Basiskennis Informatie- en Communicatietechnologie
SB1 Basiskennis ICT deel 1
Welkom
Bekijk eerst de onderstaande 3 filmpjes over de werking van een computer.
Hoe werkt een computer? deel 1
Hoe werkt een computer? deel 2
Hoe werkt een computer? deel 3
Leerdoelen:
de student kan verschillende browsers noemen en de verschillen ertussen aangeven en is in staat om te motiveren waarom hij of zij een bepaalde browser gebruikt.
de student leert plekken kennen waar software veilig kan worden gedownload
de student maakt kennis met besturingssystemen en systeemkenmerken van laptops en met antivirusprogramma's.
de student kan aantonen te kunnen achterhalen of de browser die hij of zij gebruikt nog actueel is.
de student kan aantonen een aantal basisvaardigheden te beheersen en toont dit aan door middel van screencastfilmpjes en handleidingen met screenshots.
Opdracht 1 Basiskennis ICT
1. Maak een overzicht van de meest gebruikte browsers die er op dit moment zijn. Geef een overzicht van de voor- en nadelen van elke browser. Welke browser gebruik je zelf? En waarom?
2.Controleer of de browser die jij gebruikt nog up to date is.
3. Laat middels een kort filmpje (je hebt al geleerd een screencast te maken) dat je in staat bent om:
- meerdere tabbladen te openen naast elkaar
- pop-ups te blokkeren
- je startpagina te veranderen
- grote letters in te stellen om de leesbaarheid te vergroten
- zoekmachines toe te voegen
- de zoekgeschiedenis en cookies te verwijderen Denk er bij het maken van het filmpje aan dat je niet alleen laat zien wat je doet, maar dat je het ook uitlegt. Schrijf desnoods eerst je tekst uit.
Je hoeft het niet in te leveren, maar geef in je Workshopverslag aan wat je geleerd hebt.
1. Geef een overzicht van websites waar je legaal en veilig gratis software kunt downloaden.
2. Geef een overzicht van de systeemkenmerken van jouw laptop of computer. Vermeld of je een 32- of 64-bits besturingsprogramma hebt, welk besturingssysteem, hoeveel werkgeheugen en hoeveel opslagcapaciteit.
4. Maak door middel van handleidingen met screenshots een uitleg voor minder gevorderde computergebruikers hoe ze
- de harde schijf kunnen opruimen
- software kunnen verwijderen
- de harde schijf kunnen defragmenteren
Neem een samenvatting van bovenstaande evt. mee in je workshopverslag. (Niet verplicht)
5. Download het (gratis) fotoprogramma Irfanview op je laptop. Dit programma is niet te vinden via de link hieronder, dus je moet via google de downloadpagina zoeken.
Gebruik voor opdracht 2 de link hieronder. Tip: ook voor opdracht 4 kun je daar veel informatie vinden.
Veel mensen klagen dat ze Bing standaard als zoekmachine krijgen van Microsoft, terwijl ze liever Google standaard als zoekmachine gebruiken. Dat is eenvoudig op te lossen.
Via onderstaande link kun je leren hoe je de zoekmachines op je laptop beheert.
Een cookie is een klein tekstbestand dat tijdens het surfen op internet op je computer, laptop, tablet of telefoon wordt opgeslagen en waarin informatie wordt opgeslagen. Bij een later bezoek aan dezelfde website herinnert de website zich deze informatie. Vooral voor marketingbedrijven en online reclamebureaus is dit interessante informatie, omdat ze je persoonlijke voorkeuren voor diensten en producten vastleggen.
Er zijn goede cookies en slechte cookies. Sommige informatie - cookies - is noodzakelijk, omdat anders de website niet goed werkt. In de film hierna kom je daar een voorbeeld van tegen. Dit soort cookies heet "first party cookies". Een dergelijke cookie onthoudt bijvoorbeeld in welke taal je de website wilt lezen. Dit heet "profiling", het verzamelen van surfinformatie en voorkeuren van de gebruiker. Een ander voorbeeld is dat een website je inlognaam onthoudt en je alleen nog maar het wachtwoord hoeft in te voeren.
Maar er zijn ook andere cookies, de zogenaamde "third party cookies", die je surfgedrag vastleggen. Een andere naam is "tracking cookies". De Nederlandse naam is "volgcookies", omdat ze je internetgedrag volgen en vastleggen. Ook hiervan kom je in de film een voorbeeld tegen. Deze cookies maken van jouw surfgedrag een zogenaamd "gebruikersprofiel". Je krijgt bijvoorbeeld alleen reclame te zien van producten waar je ooit eens informatie over hebt opgezocht.
Opdracht 1. Bekijk de film die hieronder staat en maak een samenvatting. In deze samenvatting staan de voorbeelden beschreven van first party cookies en third party cookies.
Opdracht 2. Verzamel meer kennis over cookies via deze uitleg.
Opdracht 3. Wat zijn de belangrijkste onderwerpen die in de Nederlandse cookiewet staan? Voeg dit toe aan je samenvatting van opdracht 1.
Neem een samenvatting hiervan evt. mee in je workshopverslag.
Cookies explained
SB3 Basiskennis ICT deel 3
Leerdoelen
- heeft brede kennis m.b.t. informatie- en communicatietechnologie (inclusief besturing)
De student leert de begrippen kennen waarmee digitale opslagcapaciteit wordt uitgedrukt
De student is in staat met behulp van deze begrippen aan te tonen wat het ruimtebeslag is van verschillende bestandstypen (Word, foto’s, films)
De student verzamelt informatie over opslagmogelijkheden en –capaciteit op lokale devices en in de cloud
heeft brede kennis m.b.t. informatie- en communicatietechnologie (inclusief besturing)
kan opslagmedia en (hand-, invoer- en uitvoer-) apparaten bedienen
Kopen van een laptop
De specificaties van computers, tablets en laptops veranderen met de dag. Daarom is het vaak moeilijk wat de minimum eisen voor een apparaat zijn. Heel veel wensen en eisen zijn erg persoonlijk. Vind je een groot beeldscherm belangrijk? Moet het geluid stil zijn? Is de ruimte die het inneemt belangrijk? Wil je alles op de hoogste kwaliteit af kunnen spelen? En zo zijn er nog veel meer vragen waar iedereen een ander antwoord op zal geven.
Wat betreft de snelheid is het wel belangrijk een aantal dingen te weten:
De processor is het hart van de computer en bepaalt in grote mate de snelheid. Snelle processoren zijn duurder en minder energiezuinig.
Het geheugen (ook RAM of werkgeheugen genoemd) is ook bepalend voor de snelheid van de computer. Veel applicaties hebben een minimale hoeveelheid geheugen nodig om goed te kunnen werken. Het is daarom erg belangrijk te weten welke / wat voor programma’s je gaat gebruiken om te bepalen hoeveel geheugen je minimaal nodig hebt. Meer geheugen kan nooit kwaad.
Het opslagmedium van een apparaat, bijvoorbeeld een harde schijf, bepaalt hoeveel en hoe snel een apparaat kan lezen en schrijven. Hoeveel er op kan is nauwelijks van invloed op de snelheid, het type wel. Het snelheidsverschil tussen een SSD (Solid State Drive) en een traditionele harde schijf is enorm.
De GPU,Graphics Processing Unit, (ook grafische kaart genoemd), is belangrijk 3D graphics. Een GPU is het belangrijkste onderdeel voor het spelen van hedendaagse games. Voor de meeste andere computertaken is het echter niet erg van belang.
Websites die je goed kunnen helpen zijn de grotere online winkels, bijvoorbeeld http://www.Alternate.nlof http://www.sallandautomatisering. Moeilijke termen en specificaties worden hier duidelijk uitgelegd en ze geven je een goede indruk de opties die je hebt.
http://www.userbenchmark.comis een goede plek om de snelheid van je computer te testen en te zien welke onderdelen het meest baat bij een upgrade hebben.
Opdracht 1. Je moet iemand advies geven over de aankoop van een laptop of een tablet. De persoon in kwestie wil met de officepakketten kunnen werken: tekstverwerken, presentaties en spreadsheets. Verder is het een verwoed fotograaf en is fotobewerking erg belangrijk. Uiteraard ook een beetje internetten en mailen en facebooken.
Stel een advies op voor deze klant met betrekking tot:
a) het beste device voor deze wensen
b) welke processor het device minimaal moet hebben om lekker te kunnen werken
c) de omvang van het beeldscherm
Uiteraard motiveer je steeds je antwoord.
Verwerkingsvorm: verslag in word van maximaal een halve pagina A4.
Je hoeft het niet in te leveren, maar wat je hebt geleerd kun je meenemen in je workshopverslag.
Opdracht 2 Hoe werkt internet eigenlijk?
We zijn al helemaal gewend aan wifi. Het is zelfs zo dat als je ergens geen wifi hebt, dat niet als plezierig wordt ervaren. Veel hotels bieden bijvoorbeeld standaard wifi aan tegenwoordig, omdat klanten simpelweg niet komen als er geen wifi is. Maar wat is er nu eigenlijk allemaal technisch gezien nodig voor die wifi?
1. Bekijk eerst het filmpje hieronder.
2. Zoek daarna op internet naar informatie hoe het internet precies werkt.
3. Wat is er nodig in een gebouw om wifi te hebben (kilometers kabels, accesspoints etcetera). Lees hiervoor eerst deze link, maar zoek de ontbrekende informatie zelf op, of maak een afspraak met de dienst Informatisering van de Hanzehogeschool .
Verwerkingsvorm: verslag in word, waarin je duidelijk en in eigen woorden uitlegt hoe internet werkt en wat er allemaal voor nodig is om in een gebouw wifi aan te leggen.
Je hoeft het niet in te leveren, maar wat je hebt geleerd kun je meenemen in je workshopverslag.
Bron: Schoolbank TV
Zo zag een diskette er uit. Bron: WIkimedia.org
Bron: www.w-uh.com
Tegenwoordig hebben alle apparaten - zoals desktopcomputers, laptops, mobiele telefoons, tablets/iPads, externe harde schijven, usb sticks - flink wat opslagcapaciteit. Dat was in de begintijd wel anders. Naast de harde schijf van de computer functioneerde lange tijd de floppydisk (diskette) als extern opslagmedium. Nu vinden we een usb-stick van 1 Gb al heel gewoon, maar een diskette (nu het symbool om iets op te slaan!) had destijds een capaciteit van 1,44 Mb. Sinds 2011 worden er geen floppydisks meer gemaakt en ook vind je in computers en laptops er geen ingang meer voor. Dit is geheel overgenomen door usb-poorten voor externe schijven of usb-sticks. Op dit moment is het steeds vaker gebruikelijk om bestanden helemaal niet meer op een fysiek medium op te slaan, maar om ze in de 'cloud' te bewaren. Voorbeelden van cloudopslagmogelijkheden zijn One Drive (Microsoft), Google Drive (Google) en diverse andere, zoals Dropbox en The Box. Organisaties en bedrijven kopen steeds meer hun eigen cloud. Een voorbeeld daarvan is de Hanzehhogeschool, dat werkt met cloudopslag van Microsoft. En alle studenten van de Hanzehogeschool beschikken over een eigen Office 365 omgeving, waarvan One Drive een onderdeel is met 1 TB als opslagcapaciteit. (Op de Hanzewerkplek beschikt iedereen op de H: drive ook over 300 MB opslagcapaciteit)
De opslagcapaciteit wordt uitgedrukt met afkortingen, zoals een kB (kilobyte), MB (megabyte), GB (gigabyte). 1 MB = 1000 kB en 1 GB = 1000 MB. 1 TB(Terrabyte) = 1000GB Je ziet dat de hoeveelheid ruimte per stap steeds ongeveer duizend keer zo veel is. Dus dat gaat wel hard.
De kosten van opslag in de cloud zijn de laatste jaren spectaculair gedaald. Zo meldde De Volkskrant op 21 januari 2016 in een artikel dat er al cloudopslag wordt aangeboden voor ongeveer een halve dollarcent (minder dan een halve eurocent) per maand voor 1 gigabyte opslagruimte. Het Nederlandse cloudopslagbedrijf TransIP biedt zelfs iedereen die zich aanmeldt 1 terabyte gratis opslagruimte in de cloud voor documenten, foto's en video's.
In dit onderdeel leer je welke opslagmedia er zoal bestaan en je leert over de verschillende soorten opslagcapaciteit.
Bestudeer de informatie die te vinden is via onderstaade link: Wat is een gigabyte?
1. Hoeveel opslagcapaciteit heeft de harde schijf van je laptop?
2. Hoeveel opslagcapaciteit heeft jouw mobiele telefoon?
3. Hoeveel opslagcapaciteit heb je bij een privé One Drive of Google Drive?
4. Noem minimaal één voordeel en één nadeel van opslag van bestanden op een laptop.
5. Noem minimaal één voordeel en één nadeel van opslag van bestanden op een externe 'drager' zoals een usb-stick of een externe harde schijf.
