Hier vind je het overzicht van de Quick Scan die in periode 1 & periode 2 van de BBL opleiding Maatschappelijke Zorg en Sociaal Werk wordt uitgevoerd.
Toetsing van voortgang en examinering Quick Scan
Quick Scan
De Quick Scan is een proces van een half jaar (2 onderwijsperiodes) waarin je onderzoekt en aantoont in welke mate je aan de eisen kunt voldoen die aan de diplomering worden gesteld.
Toetsing van voortgang en examinering Quick Scan
Beheersing werkprocessen
Je toont je beheersing van de werkprocessen aan middels de uitwerking van de oefenopdrachten:
Je werkt de orientatie en planning (in overleg met werkbegeleider) uit en stemt deze af met de docent voordat de oefenopdracht wordt uitgevoerd in de praktijk.
Je beschrijft je ervaring met het werkproces.
Je benoemt het resultaat van je uitvoering van het werkproces.
Je beschrijft de beroepsvaardigheden die je hebt ingezet (kennis (bronvermelding), vaardigheden, beroepshouding = competenties & omschrijving in oefenopdracht. Je gebruikt de feedbackcriteria van de oefenopdracht in je verantwoording).
Je werkt de bewijzen uit om het resultaat van het werkproces aan te tonen
De voldoende of goed afgetekende feedbacklijst (door de werkbegeleider met onderbouwing) van de oefenopdracht voeg je toe
Je doorloopt de stappen van de wegwijzer zoals in de oefenopdracht staan beschreven.
Functioneren in de BPV
Aan de hand van de 360 graden feedback lijst (ingevuld door de praktijk) wordt je functioneren in beeld gebracht. Zie kopje formulieren.
Je brengt samen met je werkbegeleider in beeld in welke mate je de werkprocessen en de daarvoor benodigde competenties beheerst a.h.v. de werkprocessen in het kwalificatiedossier van je opleiding. Bepaal leerdoelen en formuleer deze SMART in je opleidingsplan. Zie kopje formulieren.
Onderwijs, resultaten periode 1 & 2
Resultaat lessen (Oefenopdrachten, Vakken en Keuzedeel)
Resultaat talen en rekenen
Loopbaan & burgerschap: het uitvoeren van de lb-prestaties 1.1 beroepsbeeld en 1.3 professionele ontwikkeling
Methodisch handelen, inzet en sturing
Mate van zelfsturing en inzet, waar onder presentie
Jij maakt een persoonlijk opleidingsplan voor het vervolg van je opleidingstraject. Ieder half jaar schrijf je een opleidingsplan. Tussentijds maak je eventuele aanpassingen.De resultaten van het eerste half jaar (Quick Scan) en je opleidingsplan worden beoordeeld aan het einde van periode 2 in het voortgangsoverleg van het BBL team. Het team geeft een studieadvies over de duur van het traject.
Planning
Oefenopdrachten
Opbouw opdrachten
Periode 1: Oefenopdracht 1.
Leren werken met de wegwijzer (Alle stappen doorlopen):
Schrijven eerste verantwoordingsverslag (STRAK)
Verdieping theorie communicatie en observeren a.h.v. boek Professioneel werken & methodiek en begeleiden.
Inleveren 1e versie stap 1 & 2 oefenopdracht 1 week 4 periode 1
Inleveren observatie week 5 periode 1
GO stap 1 & 2 oefenopdracht 1 week 6 periode 1
Inleveren beoordeelde oefenopdracht 1 week 10 periode 1
Periode 2: Oefenopdracht 2
Volledige orientatie en planning maken
Inzicht in werkproces en competentie
Gebruik bronnen
Verdieping werken met een ondersteuningsplan a.h.v. boek Zo maak je een ondersteuningsplan.
GO stap 1 & 2 voor week 3 periode 2
Bronvermelding:
Boek: Titel, Auteur, Jaar van uitgave
Internet: Copie link adres en datum van raadpleging
Gereed: week 8 periode 2
Periode 3 & 4 : Oefenopdrachten 3 & 4. Nadruk ligt op verdieping in kennis en vaardigheden
Gesprekken Quick Scan :Eind periode 2 is je opleidingsplangereed.
