, niet eerst de vensterbank stoffen!
    Als je gaat ramen wassen worden de vensterbanken weer nat en vies. Als je eerst stoft dan moet je 2x de vensterbank schoonmaken, dat is helemaal niet handig.
  3. Afstoffen voor stofzuigen!
    Maak een heet sopje (water en een beetje schoonmaakmiddel) en gebruik een microvezeldoekje. Deze wring je goed uit zodat hij klamnat is. Dan ga je alles afstoffen, de meubels, de vensterbanken, alle hoekjes en gaatjes. Let weer op dat je van boven naar beneden schoonmaakt.
  4. Dan stofzuigen!
    Als alles is gestoft kan er worden stofzuigen. Denk eraan dat je in het vesrte hoekje begint en achteruit werkt.
  5. Eerst droog dan nat!
    Na het stofzuigen ga je dweilen. Pak een emmer met sop, neem een microvezeldweil en wring die goed uit. Of gebruik een mop met wringer. Dweil net als bij het stofzuigen vanuit het verste hoekje. Eindig weer bij de deur.

https://stofzuigerzen.nl/schoonmaak-volgorde

Materialen

Om een huis goed schoon te kunnen maken heb je materialen nodig. Zo gebruik je om te kunnen stofzuigen een goede stofzuiger. Om ramen te zemen, heb je een emmer met warm water, een spons, een trekker, zeem en schoonmaakmiddel nodig. Om bij hoge objecten te kunnen of bij het ramen zemen heb je een huishoudtrap nodig.

 

Protocol

Om een huis goed schoon te kunnen maken heb je materialen en middelen nodig. Zo gebruik je om te kunnen stofzuigen een goede stofzuiger.Om ramen te zemen heb je een emmer met warm water, een spons, een trekker, zeem en schoonmaakmiddel nodig. Om af te stoffen heb je een vochtige microvezeldoek nodig. Om bij hoge objecten te komen of bij het ramen wassen gebruik je een huishoudtrap.

 

 

Opdracht

Hieronder staan 2 opdrachten. Maak ze allebei!

Opdracht woonkamer 1

Maak een plan voor het schoonmaken van een huiskamer bij een groep van 4 licht dementerenden, denk hierbij aan de veiligheid want de mensen zitten in de huiskamer.

Wat moet je doen.

  • Je gaat op zoek naar het protocol van de het schoonmaken van de woonkamer.
  • Met dit protocol maak je een werkplan. Je gaat bedenken wat elke dag moet gebeuren, wat elke week moet gebeuren, wat 1 maal per maand kan en wat 1 maal per 3 maanden kan.  Je voegt je werkplan toe in het verslag. Dit verslag kun je vinden bij :Toets.
  • Noem dit werkplan: Werkplan woonkamer schoonmaken.

Opdracht woonkamer 2->

Maak een filmpje over het schoonmaken van de kasten in de kamer. (boeken en allerlei beeldjes in de kast)

  • Ga met je groepje bedenken waar je een kast hebt waar niet alleen boeken in staat maar ook beeldjes, kaartjes, foto’s en andere dingen. Misschien bij een van jullie opa’s of oma’s, misschien op een van de stageplekken. En anders is er in de lerarenkamer wel een kast die niet alleen boeken bevat.
  • Maak een korte instructiefilm over hoe je de kast gaat schoonmaken. Denk hierbij aan dat spulletjes niet stuk mogen gaan, dat je de inhoud van de kast niet mag veranderen en dat alles goed stofvrij wordt.
  • Spreek het filmpje in zoals staat beschreven bij de regels voor filmpjes en denk hierbij eraan dat je goed uitlegt wat je gebruikt om schoon te maken, waar je allemaal op let.
  • Dit filmpje gaan we de volgende les bekijken.
  • Beschrijf in het kort hoe je het vond om dit filmpje te maken. Dit doe je in je verslag.

Les 4: Slaapkamer schoonmaken

Praktijksituatie

Je loopt als helpende stage bij de thuiszorg. Je komt samen met je begeleider bij de familie Buwalda. Dit zijn nog twee fitte mensen van 82 en 85 jaar. Ze redden zich prima. Net als vroeger slapen ze op een tweepersoons bed. En ook net als vroeger hebben ze lakens en dekens op bed. De slaapkamer is niet groot en het bed is laag. Jouw begeleider vraagt of je wilt stofzuigen in de slaapkamer en of je het bed wil verschonen.