6. Noem minimaal één voordeel en één nadeel van opslag van bestanden in de cloud.
7. Pak een willekeurig Word- of Powerpointbestand op je laptop en zoek uit hoe groot het bestand is (dus hoeveel kB, MB enzovoort). Reken daarna uit hoeveel van deze bestanden hadden gepast op een diskette van vroeger. En reken ook uit hoeveel van deze bestanden nu passen op een eenvoudige USB-stick van 4 GB en hoeveel van deze bestanden passen op jouw laptop.
Neem samenvatting hiervan evt. mee in je workshopverslag.
Veilig Internetten
SB1 Veilig internetten
Leerdoelen:
De student leert op een veilige en verantwoorde manier gebruik te maken van het internet.
De student maakt kennis met de verschillende gevaren van internet en leert deze herkennen.
De student heeft specialistische kennis over het veilig digitaal werken en zorgvuldig handelen bij het verzamelen van informatie, gegevens en content
De student kan strategieën en methodes voor het veilig gebruik van en privacy op internet toepassen
Veilig internetten begint bij veilige wachtwoorden en veilig mobiel internet. Om te oorkomen dat je je zuurverdiende centjes kwijtraakt als gevolg van internetfraude kijken we ook even naar internetbankieren.
Veilig internetten Opdracht 1
Ga naar de de website van veiliginternettenen maak daar de opdrachten:
Internetoplichting voorkomen
Veilige wachtwoorden en
Veilig draadloos internet en
Internetbankieren
Leg je antwoorden en acties vast in een persoonlijk verslag en publiceer dit op je persoonlijke blog. Leg ook uit wat je zelf wel en niet al doet.
Veilig Internetten Opdracht 2
Je ziet hieronder een filmfragment over hoe eenvoudig het is om je geld kwijt te raken.
a) Bestudeer deze film.
b) Bekijk daarna de presentatie Veilig internettten. Dit is een prezi.
c) Beantwoord de vragen van de vragenlijst computerbeveiliging voor jezelf. Je hoeft het niet in te leveren, maar wat je hebt geleerd kun je meenemen in je workshopverslag.
Het bedrijf Certified Secure heeft een interessante hoeveelheid tips om veel te weten te komen over veiligheid op internet.
Ze bieden een aantal modules aan die je zelfstandig kunt doorwerken en kunt afsluiten met een certificaat. Je toont steeds bij de docent aan dat je een module met succes hebt afgerond door het certificaat dat er bij hoort in te leveren in de inlevermap Certificaten Veilig Internettten deel 2
Standaard
Werkwijze: Ga naar de website vanCertified Secure en maak voor jezelf een account aan. Maak vervolgens onderstaande gratis onderdelen. UIteraard bestudeer je eerst het beschikbare lesmateriaal, voordat je aan de toetsen begint.
Veilig Internetten
Veilig internetten extra content
Veilig internet plus
Mobile Awareness
Essential Security (op basis van het lesmateriaal Web fundamentals video en Filesystem Essential Video's).
Auteursrechten
SB1 Auteursrechten
Leerdoelen:
De student verzamelt specialistische kennis van auteursrechten bij downloaden en hergebruiken van informatie (tekst, beeld, geluid)
De student doet kennis op van alternatieve oplossingen rond auteursrechten gericht op hergebruik en vrij gebruik van informatie.
Bronvermelden Hanzhogeschool
Het spreekt vanzelf dat je informatie die je hebt gevonden en die je letterlijk wilt gebruiken niet zomaar overschrijft uit een bron en doet alsof je het zelf hebt bedacht. Als je dat wel doet, dan heet dat plagiaat.
Knippen en plakken mag niet! Je moet altijd je eigen teksten in eigen woorden schrijven. Wil je een stukje tekst van iemand gebruiken, dan moet je dat citeren.
Het maakt niet uit of de tekst die je overneemt uit een boek of krant komt of uit een internetpagina. Overschrijven zonder bronvermelding is plagiaat, Punt uit.
Je kunt met tekst van anderen twee dingen doen: bronvermelding en citeren.
Bij bronvermelding is een soort samenvatting van wat iemand beweert. Zie bij de regels voor bronvermeldinghoe je dit doet.
Een citaat is een letterlijke weergave van de uitspraak van iemand. Zie bij de regels voorciterenhoe je dit doet.
Niet alles wat op internet staat is ook zomaar vrij te gebruiken. In principe heeft de plaatser van het materiaal het auteursrecht en kun je niet zomaar informatie of beeldmateriaal op internnet overnemen op je eigen website.
Opdracht 1 Lees via de link meer over auteursrechten op internet.
Vragen:
1. Wat is precies auteursrecht?
2. Moet een maker iets doen om auteursrecht te krijgen op zelfgemaakt werk?
3. Welke rechten heeft iemand die het auteursrecht van iets bezit?
4. Hoe lang duurt het autersrecht?
5. Geef 5 voorbeelden van ' werken' waarop je auteursrecht kunt hebben.
6. Als iemand iets maakt samen met een ander, wie heeft of hebben dan het auteursrecht?
7. Wat is " portretrecht?
Er zijn ook vormen van auteursrecht die wat meer vrijheden bieden, bijvoorbeeld omdat de auteur wel toestaat dat zijn of haar werk voor niet-commerciële doelen wordt hergebruikt, meestal dan onder de voorwaarde van naamsvermelding. Daar zijn verschillende vormen van, die onder de naam Creative Commons worden samengevoegd.
Opdracht 2 Lees via de link meer over Creative Commons auteursrechten
Word
SB1 Word
Leerdoel:
De student leert een automatische inhoudsopgave in MS Word te maken
De student leert een Word-document vorm te geven
De student gebruikt de redigeerfunctie van MS Word om collega’s /leerlingen feedback te geven
De student maakt een voorblad, en kan bladwijzers en hyperlinks invoegen in MS Word
De student leert om spelling- en grammatica-controle in MS Word te doen
De student leert sjablonen te gebruiken in MS Word
De student leert tekst en andere gegevens in een Word-document te zoeken en vervangen
De student kan de functie ‘wijzigingen bijhouden’Toepassen in MS Word
De student leert Pagina-einden en secties in een Word-document toe te passen
De student leert te werken met stijlen in MS Word
Automatische inhoudsopgave maken
Een document maken in Word kunnen we allemaal. Maar als gevorderde kun je meer.....
Je leert in dit onderdeel hoe je een automatische inhoudsopgave maakt en hoe je een Word-document fraai kunt opmaken.
Maken van een voorblad, invoegen van bladwijzers en hyperlinks
Een voorblad maken
Een werkstuk of rapport is natuurlijk pas "af" als je ook een mooi voorblad hebt. Word heeft hier standaard mooie sjablonen voor, waarmee je in no-time een prima voorblad hebt.
Stappenplan:
1. Open een leeg Word-document
2. Kies linksboven in het lint voor Invoegen - Voorblad
3. Kies een sjabloon en vul daar de gegevens in die je nodig vindt.
Bladwijzers en Hyperlinks
Je kunt vanuit een inhoudsopgave of een aantal verwijzingen aan het begin van een verslag dit voor lezers snel doorklikbaar maken. Het mooiste resultaat krijg je als je aan het eind het Word-document omzet in een pdf.
Een voorbeeld van wat de bedoeling is zie je hieronder.
Maar nu eerst de manier waarop je dit maakt.
Stap 1: Maak eerst in je document bladwijzers aan. Dit doe je door bijvoorbeeld kopjes van paragrafen te selecteren en daarna te kiezen voor Invoegen - Bladwijzer. Geef de bladwijzer een naam een klik op toevoegen. Doe dit voor alle kopjes in je document waar je lezers in één keer naar toe wilt laten klikken.
Stap 2. Maak aan het begin van je werkstuk een inhoudsopgave, die uiteraard overeenkomt met de namen van de koppen van de bladwijzers. Selecteer per kopje de onderdelen van de inhoudsopgave en kies Invoegen - Hyperlink - Plaats in Document en kies dan uiteraard de juiste bladwijzer. Klik OK en de link is gemaakt. Doe dit voor alles uit de inhoud.
Stap 3. Sla het document op als pdf. De hyperlinks zijn nu actief en door er op te klikken 'schiet' de lezer direct door naar het gekozen deel van het document, zonder dit helemaal door te hoeven bladeren.
Doe het maar eens in het voorbeeld hiernaast, dan zie je hoe het werkt.
De student leert om spelling- en grammatica-controle te doen
Spelling- en grammatica-controle in Word
Bekijk onderstaande videos over hoe je in Word 2016 spelling- en grammatica-controle kunt doen.
Spelling en grammatica corrigeren
Opdracht 1
Open nu onderstaand bestand Weersverwachting.docx in MS Word.
Daarin staan een aantal fouten.
Die zijn er met opzet in aangebracht, de weerman die dit schreef had nul fouten in de tekst.
Typ de antwoorden op de volgende vragen bovenin het document:
- hoeveel spelfouten zie je? (rood)
- hoeveel grammaticafouten zie je? (blauw)
Ga nu de tekst verbeteren. Gebruik daarvoor de spelling- en grammatica-checker.
In iedere zin staan 2 fouten.
Zoals je ziet kan Word niet alle fouten voor deze tekst ontdekken.
Sommige woorden zijn op zich goed, maar in deze tekst fout.
Probeer ze te vinden en verbeter ze, zodat er weer nul fouten in zitten.
Als je klaar bent noem je je bestand jouwnaam_Weersverwachting. docx.
Het invoegen van een koptekst of een voettekst is zeer eenvoudig. Je klikt in je Worddocument op het tabblad Invoegen en daarna op koptekst of voettekst. Op deze manier kun je kopjes of voetteksten toevoegen aan alle pagina's van het document. Op dezelfde plek kun je ook paginanummers invoeren.
Het is echter ook mogelijk om op de eerste pagina een afwijkende kop- of voettekst te plaatsen.
Dit gaat als volgt:
Bij het invoeren van de koptekst of voettekst zie je onder de kadertjes de mogelijkheid Koptekst Bewerken.
Klik daar op.
Vink aan "Eerste pagina afwijkend"
Zet op de eerste pagina de gewenste tekst en ook op de volgende.
Klaar al weer (wel opslaan via Koptekst en Voettekst sluiten rechtsboven)
Het tabblad Pagina-indeling.
Het tabblad pagina-indeling van een word-document biedt een aantal handige extra's. We lopen ze even bij langs.
Hieronder kun je een oefenbestand openen, waar je steeds de gevraagde bewerkingen op uitvoert. Van iedere bewerking plaats je het resultaat in de inlevermap. Je geeft elk document steeds een unieke naam, bestaande uit je voornaam en de naam van de bewerking. Biijvoorbeeld, je heet Marieke en je hebt de bewerking Kolommen gedaan, je levert dan in Mariekekolommen. En daarna dus Mariekeafdrukstand. Zo lever je in totaal dus 6 bestanden in.
Open nu eerst het word-document en kom dan hier terug voor de opdrachten.
Kolommen. Klik binnen het tabblad Pagina-indeling op Kolommen en zet het document in 3 kolommen.
Afdrukstand. Geef het document een liggende afdrukstand.
Watermerk. Geef het document een watermerk bestaande uit je eigen (pas)foto.
Paginakleur. Verander de paginakleur in lichtgeel.
Paginaranden. Geef het document paginaranden aan de linker- en de rechterkant, maar niet boven en onder.
Het programma Word heeft een aantal sjablonen aan boord die het werken met Word extra prettig maken. Het zijn zogenaamde "sjablonen", waarbij jij je over de vormgeving en de opmaak niet meer druk hoeft te maken. Je hoeft alleen nog maar de velden in te vullen. Gemak dient de mens. Voorbeelden van sjablonen die je zo kunt gebruiken zijn: agenda, nieuwsbrief, naambadges en notulen. Er zijn er nog meer.
We gaan oefenen.
Opdracht 1.
Je moet de agenda voor een vergadering opstellen voor de top van bedrijf X. Zelf ben je secretaris en dus contactpersoon. De vergadering zal plaatsvinden volgende week woensdag. De aanvangstijd is 09.00 uur en de vergadering zal 2 uur duren. Het kenmerk zijn je initialen. De vergadering vindt plaats in vergaderzaal 1.01. Het onderwerp is: Strategisch beleid voor de komende 5 jaar.
Genodigden zijn: dhr. K. de Boer (directeur), mevr. S. Tuitjes - de Wit (hoofd Marketing), dhr. J. van der Wal (Financieën), dhr. T. Bolbad (Hoofd Verkoop) en mevr. K. van Duinen - Opvoorde (Hoofd P&O).
Agendapunten: 1. Opening (door de voorzitter, de directeur). 2. Trends in de samenleving en in de markt. 3. Waar staan we met onze organisatie. 4. Kansen en bedreigingen. 5. Oplossingsrichtingen. 6. Volgende stappen. 7. Rondvraag. 8. Sluiting.
Je hoeft het document niet in te leveren.Geef je document de naam Agenda
Opdracht 2.