Voorbereiden voor gesprek & opleidingsplan:
3 ingevulde BPV 360 graden formulieren. Door werkbegeleider en 2 collega’s. (Uitkomst input voor je opleidingsplan verslag)
Score kwalificatiedossier aftekenen in periode 2 week 6 (of eerder). Zie formulieren. Tip voor het gesprek vul je zelf met potlood je score in. Vraag ook je werkbegeleider om dit te doen.
Loopbaan & Burgerschap opdrachten 1.1 & 1.3 inleveren ter beoordeling voor week 8 periode 2
Score toetsen (ook talen en rekenen) . Vul de kaarten in en lever je taal en reken kaart in bij de docenten.
Opleidingsplan:
Maak een planning voor de 2 oefenopdrachten in het komende halfjaar.
Het is van groot belang dat jij een planning maakt op het niveau van het werkproces en competenties. Je beschrijft dus op welke manier jij alle werkprocessen en bijbehorende competenties denkt uit te voeren en te behalen.
Tevens moet uit jouw planning blijken dat jij begrijpt wat een werkprocesproces inhoudt. Denk hierbij aan de tijd die je ervoor neemt en de wijze waarop jij je de werkprocessen eigen maakt.
Schrijf een motivatie houding/ aanwezigheid in inzet in BBL opleiding
Schrijf en motiveer je voorkeur voor de duur van je opleidingstraject (Verwijs naar score KD document)
2 leerdoelen: Gebruik je feedback van je levensverhaal, leervragen (SMART leerdoel) uit de oefenopdrachten, feedback werkbegeleider, je score op de werkprocessen KD document, 3x 360 graden feedback van je BPV om leerdoelen voor het komende half jaar te formuleren.
Meenemen naar Quick Scan gesprek (eind periode 2):
Kies 2 opdrachten of 1 (grote) vervangende opdracht die je voor uitvoering inhoudelijk afstemt met je slber. Schrijf per opdrachtkaart een verantwoording van de aangetoonde competenties (zie achterkant opdrachtkaart)
Iedere opdrachtkaart staat voor een investering van 8 tot 10 uren.
Zie BBL LB overzichtkaart. Naast LB kaarten 1.1 & 1.3 kies je per kerntaak nog 1 kaart ( 1 van 2,3,4 en 5) gedurende de opleiding.
Kwalificatiedossier
Alle opdrachten en toekomstige examens zijn gebaseerd op het kwalificatiedossier:
Check toegang Noorderportal en de groep van de klas.
In de les
In het 1e leerjaar ga je oefenen met opdrachten in de praktijk.
Deze zijn voorbereidend op de examens in het 2e leerjaar.
In deze periode ga je aan de slag met de eerste oefenopdracht. (Zie oefenopdrachten periode 1 t/m 4: Kies je opleiding en lees oefenopdracht 1)
VOORDAT je de oefenopdracht uitvoert maak je eerst een orientatie en een planning.
Hoe je dat doet staat beschreven in stap1 (orientatie) en stap 2 (planning) van de wegwijzer.
Je beantwoordt de vragen van de stappen en verwerkt dit in het stap1 & stap 2 document. Deze stem je af met je werkbegeleider (Zie vragen wegwijzer stap 1 & 2: wat ga je doen, welke planning, wat ben je nodig etc. ). Vervolgens mail je deze naar je docent. Wanneer het document volledig is ontvang je een GO en mag je de oefenopdracht uitvoeren (stap 3 wegwijzer)
Alle oefenopdrachten werk je uit volgens de wegwijzer die je hier kunt lezen:
Lees de inleiding en het kwalificatiedossier van je opleiding.
Lees de eerste oefenopdracht (Ondersteuningsvraag of Inventarisatie) en stem af met je werkbegeleider over mogelijkheden in de praktijk om aan de slag te gaan met de opdracht.
Maak een eerste versie van een stap 1 & 2. Zie uitleg en wegwijzer bij week 2 in de les. Neem je vragen mee naar de les.