Opdrachten praktijksituatie

Hieronder vind je een aantal opdrachten. Deze opdrachten zijn bedoelt om te kijken of je je kan voorstellen waar je tegenaan loopt in de praktijk. Je mag zo vaak mogelijk proberen om de antwoorden te geven. je kunt de antwoorden vinden onder de hoofdstukken wat is vuil, reinigingsmiddelen, theorie en materialen.

Soms moet je een antwoord geven die daar niet staat omdat je daar zelf over na moet denken. Je gaat je mening geven. Deze antwoorden zet je het verslag. Dit kun je vinden onder toets.

Dit is de jagerszit
Dit is de jagerszit

Als je meer wilt weten over het werken in de thuiszorg kun je deze video bekijken

Theorie

Schoonmaken van de slaapkamer

Het schoonmaken van de slaapkamer is best veel werk. En niet alle activiteiten moeten elke week. Je hebt te maken met dagelijkse werkzaamheden, wekelijkse werkzaamheden en periodieke werkzaamheden. Periodiek betekent dat het wel een keer moet gebeuren maar dat dit bijvoorbeeld 1x per 3 maanden kan zijn, of 1 x per half jaar. Om te weten wat je wanneer moet doen zijn er overzichtskaarten.

In dit hoofdstuk gaan we deze 3 items behandelen. Daarna kijken we naar de houdingen waarin je werkt zodat je veilig kunt werken.

Dagelijkse activiteiten

De slaapkamer maak je meestal 1x per week schoon. Dagelijks kan er natuurlijk wel wat gebeuren zoals het in de was doen van kleding, het in de was doen van vuile kleding, het bed opmaken. Als je in een instelling werkt kan het zijn dat er een postoel op de kamer staat, deze maak je ook dagelijks schoon.

Wekelijkse activiteiten

Bij het schoonmaken van de slaapkamer begin je met het opruimen van alle losliggende dingen. Kleding wordt in de was gedaan of opgeruimd in de kast.

Nu ga je, weer van boven naar beneden schoonmaken. Je begint met stoffen van de planken op ooghoogte en werkt zo naar beneden.

Als er een wasbak in de slaapkamer is maak je die schoon volgens de werkinstructie voor het schoonmaken van sanitair.

Het bed wordt afgehaald. Afhalen van het bed betekent dat je alle lakens en kussenslopen scheidt van de dekens, de kussens of het dekbed. Ook haal je het onderlaken van het bed. Het vuile beddengoed doe je in de wasmand. De dekens en kussens laat je op het bed liggen.

Daarna ga je stofzuigen. Denk eraan dat je ook goed onder het bed stofzuigt of onder kasten. Daar zit altijd heel veel stofvlokken. Als er een gladde vloer is, kun je ook met een stok en een microvezeldoek de vloer schoonmaken.

Je doet nieuw beddengoed op het bed. Er zijn hele handige manieren om dat te doen. Denk er om dat je niet wappert met lakens, je hebt net gestoft en wil niet dat je nieuwe stof maakt die op de planken en de nachtkastjes terecht komt.

bed opmaken

Periodieke werkzaamheden

Periodieke werkzaamheden zijn werkzaamheden die 1x per 3 maand, per half jaar of per jaar moeten gebeuren. De ramen doe je in bijvoorbeeld 1x per drie maanden. 1 x per jaar doe je de grote klussen. Dit zijn werkzaamheden als het plafond schoonmaken, de kasten van binnen schoonmaken en stoffen, het schoonmaken van de lampen. De grote schoonmaak zou ook hieronder kunnen vallen.

Veilig werken

Als je schoonmaakt doe je veel activiteiten die behoorlijk zwaar voor je lichaam zijn. Je wordt er moe van, je kan er pijn van in je rug krijgen. En als je veel en lang met een verkeerde houding werkt kun je daar zelfs ziek van worden. Zo ziek dat je niet meer kan werken. Vaak heb je dan ook veel pijn door versleten gewrichten. Dit hoeft niet te gebeuren. Je kunt hier zelf heel veel aan doen. Er zijn gedragsregels voor gezond en veilig werken bij het schoonmaken. Je hebt met de ARBOwetgeving. Vaak werkt een werkgever met een ARBOcheck.

Hieronder zie je een voorbeeld van een ARBOchecklijst. Je ziet ook dat als het niet in orde is je hulp in kan roepen zodat je later niet ziek wordt. Het boekje dat je online kunt lezen vertelt je nog veel meer over veilig werken.

boekje voor veilig werken
arbocatalogus

een voorbeeld van een arbochecklijst
een voorbeeld van een arbochecklijst

Materialen

Welke materialen heb je nodig bij het schoonmaken van een slaapkamer?