Je bent bij de vergadering aanwezig als notulist en je maakt dus de notulen. Onderstaand vind je de grote lijnen van de bespreking. Je moet deze zelf met behulp van je eigen fantasie verder aanvullen, zodat er een levendig en uitgebreid verslag van de vergadering ontstaat. Deze notulen lever je in in de betreffende inlevermap
De directeur, de heer de Boer, heet de aanwezigen hartelijk welkom en formuleert het grote belang van de bijeenkomst gezien de stormachtige ontwikkelen in de markt. Bij punt 2 maakt de heer de Boer gebruik van een powerpointpresentatie. De klanten kopen steeds meer producten online en niet meer in de fysieke winkels, waar bedrijf X er 100 van heeft. De voorkeur van de klanten wordt ook steeds minder voorspelbaar. Het klassieke aanbod van bedrijf X valt steeds minder in de smaak. De verkopen lopen dan ook sterk terug. De organisatie van bedrijf X is sterk hiërarchisch en er komen weinig goede ideeën vanuit de medewerkers omhoog. Dat dit wel fout moet gaan wijzen ook de bedrijfscijfers uit. De heer van der Wal schetst hier een somber beeld. Vorig jaar liep de omzet met 30 procent terug. Er werd dan ook geen winst gemaakt vorig jaar. Als het zo door gaat moeten we mensen ontslaan.
De heer Bolbad stelt voor om online winkels te gaan beginnen. Mevrouw van Duinen brengt hier tegen in dat het personeel daar helemaal geen verstand van heeft en eerst moet worden opgeleid. De heer de Boer stelt dat daar nu geen tijd meer voor is. Het tij dient gekeerd te worden. De vergadering besluit om het concept online winkels nader te bestuderen door middel van een oriënterend onderzoek, terwijl tegelijkertijd wordt verkend hoe het personeel in korte tijd op de juiste wijze kan worden opgeleid.
In de rondvraag stelt mevrouw Tuitjes de vraag in hoeverre de vergadering het nodig vindt dat het logo van bedrijf X wordt gemoderniseerd. De vergadering wordt om 11.10 uur afgesloten. De heer de Boer dankt alle aanwezigen voor hun inzet en betrokkenheid.
Je hoeft het document niet in te leveren.Geef je document de naam Notulen.
SB3 Word
Tekst en andere gegevens in een Word-document zoeken en vervangen
Word kent hele handige zoekfuncties om snel bepaalde woorden of groepen van woorden te vinden en desgewenst te vervangen door andere woorden. Toepassingen dus die heel veel tijd, moeite en ergernis kunnen besparen.
Het komt regelmatig voor dat mensen samen aan één document werken. Achteraf is dan wel plezierig dat je weet wie wat heeft gewijzigd. Word heeft hiervoor een functie, namelijk Wijzigingen bjijhouden. Deze is te vinden onder het tabblad Controleren.
Let op: deze opties zit niet in Word Online, maar alleen in de geïnstalleerde versie van Microsoft Word op je laptop.
Er zijn allerhande opties in te stellen voor het bijhouden van wijzigingen. Een voorbeeld zie je op bijgevoegde foto. Standaard zijn een aan al ingeschakeld. Let op: voordat je het document deelt met iemand anders moet je de optie Wijzigingen bijhouden hebben ingeschakeld!
Op de foto zie je dat is gekozen voor
Invoegingen toegevoegde tekst is rood en onderstreept
Verwijderingen à Een verwijderd stuk tekst krijgt een streep er door in rood. Zie hierboven.
Wijziginglijn à Om snel te kunnen zien waar andere auteurs iets hebben gewijzigd of verwijderd komt er een verticale lijn in de kantlijn te staan.
Om te kunnen zien wie wat heeft gewijzigd zit er onder hetzelfde tabblad Controleren de knop Revisievenster. Je kunt kiezen tussen horizontaal en verticaal. Wellicht een kwestie van smaak, maar verticaal is het meest overzichtelijk. Op de linker foto een voorbeeld van een verticaal revisievenster, waarin zichtbaar is dat twee personen aan het document hebben gewerkte en er wijzigingen in hebben aangebracht.
Opdracht 2
Hieronder staat een oefenbestand. Je werkt bij deze opdracht samen met twee mede-studenten. Zorg er voor dat ieder van jullie hierin veranderingen aanbrengt en delen van de tekst verwijdert (= doorstrepen door via Wijzigingen bijhouden). Je verbetert elk een-derde van de tekst (iedereen één alinea). Uiteraard zorg je dat je voordat jullie beginnen de instellingen goed hebben staan.
De opdracht wordt goedgekeurd als de docent in het revisievenster constateert dat de namen van mensen die wijzingen hebben aangebracht zichtbaar worden.
Als je aan een word-document - bijvoorbeeld een uitgebreid werkstuk voor school - paginanummers toevoegt, komt ook op de eerste pagina, de titelpagina, een paginanummer. Dat staat niet mooi en dat moet dus anders. Het is vrij eenvoudig om dit te doen.
Bekijk eerst dit filmpje om te zien hoe het in zijn werk gaat. Met dank aan Eric van den Berg via Youtube.
Opdracht 3
Open onderstaand oefenbestand Paginaeinden en zorg er voor dat op de titelpagina geen paginanummer staat met behulp van paginaeinden en secties.
Werken met stijlen kan je heel veel tijd schelen bij de opmaak van een word document. Stel je hebt een heel werkstuk gemaakt in Word en je wilt overal dezelfde opmaak. Dat kost heel veel tijd. Door met stijlen te werken kun je dit juist heel snel doen.
Lees om te beginnen het artikel Waarom je stijlen gebruikt goed door. Je ziet daar uitgebreid uitgelegd waarom stijlen handig zijn en waar je het kunt vinden in Word.
Bekijk daarna onderstaande video.
Opdracht 4
Neem het oefendocument dat onder de video te vinden is en maak dit met behulp van stijlen precies zo op als in de video wordt gedaan.
Je hoeft de documeneten niet in te leveren.Neem in je workshopverslag op wat je hebt geleerd.
Werken met stijlen Bron: meneerdepuydt via Youtube
Leerdoelen:
- de student verzamelt, bewerkt en presenteert cijfermatige informatie in een voor de doelgroep inzichtelijke vorm.
- de student bedient Data-invoermiddelen
- de student kan specialistische kennis van de functies en mogelijkheden van een systeem voor het produceren van informatie/content toepassen
Excel is een programma waarmee je heel snel berekeningen kunt maken. Het is onderdeel van het office-pakket van Microsoft en voor de gebruikers van Office 365 is er ook een online versie. Wij gebruiken de downloadversie, omdat alle studenten van Noorderpoort via hun noorderpoort-mailadres het hele office-pakket gratis kunnen downloaden en de downloadversie meer mogelijkheden biedt.
Excel wordt heel veel gebruikt om de administratie mee bij te houden, maar je kunt er ook prima mooie overzichten van financiële gegevens mee maken, waaronder grafieken die in presentaties kunnen worden gebruikt. Verder heeft Excel bijvoorbeeld mogelijkheden als database.
Hieronder staat een link naar de lessenserie Excel. Veel succes.
Met excel kun je pijlsnel grote berekeningen maken met heel veel getallen. Daarmee boek je vele uren tijdwinst ten opzichte van het maken van berekeningen op een zakjapanner. Met Excel kun je bijvoorbeeld de ontwikkeling van kengetallen als omzet, winst, kosten heel goed zichtbaar maken. Verder kun je met Excel ook hele goede grafieken maken om bepaalde ontwikkelingen of verdelingen grafisch aantrekkelijk te kunnen laten zien in een presentatie. En tenslotte kun je Excel ook nog eens goed gebruiken als een eenvoudige database, zoals een adressenbestand.
Kortom: snel rekenen met slimme formules, goed inzicht in ontwikkelingen die niet zo snel uit een cijferbrij naar voren komen, grafisch aantrekkelijke presentaties om je publiek goed te kunnen voorlichten en overtuigen en ook nog eens een database voor je gegevens.
Uitleg van de opdracht.
In dit leerarrangement vind je 12 lessen. Deze lessen moet je maken in deze volgorde. Het begin is eenvoudig en gaandeweg wordt het ingewikkelder. Bij een aantal lessen zijn lesfilmpjes geplaatst om de stof niet alleen via een handleiding op papier uit te leggen, maar ook nog eens met een video-uitleg.
"Aangenaam, de naam is excel".
Opstarten: start (windowsknop) – alle apps – excel 2016 (of via Office - Excel)
Opdracht 1. Begrippen. Lees de informatie hieronder. Als je denkt dat je het weet, ga dan naar opdracht 2
Kolommen worden aangeduid met een letter, bijvoorbeeld kolom A
Rijen worden aangeduid met een cijfer, bijvoorbeeld rij 3
Cellen worden aangeduid met de combinatie van een letter en een cijfer, bijvoorbeeld cel A1
De formulebalk is het witte vak achter fx
Tabbladen worden aangeduid met blad 1, blad 2 enzovoort. Namen van tabbladen kun je wijzigen door er met de rechtermuisknop op te klikken en te kiezen voor "Naam wijzigen".
Opdracht 2
Klik in je excel document in cel A2 en typ daarin: Cel A2
Verander de naam van tabblad 1 in les 1 (ga met muis op tabblad 1 staan, dan via rechtermuisknop, naam wijzigen)
Voeg een tabblad toe door op het plusteken te klikken. Geef dit de naam "pagina 4".
Opdracht 3
Tekst en getallen invoeren in cellen en een eenvoudige berekening
Type de volgende teksten in de juiste cellen:
Cel A1 Boodschappen voor mijn feest
Cel A3 Taart
Cel B3 7,25
Cel A4 Bier
Cel B4 38,70
Cel A5 Chips
Cel B5 5,90
Cel A6 Frisdrank
Cel B6 12,80
Cel A7 Wijn
Cel B7 12,00
Cel A8 Totaal
Het valt op dat de getallen niet netjes onder elkaar komen te staan!!!
Voor de oplossing, doe het volgende Zie ook het filmpje: SOMFORMULE
Selecteer de getallen door in cel B3 te klikken en vervolgens naar beneden te slepen tot en met cel B8. Er ontstaat een zwarte rechthoek. Laat los in B8.
In de werkbalken boven aan het excel werkblad zie je allerlei knopjes.
Klik op het knopje meer decimalen en daarna op het knopje minder decimalen. Alles heeft nu mooi twee cijfers achter de komma. Als je deze knoppen niet kunt vinden, ga dan eerst even naar de uitleg van het LINT
Opdracht 4 Optellen in excel: de somformule
We gaan nu uitrekenen hoeveel de uitgaven voor het feestje in totaal zijn.
Dit kan natuurlijk met een rekenmachine, maar dat is niet handig als dit een hele lange lijst zou zijn.
Hoe doe je dit snel met excel?
Alle prijzen (kosten) staan in de cellen B3 tot en met B7 onder elkaar. Controleer dit bij jezelf!
Bedenk nu in welke cel je het totaal wilt hebben staan. Cel B8 is een logische plek.
Klik in cel B8 (de cel wordt actief, want de rand wordt dikker)
Ga naar de formulebalk en typ daar de volgende formule:
=som(b3:b7) Dit heet de somformule. Bekijk eventueel het filmpje SOMFORMULE
Klik op de groene v links naast de formulebalk.
Uitleg:
Om excel te laten weten dat je een formule in een cel wilt zetten is het altijd nodig om te beginnen met een = (het is-teken). Het begin van een berekening of formule in excel is altijd het = teken.
Som betekent: tel voor mij op. Je geeft een opdracht aan excel om voor jou te doen.
(b3:b7) betekent: tel voor mij op de inhoud van cel b3 tot en met de inhoud van de cel b7
De dubbele punt betekent in excel dus wat anders dan in word: Het betekent “Tot en met”.
Het klikken op de V wil zeggen dat je klaar bent met het maken van de formule.
Hoeveel komt er te staan naast Totaal? Controleer je antwoord (76,65)
Opdracht 5
Zet in de cellen D1 tot en met D9 de volgende getallen onder elkaar:
Bereken het totaal op de de manier zoals van hierboven. Controleer je antwoord. (er moet 33530 uitkomen)
Opdracht 6
Zet in de cellen H1 tot en met H6 de volgende getallen onder elkaar:
3,69 5,12 2,30 9,80 8,34 3,40
Zorg dat er overal twee cijfers achter de komma staan. Ga terug naar opdracht 3 als je niet meer weet hoe dit moet.
Tel deze serie getallen op, het antwoord moet komen te staan in cel H7.
Opdracht 7 Tabbladen bewerken
Onder aan het excel werkblad zie je tabbladen, met de namen blad 1, blad 2 en blad 3.
Verander de naam van blad 1 in: Les 1
Verander de naam van blad 2 in Les 2 (Bij de volgende les gebruik je dit werkblad om de opdrachten van les 2 te maken.
Maak nu zoveel tabbladen nieuw aan dat je er 10 lessen in kwijt kunt. Geef ze allemaal de naam les 1, les 2 enzovoort.
Opdracht 8 Een werkblad opslaan
Je kunt een exceldocument opslaan zoals je ook een word-document opslaat. Via Opslaan en naam geven.
Sla je document op onder de naam Excellessen eigenvoornaam
Opdracht 9 Verplaatsen van cellen.
- Selecteer alle cellen van opdracht 3.
- Klik met je rechtermuisknop en kies knippen )(of gebruik Ctrl X)
- Ga naar cel G2
- Kies voor rechtermuisknop plakken (of gebruik Ctrl V).