In onderstaand document vind je voorbeelden van SMART geformuleerde leerdoelen. Tot slot staan er 4 leerdoelen welke jij thuis SMART gaat her-formuleren. We bespreken deze in de les.
Maak een account aan op Drillster: https://www.drillster.com/login Check je kennis over thema 5. Zoek de drillster GEW observeren en maak deze.
Observatieplan
Maak een observatieplan volgens thema 5.
De 44-jarige autist Kees woont nog bij zijn ouders. Hoe lang houden de bejaarde ouders de 24-uurs zorg nog vol.
Toen Kees werd geboren, was er weinig bekend over autisme. De diagnose van de artsen was ‘zwakzinnig’ en hun advies luidde om Kees op te laten nemen in een inrichting. Zijn ouders besloten Kees echter thuis te houden. Door zich aan te passen aan hun zoon ontwikkelde hij zich tot een relatief zelfstandige man. Kees moet er niet aan denken hoe het met hem verder moet als zijn ouders ziek worden of zelfs komen te overlijden. Waar moet hij heen? Het wonen tussen andere mensen met een beperking ziet hij niet zitten: ‘Ik wil niet geconfronteerd worden met de gebreken die ik zelf ook heb.’Kees zijn ouders staan voor een dilemma waarmee veel mantelzorgers zich geconfronteerd zien: waar vinden ze een goede plek voor Kees en iemand die hem net zoveel tijd, aandacht en zorg kan bieden als zij?
Het doel van de observatie is om de relatie tussen de moeder en zoon te beschrijven. Motiveer je keuze voor 1 van de 5 observatiemethoden uit het boek.
In onderstaand filmpje wordt reflecteren uitgelegd. Daarnaast kun je hier meer over lezen in de powerpoint. Tot slot is er een filmpje waar het STARRT model wordt uitgelegd.
Wees bewust van je eigen handelen m.b.t de gespreksvaardigheden op je BPV.
In de vorige les hebben jullie geoefend met een casus. Check de criteria van de casus in de praktijk.
Waar ben je goed in en waar heb je nog wat in te leren ?
Criteria oefengesprek vorige les:
Het gesprek wordt onder meer gevoerd met open vragen die leiden tot praktisch advies en concrete afspraken.
De student in de rol van begeleider formuleert een advies voor de cliënt op langere termijn aan de hand van het gesprek.
De student in de rol van begeleider past alle basisvaardigheden en houdingsaspecten toe die horen bij de professionele gespreksvoering, zowel de verbale als de non-verbale technieken.
Observator checkt valkuilen, bijvoorbeeld het halo- of het horn-effect.
Na het gesprek weet iedereen precies waar hij aan toe is en worden de eerste afspraken gemaakt.
Wat zijn je eigen tips en tops ?
Check en lees LB 1.1 & 1.3. Heb je hier nog vragen over ?
Lees onderstaande documenten:
Check BPV wijzer (Zie in de wiki bovenin onder kopje BPV)
In dit document zijn afspraken over BPV tussen het werkveld en de opleiding vastgelegd.
Lees het onderdeel begeleiding & examens. Van de formuleren gebruiken we alleen 360 graden feedback.
Vanaf pagina 42 staat info vanuit de Noorderpoort beschreven. Hier staat ook het GO formulier om examens te kunnen uitvoeren in de praktijk.
Lees het 360 graden feedback formulier. Wanneer er vragen zijn neem deze mee naar de volgende les:
Jullie (mede) beoordelen per werkveld elkaars Stap 1 & 2 van de 1e Oefenopdracht. Welke feedback kun je aan elkaar geven ? Hoe geef je feedback aan elkaar ? In deze les maken we hier afspraken over.
We laten zien hoe je het bestand met je stap 1 & 2 van oefenopdracht gaat uploaden. Dit doe je nu in de les of voor woensdag.
Elkaar beoordelen
Jullie beoordelen elkaars Stap 1 & 2 van de 1e Oefenopdracht.
Je wordt in groepjes ingedeeld.