- Stofzuiger

- Microvezeldoek

- Emmer

- Allesreiniger

- Stofwisser, mop of dweil

- Eventueel schoon beddegoed en een wasmand

Protocol

Opdracht

Hieronder staan 2 opdrachten. Maak ze allebei!

Opdracht slaapkamer 1 ->

Maak een plan voor het schoonmaken van een slaapkamer in de thuiszorg. Je moet er stoffen, stofzuigen en het bed moet worden verschoond.

Wat moet je doen.

  • Je gaat op zoek naar het protocol van de het schoonmaken van de slaapkamer.
  • Met dit protocol maak je een werkplan. Je bedenkt wat er elke week moet gebeuren. Denk ook om de volgorde en de veiligheid.  Je voegt je werkplan toe in het verslag. Dit verslag kun je vinden bij :Toets.
  • Noem dit werkplan: Werkplan slaapkamer schoonmaken.

Opdracht slaapkamer 2 ->

Maak een fotostrip over het verschonen van het bed. Maak vooraf een script zodat je weet wat jullie gaan fotograferen.

  • Deze fotostrip heeft in ieder geval 6 foto’s en is min 1 A4 groot. Het mag uitgebreider.
  • Jullie schrijven in/op/onder de foto welke handeling te zien is en waarom jullie dat zo doen.
  • Het is aan jullie hoe je dit wilt maken. Jullie kunnen programma’s als Powerpoint, Publisher gebruiken. Jullie kunnen ook een collage maken. Als het maar duidelijk is wat er gedaan moet worden en waarom.
  • Jullie nemen de strip de volgende les mee en presenteren deze voor de klas. Dit duurt minimaal 3 minuten en maximaal 5.
  • Beschrijf in het kort hoe je het vond om deze strip te maken. Dit doe je in je verslag.

Les 5: Sanitair schoonmaken

Praktijksituatie

Op een zorgboerderij komen dagelijks verschillende cliënten voor de dagbesteding. Deze groepen mensen, er zijn niet meer dan 6 cliënten per groep, komen om de dieren te verzorgen en mee te helpen met het onderhouden van de tuin. Je bent als stagiaire bezig met het schoonmaken van de wc. Vandaag voelt Bernard zich niet zo lekker en hij moet nodig naar het toilet. Als hij klaar is kun jij beginnen met schoonmaken. Je ziet dat Bernard last heeft van diarree en omdat hij last van spasmen heeft is de toilet meer vuil dan anders.

Opdrachten praktijksituatie

Hieronder vind je een aantal opdrachten. Deze opdrachten zijn bedoelt om te kijken of je je kan voorstellen waar je tegenaan loopt in de praktijk. Je mag zo vaak mogelijk proberen om de antwoorden te geven. je kunt de antwoorden vinden onder de hoofdstukken wat is vuil, reinigingsmiddelen, theorie en materialen.

Soms moet je een antwoord geven die daar niet staat omdat je daar zelf over na moet denken. Je gaat je mening geven. Deze antwoorden zet je het verslag. Dit kun je vinden onder toets.

Als je meer wilt weten over wat een zorgboerderij is, kun je deze video bekijken.

Theorie

Schoonmaken van het sanitair

Het schoonmaken van de sanitair is naast een precies werkje soms ook een vies karweitje. Immers je gaat naast de douche of bad ook het toilet schoonmaken. Bij het schoonmaken van het sanitair kennen we dagelijkse werkzaamheden en wekelijkse werkzaamheden. Je hebt inmiddels geleerd dat vocht een fijne omgeving is voor schimmels en bacteriën. Omdat in sanitaire ruimtes het altijd vochtig is, maak je altijd alles wekelijks schoon. Er zijn echter wel klusjes die wat minder vaak hoeven. Deze staan bij de periodieke werkzaamheden.

In dit hoofdstuk gaan we deze 3 items behandelen. Ook kijken we naar hoe je om kan gaan met de soms vieze zaken waar je mee te maken krijgt.

.

Dagelijkse werkzaamheden

Ieder die een toilet gebruikt zou een deel van de dagelijkse werkzaamheden moeten uitvoeren. Na het gebruik van de toilet laat iedereen die schoon achter. Heb je je gepoept kijk je of er ook remsporen zijn achter gebleven. Of als je net naast de toilet geplast hebt, veeg je dat schoon. Toiletpapier doe je in het toilet en na gebruik was je natuurlijk je handen.