- Je hebt nu alle cellen verplaatst naar een andere plek
Opdracht 10 Kopiëren van cellen.
Soms is het handig om een bepaalde opzet die je vaak gaat gebruiken (bijvoorbeeld elke maand hetzelfde overzicht maken) vooraf te maken, om te voorkomen dat je de opzet steeds opnieuw moet maken.
Bijvoorbeeld een overzicht van hoeveel iedere medewerker elke maand heeft verkocht.
- Je maakt eerst het overzicht met de gegevens zoals je kunt vinden het in bestand Omzet per Medewerker (te vinden onder aan de opdracht, direct onder het flmpje met de uitleg van de somformule)
- Het overzicht is nu nog leeg.
- Selecteer het hele overzicht, inclusief de titel Omzet per medewerker van Reisbureau De ZON
- Kopieer het overzicht via rechtermuisknop Kopiëren (of gebruik Ctrl C)
- Ga nu naar tabblad 2
- Klik in cel A1 op tabblad 2
- Kies via rechtermuisknop voor Plakken (of gebruik Vtrl V)
- Verander het jaartal in 2016
- Doe nu hetzelfde op tabblad 3 het jaartal wordt nu 2017
- Verander de naam van tabblad 1 in 2015, tabblad 2 in 2016 en tabblad 3 in 2017.
Je hebt nu voor de komende 3 jaar een leeg overzicht dat je alleen nog maar hoeft in te vullen.
Bewaar het document goed, maak ergens een backup. (geef dit dezelfde naam maar zet er kopie achter)
Excel heeft een groot aantal standaard sjablonen tot zijn beschikking zodat je snel aan het werk kunt gaan. Sjablonen zijn standaardformulieren die je alleen nog maar hoeft in te vullen.
Je hoeft dat dus niet allemaal zelf in elkaar te knutsen. Gemak dient de mens nietwaar?
Volg onderstaande stappen om de sjablonen te ontdekken:
Open het programma excel
Kies Bestand - Nieuw
Je ziet nu al een aantal sjablonen. Bovenaan zie je bijvoorbeeld: Lege werkmap (dit is een nieuw en leeg excelbestand), daarnaast zie je onder andere Voorbeeldsjablonen en Recente sjablonen (Excel onthoudt je voorkeur)
Daar onder zie je Office.com sjablonen. Het zijn er heel veel, zoals agenda, roosters, facturen enzovoort. Kijk hier rustig rond. Er is ook een zoekfunctie, zodat je kunt zoeken naar sjablonen.
Opdracht Sjablonen
Een accountmanager heeft een rondreis gemaakt langs een heleboel klanten en mag zijn kosten declareren.
De volgende kosten zijn gemaakt:
12 december Hotel € 240, benzine € 100, Lunch en diner € 75, Amusement € 45, Overig (koffie onderweg) € 10
14 december Hotel € 350, benzine € 76, Lunch en diner € 86, Overig € 34
18 december Hotel € 475, benzine € 120, Lunch en diner € 120, Amusement € 240, Overige € 76
21 december Hotel € 80, benzine € 100 Lunch en diner € 50 Amusement € 40, Overige € 65
Vul voor deze accountmanager een declaratieformulier in. Het sjabloon heeft de naam Onkostenformulier zakenreizen.
Lever het ingevulde bestand in in de hiervoor bestemde inlevermap. Vul bij de naam van de accountmanager je eigen naam in.
Het lint in excel
Het lint van excel is een serie knoppen om snel handelingen in excel uit te voeren.
Bestudeer onderstaand filmpje.
Het lint in Excel Bron: VDABwebleren via Youtube
SB2 Excel
vulgreep
Les 2 gebruik voor deze les tabblad 2 van je excel document
De automatische vulgreep
Met excel kun je heel gemakkelijk herhalend teksten en reeksen van getallen invoeren, zonder dat je dit cel voor cel moet intypen. Bijvoorbeeld dagen van de week, of jaartallen, of een reeks van getallen.
Opdracht 1
Type in cel A10 Maandag
Type in cel A11 Dinsdag
Selecteer beide cellen. Rechtsonder ontstaat een zwart vierkantje.Ga daar met de cursor zo opstaan dat de cursor verandert in een zwart plusteken. Trek nu de rechterbenedenhoek naar beneden tot cel A16. De dagen van de week staan nu onder elkaar
Opdracht 2 Cellen leeg maken:
Selecteer de cellen A10 tot en met A16. Doe de toetscombinatie CTRL X en klik op de deleteknop. De cellen zijn nu leeg en de ‘formule’is ook weg.
Opdracht 3: een kalender (te gebruiken als weekrooster, maandrooster, jaarrooster)
Type in cel A10 maandag en in cel B10 18 mei
Type in cel A11 dinsdag en in cel B11 19 mei
Selecteer deze vier cellen A10 t/m B11
Sleep het zwarte vierkantje rechtsonder naar beneden tot rij 22.
Je krijgt nu een soort kalender.
Opdracht 4
Het invoeren van jaartallen.
Excel herkent niet automatisch een jaartal. Type je in een cel het getal 2000, dan beschouwt excel dit niet als een jaartal, maar als een gewoon getal. Dus moet je een trucje uithalen.
Een jaartal voer je in door eerst een accent te typen en daarna pas het getal. Als je dit doet dan verschijnt een groen driehoekje rechtsboven in de cel.
Zie eventueel het filmpje AUTOMATISCHE VULGREEP
Zet in cel E2 het jaartal ‘2000
Zet in cel E3 het jaartal ‘2001
Maak een reeks tot en met het jaar ‘2020 met behulp van de vulgreep
LET OP: EEN JAARTAL VOER JE ALS VOLGT IN:
Type in de cel eerst het accentteken. Dit zit onder het aanhalingsteken. Type dan het jaartal er aan vast.
Opdracht 5
Zet in cel F1 de tekst rentepercentage
Zet in cel F2 het getal 4
Selecteer cel F2 en gebruik de vulgreep en vul aan tot en met het jaar 2020 (kolom E)
Opdracht 6
Zet in cel H1 het getal 1
Zet in cel H2 het getal 2
Vul aan tot en met het getal 35 met de vulgreep
Automatische vulgreep
percentages
berekeningen
Berekeningen.
In excel kun je getallen optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Verder kun je worteltrekken en machtsverheffen. Deze laatste twee worden niet behandeld/
Om te kunnen rekenen in excel heb je formules nodig. Deze formules vertellen met welke cellen (de inhoud ervan) je wilt rekenen.
Optellen: = a1+b1 Excel telt de inhoud van cel a1 op bij de inhoud van B1
Aftrekken: = A1-B1 Excel trekt de inhoud van cel A1 af met de inhoud van cel A2
Vermenigvuldigen = A1*B1 Excel vermenigvuldigt de inhoud van de cellen a1 en A2
Delen = A1/B1 Excel deelt de inhoud van A1 door de inhoud van A2
LET OP: het teken : betekent in het excels tot en met. Voor delen gebruiken we in Excel het / teken
FILMTIP bij deze les: BEREKENINGEN
Opdracht 1 optellen
Zet in cel A1 het getal 25
Zet in cel B1 het getal 14
Zet in cel C1de formule = a1+b1 (en activeer de formule natuurlijk met de groene V)
Opdracht 2 aftrekken
Zet in cel A3 het getal 25
Zet in cel B3 het getal 14
Zet in cel C3 de formule = a3-b3
Opdracht 3 vermenigvuldigen
Zet in cel A5 het getal 25
Zet in cel B5 het getal 14
Zet in cel C5 de formule = a5*b5 (de * is het keerteken in excel, dus niet de x)
Opdracht 4 delen
Zet in cel A7 het getal 25
Zet in cel B7 het getal 14
Zet in cel C7 de formule = a7/b7 (De slash / is in excel het deelteken)
Samengestelde formules
Je kunt ook ingewikkelde formules maken in excel. Die zijn bijvoorbeeld nodig als je de rente wilt berekenen, of een indexcijfer, of een percentage van een totaal. Dit wordt in een van de volgende lessen behandeld.
Een voorbeeld van een samengestelde formule is:
= 2*(350-20)
Excel leest deze formule als volgt:
Excel doet altijd eerst wat tussen haakjes staat, dus rekent eerst uit hoeveel 350 min 20 is (330)
Daarna vermenigvuldigt excel de uitkomst van de berekening tussen haakjes met 2, want 2 staat voor het haakje. (uitkomst is 660)
Vraag:
Wat is de uitkomst als je geen haakjes zet? (controleer of je ook als uitkomst 680 hebt)
Opdracht 5
Zet in een lege cel de formule = 2*(750-200)
(er moet 1100 uitkomen, is dit bij jou ook zo?)
Zet in de cel eronder de formule =2*750-20 de uitkomst is (1480)
Dit komt omdat excel nu eerst 2 keer 750 doet en daarna pas - 20
De volgorde waarin excel opdrachten belangrijk vindt is:
Machtsverheffen
Vermenigvuldigen
Delen
Worteltrekken
Optellen
Aftrekken
Het beroemde ezelsbruggetje hiervoor is Meneer Van Dale Wacht Op Antwoord
Daarom is het handig om met haakjes te werken in de berekeningen, zodat excel goed weet wat hij eerst moet doen en wat pas later. Dus: alles binnen haakjes krijgt voorrang
Opdracht 6
Wat zijn de uitkomsten van de volgende formules:
= 3*500-200 controle; antwoord is 1300
= 3*(500-200) controle; antwoord is 900
Opdracht 7
Wat zijn de uitkomsten van de volgende formules:
= 200-120/30*3 (188)
= (200-120)/30*3 (8)
= 200-120/(30*3) (198,6667)
BEREKENINGEN
Formules in Excel.
Formules kopiëren naar onderliggende cellen
Grote bestanden in excel en het kopiëren van een formule
Je hebt pas echt plezier van excel bij grote bestanden met veel getallen, waarbij je de formule van een berekening kunt kopieren zodat je voor alle getallen in een keer de berekening kunt maken. Hier kun je heel veel tijd winnen.
Opdracht 1
Je hebt voor een bepaald aantal weken gegevens opgezocht over de omzet van een ijscokraam. Het aantal verkochte ijsjes is het resultaat van de volgende formule:
4 keer de gemiddelde temperatuur plus het aantal uren zon gedeeld door 2 min 2 keer het aantal millimeters regen
De excelformule hiervoor is =4*(temperatuur+100) + (zonneuren/2) – (2*millimeters regen). Deze formule is een gegeven (hoef je niet te verklaren).
Je ziet hieronder deze gegevens. Donwload het bestand Oefenbestanden Excel aan het eind van de lessenserie naar je laptop en open het bestand
Op het tabblad ijsjes vind je deze gegevens. Vul de weeknummers aan met de vulgreep.
Cel A1
Weeknummer
Cel B 1
Gemiddelde temperatuur
Cel C1
Aantal uren zon
Cel D 1
Millimeters regen
Cel E1
Aantal verkochte ijsjes
26
20
10
30
27
24
12
10
28
19
6
40
29
17
4
50
30
25
12
0
31
22
10
10
In de cellen A1 tot en met E1 staan de kopjes (de namen) van de kolommen. De eerste gegevens komen dus in de rij 2 te staan. Weeknummer 26 staat dus in cel A2, de temperatuur 20 graden staat in B2, enzovoort.
We gaan de formule zetten in cel E2
In excel taal is deze formule: =4*(B2+100)+(C2/2)-2*(D2)
a. Hoeveel ijsjes zijn er verkocht in week 26? (425)
Dit is dus een vrij moeilijke formule die je niet voor elke week opnieuw wilt maken. Dat hoeft ook niet, want je kunt de formule simpel naar beneden kopiëren.
Klik in het zwarte rechthoekje in de cel E2 en sleep de cursor naar beneden, tot en met cel E7.
b. Hoeveel ijsjes zijn er verkocht in week 29? (370)
c. Welke formule staat nu in cel E6? =4*(B6+100)+(C6/2)-2*(D6)
Opdracht 2
Je hebt de volgende gegevens: (zie oefenbestand excel tabblad nettowinst)
jaar
omzet
inkoopkosten
vaste kosten
nettowinst
1999
12000
3000
2000
14000
3000
2001
23000
3000
2002
16000
3000
2003
17000
3000
2004
19000
3000
2005
14000
3000
2006
18000
3000
2007
20000
3000
2008
15000
3000
Toelichting: Een bedrijf weet uit de afgelopen jaren (1999 tot en met 2008) welke omzet ze heeft gehad. Deze omzet staat in de tabel in excel.
De inkoopkosten zijn telkens 80% van de omzet. 80% van de omzet kun je ook schrijven als 0,8 * iets. Dus voor 1999 zou de formule zijn 0,8*cel waar de omzet van 1999 in staat.
De vaste kosten zijn elk jaar 3000.
De nettowinst is omzet – (inkoopkosten + vaste kosten)
Vul de jaren aan tot en met 2008 met behulp van de vulgreep.
Vul de vaste kosten aan voor alle jaren met behulp van de vulgreep.
Bedenk welke formule je moet plaatsen in cel C3 om excel te omzet te laten uitrekenen.
Kopieer deze formule naar beneden. Wat zijn de inkoopkosten voor 2006?