Criteria:
Feedback bestaat uit tips & tops met toelichting
Jullie maken een overzicht (rubric) waarin vastgelegd is wat in stap 1 & stap 2 moet zijn verwerkt en wanneer er sprake van een onvoldoende, voldoende of goed is.
Inleiding
In je opleidingstraject leer je kennis, vaardigheden en gedrag (competenties) om in te zetten in de praktijk.
Je leert in de klas en van de voorbereiding thuis.
In de klas leren jullie gestructureerd samen in projecten en in de Quick Scan.
Voorwaarde om van elkaar te kunnen leren is wel dat iedereen medeverantwoordelijk is en een bijdrage levert !
Feedback
Digitale feedback
Wat is er anders aan digitale feedback i.p.v. face tot face feedback ?
Formuleer minimaal 3 afspraken die voor jou belangrijk zijn en waar iedereen zich aan kan houden bij het beoordelen van elkaars werk. (Mag in twee- of drietallen)
rubric
Hieronder vind je een voorbeeld van een rubric (klik deze aan zodat het leesbaar wordt). In een rubric wordt aangegeven op welke aspecten en volgens
welke criteria je prestatie (stap 1 & 2 van de 2e BP) beoordeeld zal worden. Het maakt niet alleen duidelijk wat er van je
verwacht wordt, maar ook hoe je de uitwerking kunt verbeteren.
Zelfstandig
Start maken met rubric
Week 9 Feedback
Voorbereiding thuis
Afmaken rubric. Stem onderling in je groepje af voor een 1e versie van een rubric
Uitwerken stap 1 & 2 oefenopdracht 2
Opdracht feedback:
Gebruik bij deze opdracht het wetenschappelijk onderzoek (thema 9). Beantwoord eerst deze vragen:
1 Voor wie is positieve feedback geschikt?
2 Voor wie is negatieve feedback geschikt? Waarom?
3 Als jij mensen in jouw omgeving zou vragen of ze liever positieve of negatieve feedback ontvangen,
wat denk je dat de uitkomst zou zijn? Waarom denk je dat?
In de les
1e versie rubric toepassen en feedback geven aan documenten
Week 10 Feedback periode 1
Voorbereiding thuis
Lezen
Inleiding & Stap 1, 2 & 3 Ben jij competent Boek ' Zo maak je een ondersteuningsplan'. Veel informatie is al bekend bij jullie. Schrijf vragen op bij onduidelijkheden en neem deze mee naar de les.
Maken
Opdracht 1 uit de inleiding: Beschrijf in je eigen woorden wat je onder 'methodisch handelen'verstaat.
Bereid je voor op opdracht 3 uit de inleiding en neem info mee van je BPV: Wat staat er op papier (of online) over de gehanteerde instellings- en/of afdelingsmethodiek. Wanneer die niet staat uitgeschreven op papier is deze terug te vinden in de doelstelling of de missie van de organisatie of afdeling
Reflecteren op periode 1: We geven elkaar feedback
In de les
Ontvangen feedback middels rubric
Opdracht 1
Deel in de klas: Wat is methodisch handelen ?
Opdracht 2
Uitwerken opdracht 3 .boek ' Zo maak je een ondersteuningsplan' In 2 of 3tallen. Bekijk de meegebrachte informatie en beantwoord de volgende vragen:
- Wat spreekt je aan, wat niet ? Ga daarover met elkaar in gesprek.
- Welke gevolgen heeft het voor jouw begeleiding als social worker of maatschappelijk begeleider, voor het team, de client als jij zou gaan werken volgens deze methodiek ?
stap 4,5 & 6 Boek ' Zo maak je een ondersteuningsplan'
Maken
Alsnog huiswerk vorige les
In de les
Gespreksvaardigheden
Zelfstandig
Week 13 Empowerment
Voorbereiding thuis
Lezen
stap 6 Boek ' Zo maak je een ondersteuningsplan': Plan van aanpak
In de wiki onder kopje planning:
- Oefenopdrachten zie ook bronvermelding (Oefenopdracht 2)
- Opleidingsplan
- Formuieren opleidingsplan
Maken
Maak (zoals beschreven in fase 1 =ordeningsfase) een voorbereiding op je deel van het ondersteuningsplan die je gaat uitwerken voor oefenopdracht 2.
