Biologie havo 4 en 5

Populaties in een ecosysteem

Het gaat (te) goed!

Intro

Damherten afschieten of niet?
Bekijk het filmpje op de website van RTV N-H:

Video: Damherten - www.rtvnh.nl

Wat is aan de hand in de Amsterdamse Waterleidingduinen?
Hoe zijn de damherten hier gekomen?
Hoe heeft de populatie damherten zo kunnen groeien?
Komt dit door het ontbreken van natuurlijke vijanden?
Is er voor de damherten onvoldoende plek in de AWD en gaan ze daardoor op ontdekkingstocht in de buurt?

In de gemeentes Zandvoort, Noordwijk en Noordwijkerhout is veel overlast van de damherten.
Roedels herten komen de woonwijken in en vreten tuinen leeg.
Ook de bollenboeren in de omgeving zijn de dupe; damherten zijn gek op tulpen.
Daarnaast brengen ze het verkeer in de omgeving in gevaar.

Moet de beheerder wel of niet ingrijpen: damherten afschieten of niet?
Of zijn er andere oplossingen om de overlast tegen te gaan?
 

Vooraf

Kennisbank

Werkwijze

De module 'Het gaat (te) goed!' bestaat uit een groot aantal opdrachten.
Op bijgaand werkplan kun je invullen welke opdrachten je gedaan hebt.
Zo houd je goed overzicht.
Download hier het Werkplan 'Het gaat (te) goed!' .

Werkvorm
Je werkt bij de opdrachten alleen of in tweetallen.
Bij de grotere opdrachten en practica in groepen.

Benodigdheden:

Tijd
Voor deze module heb je ongeveer 7 slu nodig.

Verwerking

Stap1

Hoeveel damherten?
In de AWD bevinden zich tussen de 1200-1600 damherten.
Het is de grootste populatie damherten van Nederland.
Alle andere populaties damherten in Nederland, onder andere op de Veluwe en in Zeeland, worden door beheer op een vast aantal gehouden.
Hoe weten beheerders nu hoeveel damherten er zijn in de Amsterdamse Waterleidingduinen?

Opdracht 1 Populatie
Bestudeer:

KB: Populatiegrootte en -dichtheid

Bekijk het filmfragment:

  1. Op welke drie manieren kun je de populatiegrootte bepalen?
  2. Zoek van alle manieren minstens één voorbeeld waarbij deze goed past.
    Wissel de voorbeelden uit met een klasgenoot.

Opdracht 2 Vangen en terugvangen
Practicum
In tweetallen
In de Kennisbank staat uitgelegd hoe je de populatiegrootte kunt berekenen door middel van vangen, merken en terugvangen. Dit kun je nabootsen.
Neem een populatie van 150 witte bonen. Vang steeds zonder te kijken ongeveer 15 witte bonen en merk deze. Bijvoorbeeld door ze te vervangen door bruine bonen.
Meng de bruine en witte bonen goed. Bereken na elke vangst de populatiegrootte.
Welke conclusie kun je trekken over de betrouwbaarheid en het aantal keren vangen?

  1. Van een populatie brasems vangt de onderzoeker 1000 individuen en geeft ze een merkje in hun vin. Daarna worden ze weer vrijgelaten.
    Enige tijd later vangt men 3000 brasems, waarvan er 60 een merk in hun vin hebben.
    Wat is ongeveer de grootte van de populatie?
    1. 3000
    2. 30.000
    3. 50.000
    4. 180.000
  2. In een bepaalde provincie in Australië willen biologen de grootte van de populatie kangoeroes bepalen.
    Ze vangen daarvoor eerst 200 kangoeroes en voor zien deze dieren van een merkteken.
    Daarna worden de dieren weer losgelaten.
    Na een tijdje worden 800 kangoeroes gevangen, hiervan zijn er 40 gemerkt.
    1. 200
    2. 1000
    3. 4000
    4. 8000
  3. Kangoeroes zijn slimme dieren;
    het blijkt dat de dieren die al eerder zijn gevangen, zich niet zo gemakkelijk een tweede keer laten vangen.
    1. lager
    2. gelijk
    3. hoger

Opdracht 3 Kwadrant methode
Met de kwadrantmethode kun je de populatiegrootte bepalen van bijvoorbeeld paardenbloemen in een ecosysteem. Je bepaalt eerst het aantal exemplaren in een deelgebiedje (kwadrant).
Daarna kun je het totale aantal geschatte planten bepalen door het aantal te vermenigvuldigen met de verhouding tussen het kwadrant en het totale oppervlak waar de populatie thuishoort.