Bedenk welke formule je moet zetten in cel E3 om de nettowinst te berekenen.
FILMTIP: Berekeningen met formules
SB3 Excel
Grafieken.
Excel is een geweldig hulpmiddel om ontwikkelingen door de tijd heen te laten zien in een grafiek. Hiervoor moet je wel eerst altijd een excelwerkblad met gegevens hebben gemaakt.
Herhaling: invoeren jaartallen als je grafieken wilt maken Dit staat niet voor niks dik gedrukt, dus wel even lezen wat hieronder staat
Extra informatie: voor een grafiek is het handig als je jaren in excel invoert als “tekst”
Dit kan eenvoudig door in een cel een jaartal op de volgende manier in te voeren:
‘2000
‘2001 enzovoort. Je hebt dit al geleerd in les 2.
Het teken ‘zit op je toetsenbord links naast de enterknop van het lettertoetsenbord (onder het aanhalingsteken)
Dit teken heet het accentteken.
Opdracht 1
We hebben de volgende gegevens. Zet deze op tabblad 5 van je excel document
Gebruik voor de jaartallen natuurlijk de vulgreep om de reeks van de eerste twee jaartallen snel te kunnen aanvullen. De overige gegevens moet je simpelweg zelf invullen. En vergeet niet om het accent voor het getal te zetten om er een jaartal van te maken.
jaar
omzet in euros (x 1000)
2002
2300
2003
2200
2004
2450
2005
2800
2006
2680
2007
2780
2008
3400
2009
3320
2010
2400
Nu gaan we een grafiek maken.
Selecteer de gegevens uit kolom A (de jaren) en B door te selecteren
Klik op invoegen en kies een grafiektype (kies de eenvoudige maar mooie lijngrafiek 2D). Opmerking: een kolomgrafiek mag ook.
De grafiek is klaar, maar niet mooi.
De grafiek een titel geven
Zorg dat de grafiek actief is door er rechtsboven in te klikken
Klik ONTWERPEN en dan op GRAFIEKONDERDEEL TOEVOEGEN en dan gecentreerde overlay titel. (zie voorbeeld)
Opdracht 2
De assen van de grafiek een naam geven.
De horizontale as (de liggende lijn) noemen we de x-as, de verticale (staande) lijn de y-as
Klik op Ontwerpen en op Grafiekonderdeel toevoegen en dan op astitels
Kies Titel primaire horizontale as
Type in het vak van de formulebalk (dus achter fx) nu de gewenste naam van de liggende as: Jaar
Klik weer Ontwerpen en op Grafiekonderdeel toevoegen en dan op astitels
Kies titel primaire verticale as
Klik in het formulevak de gewenste naam van deze as: Aantal
Opdracht 3 Het invoegen van een trendlijn
Een trendlijn is een lijn die in een grafiek de gemiddelde ontwikkeling weergeeft. Gaat de lijn omhoog dan is de trend positief, gaat de lijn naar beneden dan gaan de zaken beroerd.
Lees hieronder hoe je een trendlijn in de grafiek kan maken.
Klik op de lijn met de gegevens zodat deze actief wordt
Rechtermuisknop en daarna trendlijn toevoegen (er ontstaat een stippellijn) en rechts op je scherm ontstaat een vak met mogelijkheden (Opties voor trendlijn)
Geef de trendlijn een naam door bij Trendlijnnaam het vakje voor AANGEPAST aan te vinken. Noem je trendlijn TRENDLIJN A
Klik nu op de scheve verfpot en selecteer ONONDERBROKEN LIJN
Selecteer bij kleur Rood
Selecteer bij Breedte 2,25 pnt met het pijltje
Selecteer bij type streepje de ononderbroken lijn
Opdracht 4
Het mooi maken van de grafiek (opmaak)
Klik met de rechtermuisknop in het witte deel van de grafiek
Kies Grafiekgebied opmaken
Kies opvulling met kleurovergang (kies zelf een leuke opmaak)
Zoals je ziet zijn er meer mogelijkheden, zoals effen opmaak, bitpatroon enzovoort.
Ga nu in het middelste deel van de grafiek staan en doe rechtermuisknop
Kies tekengebied opmaken en geef het middendeel van de grafiek een leuke opmaak naar keuze.
Klik nu op een van de balken, rechtermuisknop en kies gegevensreeks opmaken.
Geef de balken een groene kleur.
Experimenteer nu met het opmaken van de grafiek en maak er wat moois van. Er zijn heel veel mogelijkheden.
Het toevoegen van gegevenslabels
Soms is het handig dat de gegevens uit de tabel (de cijfertjes) ook in de grafiek te zien zijn.
Klik op ONTWERPEN en op Grafiekonderdeel toevoegen
Kies Gegevenslabels en kies een mogelijkheid, bijvoorbeeld EINDE BUITENKANT
Een andere grafiekvorm
Klik in de grafiek met de rechtermuisknop en kies Ander grafiektype
Maak er een lijngrafiek van
Maak er daarna een driedimensionale kolomgrafiek van
En nu een staafgrafiek
Maak er wat moois van naar keuze
Houd bij het maken van de grafiek er rekening mee dat de gegevens in een oogopslag voor iedereen duidelijk moeten zijn.
Filmtips
Grafiek maken en trendlijn
Opmaak van een grafiek
Opdracht 2
Maak voor je zelf een overzicht van waar jij je geld elke maand aan uitgeeft.
Je hebt de volgende mogelijkheden.
Uitgaan
Reiskosten
Kleding
Uit eten
Cadeau’s
Overige
Drank
Zet dit in een werkblad van excel en maak er een cirkelgrafiek bij. Geef de grafiek je eigen naam.
Opdracht 3
Je ziet hieronder wat gegevens over toeristisch bezoek aan Nederland in 2013. Je gaat hiervan een staafdiagram maken.
Zet eerst de gegevens in excel in een tabel en maak er daarna een staafdiagram van. Geef elk land een eigen kleur. Dit doe je door in de grafiek 2 keer te klikken op een staaf, zodat je die apart een kleur kunt geven via GEGEVENSPUNT OPMAKEN
Duitsland 12000
Frankrijk 8000
Japan 1000
Spanje 2000
Engeland 10000
Zie eventueel het filmpje OPMAAK van een Grafiek
Relatieve celverwijzing.
Opdracht 1.
Iemand ontvangt in het jaar 2000 op zijn 18e verjaardag, toevallig 1 januari, een bedrag van € 1000. Hij besluit dit op een spaarrekening te zetten voor als hij 67 jaar wordt en met pensioen gaat. De rente is 4 % en wordt aan het eind van het jaar uitgekeerd.
Maak in Excel een tabel waarbij met behulp van de vulgreep en de juiste formule in een paar seconden duidelijk wordt tot welk bedrag deze € 1000 is aangegroeid op het moment dat hij 67 jaar wordt.
Oplossing:
Zet in cel A1 de tekst leeftijd, in cel B1 de tekst jaar, in cel C1 de tekst bedrag.
In cel A2 komt te staan 18, in cel B2 2000, in cel C2 het bedrag 1000.
Vul de kolommen aan tot 67 jaar met behulp van de vulgreep. In welk jaar gaat hij met pensioen? (2049)
Zet de juiste formule in cel C3 en vul deze kolom aan met behulp van de vulgreep.
Welk bedrag ontstaat er bij 67 jaar? (6833,35)
Zorg ervoor dat in heel kolom C de bedragen steeds met twee cijfers achter de komma staan genoteerd.
Opdracht 2
Iemand koopt 1 januari 2000 een huis van € 240.000. De hypotheek duurt 30 jaar en het laatste jaar van de looptijd is 2029, omdat de hypotheekperiode begint 1 januari 2000.
De rente is per jaar 7%, er wordt gedurende 30 jaar steeds elk jaar 8000 afgelost.
Maak in Excel een tabel voor de gehele looptijd van deze hypotheekschuld.
Je hebt de volgende kolomnamen staan in de cellen A1 tot en met E1:
Jaar Hypotheekbedrag Aflossing Rente Jaarlijkse betaling
Als je er niet uitkomt, dan kun je eerst de filmtips bekijken!!
Filmtip: Hypotheek
Filmtip: Rente op rente
SB4 Excel
Indexcijfer.
Opdracht 1
We hebben de volgende gegevens:
Jaar
Toeristen in Groningen
indexcijfer
2000
12000
2001
11500
2002
15000
2003
15600
2004
14900
2005
11900
2006
12870
2007
14567
a. Neem deze gegevens over in je werkblad. Noem je tabblad "Toeristen".
In cel A2 komt het jaar 2000 te staan. Let op de manier waarop je het jaartal invoert (met een ' er voor).
Vul de jaren met de vulgreep aan.
EERST LEZEN (groot genoeg om niet te vergeten?)
Uitleg indexcijfer: een indexcijfer is een getal waarmee je in procenten alle jaren vergelijkt met een basisjaar. Het basisjaar in bovenstaande reeks is 2000. We willen dus alle jaren vergelijken met het jaar 2000. Als je naar de getallen kijkt is het niet eenvoudig om snel te zien hoe groot de verandering was in procenten. Daarvoor heb je indexcijfers nodig. Het basisjaar van een serie indexcijfers is altijd 100. Je kunt in de tabel in excel dus in de cel naast 12000 het getal 100 typen in cel B2.
Je berekent een indexcijfer als volgt: =(B3/$B$2)*100
Uitleg: Je wilt eerst het jaar 2003 vergelijken met het jaar 2002. De waarde van het jaar 2003 staat in cel B3 en de waarde van het jaar 2002 staat in cel B2. Dus deel je B3 door B2. Maar omdat je ook alle volgende jaren straks wilt delen door B2 moet je in de formule de cel B2 als het ware vastzetten. Dit doe je door het $ teken om de B van B2 heen te zetten. Dit valt verder niet te begrijpen, want het is gewoon een stukje excel-taal (dus gewoon doen).
Je doet alles keer 100, omdat je een percentage wilt hebben.
Zie eventueel het filmpje indexcijfer en grafiek
Opmerking: een indexcijfer is altijd een heel getal. Je kunt de decimalen weghalen door een paar keer te klikken op de knop Minder decimalen, net zolang tot er een heel getal staat.
b. Sleep nu de formule naar beneden voor de rest van de jaren.
Als het goed is heb je onderstaand resultaat
Jaar
Toeristen in Groningen
indexcijfer
2000
12000
100
2001
11500
96
2002
15000
125
2003
15600
130
2004
14900
124
2005
11900
99
2006
12870
107
2007
14567
121
Maak hier nu een grafiek van
In de grafiek willen we de jaren en de indexcijfers hebben, maar niet de absolute aantallen (de getallen per jaar; bijvoorbeeld 12000 is een absoluut aantal, een precies aantal).
Dit doe je als volgt:
Selecteer de jaartallen en ook het woord jaar.
Druk nu de CTRL knop in
Selecteer nu de indexcijfers, inclusief het woord indexcijfer.
Klik nu op invoegen en begin de grafiek te maken.
Zie eventueel nog eens het filmpje: maken van indexcijfer en grafiek
Houd bij het maken van de grafiek er rekening mee dat de gegevens in een oogopslag voor iedereen die het moet zijn ook duidelijk moeten zijn.
TIP: voor het aangeven van een ontwikkeling door de jaren heen is een lijngrafiek of een kolomgrafiek het meest duidelijk.
Sla het Excel-bestand op met de naam jouwnaam_Index.
Opdracht 2 Een grafiek maken en een trendlijn toevoegen
Een trendlijn geeft de gemiddelde ontwikkeling door van gegevens over een aantal jaren.
Voorbeeld:
De vraag is nu of dit bedrijf het nu wel of niet goed doet. Immers, de winsten verschillen nogal van jaar tot jaar.
Doen: Gebruik het bestand jouwnaam_index. xlxs.
Neem bovenstaande gegevens handmatig over in een nieuw werkblad genaamd Winst.
Bekijk hiervoor eerst even het filmpje: trendlijn toevoegen
Aandachtspunten: voer de jaren in als jaartal (denk aan het accent) en doe dit met behulp van de automatische vulgreep.
De getallen moet je overtypen, het euroteken doe je zoals je in het filmpje trendlijn hebt gezien. Een € kun je ook makem met Control Alt 5
Maak van deze gegevens een grafiek en voeg een trendlijn toe. De naam van de trendlijn is Trend winst bedrijf X
Maak de grafiek op volgens de volgende aanwijzingen:
- Geef de trendlijn een rode kleur en geef deze een breedte van 2,25 pt.
- geef de gegevensreeks een zwarte kleur.
- maak het grafiekgebied lichtgrijs
- maak het tekengebied lichtblauw
Geef de grafiek de naam Winst bedrijf X
Geef de x-as de naam Jaar
Geef de y-as de naam Nettowinst in euro’s
Het resultaat ziet er uit zoals hieronder (in de digitale versie in de NELO, de papieren versie is zwartwit)
Sla je werk op. Het bestand is jouwnaam_Index.xlxs.
Opdracht 3
Je hebt de volgende gegevens tot je beschikking.