Helaas is dat lang niet altijd zo. Niet iedereen doet dit en als er veel mensen een toilet gebruiken wordt hij toch vies. In grote organisatie worden daarom elke dag een aantal keren per dag de toilet gereinigd. Het hangt ervan af hoeveel mensen het toilet gebruiken maar dat kan soms elk uur moeten worden schoongemaakt. Hiervoor zijn aftekenschema’s.

Het schoonmaken van het toilet is een secuur werkje. Je wilt niet dat de bacteriën blijven zitten en het niet echt schoon wordt. Hieronder is een mooi filmpje hoe je dat kan doen.

schoonmaken toilet

Wekelijkse werkzaamheden

De badkamer in een hotel wordt vaker schoongemaakt dan een badkamer in een huishouden als je in de thuiszorg werkt. maar elke badkamer moet elke week schoongemaakt worden. Maar hoe doe je dat en wat is handig…Bekijk het filmpje.

schoonmaken sanitair

Douchematjes en toiletmatjes

Dit zijn grote verzamelaars van vuil en schimmels. Daarnaast zij n ze vaak gevaarlijk voor oudere mensen, ze kunnen over een matje struikelen of uitglijden. Maar soms zijn ze er toch. Doe een douchematje of een toiletmatje elke week in de wasmachine.

Periodieke werkzaamheden

Het bad schoonmaken

Je kan het bad handig schoonmaken met heet water en schoonmaakazijn. Ook gewone azijn kan. Je maakt een sopje en sponst het bad. Je laat het een kwartiertje inwerken en dan spoel je het bad uit met water. Even drogen met een droge doek en het bad is schoon. Je kunt ook een allesreiniger gebruiken.

Het douchegordijn schoonmaken

Een douchegordijn kan heel vies zijn, denk aan kalkranden aan de onderkant. Vaak kun je het gordijn zo in de wasmachine doen. Maar als het erg vuil is kan het ook worden geweekt (een paar uur) in water en azijn. Weer goed uitspoelen en nat ophangen.

Douchekop ontkalken

Kalk kan zich verzamelen in de douchekop. Ook al neem je hem elke week af, soms is dat niet genoeg. Een douchekop die vol kalk zit werkt niet goed. Je kan hem dan in een emmertje met een sopje van heet water en azijn leggen. Daarna goed afspoelen met schoon water.

Vieze karweitjes

Het schoonmaken van het sifon.

Het sifon is de bocht die in de afvoer zit. Deze is vaak erg vies zonder dat we het weten. Het stinkt dan in de badkamer. Dit komt vaak omdat er zeepresten en haren in zitten. Hoe meer haar erin zit, hoe meer de zeepresten er inblijven hangen. Als je het niet schoonmaakt raakt de afvoer verstopt.

Gebruik altijd handschoenen als je dit doet. Draai de sifon open en haal met de hand alle vieze, vaak zwarte haren en rommel uit het sifon.

sifon schoonmaken

Het schoonmaken van het doucheputje

Eigenlijk is dat hetzelfde als bij de sifon, ook hier blijven de zeepresten en haren inhangen. Als je na elke douchebeurt het haar weghaalt kun je verstopping voorkomen. Maar zeker 1x per 3 maanden is het verstandig om even het douchputje eruit te halen. Ook dan zie je weer zwarte aanslag.

Gebruik altijd handschoenen als je dit doet. Maak het gedeelte wat je eruit hebt gehaald schoon in een emmertje sop. En maak het stuk wat in de vloer zit ook even schoon met een nat schoon sponsje. Het sponsje kun je direct daarna weggooien.

doucheputje schoonmaken

Een toilet waar iemand op heeft gezeten die diarree heeft.

Denk er ten eerste aan dat poep (ontlasting) altijd boordevol bacteriën zitten waar je ziek van wordt. Maar de poep van iemand die diarree heeft zitten vaak veel meer bacteriën die ook nog veel ziekmakender zijn.

Gebruik altijd handschoenen bij het schoonmaken van een toilet. Maar nu helemaal. Gebruik nu handschoenen die je weg kan gooien. En als je handschoenen zichtbaar vies zijn, doe je nieuwe aan. Gebruik bij het schoonmaken van zo’n toilet een desinfecterende zeep. Ook voor de omgeving van het toilet.

grappig filmpje toren C over toiletbezoek

Materialen

Welke materialen heb je nodig bij het schoonmaken van sanitair?