De grootte van een kwadrant en het aantal kwadranten is afhankelijk van het inventarisatiegebied en het vegetatietype. Het kwadrant is tientallen meters bij een schaars begroeide omgeving en enkele decimeters in een weiland.

  1. Op een weiland van 1 hectare komen op 1 m2 10 paardenbloemen voor.
    Wat is de totale populatiegrootte?
    1. 100
    2. 1000
    3. 10000
    4. 100000

(optioneel) Opdracht 4 Veldwerk
In groepjes.
Bepaal de populatiegrootte van een door jullie gekozen plant in een weiland of ander open vegetatietype.

Benodigdheden:

Stap2

Teveel op een klein oppervlak?
De populatiedichtheid is het gemiddelde aantal individuen per oppervlak of volume.
Afhankelijk van de diersoort kies je een oppervlaktemaat.
Zo bereken je het aantal olifanten niet per vierkante meter, maar per vierkante kilometer.
Bestudeer:

KBPopulatiegrootte en -dichtheid

  1. Wat wordt bedoeld met draagkracht van een gebied?
    Formuleer een antwoord en overleg met een klasgenoot.
    Noteer het antwoord in enkele zinnen.
  2. Maak de oefening "Populatie".

Oefening:Populatie

Stap3

Blijft een populatie groeien?
Uit tellingen die sinds de 60’er jaren door het Waterleidingbedrijf Amsterdam zijn uitgevoerd, bleek dat er in 1990 een kleine populatie damherten aanwezig was. De populatie leek stabiel op een laag niveau, maar de populatie bleek sneller te groeien dan voor mogelijk werd gehouden.
Uit onderzoek bleek dat de populatie damherten lang een exponentiële groei vertoonde.
Dat heeft ertoe geleid dat in het voorjaar van 2003 ongeveer 800 dieren hun woonplaats AWD.



Bestudeer uit de Kennisbank:

KB: Beperkte en onbeperkte groei van een populatie

Opdracht 1 Mindmap
Print het werkblad (On)beperkte groei van een populatie .
Knip de woorden uit en leg deze op een A3 zodat een mindmap met een voor jou duidelijk verhaal ontstaat. De lege vakjes kun je vullen met eigen woorden.
De woorden mag je meerdere keren gebruiken. Trek lijnen tussen de woorden die bij elkaar horen en waartussen een verband bestaat, zoals oorzaak-gevolg.

Maak met behulp van de ontstane mindmap een logische samenvatting voor een klasgenoot waarin je de S-curve en J-curve duidelijk uitlegd.

 

Stap4

Relaties tussen organismen binnen populaties

KB
: Relaties binnen populaties

Opdracht 1 Bronstijd
Bekijk het filmfragment:

Leg uit wat deze damherten aan het doen zijn en met welk doel.
Binnen een populatie beïnvloeden organismen elkaar op verschillende manieren zoals beschreven in de Kennisbank.
Natuurlijk zijn er nog meer relaties.
Zoals bij dieren die in groepen leven bestaat vaak een sociale rangorde.
De paarvorming bij vogels is een voorbeeld van een voortplantingsrelatie.

Is er in de AWD voldoende voedsel voor de damherten?
Uit berekeningen van de Landbouw Universiteit Wageningen blijkt dat bij een dichtheid van 1 dier per hectare en een populatiegrootte van ca 7000 dieren een voedsel tekort gaat ontstaan. Toch zou het zo kunnen zijn dat de populatie boven de 7000 dieren uit zal komen. Kun je dit verklaren?