Jaar Aantal accounts op Facebook in Nederland (x 1000)
2004 1000
2005 1100
2006 1400
2007 2800
2008 4800
2009 5500
2010 5500
2011 6000
2012 8000
Gebruik het bestand jouwnaam_Index.xlxs.
Neem bovenstaande gegevens over in een nieuw excel tabblad (kopiéren en plakken).
Denk eraan dat je de jaartallen als jaar invoert (het accentteken ' ervoor typen))
Geef dit tabblad de naam Facebook
Bereken de indexcijfers van deze gegevens met behulp van de juiste formule (laat eventueel de formule controleren, nadat je deze hebt gemaakt). Het basisjaar is 2004.
Maak een lijngrafiek van de jaren en de indexcijfers (dus niet van de echte aantallen!)
Geef de grafiek de naam Aantal accounts op Facebook (x1000)
Geef de x-as (horizontale as) de naam Jaar
Geef de y-as de naam Facebook
Maak het grafiekgebied roze met effen opvulling
Geef het tekengebied een lichte opvulling met kleurovergang
Geef de gegevensreeks de kleur zwart (ononderbroken lijn) met dikte 3,25 pt
Voeg een lineaire trendlijn toe, met de kleur donkerblauw en dikte 1,75 pt en met als naam Trend Facebook
Sla je werk op als jouwnaam_Index.xlxs. Upload de file in ELO.
SB5 Excel
Percentages.
Je kunt met Excel ook heel eenvoudig percentages berekenen en de verhoudingen in een grafiek laten zien.
Opdracht 1
We hebben de volgende gegevens over waar Nederlanders naar toe gaan op vakantie. Zet deze gegevens in een excel werkblad. Begin bij A1 (Land in A1, Griekenland in A2 enzovoort)
Land
Toeristen
Griekenland
1000
Frankrijk
1800
Spanje
800
Engeland
400
Stappen:
a)bereken eerst het totaal aantal toeristen in cel B6 met behulp van de sommeringsformul, dit is =som(begincel:eindcel)
b) Zet in cel c2 de volgende formule, om het percentage voor Griekenland te berekenen.
=(B2/$b$6)*100
Je doet dit omdat je eerst Griekenland vergelijkt (= deelt door) het Totaal (want dan krijg je een deel of percentage.
c) Je ziet dat B6 is ‘vastgezet’, omdat elk land natuurlijk met het totaal moet worden vergeleken.
d) Sleep nu de formule naar beneden, zodat je snel voor elk land het percentage krijgt
e) Selecteer de kolommen A en C en maak een grafiek van de landen en de percentages. Maak eerst een kolomgrafiek
Verander nu de grafie in een cirkelgrafiek
Zie ook het filmpje percentage en grafiek
Opdracht 2
Je hebt de volgende gegevens. Zet deze zelf in een nieuw excel-werkblad en geef dit de naam Leerlingen Euroborg.
Aantal leerlingen per opleiding
Reizen 300
Hotelschool 450
Bakkers 90
Koks 220
Recreatie/Leisure 250
Wellness 40
Totaal
Zet de gegevens in excel en bereken met een formule het totaal aantal leerlingen.
Bereken het percentage leerlingen per opleiding met behulp van de juiste excelformule
Maak een kolomgrafiek waarin goed zichtbaar wordt hoe de leerlingen van de Euroborg over de opleidingen zijn verdeeld. Geef iedere opleiding een andere kleur.
Maak nu van dezelfde gegevens een cirkeldiagram.
Opdracht 3
Bij de meest recente verkiezingen was in de gemeente Ukelenstein de uitslag als volgt:
Partij Aantal stemmen
PvdA 2300
VVD 2320
CDA 1300
PVV 1699
SP 1241
D66 450
Groenlinks 1000
PvdDieren 60
SGP 100
Christen Unie 10
Tip: bekijk eerst de filmpjes cirkelgrafiek en percentage en grafiek voor je begint.
Neem deze gegevens over in een excel werkblad
Bereken het totale aantal stemmers met behulp van de juiste formule
Bereken het percentage stemmen per partij met behulp van de juiste formule (laat eventueel controleren!) Het percentage moet twee cijfers achter de komma hebben.
Maak een drie dimensionale cirkelgrafiek van de partijen en het percentage stemmen (het werkelijk aantal stemmen zit dus niet in de grafiek).
Voeg de gegevenslabels toe aan de grafiek zodat in de grafiek de percentages zichtbaar worden.
Geef de gegevenspunt van de PvdA een rode kleur
Geef de gegevenspunt van het CDA een heldergroene kleur
Geef de gegevensreeks van de VVD een azuurblauwe kleur (opvulling met kleurovergang)
Geef de PVV een bruine kleur
Geef Groenlinks de opvulling Horizon
Geef het grafiekgebied een lichtgrijze kleur
Geef de grafiek de naam Uitslag verkiezingen Ukelenstein
Een en ander ziet er na afloop als volgt uit:
SB6 Excel
Met excel kun je snel achterhalen wat het gemiddelde, wat de hoogste en wat de laagste waarde is in een groot bestand met allemaal getallen.
Met de formule =gemiddelde(bereik van de cellen) kun je snel het gemiddelde berekenen
Met de formule = max(bereik) en =min(bereik) kun je snel de hoogste en de laagste waarde berekenen.
Voorbeeld: in onderstaande tabel zie je de ingevulde database die wordt bijgehouden van de regenval in Eelde, per maan, voor de jaren 2006 tot en met 2008.
Je kunt deze gegevens vinden in het bestand oefenbestanden excel, tabblad regenval
Opdracht 1
a. Hoeveel is nu de gemiddelde regenval over de jaren 2006 tot en met 2008?
Oplossing: het bereik van de tabel is van cel B3 (regenval in januari 2006) tot en met cel D14 (regenval in december 2008).
Type in cel G4 het woord Gemiddelde en type in cel G5 de formule =gemiddelde(B3:D14) en bevestig met de groene V
De gemiddelde regenval was ……………… (178)
b. Wat was de hoogste regenval ooit?
De formule hiervoor luidt =max(B3:D14) (500)
Wat was de laagste regenval ooit
De formule luidt: =min(B3:D14) 40
d. Voorwaardelijke opmaak:
Met voorwaardelijke opmaak kun je met behulp van kleuren verschil maken in de tabel
Bijvoorbeeld: je maakt alles wat hoger is dan het gemiddelde rood en alles lager dan het gemiddelde groen. Zo kun je snel zien wat natte of droge maanden waren.
Je doet dit als volgt:
Selecteer alle cellen met een getal
Kies voor Voorwaardelijke opmaak en daarna MARKERINGSEGELS VOOR CELLEN.
Kies groter dan
Vul het gemiddelde in (dat had je al laten uitrekenen) en kies RODE TEKST
Ga nu weer naar markeringsregels voor cellen en kies kleiner dan
Vul het gemiddelde in en kies lichtgroene opmaak
De tabel is nu verdeeld in een groen deel en een rood deel.
Probeer nog wat andere effecten uit.
Zie eventueel het filmpje voorwaardelijke opmaak
Opdracht 2
Een docent heeft in excel een cijferlijstje van een klas
Dit lijstje zit er als onderstaand uit.
Jan 3,8
Karin 6,4
Tania 9,0
Dolores 7,9
Tasje 3,1
Toos 5,5
Fabian 5,0
zet deze gegevens in een werkblad van excel
bereken het gemiddelde cijfer van deze klas
maak een voorwaardelijke opmaak zodat de docent in een keer kan zien wie er voldoende staat en wie niet. Hierbij hou je aan: cijfer 5,5 of hoger dan wordt de opmaak geel en cijfer lager dan 5,5 dan wordt de opmaak rood.
Opdracht 3
In het excelbestand oefenbestanden excel, tabblad bezoekers zie je een tabel met daarin het aantal bezoekers aan een website, per maand
Bereken met de sommeringsformule voor elk jaar het aantal bezoekers per jaar.
Bereken het gemiddeld aantal bezoekers over de gehele periode, dus over alle maanden waarvan gegevens beschikbaar zijn.
Bereken het maximaal aantal bezoekers ooit dat in een maand deze website bezocht
Bereken het minimaal aantal bezoekers ooit dat in een maand deze website bezocht
Geef de tabel een voorwaardelijke opmaak voor aantal bezoekers boven of gelijk aan of lager dan het gemiddelde met behulp van de kleuren rood en groen.
Maak een kolomgrafiek waarin alle gegevens zichtbaar worden.
Opmaak.
Opdracht 1
Type in Cel A1 de tekst: Aantal konijnenfokkers in Nederland
Type in Cel B1 de tekst Aantal nertsenfokkers in Nederland
Wat gebeurt er met de teksten?
Het past duidelijk niet in de kolom.
- Selecteer de cellen A1 en A2
- Kies voor Opmaak – Celeigenschappen
Kies voor Uitlijning
Kies voor (tekst)terugloop
Probeer ook uit wat er gebeurt als je kiest voor Tekst passend maken
Probeer ook uit wat er gebeurt als je de tekstrichting aanpast
Opdracht 2
Selecteer de cellen A1 en A2 en kies voor Opmaak, kolom. Pas de kolombreedte aan naar 5. Pas de breedte van kolom 3 en 4 aaan naar 20
Selecteer de rij 4 en pas de hoogte van de rij aan op dezelfde manier naar 20.
Selecteer de rijen
Opdracht 3
Neem een nieuw werkblad en geef dit de naam opdracht 3
a. Invoeren van gegevens
Type in cel A1 de tekst Klas 1B
Type in cel A2 de tekst Achternaam en in cel B2 de tekst Voornaam
Type in cel A3 de achternaam Dijk van en cel B3 de voornaam Jurjen
Voer ook de volgende namen op dezelfde wijze in
Wouterse Kees
Kock de Patricia
Neushoorn Karel
Tasjesplant Tokyo
Precies Pietje
Virides Lester
Lepidus Timon
b. Selecteer alle cellen waar namen in staan, inclusief de cellen met de kopjes en zet de kolombreedte op 20
c. Alfabetiseer de namenlijst
d. Maak de tekst in de cellen A2 en B2 dikgedrukt en centreer deze.
e. Noteer in de cellen C2, D2, E2,F2 en G2 de respectievelijke data 1 september, 8 september, 15 september, 22 september, 29 september.
TIP: Doe dit voor de eerste cellen (C2 en D2) en vul aan met de vulgreep naar rechts
f. Selecteer de cellen A2 tot en met G7.
Kies voor Opmaak – Celeigenschappen – Rand. Klik vervolgens op de vierkantjes “omtrek” en “rand”.
Het resultaat is een lijst met leerlingen en keurige hokjes.
g. Kies voor Invoegen – Koptekst en type je eigen naam in witte veld
h. Kies voor Bestand Afdrukvoorbeeld – Instellen - en verander van staand naar liggend. Je kunt nu printen.
OF: Kies voor Afdrukken – Eigenschappen – en verander van staand naar liggend en daarna Ok en printen.
Opdracht 4
Klik in cel A20
Kies voor Invoegen – Opmerking
Haal de tekst weg die er staat en type de tekst HELP MIJ
Verlaat de cel.
Beweeg nu met de cursor over de cel (niet klikken).
Je ziet nu de opmerking weer.
Opdracht 5
Selecteer de cellen A3 tot en met B7.
Klik op de verfpot in de werkbalk en kies de kleur geel
Selecteer de cellen C3 tot en met D7
Klik op de verfpot in de werkbalk en kies de kleur groen
Opdracht 5 Kopregels bevriezen
Bij grote bestanden van excel lukt het niet meer om alles in beeld te houden.
Ga naar het oefenbestand en ga naar het tabblad bevriezen.
Je ziet een ledenbestand van 1 tot en met 63.
Ga naar lid nummer 61.
Zie je nu nog de kopregels bovenaan in het bestand? NEE dus.
Daar is een oplossing voor en die heet Titels blokkeren.
Wat moet je doen?
1. Klik in cel A2
2. Klik op beeld
3. Klik op Blokkeren
4. Klik op Titels blokkeren.
5. Scroll naar beneden, naar lid 61. Je ziet dat nu de titels blijven staan.
Op dezelfde manier kun je ook kolommen blokkeren.
1. Klik in cel A2
2. Klik op blokkeren
3. Klik op 1e kolom blokkeren
Je kunt nu de schuifbalk naar rechts bewegen zonder dat de 1e kolom uit beeld verdwijnt.
SB7 Excel
Database.
Je hebt de volgende gegevens tot je beschikking van de “Vereniging tot nut van het Gemak”. Let op: JE HOEFT DIT NIET OVER TE TYPEN IN EXCEL. Het bestand met de gegevens heet DATABASE. Het staat onder aan deze les.