Check of er binnen je BPV gebruik wordt gemaakt van een format voor een ondersteuningsplan (plan van aanpak) en neem deze mee.
In het ondersteuningsplan richt je je op de empowerment van de individuele client. Het sterker maken van het individu binnen zijn sociale context, zodat hij beter in staat is controle uit te oefenen over zijn omgeving (zie stap 6 voor voorbeelden hoe je dat stimuleert) Beschrijf hoe jij dat doet in het ondersteuningsplan die je uitwerkt voor oefenopdracht 2. Neem de uitwerking mee op papier naar de les.
Mevrouw V overweegt autorijles te nemen. Krachten voor de verandering zijn:
Praktisch gemak (na behalen rijbewijs auto kopen en en snel en droog overal kunnen komen)
Kans op waardering & bewondering (haar dochter zal haar flink vinden)
Trots (Eindelijk kunnen collega's zien dat V. best tot technische dingen in staat is)
Zucht naar avontuur (met een auto kan V. onafhankelijk op stap gaan en bv. kamperen)
Zich willen laten zien (V. gedraagt zich meestal onopvallend, maar ook zij wil de wereld wel eens versteld doen staan)
Daarnaast ondervindt mevrouw ook tegenkrachten:
De kosten (Rijlessen zijn duur en een auto kost geld)
Gevaar (Als je autorijdt loop je extra kans op een ongeluk)
Sociale druk (Misschien lachen mensen me uit als ik nog op mijn leeftijd met autorijden begint denkt V.)
Angst voor confrontatie (met eigen onvermogen. V. is op school vaak uitgelachen omdat ze niet zo snel van begrip is)
Maatschappelijke morele overwegingen (Door autorijden draagt ze bij aan milieuvervuiling)
Afname van een weerstandskracht heeft meer effect dan toename van veranderingskracht. Dit komt doordat in het 1e geval de totale spanning vermindert terwijl deze in het 2e geval juist toeneemt.
Je zou kunnen zeggen dat de krachten samen de motivatie vormen. Je kunt mensen helpen veranderen door de totale spanning te verkleinen. Je kunt daarom beter ingaan op bezwaren en angsten om daar oplossingen voor te vinden dan extra argumenten aan te dragen om te veranderen. En zo kom je uiteindelijk tot de ondersteuningsvraag van de client.
Breng nu samen het krachtenveld in beeld van een client uit je groep. Heeft dit invloed op de ondersteuningsvraag ?
Zelfstandig
Week 14 Reflecteren
Voorbereiding thuis
Reflecteren 2e oefenopdracht volgens STARRT
Na jullie ervaring met STRAK gaan jullie in deze oefenopdracht reflecteren met STARRT.
Het gaat er bij reflecteren dus om steeds terug te kijken op, en jezelf vragen te stellen over hoe jij aan het werk bent en wat daar de achtergronden van zijn.
Het gaat er dan niet zozeer om of je het werk goed of juist niet goed hebt gedaan. Dat is evalueren. Het is juist belangrijk het beoordelen (evalueren) van je eigen handelen uit te stellen. Dit geeft ruimte voor zelfonderzoek, waardoor je meer leert over je eigen handelen.
Bij evalueren gaat het ook veel meer om het beoordelen van je voorgenomen werkplan. Iemand die evalueert vergelijkt de verwachting die hij van te voren had met de feitelijke gang van zaken.
Bij evalueren:
Beoordeel je de resultaten van je acties.
Kijk je welke eventuele storende factoren een rol hebben gespeeld.
Trek je conclusies voor de werkwijze in soortgelijke situaties.
Bij reflecteren:
Omschrijf je de situatie en omgeving.
Onderzoek je je gedrag.
Stel je vragen over je eigen vaardigheden.
Achterhaal je je motivatie of overtuigingen. (je eigen visie) (Visietest gedaan ? Klopt deze ?)
Het arrangement Quick Scan 2017 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
MZ Noorderpoort
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2018-05-21 11:08:51
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.