- Emmer

- Schoonmaakmiddel

- 2 Werkdoekjes

- Dweil

- Pedaalemmerzak

Protocol

Opdracht

Hieronder staan 3 opdrachten. Maak ze alledrie!

Opdracht sanitair 1 ->

Maak een plan voor het schoonmaken van het sanitair. Je moet er alles schoonmaken, het toilet, de douche en de wastafel. Denk ook aan de vloer en de muren.  

Wat moet je doen.

  • Je gaat op zoek naar het protocol van de het schoonmaken van de slaapkamer.
  • Met dit protocol maak je een werkplan. Je gaat bedenken wat elke dag moet gebeuren, wat elke week moet gebeuren, wat 1 maal per maand kan en wat 1 maal per 3 maanden kan.  Je voegt je werkplan toe in het verslag. Dit verslag kun je vinden bij :Toets.
  • Noem dit werkplan: Werkplan sanitair schoonmaken.

Opdracht sanitair 2->

Ga een grappig filmpje maken over het schoonmaken van het toilet. Hierbij mag je vooral laten zien wat er niet moet gebeuren of hoe je het niet moet doen. Kijk ook nog even nog even bij de regels voor het maken van filmpjes.

  • Ga met je groepje bedenken wat je wil laten zien. Bedenk een plaats waar een wc is, denk er ook aan dat jullie daar misschien met 2 of 3 mensen in moeten kunnen, een hele kleine wc is misschien niet zo handig. Het mag in de wc van school, en misschien kan het bij een van jullie thuis.
  • Maak een kort filmpje waarbij je van alles mag doen en laten zien zolang het maar niet onsmakelijk is. Dus geen toilet vol viezigheid, bloed, ontlasting etc.
  • Dit filmpje gaan we de na de schriftelijke toets als afsluiting bekijken.
  • Beschrijf in het kort hoe je het vond om dit filmpje te maken. Dit doe je in je verslag.

Opdracht sanitair 3->

Jullie gaan een toiletdame of heer interviewen. Dit interview hoeft niet lang te duren, maximaal 15 minuten. Je kan ook kijken of je een schoonmaker van school of van je stage kan interviewen. Kijk ook nog even bij de regels voor het interview.

  • Ga met je groepje vragen voorbereiden. Bedenk wat je wil weten en hoe je dat gaat vragen
  • Maak na afloop een verslag van het interview. Je mag daarvoor de vragen opschrijven met de antwoorden maar je mag ook de antwoorden tot een verhaal maken.
  • Je doet het in de vorm van een krantenartikel. Dit betekend dat het een kop heeft, de namen van de groep. Daarna vetgedrukt de plaats van het interview, en een korte samenvatting en dan de tekst. Als je gevraagd hebt of je een foto mocht maken van degen die je hebt geïnterviewd kun je die ook toevoegen. Schrijf dan onder de foto de naam van de persoon. Hebben jullie geen foto, schrijf dan onder aan de tekst: met dank aan (de naam van de persoon)
  • Ieder van jullie voegt dit toe aan zijn verslag.

Les 6: Toets

Verslag

De toets voor dit vak bestaat uit

- het maken van de toets

- het maken van het verslag.

Je maakt eerst de toets. Als je klaar bent kun je het bewijs van deelname opsturen naar wikiwijscleaningwithasmile@outlook.com

Je hebt waarschijnlijk na de toets nog tijd om verder te werken aan je verslag. Je kunt dit dan nog eens nalezen en mooier maken.

Aan het eind van deze les moet je je verslag opsturen naar wikiwijscleaningwithasmile@outlook.com

Hieronder zie een bestand wat je gebruikt voor het maken van het verslag. Op het voorblad zet je je naam, klas  en de datum wanneer je het verslag opstuurd.

Je stuurt het verslag naar: wikiwijscleaningwithasmile@outlook.com. Je voegt het bestand als een bijlage bij en in de onderwerpbalk schrijf je eerst je klas en dan je naam.

 

Docentenhandleiding

Hieronder ziet u de docentenhandleiding. Dit is een WORD document waar u een code voor moet invoeren. U kunt de code opvragen bij de makers van deze WIKI, Petra Meijer of Hilda Oosterkamp via meij1605@student.nhl.nl of oost1609@student.nhl.nl

Toets: Toets

Start