Startjaar
Geslacht
Voornaam
Achternaam
Woonplaats
Groep
2010
m
Kees
Wouterse
Groningen
1
2009
v
Patricia
Kock de
Amsterdam
2
2005
m
Karel
Neushoorn
Groningen
3
2010
v
Tokyo
Tasjesplant
Amsterdam
3
2009
m
Pietje
Precies
Rotterdam
1
2006
m
Lester
Virides
Rotterdam
2
2005
m
Timon
Lepidus
Assen
3
2009
v
Wanda
Kiloknaller
Assen
1
2005
m
Koos
Werkeloos
Amsterdam
2
2010
v
Tanja
Suikerpot
Groningen
3
2009
v
Foekje
Dillema
Amsterdam
1
2007
v
Iona
Joric
Assen
3
2007
m
Fonseca
Hamman
Rotterdam
2
2008
v
Harma
Binnenband
Groningen
2
2008
m
Toby
Piramidespel
Rotterdam
3
2010
m
Rocco
Raket
Groningen
1
2008
v
Dieuwke
Uvertouw
Assen
2
2010
m
Robert
Uvertouw
Assen
1
2009
v
Rianne
Wijk van
Groningen
3
2006
v
Wanda
Touwslager
Rotterdam
3
2009
m
Jan
Petfles
Groningen
1
Het valt op dat de namenlijst niet op alfabet staat. Open het bestand DATABASE en volg de aanwijzingen:
1. Klik op de kolom achternaam (kolom D, op de letter klikken), zodat die kolom actief wordt. Klik op de knop Alfabetiseren en Filteren en kies AZ van laag naar hoog. Klik bij de melding Selectie uitbreiden JA en daarna OK.
Nu staan de namen op alfabet
2. We gaan nu een tabel maken, om snel gegevens te kunnen filteren. Ik wil bijvoorbeeld alleen de leden zien die in Groningen wonen.
Ga op een willekeurige cel staan in de tabel.
Klik op Invoegen en daarna op tabel. Excel geeft nu het bereik (automatisch aan). Klik op OK.
Je ziet nu een tabel voor je met filtermogelijkheden. Klik op het neerwaarts gerichte pijltje naast woonplaats. Vink alle plaatsnamen uit, behalve Groningen. Dit is het resultaat.
Startjaar
Geslacht
Voornaam
Achternaam
Woonplaats
Groep
2010
m
Kees
Wouterse
Groningen
1
2005
m
Karel
Neushoorn
Groningen
3
2010
v
Tanja
Suikerpot
Groningen
3
2008
v
Harma
Binnenband
Groningen
2
2010
m
Rocco
Raket
Groningen
1
2009
v
Rianne
Wijk van
Groningen
3
2009
m
Jan
Petfles
Groningen
1
Opdracht:
Doe nu hetzelfde voor de selectie van geslacht en beantwoord de vraag: hoeveel vrouwen telt de vereniging?
(je antwoord moet zijn 10)
Beantwoord ook de volgende vragen:
1. Hoeveel leden zijn er in 2010 lid geworden?
2. Wie zitten er allemaal in groep 1? Laat een screenshot met je antwoord zien aan de docent!
3. Hoeveel leden zijn geboren in 1980? Idem
Opdracht:
Maak in excel een tabel van 20 van je Facebookvrienden met de volgende kolommen.
Maak hier vervolgens een tabel van met filtermogelijkheden.
Maak vervolgens een selectie op:
- aantal vrienden (van hoog naar laag)
- achternaam (van A- Z)
Voornaam Achternaam Woonplaats Geboortejaar Geslacht Aantal vrienden
Je bent vrijwilliger bij de Buurtbieb, een kleinschalige organisatie voor mensen in de buurt Kimmenadert, die als doel heeft de bewoners van de buurt gratis in staat te stellen boeken te lezen. Voor dit doel hebben ze – als begin – een paar dozen vol met boeken cadeau gekregen van personen die gingen verhuizen en veel boeken weg hebben gedaan.
Je opdracht is om een digitaal bestand samen te stellen voor de buurtbewoners waarin ze gericht kunnen zoeken naar boeken die hun interesse hebben.
De boeken moeten in een minidatabase worden opgenomen en voorzien van metadata, zodat de bewoners gemakkelijk kunnen zoeken.
Hieronder staat een lange rij met boeken die allemaal in de database moeten worden ingevoerd, voorzien van de volgende metadata:
Achternaam auteur
Voornaam auteur
Nationaliteit auteur
Genre van het boek
Jaar van uitgifte van het boek
Uitgeverij
Titel van het boek
Taal waarin het boek is geschreven
In de boekendoos zitten alle boeken, maar niet de informatie die in de database er bij moet komen. Die moet je dus opzoeken op internet.
Excel is heel goed in het snel vergelijken van grote hoeveelheden cijfers. Zo snel dat geen mens er met een rekenmachine tegen op kan. Het scheelt dus tijd door slim om te gaan met de FUNCTIES in Excel.
De Functie ALS vergelijkt steeds twee getallen met elkaar en geeft dan een soort van beoordeling of conclusie. Bijvoorbeeld of in een bepaalde periode het budget van een project is overschreden of niet. Zie voor een voorbeeld het bestand hieronder.
Bekijk voor je aan de opdracht begint ook eerst de videotutorial van Microsoft!
Om met dit soort functies te kunne werken moet je eerst even iets weten over wat ze bij Excel een "logische test" noemen.
In gewoon Nederlands: is iets wel of niet waar.
Bijvoorbeeld: heeft een verkoper genoeg omzet gemaakt om in aanmerking te komen voor een bonus. Stel dat de norm voor een bonus een omzet van € 100.000 is, dan wil Excel weten of dit wel of niet waar is.
Je hebt verschillende "operatoren" die je kunt gebruiken in logische testen. Die zijn:
> groter dan
>= groter dan of gelijk aan
< kleiner dan
<= kleiner of gelijk aan.
= gelijk aan
In het voorbeeld van hierboven zou je dus de operator >= nodig hebben, want de omzet moet minimaal € 100.000 zijn om de verkoper een bonus te kunnen geven.
Je kunt de kunst afkijken in het bestand functieals hieronder.
Maar bekijk eerst de fllm met de uitleg hoe het moet of open de handleiding van Microsoft.
Uitleg van de Als Formule Bron: Sander Kollerie via Youtube
De functies van Excel moeten heel nauwkeurig worden geschreven, anders werken ze niet. De tekens ; (puntkomma) en "(aanhalingstekens) moeten echt precies op de goede plek staan.
Voorbeeld
Je zag in het excel document als formule staan =ALS(B3>C3;"fouteboel";"prima")
Bouw van een ALS-Formule: (Let op: als je een engelstalige Excel hebt, is het de IF-formula)
Zoals altijd begint de formule met een = (zonder = weet Excel echt niet wat hij moet doen)
Vervolgens typ je ALS om aan te geven dat je zometeen een voorwaarde gaat stellen die tot een conclusie moet leiden. In gewone mensen-taal: ALS de inhoud van Cel B3 groter is dan de inhoud van Cel C3, dan zijn de echte kosten hoger dan de voorspelde kosten (het budget), met als conclusie in bovenstaande formule: "foute boel". Na ALs komt ( (=haakje openen)
Daarna komt het zogenaamde argument: B3 > C3(> betekent groter dan en < betekent kleiner dan)
Let nu op de plaats van de puntkomma ; die komt na het argument.
De mogelijke conclusies komen tussen aanhalingstekens, gescheiden door weer een puntkomma.
Je sluit de formule af met een ) =haakje sluiten
OPDRACHT
Open onderstaand document. Je ziet voor twee jaren een overzicht van gemaakte kosten en voorspelde kosten. Je wilt snel weten in welke maanden het budget is overschreden, zodat je snel kunt zoeken naar oorzaken.
Je maakt dus voor deze getallenreeks een Als Formule. Als het budget is overschreden moet er de conclusie komen "VERLIES" en als de werkelijke kosten lager zijn dan de verwachte kosten moet er de conclusie komen "GELD OVER".
Zorg er verder voor dat de kolombreedte van de cellen waarin de conclusies komen een breedte heeft van 20.
Je kunt de functie ALS prima combineren met extra voorwaarden, zoals bijvoorbeeld een gemiddelde. Een goed voorbeeld hiervan is een hele serie toetscijfers van een klas met studenten. In onderstaand exceldocument zie je een voorbeeld van een klas met studenten en al hun toetscijfers mooi naast elkaar. Een student is geslaagd als het gemiddelde cijfer hoger is dan een vijf en een half (55).
Je ziet dat in de formule terug. =ALS(GEMIDDELDE(B2:D2)>55;"geslaagd";"gezakt")
OPDRACHT
Bestudeer eerst het voorbeeld op blad 1 van het document hieronder.
Ga daarna naar blad 2. Daar zie je een overzicht van een klas met al hun toetscijfers.
Maak de juiste formule, zodat de mentor direct kan zien we er geslaagd dan wel gezakt is.
Bron: Sander Kollerie Cursus Excel Geavanceerde functies en formules Deel 3: ALS en gerelateerde functies in Excel
Zullen we het een beetje moeilijker maken?
In het voorbeeld van zojuist zagen we dat om te slagen de student een gemiddeld cijfer van 55 of hoger moest halen. Dat is in de werkelijkheid niet erg realistisch. Veel opleidingen hanteren een extra voorwaarde. Bijvoorbeeld dat geen enkel cijfer lager dan 35 mag zijn.
Ook hier kan Excel ons prima helpen om snel vanuit een grote cijferbrij te bepalen wie er geslaagd of gezakt is.
We gaan aan de slag met het document dat we hiervoor ook al hebben gebruikt, het overzicht van de toetscijfers.
Volg onderstaand stappenplan om de twee voorwaarden slim met elkaar te koppelen.
1. Je ziet de cijfers van de toetsen 1 tot en met 8 in de kolommen C tot en met J, met het eerste cijfer in C2.
Wat je als eerste doet is het gemiddelde bereken per student. Dus zet je in kolom K, in cel K2 de formule (=gemiddelde C2:J2)
Als je dit hebt gedaan kun je die formule weer naar beneden slepen, zodat je nu voor elke student het gemiddelde cijfer ziet. Je mag afronden op 1 decimaal. (1 cijfer achter de komma).
2. De tweede voorwaarde om te slagen is dat alle cijfers hoger of gelijk aan 35 moeten zijn.
3. In kolom L, te beginnen met cel L2 zet je nu de formule =MIN(c2:J2). Ook die formule sleep je naar beneden, zodat je voor elke student zie wat zijn of haar laagste cijfer is.
4. Nu komt het moelijke werk, want nu moet je een formule hebben die alle twee voorwaarden combineert.
Die formule luidt =ALS(EN(K2>55;L2>=35);"geslaagd";"gezakt")
Als je deze formule in gewone mensentaal zou uitspreken, dan staat er: Als zowel het gemiddelde hoger is dan 55 als ook het laagste cijfer hoger of gelijk is aan 35, dan is de student geslaagd. Als aan één van beide voorwaarden niet wordt voldaan is de student gezakt.
Je bent leidinggevende van een verkoopafdeling en jij staat voor de vraag welke verkoper aan het eind van het jaar een kerstbonus krijgt en wie niet.
In onderstaand exceldocument vind je een overzicht van de omzet per verkoper per kwartaal en een overzicht van het aantal ziektedagen per kwartaal.
Je besluit dat er twee criteria zijn om iemand een bonus toe te kennen, namelijk:
1) de gemiddelde omzet per kwartaal moet € 5000 of hoger zijn (dus >= 5000)
2) het aantal ziektedagen per kwartaal mag niet hoger zijn dan 2 (=<2).
Welke verkopers krijgen wel een bonus en welke niet? Motiveer je antwoord door toepassing van en ALS en EN formule.
Een veel gebruikte functie in Excel is om op een aantal tabbladen dagelijkse getalsmatige informatie bij te houden waarbij de totaalcijfers op een andere pagina zichtbaar worden. Hiervoor heb je een verwijzingn naar een ander tabblad nodig.
Een voorbeeld:
Hieronder staat een bestand met de naam VerantwoordingSBUstudentvoorbeeld. Open dit bestand om dit te bestuderen.
Je ziet dat er op de tabbladen 2, 3 en 4 invulstaten zijn gemaakt waarin gewerkte uren kunnen worden ingevuld. En dat op tabblad 1 een overzicht staat waarin automatisch de totalen worden opgeteld van de uren die op de tabblade 2, 3 en 4 zijn ingevuld. Probeer het maar eens.
Opdracht
Onder aan deze bladzijde kun je een bestand vinden met de naam Omzet winkelketen LAMA. Open dit bestand.
Winkelketen Lama heeft filialen in Groningen, Leeuwarden, Assen, Zwolle en Arnhem. De directeur wil dat jij een mooi overzicht maakt waarin op de tabbladen 2 tot en met 6 de namen van de plaatsen staan en de overzichten per maand van de omzet. Maar directeuren hebben weinig tijd en deze directeur wil op tabblad 1 een overzicht hebben van het jaartotaal per plaats.
- Vul eerst overal getallen in, zodat het wat echter lijkt. Neem overal getallen tussen de 500 en de 2000, je mag zelf weten hoeveel omzet in de winkels per maand wordt gemaakt.
- Zorg dat je bij Totaal steeds de omzet van de maanden optelt; je gebruikt (uiteraard) de somformule. Doe dit voor elk filiaal.
- Zet nu in het overzicht op het eerste tabblad de juiste formule, zodat direct zichtbaaar wordt hoe groot de omzetten zijn per winkel.