 

Stap5

Exoten in Nederland
Opdracht 1 Exoten
In drietallen. Verdeel en bekijk de filmpjes over Exoten.
Beantwoord vervolgens de onderstaande vragen.

   

  1. Op welke manieren komen exoten in Nederland?
  2. Zet de voor- en nadelen van de introductie van soorten in Nederland op een rij.
    Bespreek de antwoorden in de klas.

Opdracht 2 Uitzetten van soorten

  1. Havo Biologie 2011-1 vraag 5
  2. Maak de oefening "Inheemse en uitheemse soorten" onderaan deze pagina.
  3. Formuleer de conclusie die je kunt trekken uit de grafiek.

Opdracht 3 Eindexamenvraag
Bron: VWO 2010 (pilot) tijdvak I
Dat duinvalleien ook gevoelig zijn voor de verstoring door exoten bewijst de introductie van de Amerikaanse vogelkers, die in Nederland de bijnaam Bospest kreeg.
Deze struik, die vanaf 1920 werd aangeplant als vulhout in loofbossen in Nederland en België, heeft zich in korte tijd tot een plaag ontwikkeld in de duinen. De Amerikaanse vogelkers vormt dan ook een bedreiging voor het bestaande duinenecosysteem.

Over de introductie van een exoot, zoals de vogelkers in de Nederlandse duinen, wordt het volgende beweerd:

  1. Na introductie groeit de populatie aanvankelijk volgens een J-curve;
  2. Op termijn ontstaat een stabiele populatie waarvan het aantal individuen schommelt rond het draagvlak van het ecosysteem.

Welke van deze beweringen is of welke zijn juist?

Opdracht 4 Inheems of exoot?
Is het damhert een inheemse of een exoot?
Onderzoek dit met behulp van het soortenregister .

 

Toets

Het gaat (te) goed!

Toets
De opdracht sluit je af met het maken van de toets 'Populaties in een ecosysteem'.
De toets bestaat uit een aantal gesloten en open vragen.
De gesloten vragen worden nagekeken door de computer.
De open vragen moet je zelf scoren.

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.
Klik op de knop om de toets te starten.

Toets:Populaties in een ecosysteem

Antwoorden Verwerking

Stap 1
Opdracht 2
Vangen en terugvangen

    1. 50.000
    1. 4000
    1. lager

Opdracht 3 Kwadrant methode

    1. 100000

Stap 2
Teveel op een klein oppervlak?

    1. emigratie
    2. immigratie
    3. geboortecijfer
    4. sterftecijfers
  1. gelijk zijn aan 1.
  2. 34,6 damherten per 100 hectare, dus 0,346 per hectare.

Stap 4
Opdracht 1
Bronstijd
Er is een vrije uitwisseling mogelijk met omliggende landbouw- en weidegronden (en tuinen) die dienen als alternatieve voedselbron.

Stap 5
Opdracht 4 Inheems of exoot?
Het Europese Damhert (Dama dama) is sinds de laatste ijstijd niet meer inheems in Nederland.
De huidige populaties Damherten in Midden-Europa zijn allemaal ontstaan uit nakomelingen uitgezette dieren.
In de AWD is de huidige populatie ontstaan uit (her)introducties die zijn uitgevoerd vanaf de 50er jaren van de vorige eeuw.

  • Het arrangement Populaties in een ecosysteem is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Auteur Kunskapsskolan Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2017-08-28 17:12:03
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Bij het samenstellen van deze leerbron is gebruik gemaakt van een arrangement uit de Stercollecties van VO-Content. Het oorspronkelijke arrangement is eigendom van VO-Content en gedeeld onder de CC-BY SA licentie. https://maken.wikiwijs.nl/63253/Module__Het_gaat__te__goed____h45
    Leerniveau
    HAVO 4;
    Leerinhoud en doelen
    Dynamisch evenwicht; Biologie; Zelforganisatie van ecosystemen, dynamiek en evenwicht; Ecosysteem;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content Biologie. (2021).

    Module: Het gaat (te) goed! - h45

    https://maken.wikiwijs.nl/63253/Module__Het_gaat__te__goed____h45

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Populatie

    Populaties in een ecosysteem

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.