Je kunt in Excel prachtige overzichten maken voor anderen om in te vullen. Bijvoorbeeld het bijhouden van gewerkte uren en dit dan automatisch laten optellen. Een voorbeeld hiervan is het urenverantwoordingsformulier dat jullie invullen om bij te houden hoeveel tijd je besteedt aan dit keuzedeel.
Wat je dan natuurlijk niet wilt is dat je formulier door iemand anders helemaal wordt veranderd! Daar is een oplossing voor, namelijk het beveiligen van cellen. Maar om te bereiken wat je wilt moet je natuurlijk ook zorgen dat het deel dat door anderen moet worden ingevuld niet beveiligd is. Want anders kunnen ze niets invullen.
OK, daar gaan we dan.
Open om te beginnen het bestand hieronder met de naam Gewerkte UREN.
Moviemaker is een programma om video-opnames te bewerken en te monteren tot een eigen film. Met Moviemaker kun je opnames voorzien van geschreven of gesproken teksten, muziek en speciale filmeffecten.
Op dit werk rust een Creative Commons CC By licentie. Lees hierde voorwaarden.
In het onderwijs zijn veel gebruiksmogelijkheden voor Moviemaker.
De docent maakt films voor in de les
uitleg van praktische handelingen
promotiefilmpje voor het eigen vak
registratie van de manier waarop een student een beroepshandeling uitvoert. Om er later feedback op te kunnen geven of om het uitgevoerde vast te leggen in verband met het beoordelingsproces.
De student filmt zichzelf (of groepen studenten) of laat zich filmen
bij het uitvoeren van een beroepshandeling als bewijs dat hij deze handeling kan uitvoeren.
om zichzelf te presenteren bij een introductie. Vooral bij opleidingen die veel e-learning componenten bevatten is dit een leuke optie.
de student presenteert zichzelf als professional op Linkedin of portfolio.
Uitvoering
Om te kunnen werken met Moviemaker moet je het programma eerst downloaden op je laptop. En om de gemaakte video's te kunnen vertonen heb je een account nodig bij YouTube.
Waarom?
Videobestanden zijn zo groot dat zelfs een video van 2 tot 3 minuten al niet meer op te slaan isin bijvoorbeeld een teamsite.
We gaan er vanuit dat je eerst je fragmenten hebt gefilmd.
Zorg dat die videofragmenten in een map op je laptop staan.
Start het programma Moviemaker via: Start - Programma's - Moviemaker
Of bekijk eerst de onderstaande film.
Inladen videofragmenten
Klik in het programma Moviemaker op Video of foto toevoegen
Zoek de video('s) die je wilt gebruiken.
Klik op dit bestand of selecteer meerdere bestanden (hou de CTRL toets ingedrukt en klik op de videofragmenten die onderdeel van de film moeten worden).
Klik op Openen. De fragmenten worden nu ingeladen.
Op dezelfde manier kun je overigens ook foto's inladen, dan maak je een fotostory.
Fragmenten knippen
Het kan zijn dat een bepaald fragment te lang is en dat je het wilt inkorten.
Videofragmenten inkorten
Klik op het videofragment
Klik op de tab Bewerken.
In het videofragment staat een verticale streep. Sleep deze naar de plek waar je de scène wilt laten beginnen.
Klik opStartpunt instellen.
Het fragment is nu aan het begin ingekort. Met de knop Eindpunt instellen kun je op dezelfde manier het fragment aan het einde inkorten.
Met de knop Ongedaan maken in de titelbalk draai je de bewerking weer terug als je niet tevreden bent over het resultaat.
Let op!
De volgorde van de verschillende videofragmenten kun je wijzigen door een fragment naar een andere plek te slepen.
Via het previewscherm kun je zien hoe het gaat worden.
Splitsen video en audio
Bekijk onderstaande video om te leren hoe je (te) lange videofragmenten in twee delen kunt splitsen en hoe je toegevoegde geluidsbestanden kunt splitsen in twee delen.
Alvast een tip: maak bij het filmen veel (korte) shots in plaats van 1 lange take, dan verloopt het monteren makkelijker.
Lees voor meer tips het onderdeel Tips en Trucs.
Overgangen
Overgang toevoegen:
Je kunt overgangen toevoegen tussen de videofragmenten en foto’s. De scènes lopen dan mooier in elkaar over en je vermijdt abrupte overgangen.
Klik op de tab Animaties.
Klik op het fragment waar de overgang voor moet komen.
Kies een overgang die je wilt gebruiken.
Bij de weergaveduur kun je aangeven hoelang de overgang duurt.
Je kunt het resultaat van je werkzaamheden bekijken met behulp van de videospeler.
Klik op de eerste scène van je montage.
Klik op de Afspelen-knop van de videospelerom het resultaat te bekijken.
Filmtitel en aftiteling
Titels toevoegen
Je kunt bijvoorbeeld titels toevoegen voor, tussen en na de video’s/ foto’s.
Klik op de tab 'Start'.
Klik op het fragment waar de titel (inleiding) voor moet komen.
Klik op de 'Titel'.
Voer nu je tekst in waar ‘[Hier tekst invoeren]’ staat.
Bij de tekstweergaveduur kun je aangeven hoelang de titel duurt.
Je kunt hier bijvoorbeeld ook lettertype, lettergrootte of achtergrondkleur veranderen.
Bijschrift toevoegen
Je kunt tekst toevoegen in de videofragmenten. Die wordt dan zichtbaar in het fragment bij het afspelen.
Zorg dat je op het tabblad Start staat, selecteer het bewuste fragment, klik dan op 'Bijschrift'. Type je tekst, pas eventueel lettertype en kleur aan.
Aftiteling toevoegen
Je kunt bijvoorbeeld een aftiteling toevoegen op het einde van de video.
Klik op de tab 'Start'.
Klik op de 'Aftiteling'.
Voer nu je tekst in waar ‘AFTITELING [Hier naam invoeren]’ staat.
Bij de tekstweergaveduur kun je aangeven hoelang de titel duurt.
Je kunt hier bijvoorbeeld ook het lettertype, lettergrootte of achtergrondkleur veranderen.
Muziek toevoegen
Filmmuziek hoort er gewoon bij. In Moviemaker kun je eenvoudig muziek toevoegen aan je film.
Dat doe je als volgt:
Klik op het fragment waar de muziek moet worden toegevoegd. Dit kan ook gewoon al vanaf het begin.
Klik op de knop Muziek toevoegen.
Er zijn nu twee mogelijkheden:
1) Je hebt al muziek op je laptop staan (mp3).
2) Je klikt op Free Music Archive en je zoekt passende muziekfragmenten die je vervolgens downloadt op je laptop.
Om de muziek toe te voegen blader je naar de map met muziek: selecteer het muziekstuk en klik op Openen.
Via Opties en vervolgens Opties voor muziek, kun je instellen waar de muziek moet beginnen en eindigen.
Verder is er nog de mogelijkheid om in- en out te faden.
Geluid
Bij de meeste films is de geluidskwaliteit een probleem. Er zijn veel achtergeluiden er om ons heen waar we ons niet van bewust zijn, maar die toch meekomen met de filmopnames. Je merkt ze pas op als je de fragmenten afspeelt tijdens de montagefase.
Er is een eenvoudige manier om ongewenste geluiden weg te poetsen.
Bekijk onderstaand filmfragement en je ziet hoe het moet. Je leert ook dat Dyslexie geen probleem hoeft te zijn als het gaat om het uitleggen van handelingen in Moviemaker.
Opslaan en publiceren
Tussentijds opslaan
Als je een Moviemakerbestand opslaat is het nog geen film: hij verkeert nog in het montagestadium. Ben je nog niet klaar met monteren dan kun je het gewoon als bestand opslaan, het later weer openen en er verder aan werken.
De film is af
Pas als het monteren klaar is moet de film worden opgeslagen als film.
Opslaan als MP4 video
Klik linksboven (naast Start) op Film Opslaan.
Kies Aanbevolen voor dit project.
Het duurt een tijdje en dan heb je als resultaat een mp4, afspeelbaar in Windows Media Player. Maar dit wordt altijd een heel groot bestand: moeilijk op te slaan en te delen.
Opslaan op Youtube
Nu zien we waarom je eerst een YouTube-account moest aanmaken in het begin.
Klik weer linksboven en kies Film Publiceren, kies YouTube
Kies de hoogste resolutie (1920 x 1080)
Meld je eventueel aan bij het Microsoftaccount en het YouTubeaccount (de eerste keer moet dit in ieder geval, vaak blijft de inlog bewaard)
Volg de stappen die in beeld komen
Log na upload in bij YouTube en zet bij Instellingen de toegang op Verborgen.
Tips en trucs
Maak de film niet te lang.
Bij het filmen is het beter veel korte(re) shots te maken dan lange shots. Je kunt de shots met de montage beter op elkaar aan laten sluiten. Lange shots worden als 'saai' ervaren.
Let bij het filmen op de achtergrondgeluiden. Ze zijn vaak sterker aanwezig dan je denkt en het kan een filmfragment waarin iemand iets zegt grondig verpesten.
Film heeft een eigen taal. Beelden kunnen iets anders zeggen dan de spreektaal. Hou hier rekening mee.
Zorg tijdens het filmen voor een juiste inkadering van het onderwerp. En hou daarbij rekening met de beeldtaal. Een close-up heeft als effect op de kijker betrokkenheid, een wide-angle shot juist afstand.
In Wikipedia is hier het volgende over te vinden:
"Filmische en fotografische beelden zijn begrensd door het kader. De kaderrand snijdt boven, onder, links en rechts een deel uit de werkelijkheid weg en benadrukt een fragment. In tegenstelling tot de cameraman, is de kijker zich daar minder van bewust, maar heeft de uitsnede op een 'onbewust' niveau een effect. Om de communicatie met de cameraman te vereenvoudigen bestaan er definities van deze cadrages. Afhankelijk van de afstand tussen camera en object en de zoominstelling, varieert de beeldgrootte van een big close-up (zeer nabije opname) tot een extreem long-shot (zeer ruime overzichtsopname)":
Orson Welles combineert in deze shot een Big close-up op de achtergrond met een knee shot op de voorgrond. Let op de deep-focusfotografie.
Moviemaker is overgenomen van een wikiwijs van de Ambassadeurs Digitale Didactiek van Noorderpoort
De volgende sites en documenten zijn geraadpleegd en in meerdere gevallen is hiervan materiaal opgenomen in dit arrangement of 1 van de onderdelen daarvan
Voor het downloaden van Moviemaker de website van softonic (een algemene website voor het downloaden van programma's).
Windows Moviemaker tutorial van Russ Allen via Moviemaker, gepubliceerd op Youtube
Gratis videomarketing tips van Theo de Klein Videomarketing, gepubliceerd op Youtube
Mahalo learn everything via mahalo.com, via Youtube
Het kan geen kwaad dit een aantal handigheidjes te herhalen die het werken met laptops over het algemeen versnellen. Wie weet ken je alles al, dan kun je het overslaan.
Plaknotities geeltjes op je bureaublad
We kennen allemaal wel de gele (of een andere kleur) plakbriefjes om dingen op te schrijven die je niet moet vergeten. Dat kan ook op je laptop. Via Start - Alle Programma's- Acessoires vind je Plaknotities. Hiermee kun je op je bureaublad je geeltjes opslaan. Om nooit meer te vergeten.
Knipprogramma
Wie een screenshot wilde maken en delen met anderen gebruikte de toets PRT SCR (print screen) en het programma Paint. Dat kan natuurlijk nog steeds, maar het kan sneller. Laptops hebben nu het Knipprogramma. Te vinden via Start - Alle Programma's en Accessoires. Je kunt het knipsel direct opslaan als png of jpg en het delen met anderen. Handig bij bijvoorbeeld het melden van storingen bij een helpdesk.
PC gebruik algemeen
De windowsknop knop (zie hiernaast) kan ook heel handig zijn. Een aantal toetscombinaties maken het werken een stuk sneller.
Windows P: beheer je beeldscherm.
Als je een presentatie moet geven met je laptop via een beamer moet je via je Windows P even kiezen voor Dupliceer of Extend.
Windows E
Met deze combinatie open je in één keer je verkenner en heb je een totaaloverzicht van je mappen op je laptop.
Windows L
Met Windows Lock zet je in een keer je laptop op slot, bijvoorbeeld als je even wegloopt van de plek waar je zit te werken. Wel zo veilig. Om weer verder te werken doe je CTRL ALT Delete.
Een programma aan je taakbalk vastmaken
doe je met de Rechtermuisknop. Je hoeft alleen maar op de icoon van het programma te klikken om het op te starten. Lekker snel werken.
Sneltoetsen
Onderstaande sneltoetsen maken het werken ook sneller.
Ctrl-C
Geselecteerd tekstdeel of object kopiëren
Ctrl-F
Snel trefwoorden zoeken in document
Ctrl-A
Alles selecteren
Ctrl-V
Geselecteerd tekstdeel of object plakken
Ctrl+muiswieltje
Je kunt hierdoor snel het beeld op je scherm vergroten of verkleinen
Er zijn nog veel meer handige sneltoetsen beschikbaar. Via de link hieronder kom je bij de sneltoetsen voor Windows 10.
Het arrangement ICT basisvaardigheden is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Paul Fischer
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2021-12-20 15:15:55
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.